CXXXVI Verkiezing van een Voorzitter

D BRIEF VAN HET LID BRUIJN

Aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal

t.a.v. de Griffier

Den Haag, 28 juni 2019

Geachte leden,

Met deze brief stel ik mij kandidaat voor het voorzitterschap van de Eerste Kamer. U heeft daarvoor een profielschets opgesteld waarin ik mij goed kan herkennen.

Vanwege mijn interesse in de maatschappelijke kant van mijn werk als arts en hoogleraar in Leiden, ben ik al vroeg in mijn vrije tijd actief geworden in het maatschappelijk veld. Aansluitend op een aantal activiteiten in de wereld van openbaar bestuur en politiek, die zijn weergegeven in bijgevoegd curriculum vitae, heb ik inmiddels ruim zes jaar parlementaire ervaring opgedaan als lid van de Eerste Kamer.

In mijn werk en daarbuiten heb ik bestuurlijke en leidinggevende ervaring opgedaan. In mijn bestuursstijl streef ik ernaar ruimte te geven en verbinding te zoeken. Relativerend vermogen vind ik daarbij onmisbaar. In de Eerste Kamer moet de voorzitter ervoor zorgen dat discussies en debatten worden gevoerd met de respectvolle, collegiale omgangsvormen en in de plezierige sfeer die deze Kamer zo eigen zijn. Ik zal mij er als voorzitter voor inzetten dat dat zo blijft. Alle partijen moeten voldoende aan bod komen en gehoord worden. Zodoende krijgt het proces van besluitvorming een zo breed mogelijk draagvlak. Voor mij raakt dat aan de kern van de democratie. Ik zal een voorzitter zijn voor alle fracties, groot of klein, gevestigd of nieuw, en voor alle leden van deze Kamer, want achter u allen staan kiezers. Daarom is onpartijdigheid in het hele optreden van de voorzitter misschien wel het belangrijkst.

U kunt van mij verwachten dat ik mij zal inzetten voor de goede gang van zaken van de organisatie, onder meer als voorzitter van de Huishoudelijke Commissie. Enige efficiëntie en zakelijkheid zijn mij niet vreemd en ik zet deze de komende jaren graag in ten behoeve van het complexe proces van de renovatie van het Binnenhof en de tijdelijke huisvesting van het parlement. Een goede samenwerking met het College van Senioren en met de Griffier staat daarbij centraal. Dat geldt ook voor alle andere medewerkers van deze organisatie. Met hen heb ik in de afgelopen jaren regelmatig samengewerkt, niet alleen bij het Kamerwerk maar ook bij de organisatie van symposia en debatten in dit huis. Ik ken hen allen als voortreffelijke professionals, van de portiers tot de Kamerbeambten en van de secretaresses tot de adviseurs en inhoudelijk medewerkers.

De externe vertegenwoordiging van de Eerste Kamer maakt een wezenlijk onderdeel uit van de functie van voorzitter. Dit betreft het onderhouden van externe contacten, maar evenzo het meer bekendheid geven aan het werk en de werkwijze van de Eerste Kamer als belangrijk onderdeel van onze parlementaire democratie. Door mijn werk ben ik gewend aan het onderhouden van relaties met personen en organisaties in binnen- en buitenland en ik zal die ervaring met plezier inzetten.

Wij zijn er om goede wetten af te leveren. Bij die wetsbeoordeling trekken wij onze eigen conclusies, ook als die afwijken van de conclusies van de Tweede Kamer of die van de regering. Daarbij bewaakt onze Kamer haar eigen integriteit. De implementatie van onze nieuwe Integriteitscode verdient de komende tijd bijzondere aandacht van ons allen. Het vergt een cultuur waarin wij onszelf en elkaar aanspreken en helpen. Ik zet daar graag mijn schouders onder.

Collega’s, ik zou het een eer vinden uw voorzitter te zijn. Ik zal mijn sollicitatie in de plenaire vergadering van 2 juli graag nog nader toelichten.

Met vriendelijke groet,

J.A. Bruijn

Naar boven