Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 13 augustus 2025 en het nader rapport d.d. 9 september 2025, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Financiën.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 juli 2025, no. 2025001596,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde protocol rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd
13 augustus, nr. W02.25.00206/II, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 11 juli 2025, no. 2025001596, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit,
Belastingdienst en Douane, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het protocol tot wijziging van het Verdrag van 12 april 2012 tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van
dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot
belastingen naar het inkomen zoals gewijzigd door het Protocol van 11 januari 2016
en het Protocol van 24 maart 2021; 's-Gravenhage, 14 april 2025 (Trb. 2025, 37), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het verdrag
en adviseert het verdrag te overleggen aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de tekst van de toelichting bij Protocolbepaling
I te verduidelijken door te preciseren wat het effect is van de aangehaalde Duitse
jurisprudentie. In paragraaf II.7 van de toelichtende nota is een inleidende zin toegevoegd.
Verder zijn enkele redactionele verbeteringen doorgevoerd.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Financiën, mij te machtigen gevolg te geven
aan mijn voornemen het Protocol vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter
stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel