CLXIV Herstel Groningen

D1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 november 2024

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat hadden kennisgenomen van de brief van 26 juni 2024 over de staat van Groningen 2024.2

Naar aanleiding hiervan is op 25 september 2024 een brief gestuurd aan de Minister van Klimaat en Groene Groei.

De Minister van Klimaat en Groene Groei en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben op 28 oktober 2024 gereageerd.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken3 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Minister van Klimaat en Groene Groei

Den Haag, 25 september 2024

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van 26 juni 2024 over de staat van Groningen 2024.4 De leden van de fracties van de BBB en D66 hebben naar aanleiding daarvan een aantal vragen en opmerkingen. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en ChristenUnie sluiten zich aan bij de gestelde vragen door de leden van de fractie van D66. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP, JA21 en OPNL sluiten zich aan bij de gestelde vragen door de leden van de fractie van de BBB.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de BBB

De fractieleden van de BBB willen de voormalig Staatssecretaris bedanken voor de brief en de stappen die hij heeft gezet in dit complexe en zeer gevoelige dossier. Deze leden hebben er alle vertrouwen in dat u dit dossier eveneens voortvarend gaat oppakken. Naar aanleiding van de inhoud van de brief hebben de fractieleden van de BBB een korte vervolgvraag.

In de brief wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de motie-Vermeer.5 De fractieleden van de BBB bedanken uw voorganger voor de uitvoering van motie-Van Langen-Visbeek c.s.6 Kunt u de fractieleden van de BBB op de hoogte houden van verdere samenwerking in de regio en de ontwikkeling van de uitvoeringskosten. Kunt u aangeven hoe u invulling gaat geven aan de toezeggingen die zijn gedaan in het debat met de Eerste Kamer over de beëindiging van de gaswinning?7

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van D66

Allereerst willen de fractieleden van D66 hun waardering uitspreken voor het verschijnen van deze eerste Staat van Groningen. De fractieleden van D66 zijn blij dat er op deze wijze vinger aan de pols wordt gehouden als het gaat om de implementatie van de vijftig maatregelen die het vorige kabinet heeft aangekondigd in Nij Begun.

In het hoofdlijnenakkoord van deze regering staat heel duidelijk «geen Gronings gas meer». Het sluiten van de gaswinningslocaties in Groningen is een randvoorwaarde om te kunnen werken aan het herstel in het gaswinningsgebied en te investeren in de toekomst van mensen in de regionale economie. De fractieleden van D66 stellen dat uit de berichtgeving8 van begin september is gebleken dat er binnen het huidige kabinet onduidelijkheid heerst over de afbakening van het begrip «Gronings gas».

De fractieleden van D66 vragen of u kunt bevestigen dat er geen gas meer zal worden gewonnen in Groningen en dat de bestaande vergunningen niet meer worden verlengd.

De fractieleden van D66 vragen of u kunt aangeven in hoeverre het beleid van het huidige kabinet overeenkomt met de eerder gepresenteerde contourennota mijnbouw en in welke opzichten het beleid afwijkt.

De fractieleden van D66 vragen of u kunt ingaan op de huidige staat van de onderhandelingen met de NAM over de financiële afwikkeling van de gaswinning in het Groningerveld.

De fractieleden van D66 vragen of u kunt ingaan op het tijdspad van de versterkingsdeadline. Uw voorganger gaf in de Tweede Kamer aan dat dan nog niet alle gebouwen versterkt zullen zijn, maar dat er een vinger aan de pols zal worden gehouden. De fractieleden van D66 vinden dit wel erg vaag. Deze leden zijn blij dat u dit nauwlettend in de gaten zal houden, maar graag vragen de fractieleden van D66 u of dat al concreter gemaakt kan worden, zodat ook controle op de uitvoering kan worden gehouden. De fractieleden van D66 vragen of het simpele feit dat nu eigenlijk al bekend is dat de deadline niet gehaald gaat worden, geen extra inspanningen van u moeten betekenen. De fractieleden ontvangen graag een reactie hierop.

Het nieuwe kabinet heeft ervoor gekozen om Mijnbouw en de afhandeling van de bevingsschade te beleggen bij verschillende bewindspersonen. De fractieleden van D66 maken zich zorgen over de impact die dat kan hebben op de Groningers. Waarom heeft de regering voor deze verdeling gekozen? En kunt u aangeven hoe ervoor gezorgd gaat worden dat dit niet zal leiden tot versnippering van beleid en problemen in de uitvoering?

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 23 oktober 2024. Een afschrift van deze brief wordt aan de Staatssecretaris Herstel Groningen verstuurd.

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, S.M. Kluit

BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI EN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2024

Hierbij zenden wij u de antwoorden op de vragen van de leden van de fracties van de BBB (mede namens Groenlinks-PvdA, SP, JA21 en OPNL) en D66 (mede namens Groenlinks-PvdA, SP en ChristenUnie) van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van de Eerste Kamer over de Staat van Groningen 2024 (173621.02U, ingezonden 25 september 2024).

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Herstel Groningen, E. van Marum

173621.02U

1

In de brief wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de motie-Vermeer. De fractieleden van de BBB bedanken uw voorganger voor de uitvoering van motie-Van Langen-Visbeek c.s. Kunt u de fractieleden van de BBB op de hoogte houden van verdere samenwerking in de regio? Kunt u aangeven hoe u invulling gaat geven aan de toezeggingen die zijn gedaan in het debat met de Eerste Kamer over de beëindiging van de gaswinning?

Antwoord

Zoals aangegeven in de Kamerbrief van mijn ambtsvoorganger, werkt het kabinet samen met de vijf aardbevingsgemeenten, het Rijk, de provincie Groningen, de NCG en het IMG aan manieren om als één overheid proactief ondersteuning te bieden aan bewoners in het aardbevingsgebied. Door als één gebiedsteam met bewoners in gesprek te gaan, kunnen bewoners beter worden geholpen. Deze Agenda voor herstel vanuit één overheid vraagt echter nog verdere uitwerking. Hiervoor wordt eerst ervaring opgedaan in een aantal startgebieden. In de startgebieden werken het Rijk, de aardbevingsgemeenten, provincie, NCG en IMG als één overheid samen om bewoners zoveel mogelijk te ontzorgen. Dit najaar worden de projecten in de startgebieden uitgewerkt en opgestart. Het kabinet verwacht begin 2025 daar de eerste resultaten van te zien, die we met de Kamer zullen delen.

2

In het hoofdlijnenakkoord van deze regering staat heel duidelijk «geen Gronings gas meer». Het sluiten van de gaswinningslocaties in Groningen is een randvoorwaarde om te kunnen werken aan het herstel in het gaswinningsgebied en te investeren in de toekomst van mensen in de regionale economie. De fractieleden van D66 stellen dat uit de berichtgeving9 van begin september is gebleken dat er binnen het huidige kabinet onduidelijkheid heerst over de afbakening van het begrip «Gronings gas». De fractieleden van D66 vragen of u kunt bevestigen dat er geen gas meer zal worden gewonnen in Groningen en dat de bestaande vergunningen niet meer worden verlengd.

Antwoord

Het Groningengasveld is gesloten, zoals in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma aangegeven. Dit is per wet geregeld.

Gas speelt echter de komende jaren nog een belangrijke rol in onze energievoorziening. Er is op dit moment nog niet voldoende duurzame energie beschikbaar om helemaal te stoppen met het gebruik van aardgas. We hebben in Nederland nog gas nodig om thuis te koken, te douchen en huizen in de winter te verwarmen. Ook de Nederlandse industrie kan nog niet zonder. In 2023 werd er in totaal ongeveer 32 miljard m3 aardgas in Nederland verbruikt, ongeveer 36% van het primaire energieverbruik. De totale gasproductie in Nederland bedroeg in 2023 10,2 miljard m3. Hiervan was ongeveer 28% afkomstig uit kleine velden op land (2,9 miljard m3), ongeveer 58% uit kleine velden op zee (5,9 miljard m3) en 15% uit het Groningenveld (1,5 miljard m3). Op korte termijn stoppen met gaswinning uit kleine velden zonder dat er nog voldoende andere energiebronnen zijn, zou de afhankelijkheid van Nederland van de import van gas uit landen buiten Europa vergroten. Daarnaast is de CO2-uitstoot van de winning en transport van gas dat wordt gewonnen uit Nederlandse kleine velden enkele malen lager dan de uitstoot van geïmporteerd aardgas.

Om deze redenen winnen we nog steeds gas uit de kleine gasvelden in Nederland, ook in Groningen. Uiteraard bekijkt het kabinet elke aanvraag zorgvuldig en verleen vergunningen voor activiteiten in de diepe ondergrond alleen als dit veilig en verantwoord kan. Hierover vraagt het kabinet altijd advies aan onder meer SodM en TNO. Ook vindt het kabinet het van groot belang dat, mocht er desondanks iets niet goed gaan, de schadeafhandeling goed is geregeld. Bewoners moeten hier op kunnen vertrouwen.

Het kabinet zal de Kamer nader informeren over hoe het kabinet wil omgaan met gaswinning uit kleine velden op land.

3

De fractieleden van D66 vragen of u kunt aangeven in hoeverre het beleid van het huidige kabinet overeenkomt met de eerder gepresenteerde contourennota mijnbouw en in welke opzichten het beleid afwijkt.

Antwoord

In het regeerprogramma is de ambitie opgenomen om een welvarend land te blijven én een schonere en gezondere wereld door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Daarbij wil het kabinet minder afhankelijk worden van andere landen voor de levering van onze energie en (kritieke) grondstoffen. Ook wil het kabinet de kansen van de klimaat- en energietransitie verzilveren. Het gebruik van de diepe ondergrond levert hierin de komende decennia een belangrijke bijdrage. De winning van aardwarmte uit de ondergrond zal naar verwachting toenemen, net als de opslag van stoffen zoals waterstofopslag in bijvoorbeeld zoutcavernes op land, en CO2-opslag onder de Noordzee. Tijdens de transitie naar een duurzaam energiesysteem speelt aardgas nog een belangrijke rol: ruim een derde van het primair energieverbruik van Nederland wordt op dit moment ingevuld door aardgas. Het vorige kabinet heeft met de contourennota een eerste stap gezet naar beleid over het gebruik van de diepe ondergrond, waarbij veiligheid en maatschappelijk, financieel en ruimtelijk verantwoord gebruik voorop staan en er meer rekening wordt gehouden met de omgeving. Hier wil dit kabinet op voortbouwen. Het kabinet zal voor het einde van het jaar met een brief komen over de stand van zaken rond dit onderwerp.

4

De fractieleden van D66 vragen of u kunt ingaan op de huidige staat van de onderhandelingen met de NAM over de financiële afwikkeling van de gaswinning in het Groningerveld.

Antwoord

Het vorige kabinet heeft de onderhandelingen met Shell en ExxonMobil, als aandeelhouders van NAM, opgeschort nadat zij een arbitrage tegen de Staat waren gestart. Dit heeft de Staatssecretaris Mijnbouw in het debat op 16 april jl. (verslag EK 2023/2024, nr. 29, item 9) met de Kamer gewisseld. Shell en ExxonMobil hebben aangegeven graag de gesprekken te hervatten. Het huidige kabinet heeft nog geen besluit genomen over het al dan niet voortzetten van de gesprekken.

5

Kunt u ingaan op het tijdspad van de versterkingsdeadline? Kunt u dat al concreter maken, zodat ook controle op de uitvoering kan worden gehouden? Betekent dit extra inspanningen van u?

Antwoord

Zoals het kabinet in de brief aan uw Kamer (EK 36 441/33 529, L) heeft laten weten, heeft NCG een diepteanalyse uitgevoerd naar de haalbaarheid van afronding van de versterkingswerkzaamheden in 2028. Onderdeel van deze analyse was het onderzoeken van mogelijkheden om de beoogde einddatum alsnog te halen. Het onderzoek laat zien dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 zal zijn afgerond. Echter, de analyse laat ook zien dat de beoogde einddatum voor de afronding van de versterking in 2028 niet voor alle gebouwen behaald kan worden. Dat is teleurstellend. Ik blijf me ervoor inzetten dat alle bewoners zo snel mogelijk een veilige woning hebben. Hierover onderhoud ik ook nauw contact met SodM.

Het kabinet heeft in de brief ook aangegeven dat deze diepteanalyse geen aanleiding geeft om drastisch bij te sturen. Zoals de NCG adviseert, is het voor een voortvarende versterking vooral van belang om de rust te bewaren. Het kabinet steunt de NCG daarin en wil hen die ruimte bieden. Hierbij zal NCG de versterking zo snel als mogelijk blijven oppakken met aandacht voor het welbevinden van bewoners. Geen onhaalbare doelen, een realistische planning en een goede communicatie. Om zicht te houden op de voortgang en mogelijke maatregelen om versterking te versnellen wil het kabinet toewerken naar een meer wendbaar meerjarenversterkingsplan. Hierbij wil het kabinet periodiek met alle betrokken partijen in de regio spreken over de voortgang van de versterking en de maatregelen die genomen kunnen worden om het gewenste tempo te bereiken. Het kabinet zal de Tweede Kamer hier jaarlijks in het eerste kwartaal over informeren.

6

Het nieuwe kabinet heeft ervoor gekozen om Mijnbouw en de afhandeling van de bevingsschade te beleggen bij verschillende bewindspersonen. De fractieleden van D66 maken zich zorgen over de impact die dat kan hebben op de Groningers. Waarom heeft de regering voor deze verdeling gekozen? En kunt u aangeven hoe ervoor gezorgd gaat worden dat dit niet zal leiden tot versnippering van beleid en problemen in de uitvoering?

Antwoord

De gaswinning uit het Groningenveld is uitzonderlijk, zowel in wat die Nederland gebracht heeft, als in de schade die erdoor is ontstaan. De gaswinning uit het Groningenveld is nu weliswaar gestopt, maar de gevolgen zijn voor veel Groningers nog dagelijks zichtbaar en voelbaar. Het kabinet heeft daarom gekozen voor een Staatssecretaris Herstel Groningen die zich volledig en slagvaardig kan richten op het herstel, de verduurzaming en de investeringen in het toekomstperspectief van de regio.

Gaswinning uit kleine velden en zoutwinning die nog plaatsvinden in de regio, zijn in aard en omvang vergelijkbaar met mijnbouwactiviteiten elders in Nederland en vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Klimaat en Groene Groei voor het landelijke mijnbouwbeleid. Dat laat onverlet dat het kabinet oog heeft en houdt voor de uitzonderlijke situatie in het aardbevingsgebied en dat wij nauw samenwerken in het belang van de inwoners van Groningen en Noord-Drenthe.

Dat geldt ook voor de afhandeling van schade. Over de afhandeling van schade die kan zijn ontstaan door gestapelde mijnbouwactiviteiten binnen het effectgebied van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) hebben het IMG en de Landelijke Commissie Mijnbouwschade (CM) afspraken gemaakt, om de schadeafhandeling voor bewoners te vereenvoudigen. Dat houdt in dat bewoners binnen dit gebied in de eerste plaats bij het IMG terecht kunnen. Alleen als door het IMG in het kader van een maatwerkbeoordeling geconstateerd wordt dat de schade niet kan zijn veroorzaakt door het Groningenveld of de gasopslagen Norg of Grijpskerk, maar mogelijk wel door andere mijnbouwactiviteiten, dan wordt de schademelding, indien de bewoner dit wil, door het IMG overgedragen aan de CM. Dit komt in de praktijk tot op heden echter weinig voor, onder meer omdat het IMG schade afhandelt met toepassing van het bewijsvermoeden en een onderscheid tussen verschillende vormen van mijnbouwschade moeilijk te maken is. Ook biedt het IMG de mogelijkheid om schade die naar zijn aard mijnbouwschade is, af te laten handelen via een forfaitaire vergoeding of daadwerkelijk herstel, zonder nadere beoordeling van de oorzaak.

De CM en het IMG werken daarnaast aan een verdere intensivering van hun samenwerking. Zo laten zij gezamenlijk onderzoek uitvoeren naar gestapelde effecten van mijnbouw en de implementatie van een één loket-werkwijze, zodat bewoners bij wie sprake kan zijn van samenloop via één loket geholpen worden. De beide organisaties behouden daarbij hun bestaande bevoegdheden maar werken samen door een integrale beoordeling van de schade te doen. Naar verwachting is deze verbetering in het proces in het eerste kwartaal 2025 geïmplementeerd.


X Noot
1

De letter D heeft alleen betrekking op CLXIV.

X Noot
2

Kamerstukken I 2023/24, 35 561, E.

X Noot
3

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Van de Sanden (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
4

Kamerstukken I 2023/24, 35 561, E.

X Noot
5

Kamerstuk II 2023/24, 35 529, nr. 1226.

X Noot
6

Kamerstukken I 2023/24, 36 441, H.

X Noot
7

Toezeggingen bij 36 441.

X Noot
8

Nos.nl, 12 september 2024, «Woordenstrijd om formulering «geen Gronings gas» in coalitieakkoord».

X Noot
9

Nos.nl, 12 september 2024, «Woordenstrijd om formulering «Geen Groningens gas» in coalitieakkoord».

Naar boven