36 813 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2026)

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 november 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel IV, onderdeel D, onder 2, wordt aan het begin van het voorgestelde lid «3» vervangen door «2».

B

In artikel XXIII, derde lid, wordt «artikel 2, eerste lid,» vervangen door «artikel 30».

Toelichting

Onderdeel A

Artikel IV, onderdeel D (artikel 36c van de Wet op de loonbelasting 1964)

Abusievelijk is in artikel IV, onderdeel D, onder 2, van het wetsvoorstel een onjuiste nummering opgenomen. Het ingevolge die wijzigingsopdracht in te voegen lid is namelijk abusievelijk als derde lid aangeduid, terwijl is beoogd om dit lid als tweede lid te nummeren. Met deze nota van wijziging wordt deze omissie hersteld.

Onderdeel B

Artikel XXIII (inwerkingtreding)

In het wetsvoorstel is voorgesteld dat de beëindiging van de teruggaafregeling in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 gekoppeld is aan de inwerkingtreding van de vrachtwagenheffing (artikel 2 van de Wet vrachtwagenheffing). Daarmee wordt beoogd de regeling te laten vervallen op het moment dat de vrachtwagenheffing in werking treedt.

Deze nota van wijziging brengt een technische verbetering aan door de beëindiging van de teruggaafregeling te koppelen aan artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing, zijnde de inwerkingtreding van de verlaagde tarieven in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor vrachtauto’s.

Door de beëindiging van de teruggaafregeling te koppelen aan de inwerkingtreding van artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing wordt verzekerd dat deze regeling vervalt op het moment dat de verlaagde mrb-tarieven van toepassing worden. Dit is van belang, omdat vanaf dat moment er geen ruimte meer is voor een teruggaaf op basis van de samenstelling van het wagenpark: het mrb-tarief voor vrachtauto’s is dan teruggebracht tot het minimum dat de Eurovignetrichtlijn voorschrijft.

De Staatssecretaris van Financiën, E.H.J. Heijnen

Naar boven