Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | CXLI nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | CXLI nr. B |
Vastgesteld 3 december 2021
De leden van de vaste commissie voor Financiën1 hebben op 8 juni 2021 de voorlopige werkafspraken2 voor vertrouwelijke overleggen tussen de Minister van Financiën en de Eerste Kamer geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie, gevolgd door een overleg op ambtelijk niveau tussen vertegenwoordigers van de griffie van de Eerste Kamer, van de Tweede Kamer en van het Ministerie van Financiën, zijn de werkafspraken voor vertrouwelijke overleggen herzien. Op 12 oktober 2021 hebben de leden van de vaste commissie voor Financiën de herziene werkafspraken besproken en vastgesteld.
Naar aanleiding hiervan is op 22 november 2021 een brief gestuurd aan de Minister van Financiën.
De Minister heeft op 3 december 2021 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Van Dooren
Aan de Minister van Financiën
Den Haag, 22 november 2021
De leden van de vaste commissie voor Financiën hebben op 8 juni 2021 de voorlopige werkafspraken3 voor vertrouwelijke overleggen tussen de Minister van Financiën en de Eerste Kamer geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluatie, gevolgd door een overleg op ambtelijk niveau tussen vertegenwoordigers van de griffie van de Eerste Kamer, van de Tweede Kamer en van het Ministerie van Financiën, zijn de werkafspraken voor vertrouwelijke overleggen herzien. Op 12 oktober 2021 hebben de leden van de vaste commissie voor Financiën de herziene werkafspraken besproken en vastgesteld.
Er zijn drie punten aan de werkafspraken toegevoegd:
– Een lid dat is verhinderd kan alleen worden vervangen door zijn/haar fractievoorzitter. Mochten leden van de commissie met hun fractievoorzitter over de verkregen informatie willen overleggen, dan melden zij dat vooraf aan de commissiegriffier. Die zorgt dat de fractievoorzitter de insidersverklaring tekent voordat hij/zij van het commissielid informatie ontvangt. Daarbij zal het onderwerp van het overleg voor het ondertekenen van de verklaring niet genoemd worden. De commissiegriffier voegt de naam van de fractievoorzitter toe aan de insiderlijst. De fractievoorzitter draagt zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie.
– Mochten leden van de commissie met een insider-kamerlid uit de Tweede Kamer willen overleggen, dan dienen zij dit eerst aan te geven bij de commissiegriffier van de Eerste Kamer, zodat de commissiegriffier met de commissiegriffier van de Tweede Kamer kan uitzoeken welke leden in de Tweede Kamer op de betreffende insiderslijst zijn opgenomen.
– Voorafgaand aan een schriftelijk of mondeling vertrouwelijk overleg met de Minister van Financiën kunnen de vertrouwelijke verslagen van een (schriftelijk of mondeling) overleg tussen de Tweede Kamer en de Minister van Financiën, indien deze van belang zijn voor het overleg, ter inzage worden aangeboden aan de betrokken Kamerleden.
Tevens is één van de eerdere afspraken aangepast:
– Eventuele stukken zullen tijdens het overleg worden uitgereikt en weer worden ingenomen door ambtenaren van het ministerie of door de griffie van de Eerste Kamer. De griffie van de Eerste Kamer zorgt dat alle insidersverklaringen getekend zijn voorafgaande aan het overleg en houdt de insiderslijsten bij.
Een compleet document van de herziene werkafspraken is als bijlage met deze brief meegestuurd4. De leden van de vaste commissie voor Financiën verzoeken u deze werkafspraken te formaliseren. Tevens verzoeken deze leden u om vervolgens de Tweede Kamer te informeren over de herziene werkafspraken voor vertrouwelijke overleggen met het voorstel de aanvullingen op de werkafspraken ook aan de zijde van de Tweede Kamer door te voeren.
Achtergrond
Op 12 november 2020 hebben de leden van de vaste commissie voor Financiën uw brief5 ontvangen inzake het opstellen van passende werkafspraken over vertrouwelijke informatievoorziening bij koersgevoelige informatie, zoals de Afdeling advisering van de Raad van State heeft geadviseerd in haar voorlichting van 15 juli 20206.
Naar aanleiding van deze brief zijn een aantal voorlopige werkafspraken voor vertrouwelijke overleggen tussen de Minister van Financiën en de Eerste Kamer opgesteld. Als basis voor het opstellen van de werkafspraken dienden de werkafspraken die met de Tweede Kamer zijn gemaakt op 15 april 20207. De voorlopige werkafspraken zijn op 15 december 2020 door de leden van de vaste commissie voor Financiën vastgesteld. Destijds was het praktisch niet mogelijk om dergelijke afspraken op korte termijn volledig te implementeren, waardoor er tot op heden is gewerkt met voorlopige werkafspraken indien de Minister van Financiën vertrouwelijk overleg wilde voeren met leden van de Eerste Kamer.
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 15 december 2021.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Essers
Versie: 12 oktober 2021
Op 9 december 2020 heeft op ambtelijk niveau een eerste overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de griffie van de Eerste Kamer en van het Ministerie van Financiën. Zij hebben gesproken over de wijze waarop afspraken tot stand kunnen worden gebracht voor het voeren van vertrouwelijk overleg tussen de Minister van Financiën en leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in de gevallen dat de Minister de Eerste Kamer actief wil informeren, terwijl de informatie van zodanige aard is dat de kring van betrokkenen beperkt moet blijven (bijvoorbeeld in het geval van koersgevoelige informatie). Als basis voor het opstellen van de werkafspraken dienden de werkafspraken die met de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 15 april 2020 zijn gemaakt (zie bijlage). Eind 2020 was het praktisch niet mogelijk om dergelijke afspraken op korte termijn volledig te implementeren, waardoor tijdelijk is gewerkt met voorlopige werkafspraken indien de Minister van Financiën vertrouwelijk overleg wilde voeren met leden van de Eerste Kamer.
Op 8 juni 2021 hebben de betrokken leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal de werkafspraken geëvalueerd en op 12 juli heeft op ambtelijk niveau een tweede overleg plaatsgevonden. Aan de hand van deze overleggen zijn de voorlopige werkafspraken herzien. Op 12 oktober 2021 hebben de leden van de vaste commissie voor Financiën ingestemd met de herziene werkafspraken, zoals hieronder uitgewerkt.
Voorlopig geldt het volgende:
– De hoofdlijnen van de werkafspraken met de Tweede Kamer zullen zoveel mogelijk gevolgd worden;
– De griffie zal aan het Ministerie van Financiën laten weten welk lid (in principe de voorzitter) van de commissie Financiën van de Eerste Kamer als aanspreekpunt voor de Minister zal fungeren. De griffie zal ervoor zorgdragen dat dit lid en de griffier die dat lid ondersteunt op de hoogte zijn van de verplichtingen onder de MAR8;
– De griffie zal twee lijsten bijhouden van leden die beschikbaar zijn voor vertrouwelijk overleg («insiders»). Eén lijst bestaat uit leden die namens hun fractie het woord voeren over staatsdeelnemingen en de andere lijst bestaat uit leden die namens hun fractie het woord voeren over financiële instellingen. Van elke fractie kan één lid op de lijsten worden opgenomen, zodat in voorkomende gevallen snel contact gezocht kan worden voor het bijwonen van een vertrouwelijk overleg. Buiten deze lijsten zullen geen leden benaderd worden voor een eventuele deelname aan een vertrouwelijk overleg;
– De griffie zal zorg dragen dat de leden die op een van beide lijsten zijn opgenomen op de hoogte zijn van de verplichtingen die samenhangen met het beoogde vertrouwelijke overleg, door deze leden voorafgaand aan de vertrouwelijke overleggen eenmalig de insidersverklaring9 (geheimhoudingsverklaring) te laten tekenen;
– Indien de Minister van Financiën daartoe aanleiding ziet, zal hij contact laten opnemen met het lid dat als aanspreekpunt fungeert. Daarbij zal de Minister van Financiën of zijn vertegenwoordiger aangeven dat hij vertrouwelijk wenst te overleggen, zonder dat hij het onderwerp van het overleg zal noemen. Wel zal hij aangeven uit welk van beide lijsten de kring van aanwezigen bij het overleg samengesteld kan worden;
– Voorafgaande aan het vertrouwelijke overleg zal de griffier de lijst van deelnemers aan het Ministerie van Financiën voorleggen om te bezien of er potentieel sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling vanwege de hoofdfuncties van de betrokken leden;
– Voor de gang van zaken bij de samenstelling van de kring van aanwezigen en hun verplichtingen zodra zij geraadpleegd worden over eventuele deelname aan het overleg wordt verwezen naar de werkafspraken met de Tweede Kamer;
– Een lid dat is verhinderd kan alleen worden vervangen door zijn/haar fractievoorzitter. Mochten leden van de commissie met hun fractievoorzitter over de verkregen informatie willen overleggen, dan melden zij dat vooraf aan de commissiegriffier. Die zorgt dat de fractievoorzitter de insidersverklaring tekent voordat hij/zij van het commissielid informatie ontvangt. Daarbij zal het onderwerp van het overleg voor het ondertekenen van de verklaring niet genoemd worden. De commissiegriffier voegt de naam van de fractievoorzitter toe aan de insiderlijst. De fractievoorzitter draagt zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie;
– Mochten leden van de commissie met een insider-kamerlid uit de Tweede Kamer willen overleggen, dan dienen zij dit eerst aan te geven bij de commissiegriffier van de Eerste Kamer, zodat de commissiegriffier met de commissiegriffier van de Tweede Kamer kan uitzoeken welke leden in de Tweede Kamer op de betreffende insiderslijst zijn opgenomen;
– Als locatie van het overleg kan ook het Ministerie van Financiën of een andere door de voorzitter van de commissie van Financiën van de Eerste Kamer te bepalen plaats gebruikt worden;
– Eventuele stukken zullen tijdens het overleg worden uitgereikt en weer worden ingenomen door ambtenaren van het ministerie of door de griffie van de Eerste Kamer. De griffie van de Eerste Kamer zorgt dat alle insidersverklaringen getekend zijn voorafgaande aan het overleg en houdt de insiderslijsten bij;
– Voor een schriftelijk vertrouwelijk overleg geldt dat de Minister van Financiën contact zal opnemen met het lid die als aanspreekpunt fungeert. Dit lid zal een insidersverklaring tekenen en de commissiegriffier inlichten, die vervolgens ook een insidersverklaring zal tekenen. Vervolgens zal door tussenkomst van een ambtenaar van het ministerie de vertrouwelijke brief aan de commissiegriffier te hand gesteld worden. Deze brief zal alleen ter inzage beschikbaar zijn voor de leden van één van de twee eerder genoemde lijsten. Zij zullen voorafgaand aan de inzage een insidersverklaring tekenen. Inzage zal plaatsvinden in de Eerste Kamer. Indien dit praktisch niet mogelijk is bij de Eerste Kamer kan worden uitgeweken naar de Tweede Kamer of het Ministerie van Financiën;
– Voorafgaand aan een schriftelijk of mondeling vertrouwelijk overleg met de Minister van Financiën kunnen de vertrouwelijke verslagen van een (schriftelijk of mondeling) overleg tussen de Tweede Kamer en de Minister van Financiën, indien deze van belang zijn voor het overleg, ter inzage worden aangeboden aan de betrokken Kamerleden.
Bovenstaande werkafspraken zijn verwerkt in het volgende document Werkafspraken Ministerie van Financiën – Eerste Kamer, commissie voor Financiën (zie volgende pagina), waarbij het document van de Tweede Kamer grotendeels is overgenomen/als voorbeeld is gebruikt.
Vastgesteld: 12 oktober 2021
1 |
Vertrouwelijk (mondeling) overleg vindt plaats op het moment dat niet kan worden uitgesloten dat een overheidsmaatregel moet worden getroffen en de aanleiding en mogelijke oplossingsrichtingen voldoende in kaart zijn gebracht om in een vertrouwelijk overleg aan de Eerste Kamer te kunnen toelichten. Noodzaak tot vertrouwelijkheid van dit overleg kan bijvoorbeeld zijn koersgevoelige, bedrijfsgevoelige, of toezichtvertrouwelijke informatie, bijvoorbeeld inzake het voornemen tot het aangaan of uitbreiden van staatsdeelnemingen waarop wettelijke geheimhoudingsbepalingen van toepassing zijn, waardoor voorafgaande autorisatie en het openbaar informeren in het kader van het budgetrecht niet mag of wenselijk wordt geacht. |
2 |
Het eerste vertrouwelijke overleg in een besloten commissievergadering vindt plaats op initiatief van de Minister van Financiën, indien er vaststaat dat er sprake is van vertrouwelijke informatie. De Minister zal contact laten opnemen met het lid van de commissie dat als aanspreekpunt fungeert. Daarbij zal de Minister van Financiën of zijn vertegenwoordiger aangeven dat hij vertrouwelijk wenst te overleggen, zonder dat hij het onderwerp van het overleg zal noemen. Wel zal hij aangeven uit welk van beide lijsten de kring van aanwezigen bij het overleg samengesteld kan worden. Vervolgoverleg in een besloten commissievergadering vindt plaats op initiatief van de Minister dan wel op initiatief van de commissievoorzitter. De commissievoorzitter en de commissiegriffier zullen direct nadat zij zijn geïnformeerd een verklaring met betrekking tot vertrouwelijkheid tekenen. Daarbij wordt de standaardverklaring gebruikt (zie insidersverklaring). De commissiegriffier houdt twee lijsten bij van leden die beschikbaar zijn voor vertrouwelijk overleg (insiderslijst). Eén lijst bestaat uit leden die namens hun fractie het woord voeren over staatsdeelnemingen en de andere lijst bestaat uit leden die namens hun fractie het woord voeren over financiële instellingen. Van elke fractie kan één lid op de lijsten worden opgenomen. De commissievoorzitter zal in afstemming met de commissiegriffier en de Minister vaststellen welke lijst met insiders er voor een vertrouwelijk overleg uitgenodigd dient te worden. Uit de afstemming tussen commissievoorzitter, commissiegriffier en Minister komt de maximale kring van eventuele insiders tot stand voor een vertrouwelijk overleg waarbij de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 156a van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer juncto de artikelen 7,8 en 9 van de gedragscode integriteit van toepassing is en waarbij voor de ontvangen vertrouwelijke informatie het mededelingsverbod van artikel 10 van de Verordening marktmisbruik (MAR)1 geldt. Uitgenodigde Kamerleden tekenen voorafgaand aan deelname aan het eerste vertrouwelijke overleg eenmalig een insidersverklaring. Kamerleden dragen zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie. Indien uitgenodigde Kamerleden geen verklaring tekenen, komen zij niet op de insiderslijst, waardoor ze niet deelnemen aan het vertrouwelijke overleg en geen vertrouwelijke informatie ontvangen. De commissiegriffier houdt de insiderlijst bij, met alle bijkomende verplichtingen. De Minister, als bron van de Koersgevoelige Informatie (KGI), kan dan volstaan met de Eerste Kamer, met als contactpersoon de commissievoorzitter, als entiteit op de eigen insiderlijst te vermelden. Voorafgaande aan het vertrouwelijke overleg zal de commissiegriffier de lijst van deelnemers aan het Ministerie van Financiën voorleggen om te bezien of er potentieel sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling vanwege de hoofdfuncties van de betrokken leden; Als een relevante toezichthouder erom vraagt, moet de Eerste Kamer de eigen insiderlijst overleggen. |
3 |
De commissievoorzitter of de commissiegriffier nodigt de aldus besproken leden uit deel te nemen aan een vertrouwelijk overleg. Die uitnodiging dienen zij geheim te houden, los van de vraag of zij wensen deel te nemen aan het vertrouwelijke overleg. Ook het feit dat er een overleg wordt gehouden, dienen zij geheim te houden. De commissievoorzitter zal in afstemming met de commissiegriffier en de Minister vaststellen waar het vertrouwelijke overleg zal plaatsvinden. In het CMS en/of andere informatiesystemen van de Eerste Kamer wordt geen informatie opgenomen over het vertrouwelijke overleg. Het vertrouwelijk overleg vindt plaats vanwege de wenselijkheid van tijdige betrokkenheid van de Kamer/commissie. Leden die besluiten het overleg bij te wonen, worden ten laatste bij aanvang van het overleg op de hoogte gesteld van het onderwerp. Zij zouden dan alsnog kunnen besluiten geen kennis te willen nemen van de informatie, maar dienen ook dan geheimhouding te betrachten over het onderwerp alsmede het plaatsvinden van het overleg. Tijdens het overleg worden de aanwezige leden door de Minister geïnformeerd. Tijdens het overleg kunnen de leden (technische) vragen stellen, leden wordt niet om instemming gevraagd, evenmin wordt er gevraagd naar hun (fractie)standpunt. |
4 |
Vanuit het Ministerie van Financiën nemen ten hoogste deel aan het overleg: – De Minister van Financiën. – Eén of meer Financiënambtenaren. Indien betrokkenheid van toezichthouders noodzakelijk is nemen vanuit de toezichthouder ten hoogste deel aan het overleg de in rang hoogst verantwoordelijke vertegenwoordiger van de toezichthouders en één of meer medewerkers. |
5 |
Vanuit de Eerste Kamer nemen ten hoogste deel aan het overleg: – Voorzitter van de commissie voor Financiën. – Eén Kamerlid per fractie en groep of afsplitsingen daarvan. Een Kamerlid dat is verhinderd kan alleen worden vervangen door zijn/haar fractievoorzitter. – De commissiegriffier Financiën. – Eventueel een stafmedewerker commissie Financiën – Eventueel één stenograaf van de Dienst Verslag en Redactie. |
6 |
Alle deelnemers van de zijde van de Kamer aan het overleg tekenen vooraf een verklaring waarmee zij bevestigen dat zij kennis hebben genomen van het mededelingsverbod en de overige verplichtingen die uit de MAR voortvloeien. Deze verklaring legt geen verplichtingen op die verder gaan dan de MAR. Eenieder die verzocht is een verklaring te tekenen, wordt door de commissiegriffier van de commissie op een insiderlijst geplaatst. De getekende verklaringen worden door de commissiegriffier bewaard. Mochten leden van de commissie met hun fractievoorzitter over de verkregen informatie willen overleggen, dan melden zij dat vooraf aan de commissiegriffier. Die zorgt dat de fractievoorzitter de insidersverklaring tekent voordat hij van het commissielid informatie ontvangt. Daarbij zal het onderwerp van het overleg voor het ondertekenen van de verklaring niet genoemd worden. De commissiegriffier voegt de naam van de fractievoorzitter toe aan de insiderlijst. De fractievoorzitter draagt zelf zorg voor de geheimhouding van de ontvangen vertrouwelijke informatie. Mocht de fractievoorzitter hierover willen overleggen met andere fractievoorzitters, dan dient hij zich eerst via de commissiegriffier ervan te vergewissen dat die andere fractievoorzitter ook op de insiderlijst is opgenomen. Is dat niet het geval, dan kan de fractievoorzitter niet over de vertrouwelijke informatie overleggen met de fractievoorzitter die niet is opgenomen op de insiderlijst. Mochten leden van de commissie met een insider-kamerlid uit de Tweede Kamer willen overleggen, dan dienen zij dit eerst aan te geven bij de commissiegriffier van de Eerste Kamer, zodat de commissiegriffier met de commissiegriffier van de Tweede Kamer kan uitzoeken welke leden in de Tweede Kamer op de betreffende insiderslijst zijn opgenomen. |
7 |
De informatieverschaffing kan worden ondersteund door vertrouwelijk opgestelde en getoonde presentaties van de zijde van het Ministerie van Financiën en/of de toezichthouder. Eventuele stukken zullen tijdens het overleg worden uitgereikt en weer worden ingenomen door ambtenaren van het ministerie of door de stafmedewerker van de Eerste Kamer. Vaak worden deze stukken al voorafgaand aan het overleg ter inzage beschikbaar gesteld aan de betrokken Kamerleden. Inzage zal plaatsvinden in de Eerste Kamer. Indien dit praktisch niet mogelijk is bij de Eerste Kamer kan worden uitgeweken naar de Tweede Kamer of het Ministerie van Financiën. Voorafgaand aan een schriftelijk of mondeling vertrouwelijk overleg met de Minister van Financiën kunnen de vertrouwelijke verslagen van een (schriftelijk of mondeling) overleg tussen de Tweede Kamer en de Minister van Financiën, indien deze van belang zijn voor het overleg, ter inzage worden aangeboden aan de betrokken Kamerleden. |
8 |
Geheimhouding is een expliciete voorwaarde om aan het overleg deel te nemen. Van het overleg kan door de commissiegriffier in overleg tussen de commissievoorzitter en de Minister besloten worden tot het maken van een verslag. Dat kan een verslag op hoofdlijnen zijn of een beschrijving van het proces. Het verslag, dat naar zijn aard even vertrouwelijk is als het overleg zelf, kan, met de eventueel in het overleg gepresenteerde of uitgereikte documenten en de eventueel gemaakte aantekeningen van de leden, worden opgeslagen in de kluis van de commissiegriffier totdat de informatie wel openbaar kan worden gemaakt. Indien de commissie een (vertrouwelijk) stenografisch verslag zou wensen te laten opmaken, dient een stenograaf van de Dienst Verslag en Redactie aan de vergadering deel te nemen. Een stenografisch verslag kan dienstig zijn voor de paper trail, indien daarin wordt vastgelegd wie aanwezig waren, en dat zij op wettelijke bepalingen gewezen zijn. |
9 |
De commissievoorzitter en de Minister overleggen over het moment waarop de verstrekte informatie openbaar kan worden gemaakt. |
Verordening (EU) Nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014, L 173)
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2021
Bij brief van 22 november jl. heeft u mij laten weten dat uw vaste commissie voor Financiën op 12 oktober jl. de herziene werkafspraken over de informatievoorziening inzake koersgevoelige informatie tussen uw Kamer en ondergetekende heeft vastgesteld. Daarnaast verzoekt u mij deze werkafspraken te formaliseren en vervolgens de Tweede Kamer hierover te informeren met het voorstel om de aanvullingen op de werkafspraken ook aan de zijde van de Tweede Kamer door te voeren.
Naar aanleiding daarvan ben ik verheugd om de herziene werkafspraken door middel van deze brief te formaliseren. Deze werkafspraken geven invulling aan de praktijk van het parlementaire informatie- en budgetrecht en zijn daarom van grote waarde. Gelet op dit belang zal ik – conform uw verzoek – tevens de Voorzitter van de Tweede Kamer per brief informeren over de geformaliseerde werkafspraken die ik met uw Kamer heb gemaakt. Daarbij verzoek ik de Tweede Kamer om de aanvullingen op de door de Tweede Kamer vastgestelde werkafspraken inzake koersgevoelige informatie ook te bekrachtigen.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Samenstelling: Essers (CDA), (voorzitter), Prast (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), Van Ballekom (VVD), Berkhout (Fractie-Nanninga), Crone (PvdA), Frentrop (FVD) Geerdink (VVD), Karimi (GL), (ondervoorzitter), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), Raven (OSF) en Fiers (PvdA).
Kenmerk: W06.20.0181/III/Vo.1 https://www.eerstekamer.nl/overig/20201112/bijlage_1_voorlichting_van_de_raad/document
Verordening (EU) Nr. 596/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PbEU 2014, L 173)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-CXLI-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.