Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel IV, onderdeel D, onder 2, wordt aan het begin van het voorgestelde lid
«3» vervangen door «2».
B
In artikel XXIII, derde lid, wordt «artikel 2, eerste lid,» vervangen door «artikel
30».
Toelichting
Onderdeel A
Artikel IV, onderdeel D (artikel 36c van de Wet op de loonbelasting 1964)
Abusievelijk is in artikel IV, onderdeel D, onder 2, van het wetsvoorstel een onjuiste
nummering opgenomen. Het ingevolge die wijzigingsopdracht in te voegen lid is namelijk
abusievelijk als derde lid aangeduid, terwijl is beoogd om dit lid als tweede lid
te nummeren. Met deze nota van wijziging wordt deze omissie hersteld.
Onderdeel B
Artikel XXIII (inwerkingtreding)
In het wetsvoorstel is voorgesteld dat de beëindiging van de teruggaafregeling in
de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 gekoppeld is aan de inwerkingtreding van
de vrachtwagenheffing (artikel 2 van de Wet vrachtwagenheffing). Daarmee wordt beoogd
de regeling te laten vervallen op het moment dat de vrachtwagenheffing in werking
treedt.
Deze nota van wijziging brengt een technische verbetering aan door de beëindiging
van de teruggaafregeling te koppelen aan artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing,
zijnde de inwerkingtreding van de verlaagde tarieven in de motorrijtuigenbelasting
(mrb) voor vrachtauto’s.
Door de beëindiging van de teruggaafregeling te koppelen aan de inwerkingtreding van
artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing wordt verzekerd dat deze regeling vervalt
op het moment dat de verlaagde mrb-tarieven van toepassing worden. Dit is van belang,
omdat vanaf dat moment er geen ruimte meer is voor een teruggaaf op basis van de samenstelling
van het wagenpark: het mrb-tarief voor vrachtauto’s is dan teruggebracht tot het minimum
dat de Eurovignetrichtlijn voorschrijft.
De Staatssecretaris van Financiën,
E.H.J. Heijnen