CXXIV Verslag van de Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer

J BESLUIT VAN DE HUISHOUDELIJKE COMMISSIE VAN DE EERSTE KAMER VAN 19 MAART 2019

Enig artikel

Artikel I, onderdelen C, D en E, van het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, ingezonden op 5 december 2017 en door de Kamer op 12 december 2017 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen (Kamerstukken I 2017/18, CXXIV, G), treedt met ingang van heden in werking.

Namens de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer,

De voorzitter, A. Broekers-Knol

TOELICHTING

Het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde vloeide voort uit de aanbevelingen van de Tijdelijke commissie werkwijze Eerste Kamer en het plenaire debat daarover. Een groot deel van de wijziging is direct na aanvaarding door de Kamer op 12 december 2017 reeds in werking getreden. Artikel VI van het voorstel geeft echter aan dat Artikel I, onderdelen B, C, D en E, op een door de Huishoudelijke Commissie te bepalen datum in werking treedt die niet voor ieder onderdeel dezelfde hoeft te zijn. Het genoemde artikel betreft de openbaarheid van commissievergaderingen. Het artikel was nog niet in werking getreden omdat de commissiekamers in het huidige Eerste Kamergebouw zich niet lenen voor het toelaten van publiek: er is onvoldoende capaciteit en er spelen veiligheidskwesties.

In het zomerreces van 2018 is in een van de commissiekamers audio- en videoapparatuur geïnstalleerd om het mogelijk te maken vanuit deze ruimte een livestream te verzorgen. Deze livestream is recentelijk getest en in orde bevonden. In de genoemde commissiekamer kunnen nu dus openbare commissievergaderingen plaatsvinden, waarbij onder openbaarheid in dit geval wordt verstaan dat de vergadering te volgen is via de livestream (vgl. artikel 1, onderdeel h, van het Reglement van Orde). Overigens konden er al openbare commissievergaderingen plaatsvinden in de plenaire zaal (met name deskundigenbijeenkomsten), mits deze zaal beschikbaar was.

Gelet op het voorgaande kunnen de bepalingen over de openbaarheid van inhoudelijke commissievergaderingen – artikel I, onderdelen C, D en E, van het wijzigingsvoorstel, betreffende mondelinge overleggen, gesprekken en hoorzittingen – in werking treden. Daartoe strekt dit besluit. De bepaling over de openbaarheid van álle commissievergaderingen (artikel I, onderdeel B), ook de meer procedurele, kan pas in werking treden als alle commissiekamers geschikt zijn gemaakt voor het toelaten van publiek en/of het verzorgen van een livestream.

Naar boven