36 858 Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 (Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones)

E NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 5 december 2025

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de Feitelijke vragen aangaande de Incidentele Suppletoire Begroting (ISB) van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 en een nota van wijziging van de ontwerpbegroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2026.

Verschillende vragen die u stelt kunnen nu nog niet in het openbaar beantwoord worden. Uw Kamer wordt aanvullend geïnformeerd zodra en indien mogelijk (en waar noodzakelijk vertrouwelijk).

De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans

De Staatssecretaris van Defensie, G.P. Tuinman

Wijziging van de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) voor het jaar 2025 (Incidentele suppletoire begroting inzake bestrijding van drones) (36 858).

Vragen SP

1)

Erkent de Minister dat volgens geldende procedures parlementaire instemming met de voorliggende ISB (aanname van het wetsvoorstel) nodig was om over te gaan tot ondertekening van het contract voor de aankoop van IRIS-radars zoals vermeld in de brief van de Minister van 21 november, en zo niet, waarom vroeg de Minister dan om een spoedbehandeling van de ISB, met een verzoek tot afronding van de besluitvorming op uiterlijk 9 december, zodat in het geval een meerderheid van de Eerste Kamer voor het wetsvoorstel zou stemmen, op 11 december tot ondertekening van de contracten kon worden overgegaan?

Ik erken dat we voor aanschaf van de IRIS-radars, na initieel met u het proces te hebben willen doorlopen in de vorm van een spoedprocedure, uiteindelijk zijn afgeweken van de regulier geldende procedures. De aanleiding voor de initiële spoedprocedure waren de drone-incidenten in Europa, die ook in Nederland konden plaatsvinden. De reden om de aanschaf nog meer te versnellen waren de ongewenste drone-activiteiten in het weekend van 22 en 23 november bij luchthaven Eindhoven en vliegbasis Volkel. Om ervoor te zorgen dat de aanvullende IRIS-radars na 22–23 november zo snel mogelijk konden worden ingezet om sneller en op meer plekken drones te kunnen detecteren, zagen wij ons genoodzaakt dit besluit tot ondertekening te nemen.

De veiligheidssituatie in de wereld is momenteel aan grote en snelle veranderingen onderhevig. Een daarvan is de snelle opkomst van het gebruik van drones, ook wel unmanned aircraft systems (UAS) genoemd. Dit zien we zowel in de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne als bij drone-incidenten in de rest van Europa. Binnen deze geopolitieke context wordt ook Nederland nu geconfronteerd met ongewenste drone-activiteiten boven ons grondgebied. Deze waarnemingen passen binnen een bredere Europese trend. Het is daarom cruciaal dat Defensie snel over kan gaan tot de aanschaf van aanvullende counter-UAS (C-UAS) middelen.

Met de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet besloten extra te investeren in Defensie. Het parlement is in het voorjaar met een brief op hoofdlijnen geïnformeerd over de voorgenomen besteding van deze middelen. Daarin zijn ook investeringen in C-UAS benoemd. Dit budget komt echter pas beschikbaar na parlementaire goedkeuring en budgettaire verwerking van de voorgenomen maatregelen. Voor deze Combat C-UAS capaciteit geldt dat contracttekening voor de verwerving van de Skyranger30 uiterlijk op 11 december plaats moet vinden. Naast de verwerking van de Voorjaarsnotamiddelen, worden ook middelen vrijgemaakt om snel over te kunnen gaan tot de aanschaf van aanvullende middelen voor de bestrijding van drones boven kritieke locaties. Ook voor dit project gold dat contracttekening uiterlijk op 11 december moest plaatsvinden. Om vertragingen tot minimaal medio 2026 te voorkomen. Hierover is uw kamer geïnformeerd en hebben wij u verzocht de besluitvorming uiterlijk op 9 december af te ronden.

De aanschaf van deze middelen stond los van de ongewenste drone-activiteiten in het weekend van 22 en 23 november. Met het oog op veiligheid hebben deze incidenten de operationele noodzaak om nog eerder over deze systemen te kunnen beschikken benadrukt. Deze operationele noodzaak, gecombineerd met de druk op de defensie-industrie en de oplopende productie- en levertijden, maakte het nog sneller onder contract brengen van systemen dan was voorzien, van groot belang. Daarom hebben wij besloten het contract voor de IRIS-radars versneld te tekenen, zodat de systemen nog diezelfde week konden worden afgenomen en binnen enkele dagen ingezet. In het WGO van 26 november jl. heb ik in debat met de Tweede Kamer aangegeven dat het versneld beschikken over additionele middelen noodzakelijk is voor de bestrijding van drones en er daarom niet gewacht kon worden op stemming in de Eerste Kamer voor de directe aanschaf van Counter-UAS. Op 28 november heb ik uw Kamer geïnformeerd over dit besluit. Stemming over de ISB op 9 december is nog steeds wenselijk, om ook de tijdige en rechtmatige contracttekening van de Skyranger mogelijk te maken.

2)

Erkent de Minister dat hij de goedkeuring door de Eerste Kamer niet heeft afgewacht door het contract voor de IRIS-radars al op 27 november te tekenen, waarna de eerste radars al de volgende werden geleverd?

Zie beantwoording vraag 1.

3)

Erkent de Minister dat de regering daarmee het budgetrecht van de Eerste Kamer niet heeft gerespecteerd, en zo niet, kan hij uitleggen hoe zijn handelen in dezen volledig in overeenstemming is met artikel 105 van de Grondwet en artikel 2.3 van de Compatibiliteitswet?

Zie beantwoording vraag 1.

4)

Welke afweging heeft de Minister gemaakt bij het niet volgen van het door hem zelf in de brief van 21 november voorgestelde (spoed)procedure?

Zie beantwoording vraag 1.

5)

In hoeverre heeft de Minister zich ambtelijk laten adviseren over de wijsheid van het op deze wijze passeren van de Eerste Kamer?

Zie beantwoording vraag 1.

6)

Indien die Minister de versnelde aankoop van de radars, op basis van de nog niet goedgekeurde begroting, om voor hem zwaarwegende redenen wenselijk vond, heeft hij dan ook op enig moment overwogen de Eerste Kamer hierbij op enige wijze formeel bij te betrekken, in plaats van de Eerste Kamer er slechts achteraf over te informeren?

Zie beantwoording vraag 1.

7)

Hoeveel geld is gemoeid met aankoop van de IRIS radars en is dat bedrag al geheel of gedeeltelijk overgemaakt aan de leverancier (Robin Radar)?

Op 27 november 2025 is Defensie onomkeerbare verplichtingen aangegaan met het Nederlandse Robin Radars voor de verwerving van de IRIS-radars. Hiermee is een bedrag gemoeid in de DMP-bandbreedte van € 50 miljoen tot € 250 miljoen. De eerste betaling zal in 2025 worden gedaan. Defensie doet om operationele en veiligheidsredenen geen openbare uitspraken over specifieke projectbudgetten.

8)

Om welk bedrag gaat het bij de aanschaf van de Skyranger, en hoeveel Skyranger systemen worden daarmee gekocht?

Met de verwerving van de Skyranger is een bedrag gemoeid in de DMP-bandbreedte tussen de € 1 miljard en € 2,5 miljard. Om operationele en veiligheidsredenen doet Defensie geen openbare uitspraken over het aantal Skyranger systemen dat wordt gekocht en het specifieke projectbudget dat hiermee is gemoeid.

9)

Als de IRIS radars al eerder waren aangeschaft en geïnstalleerd, welk verschil had het dan precies gemaakt bij het incident met onbekende drones in het weekend van 22 en 23 november jongstleden? Hadden we dan wel over precieze informatie beschikt om wat voor soort drones het precies ging? Hadden ze dan eerder onderschept kunnen worden?

De aanschaf van verschillende C-UAS middelen vergroot de mogelijkheden om kleine drones effectief te onderkennen en vervolgens te bestrijden. De IRIS-radars en gerelateerde artikelen zijn een essentiële aanvulling voor de tijdige detectie van kleine drones boven ons eigen grondgebied en bij kritieke locaties in het bijzonder. Deze capaciteit is essentieel om snel een beeld op te bouwen van een mogelijke specifieke dreiging, zodat op zorgvuldige wijze een passende inzet van middelen kan worden bepaald. Over het effect van de inzet van IRIS-radars doet Defensie om operationele en veiligheidsredenen geen verdere uitspraken.

10)

Welke concrete gevolgen heeft de herschikking van middelen die met deze ISB plaatsvindt voor de projecten waaruit middelen worden onttrokken?

Het naar voren halen van de uitgaven voor de versnelde aanschaf van dronebestrijdingsmiddelen met de ISB wordt gedekt, doordat de uitgaven op enkele projecten binnen het DMF naar een ander kasritme zijn verschoven. De projecten waarvan het budget is verlaagd omdat deze uitgaven niet meer worden verwacht in 2025, zijn met de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2026 gecompenseerd. Het betreft hier een financiële herschikking die geen gevolgen heeft voor de levering of operationele planning. Voor deze projecten betekent dit dat de betaling niet dit kalenderjaar plaats zal vinden maar volgend jaar.

11)

In hoeverre leidt het versneld aanschaffen van systemen voor dronebestrijding niet tot nieuwe of structurele financiële verplichtingen in de jaren na 2025?

Met de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet besloten extra te investeren in Defensie. Het parlement is in het voorjaar met een brief op hoofdlijnen geïnformeerd over de voorgenomen besteding van deze middelen. Daarin zijn ook investeringen in C-UAS benoemd. De versnelde uitgaven passen binnen het totale pakket dat ten tijde van de Voorjaarsnota 2025 beschikbaar is gesteld en tot nadere uitwerking van de maatregelen «geparkeerd» stonden op artikel 8 Overige uitgaven en ontvangsten van het DMF. Dit pakket is met de Nota van Wijzigingen verwerkt naar de betreffende beleidsartikelen.

Naast de verwerking van de Voorjaarsnotamiddelen, zijn ook middelen vrijgemaakt om snel over te kunnen gaan tot de aanschaf van aanvullende middelen voor de bestrijding van drones boven kritieke locaties.

De aanschaf van dronebestrijdingsmiddelen met de ISB wordt gedekt doordat de uitgaven op enkele projecten binnen het DMF naar achter zijn geschoven. Hierdoor is financiële ruimte ontstaan om in 2025 uitgaven te doen.

De projecten waarvan het budget is verlaagd omdat deze uitgaven niet meer verwacht worden in 2025, zijn met de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2026 gecompenseerd. Met de ISB en NvW wordt geen extra budget voor Defensie beschikbaar gesteld. De uitgaven voor de dronebestrijdingsmiddelen worden ingepast binnen de huidige uitgavenkaders van Defensie.

12)

In hoeverre zal deze incidentele maatregel en herschikking van middelen na 2025 resulteren tot een structurele stijging van de Defensiebegroting of binnen het materieelbudget?

Zie beantwoording vraag 11.

13)

Kan de regering toelichten hoeveel personeel nodig is voor de inzet, bediening en onderhoud van de Skyranger, en of dit personeel daadwerkelijk beschikbaar is binnen de huidige capaciteit van Defensie?

Zoals in de A/D-brief «Verwerving Combat Counter-UAS» (Kamerstuk 27 830, nr. 458 van 29 januari 2025) is aangegeven, wordt de nieuwe Combat C-UAS capaciteit ingedeeld bij het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Hiervoor breidt Defensie de komende jaren het DGLC uit. Defensie vergroot het personeelsbestand door bij de algemene wervingsinspanning meer militairen aan te nemen. Voor het DGLC werft Defensie over meerdere jaren personeel, tot de instroom van de nieuwe systemen. De leverancier van het kanonsysteem kan in de eerste jaren ondersteuning leveren voor onderhoud, waardoor er meer tijd is om schaars technisch personeel te werven en op te leiden. Daarnaast wordt de capaciteit voor de opleidingen voor bedienaars vergroot. Defensie verwacht veel belangstelling voor innovaties op het gebied van UAS en voorziet daarom geen problemen bij het invullen van deze functies. Indien nodig zullen binnen Defensie prioriteiten worden gesteld.

14)

Wat is de relatie tussen de aankopen waar deze ISB betrekking op heeft en de voorgenomen overige investeringen in additionele C-UAS capaciteit waar Staatssecretaris Tuinman de Tweede Kamer per brief van 24 November over geïnformeerd heeft en die in totaal € 1 miljard a € 2,5 miljard zullen bedragen? Klopt het dat deze aankoop gezien kan worden als een eerste stap in dit uitgebreidere investeringsprogramma?

Om de luchtverdediging tegen de dreiging van onbemenste systemen effectief te versterken, investeert Defensie via verschillende lopende projecten in een combinatie van C-UAS systemen, waaronder het project «Initiële Counter-Unmanned Aircraft Systems (C-UAS)» (Kamerstuk 27 830, nr. 314 van 14 juni 2021), «Verwerving extended All Arms Air Defence toolbox» (Kamerstuk 27 830, nr. 456 van 19 december 2024) en «verwerving Combat Counter-UAS» (Kamerstuk 27 830, nr. 458 van 29 januari 2025). Uw Kamer wordt via het DPO geïnformeerd over de voortgang van de materieelprojecten.

Uw Kamer is op 25 november 2025 geïnformeerd over een aantal additionele investeringen in verschillende systemen voor dronebestrijding (Kamerstuk 27 830, nr. 474). Dit betreffen zowel systemen gericht op de bescherming van de kritieke en militaire infrastructuur, als middelen voor de bescherming van gevechtseenheden en de individuele militair. De twee projecten waar de ISB betrekking op heeft, de IRIS-radars en mobiele Skyrangers uit de Voorjaarsnota 2025 (Kamerstuk 36 725, nr. 1 van 18 april 2024), zijn hier een onderdeel van. Met de ISB worden de uitgaven voor de versnelde aanschaf van deze twee materieelprojecten gedekt.

15)

Welk deel van deze investeringen van € 1 miljard a € 2,5 miljard zullen naar inschatting van de Minister nodig zijn enkel voor de verdediging van het nationale luchtruim en grondgebied in plaats van inzet in internationale missies of andere inzet buiten de landsgrenzen? Als het puur om inzet voor de nationale verdediging zou gaan, hoeveel lager zou het bedrag dan uitvallen?

Deze uitsplitsing is niet te maken. De bescherming van civiele (vitale) infrastructuur is primair een verantwoordelijkheid van civiele autoriteiten. De KMar of andere onderdelen van de krijgsmacht komen in beeld wanneer de militaire infrastructuur, militaire terreinen of tijdelijk te bewaken en beveiligen militaire objecten worden bedreigd. Defensie kan indien noodzakelijk wel bijstand of steun leveren ter bescherming van de civiele infrastructuur.

16)

Hoe waarschijnlijk acht de Minister het dat de investeringen in additionele C-UAS capaciteit deels ook aankopen bij Israëlische defensiebedrijven zullen betreffen?

17)

Zijn er op dit moment al contacten gelegd met Israëlische bedrijven voor mogelijke latere aankoop van C-UAS materieel?

Antwoord vragen (16 en 17):

Defensie doet in principe geen openbare uitspraken over individuele leveranciers, omwille van de commerciële vertrouwelijkheid en operationele en veiligheidsredenen. Met betrekking tot de samenwerking met Israëlische bedrijven geldt dat Defensie vanwege de toegenomen dreiging uit Rusland en de veroudering van het bestaand materieel, op zeer korte termijn behoefte heeft aan nieuw en extra materieel om de taken van de krijgsmacht te kunnen blijven uitvoeren. Dit is noodzakelijk voor de veiligheid van Nederland en Europa. Bij de aanschaf van materieel kijkt Defensie onder meer naar herkomst, en hanteert een voorkeursbeleid voor materieel uit Nederland en Europa.

Vanwege contracten die in het verleden zijn afgesloten en vanwege krapte op het gebied van defensieproductie, koopt Defensie ook materieel buiten Europa, waaronder ook Israëlische bedrijven. Israëlische bedrijven leveren diverse essentiële militaire systemen of onderdelen daarvan waarvoor nauwelijks of geen alternatieven beschikbaar zijn. Voor de inzetbaarheid en gereedstelling van Defensie zijn daarom ook leveringen door Israëlische bedrijven noodzakelijk.

Nieuwe verwerving van Defensiematerieel bij Israëlische bedrijven heeft als gevolg van het conflict in Gaza nadrukkelijk de aandacht binnen en buiten Defensie. Nieuwe materieelaankoop uit Israël wordt per geval gewogen, waarbij wordt gekeken of alternatieven beschikbaar zijn of niet, of die tijdig en voorradig zijn, en of het essentieel is voor de gereedstelling van onze krijgsmacht.

18)

Bij welke bedrijven heeft Defensie in 2025 tot nog toe orders geplaatst of bestellingen gedaan gerelateerd aan de bestrijding van drones? Mogen wij een lijst ontvangen?

Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 19 november 2025 (Kamerstuk 36 800 K, nr. 7) worden de Skyrangers aangeschaft bij leverancier Rheinmetall Air Defence. Daarnaast zijn de IRIS-radars verworven bij het Nederlandse bedrijf Robin Radars. Defensie doet in principe geen nadere openbare uitspraken over individuele leveranciers, omwille van de commerciële vertrouwelijkheid en operationele en veiligheidsredenen.

Met het DPO wordt uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de verschillende materieelprojecten. Voor de versterking van de C-UAS capaciteit betreft dit bijvoorbeeld de vervanging en uitbreiding van de Medium Range en Short Range Air Defence-capaciteit en de verwerving van de Combat C-UAS capaciteit. Ook wordt binnen het project «Initiële Counter-Unmanned Aircraft Systems (C-UAS)» met steun van de Nederlandse industrie een High Energy Laser-capaciteit tegen drones gerealiseerd.

19)

Bij welke bedrijven heeft Defensie in 2025 orders geplaatst of bestellingen gedaan gerelateerd aan de inkoop of productie van drones of materiaal met als doel om drones te produceren of te kopen? Mogen wij een lijst ontvangen?

20)

Bij welke bedrijven is defensie voornemens nieuwe orders te plaatsten of bestellingen te doen gerelateerd aan drones of de bestrijding van drones?

Antwoord (vragen 19 en 20): Defensie doet in principe geen nadere openbare uitspraken over individuele leveranciers, omwille van de commerciële vertrouwelijkheid en operationele en veiligheidsredenen. Een deel van de systemen wordt aangekocht binnen het Nederlandse ecosysteem uit het Actieplan Productiezekerheid Onbemenste Systemen (APOS). Via het DPO wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het project «Verwerving onbemenste systemen».

21)

Zijn in 2025 bestellingen gedaan door Defensie of een ander ministerie bij AIA Systems of AI Armaments? Zo ja, wanneer was dit en welke bestellingen betreft dit?

Defensie doet in principe geen nadere openbare uitspraken over individuele leveranciers, omwille van de commerciële vertrouwelijkheid en operationele en veiligheidsredenen.

Vragen PvdD

22)

Kent de Minister de analyse van zestig drone incidenten in Europa van dagblad Trouw (28-11) waaruit de conclusie getrokken wordt:» veel paniek en weinig bewijs»?

Ja.

23)

Deelt de Minister de analyse van dit artikel in Trouw? Zo nee, waarom en in welk opzicht niet? Zo ja, hoe verhoudt zich dat met de versnelde uitgaven zoals aangekondigd?

Ongewenste drone-activiteiten boven het grondgebied van Nederland en onze bondgenoten passen binnen een bredere trend. Het onderzoek naar verschillende incidenten is nog gaande. Investeringen in C-UAS versterken onze gezamenlijke veiligheid, weerbaarheid en innovatie. De investeringen voor effectieve dronebestrijding, zoals de IRIS-anti-drone radar stellen Defensie beter in staat de toegenomen dreiging het hoofd te bieden.

24)

Kan de Minister aangeven waarom versneld Iris radarsystemen besteld en geleverd moesten worden voorafgaand aan stemming en behandeling van dit onderwerp in de Eerste Kamer? Deelt de Minister de opvatting dat dit een wel zeer ongebruikelijke werkwijze is in vredestijd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wil de Minister doen om dergelijke premature beslissingen in de toekomst niet meer te nemen?

Zie beantwoording vraag 1.

25)

Kent de Minister de publicaties «defensie neemt geen extra maatregelen tegen drones, «systeem werkt goed»» d.d. 07-11-2025 en «defensie investeert enkele miljarden in bestrijding van drones» d.d. 25-11-2025?

Ja.

26)

Zijn beide in vraag 4 genoemde berichten juiste weergaves? Zo nee, welk bericht klopt niet en in welk opzicht? Zo ja, kunt u gedetailleerd weergeven wat er in een tijdsbestek van 18 dagen is gebeurd dat nieuwe spoedeisende miljardeninvesteringen in dronebestrijding rechtvaardigt? Kunt u ons meenemen in uw voortschrijdende inzichten die tot wezenlijk andere keuzes geleid hebben?

De drone-waarnemingen in Europa, en Nederland in het bijzonder, zijn in korte tijd toegenomen met gelijktijdige waarnemingen op verschillende locaties. Dit brengt veiligheidsrisico’s met zich mee en risico’s op verstoringen van het dagelijks leven met economische en logistieke gevolgen (bijvoorbeeld op luchthavens). Hierdoor is Defensie genoodzaakt de omvang van haar counter-UAS toolbox te vergroten en continu te blijven anticiperen op het type dreiging. Met de Voorjaarsnota 2025 heeft het kabinet besloten extra te investeren in Defensie. Het parlement is in het voorjaar met een brief op hoofdlijnen geïnformeerd over de voorgenomen besteding van deze middelen. Daarin zijn ook investeringen in C-UAS benoemd.

27)

Hoe beoordeelt u de controlerende taak van het parlement in dergelijke verrijkende investeringen, wanneer het beleid zo ingrijpend aan verandering onderhevig is binnen een tijdsbestek van slechts 1 maand? Zijn er harde aanwijzingen die deze beleidswijziging en het passere n van de Eerste Kamer rechtvaardigen? Zo ja, welke aanwijzingen tot noodzakelijke beleidswijziging zijn er? Zo nee, bent u bereid op deze beleidswijzigingen terug te komen?

Zie beantwoording vraag 1.

Vragen GL-PvdA

28)

De Staatssecretaris kan altijd op de welwillendheid van onze fractie rekenen om waar noodzakelijk voor de nationale veiligheid versneld besluiten te nemen. Dat vermeld hebbend, kan de Staatssecretaris toelichten waarom het niet mogelijk is geweest de defensiemateriaalfondsbegroting op reguliere wijze te gebruiken voor deze aankopen om zodoende te voorkomen dat een suppletoire begroting nodig is, of zelfs vooruitlopend daarop versneld aankopen nodig is, en een reflectie te geven op de vraag of deze systematiek dan nog voldoet in het huidige tijdsgewricht?

Bij de versnelling van een aantal maatregelen is gebruik gemaakt van de reguliere begrotingssystematiek; latere uitgaven op projecten worden ingezet voor versnellingen op andere projecten. Echter, in dit geval komt het budget dat met de Voorjaarsnota 2025 door het kabinet beschikbaar is gesteld, pas beschikbaar na parlementaire goedkeuring en budgettaire verwerking van de voorgenomen maatregelen. Deze ISB systematiek – de reguliere begrotingssystematiek inclusief de werkwijze van incidentele suppletoire begrotingen – voldoet in die zin in het huidige tijdsgewricht.

Zoals eerder aangegeven in de beleidsagenda van de ontwerpbegroting Defensie (X) 2026 kan Defensie gedurende het jaar, bijvoorbeeld op basis van actuele informatie afkomstig van producenten een project vertragen (of versnellen). Dit biedt dan ruimte gedurende het jaar om urgente en nog onvoorziene uitgaven te financieren (nieuwe projecten dan wel bestaande projecten vergroten). Het budget voor de vertraagde projecten wordt dan tijdelijk ingezet voor een versnelde gereedheid of urgentie behoefte, waarna deze bij het volgende begrotingsmoment worden aangevuld vanuit de nog niet verplichte budgetten in het DMF in latere jaren. Uw Kamer wordt hierin uiteraard meegenomen. Over deze systematiek heb ik uw kamer geïnformeerd.

Daarbij dient men in acht te nemen dat het Ministerie van Defensie in de toekomst mogelijk vaker gebruik moet maken van incidentele suppletoire begrotingen, waarbij de Staten-Generaal verzocht wordt deze met spoed te behandelen. In voorkomende gevallen zal ik uw kamer daarover informeren. De hierboven beschreven begrotingssystematiek wordt op dit moment toegepast.

Vragen fractie Visseren-Hamakers

29)

Passen de wijzigingen in de ISB binnen de huidige omvang van de defensiebegroting of wordt er extra geld uitgegeven aan defensie door deze wijzigingen in de ISB? Er staat namelijk in de MvT dat er ook wijzigingen zullen worden doorgevoerd op de ontwerpbegroting 2026. Is de wijziging in de ISB voor de defensiebegroting als geheel kostenneutraal ISB of niet?

Zie beantwoording vraag 11.

30)

Weet de Minister of er in de ontwikkeling van, en het oefenen met, de Irisraders, Skyranger en de bijbehorende munitie dierproeven zijn uitgevoerd? Zo nee, is hij bereid deze informatie na vragen bij de producenten, en de Kamers hierover z.s.m. te informeren? Is de Minister bereid dit voor besluitvorming over de ISB in de Eerste Kamer te doen?

Defensie hecht veel waarde aan het Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven & Inkopen (MVOI), ook wel duurzaam inkopen. Hierbij houden we rekening met de effecten op milieu en omgeving. Regulier worden hiervoor eisen, waaronder producteisen, aan de leverancier opgenomen in de contracten.

Defensie ziet daarom, en in geval van de IRIS-radars door de aard van het product, geen aanleiding om te veronderstellen dat dierproeven zouden zijn gedaan bij de ontwikkeling van IRIS-radars, Skyranger en bijhorende munitie. Voor de Skyranger zijn specifiek eisen opgenomen die het dierenwelzijn beschermen. Beide systemen maken tevens onderscheid tussen vogels en drones.

31)

Waarom heeft de Minister ervoor gekozen de Iris radars aan te schaffen voordat de Eerste Kamer zich kon uitspreken over de ISB? Dit staat lijnrecht op het budgetrecht van de Eerste Kamer.

Zie beantwoording vraag 1.

32)

Waarom heeft de Minister de EK niet gevraagd of zij de ISB nog sneller dan al voorzien zou kunnen behandelen? De EK had op de reguliere vergaderdag op 25 november het besluit kunnen nemen, of had kunnen besluiten voor een andere spoedprocedure.

Zie beantwoording vraag 1.

Naar boven