CLV Raming der voor de Eerste Kamer in 2024 benodigde uitgaven, evenals aanwijzing en raming van de ontvangsten

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING1

Vastgesteld 11 april 2023

1. Inleiding

De leden van de fracties van D66, GroenLinks, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Fractie-Nanninga gezamenlijk hebben kennisgenomen van de antwoorden op de vragen over de Raming Eerste Kamer 2024. Zij hebben nog enkele vervolgvragen.

De leden van de Fractie-Nanninga hebben kennisgenomen van de antwoorden en wensen nog een tweetal nadere vragen te stellen.

2. Inflatie

De bedragen voor de fractieondersteuning zijn sinds 2020 constant gehouden op jaarlijks 683.000 euro. Dit terwijl de kosten die uit dit budget worden betaald, zoals de salariskosten van fractiemedewerkers, jaarlijks stijgen. Waarom zijn deze budgetten, in tegenstelling tot andere posten, sinds 2020 niet gecorrigeerd voor loon- en prijsontwikkelingen, zo vragen de leden van de fracties van D66, GroenLinks, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Fractie-Nanninga gezamenlijk.

Hoewel de beantwoording van de vragen suggereert dat er wél rekening wordt gehouden met inflatie-effecten, is dat niet het geval. De raming voor de budgetten in 2023 en 2024 bedraagt 683.000 euro.

Dat is minder dan de realisatie voor 2022 en derhalve een achteruitgang in absolute en relatieve zin, gelet op de hoge inflatie. Dus bij herhaling vragen de leden van de Fractie-Nanninga in welke zin er wordt geïndexeerd op een manier die geen achteruitgang van het budget impliceert?

3. Fractieondersteuning

De berekening van de hoogte van het vaste bedrag per fractie en het zetelbedrag zijn niet vastgelegd in de Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer (hierna: Regeling). In de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer wordt het zetelbedrag bepaald op basis van loonschalen uit de cao Rijk overeenkomstig de Handleiding Overheidstarieven, en jaarlijks herzien. Zo houdt het budget voor fractieondersteuning de stijgende salarissen automatisch bij. Hoe wordt de hoogte van het vaste bedrag per fractie en het zetelbedrag voor Eerste Kamerfracties berekend? De leden van de fracties van D66, GroenLinks, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Fractie-Nanninga gezamenlijk zouden graag zien dat deze berekening wordt opgenomen in de Regeling.

In de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer is een bepaling opgenomen waardoor een fractie bij vermindering van het zetelaantal door verkiezingen meer dan een jaar de bijdrage van de voorgaande zittingsperiode behoudt.2 Deze bepaling bevordert de continuïteit van de fractieondersteuning, en daarmee de kwaliteit van de wetgeving, en goed werkgeverschap van fracties tegenover hun fractiemedewerkers. Gegeven het feit dat veel van de zittende fracties in de volgende zittingsperiode in zeteltal dalen, wordt dit vraagstuk in deze Kamer actueel. Om die reden zou het gepast zijn en stellen de aan het woord zijnde leden voor, dat deze bepaling wordt overgenomen in de Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer en al voor de aanstaande Kamerwisseling in werking treedt. De bijbehorende kosten moeten dan worden meegenomen in de Begroting 2023 en Raming 2024.

In zekere zin bestaat er een inverse relatie tussen het aantal zetels dat een fractie telt en het aantal medewerkers dat nodig is. Hoe meer leden er zijn, des te meer schouders er zijn om de lasten over te verdelen. In een fragmenterende Kamer zijn de fracties in omvang kleiner, wat – gegeven bovenstaande logica – tot meer medewerkers en navenante budgetten zou moeten leiden. Althans, als men van mening is dat de Eerste Kamer zijn werk goed moet kunnen uitvoeren. De leden van de Fractie-Nanninga ontvangen graag een reflectie van de Huishoudelijke Commissie op bovenstaande.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning ziet met belangstelling uit naar de nadere memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit nader voorlopig verslag.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich

De griffier van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP), Ganzevoort (GL), De Boer (GL), Van Hattem (PVV), Pijlman (D66), Rombouts (CDA), Schalk (SGP), Koole (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Bezaan (VVD), Van den Berg (VVD), Crone (PvdA), Dittrich (D66) (voorzitter), Doornhof (CDA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Talsma (CU) en Dessing (FVD).

X Noot
2

Artikel 6 van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer:

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie door verkiezingen wijzigt, gaat de verandering van de bijdrage in:

    • a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de dertiende maand na de eerste vergadering van de nieuw gekozen Kamer;

    • b. bij toeneming van het zeteltal: op de eerste dag van de kalendermaand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Kamer plaatsvindt

Naar boven