CLXXIV Verkiezing van Ondervoorzitters

D BRIEF VAN HET LID TALSMA

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 oktober 2025

Nu de ontstane vacature voor het voorzitterschap van de Eerste Kamer weer is vervuld met de verkiezing van collega Vos, kiest de Kamer twee ondervoorzitters. In collegiaal verband zullen Voorzitter en ondervoorzitters zich inspannen om het bijzondere werk dat onze Kamer is toevertrouwd in goede organisatorische banen te leiden, door leiding te geven aan de plenaire vergaderingen, maar minstens zo zeer door in nauwe samenwerking met de griffie en de medewerkers van de Kamer bij te dragen aan een goed functionerende senaat.

Tot de herijking van het Reglement van Orde in 2023 – waaraan ik met veel plezier heb meegewerkt – werd het huidige «College van Voorzitter en ondervoorzitters» (CVO) aangeduid als de »Huishoudelijke Commissie». Met alle begrip voor de mogelijke misverstanden die deze benaming kon opleveren gaf het wel heel treffend uitdrukking aan het belang dat de Kamer een paar leden in het bijzonder verantwoordelijk maakt voor de dagelijkse «huishouding» van de senaat, zodat het politieke, volksvertegenwoordigende, wetgevende werk er ongehinderd doorgang kan vinden.

Het belang van een goed lopende «huishouding» zodat een organisatie zijn kerntaken kan vervullen heb ik in mijn jaren als Officier van Justitie en als leidinggevende bij het OM van nabij ervaren. En ook in nevenfuncties, bijvoorbeeld als voorzitter van een centraal college van kerkrentmeesters, was ik mede verantwoordelijk voor personeel, financiën, gebouwen, archieven en ICT. Inmiddels heb ik nu zo’n vier en een half jaar het voorrecht om lid te zijn van de Eerste Kamer en nu zich de gelegenheid aandient zet ik graag mijn ervaring, betrokkenheid en gedrevenheid in door me kandidaat te stellen als tweede ondervoorzitter.

Werken in collegiaal en fractie-overstijgend verband is me dierbaar. Verantwoordelijkheid nemen en leiding geven doe ik graag, maar het delen van die ruimte met anderen niet minder. Het dienstbare karakter van het CVO ten behoeve van de gehele Kamer staat wat mij betreft voorop.

Als (onder)voorzitter met een juridische achtergrond ken ik de grote waarde van heldere procedures en spelregels in vergaderingen, debatten en besluitvorming. Een kenbare en voorzienbare structuur die eenduidig wordt gehanteerd draagt bij aan de kwaliteit en voorkomt dat het proces afleidt van de inhoud. Daarbij zal ik me altijd inspannen om met een combinatie van wellevendheid, daadkracht en humor ook de persoonlijke verhoudingen goed te houden.

Naast het verrichten van «huishoudelijke» en voorzittende taken kunnen de ondervoorzitters ook worden ingezet om de Kamer extern te vertegenwoordigen. In diverse hoedanigheden heb ik in hoofd- en nevenfuncties ervaring opgedaan met representatieve activiteiten en ook dit aspect van het ondervoorzitterschap zal ik met plezier, met toewijding en met waardigheid vervullen.

In de hoop dat verschillende collega’s zich zullen kandideren voor het ondervoorzitterschap en de Kamer een ruime keuze zullen bieden om deze bijzondere functies te laten vervullen kijk ik met enthousiasme uit naar het vervolg van de procedure.

Hendrik-Jan Talsma

Naar boven