Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2025
Nu de ontstane vacature voor het voorzitterschap van de Eerste Kamer weer is vervuld
met de verkiezing van collega Vos, kiest de Kamer twee ondervoorzitters. In collegiaal
verband zullen Voorzitter en ondervoorzitters zich inspannen om het bijzondere werk
dat onze Kamer is toevertrouwd in goede organisatorische banen te leiden, door leiding
te geven aan de plenaire vergaderingen, maar minstens zo zeer door in nauwe samenwerking
met de griffie en de medewerkers van de Kamer bij te dragen aan een goed functionerende
senaat.
Tot de herijking van het Reglement van Orde in 2023 – waaraan ik met veel plezier
heb meegewerkt – werd het huidige «College van Voorzitter en ondervoorzitters» (CVO)
aangeduid als de »Huishoudelijke Commissie». Met alle begrip voor de mogelijke misverstanden
die deze benaming kon opleveren gaf het wel heel treffend uitdrukking aan het belang
dat de Kamer een paar leden in het bijzonder verantwoordelijk maakt voor de dagelijkse
«huishouding» van de senaat, zodat het politieke, volksvertegenwoordigende, wetgevende
werk er ongehinderd doorgang kan vinden.
Het belang van een goed lopende «huishouding» zodat een organisatie zijn kerntaken
kan vervullen heb ik in mijn jaren als Officier van Justitie en als leidinggevende
bij het OM van nabij ervaren. En ook in nevenfuncties, bijvoorbeeld als voorzitter
van een centraal college van kerkrentmeesters, was ik mede verantwoordelijk voor personeel,
financiën, gebouwen, archieven en ICT. Inmiddels heb ik nu zo’n vier en een half jaar
het voorrecht om lid te zijn van de Eerste Kamer en nu zich de gelegenheid aandient
zet ik graag mijn ervaring, betrokkenheid en gedrevenheid in door me kandidaat te
stellen als tweede ondervoorzitter.
Werken in collegiaal en fractie-overstijgend verband is me dierbaar. Verantwoordelijkheid
nemen en leiding geven doe ik graag, maar het delen van die ruimte met anderen niet
minder. Het dienstbare karakter van het CVO ten behoeve van de gehele Kamer staat
wat mij betreft voorop.
Als (onder)voorzitter met een juridische achtergrond ken ik de grote waarde van heldere
procedures en spelregels in vergaderingen, debatten en besluitvorming. Een kenbare
en voorzienbare structuur die eenduidig wordt gehanteerd draagt bij aan de kwaliteit
en voorkomt dat het proces afleidt van de inhoud. Daarbij zal ik me altijd inspannen
om met een combinatie van wellevendheid, daadkracht en humor ook de persoonlijke verhoudingen
goed te houden.
Naast het verrichten van «huishoudelijke» en voorzittende taken kunnen de ondervoorzitters
ook worden ingezet om de Kamer extern te vertegenwoordigen. In diverse hoedanigheden
heb ik in hoofd- en nevenfuncties ervaring opgedaan met representatieve activiteiten
en ook dit aspect van het ondervoorzitterschap zal ik met plezier, met toewijding
en met waardigheid vervullen.
In de hoop dat verschillende collega’s zich zullen kandideren voor het ondervoorzitterschap
en de Kamer een ruime keuze zullen bieden om deze bijzondere functies te laten vervullen
kijk ik met enthousiasme uit naar het vervolg van de procedure.
Hendrik-Jan Talsma