36 800 XX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Asiel en Migratie (XX) voor het jaar 2026

A BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ASIEL EN MIGRATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2025

In deze brief geef ik de stand van zaken weer met betrekking tot verschillende – door uw Kamer aangenomen – moties en toezeggingen met betrekking tot asielopvang.

Toezegging, naar aanleiding van een vraag van het Lid Bovens (CDA), over het niet tornen aan bestaande afspraken tussen gemeentes en het COA die zijn neergelegd in een getekende overeenkomst (T03930).

In een debat met uw kamer op 8 oktober 2024 heeft de Minister-President u toegezegd (T03930) dat aan getekende afspraken tussen het COA en gemeenten niet zal worden getornd naar aanleiding van bezuinigingen. Dit na een vraag van uw lid Dhr. Bovens. Bij deze bevestig ik dat getekende afspraken worden nageleefd.

Toezegging, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), om toe te zien dat in het wekelijkse persbericht dat het Ministerie van Asiel en Migratie uitbrengt over de asielinstroom de link «lees meer» wordt geactiveerd zodat op eenvoudige wijze een uitsplitsing van de asielinstroom te zien is (T03987).

Wekelijks wordt op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid/nieuws het persbericht van het Ministerie van asiel en Migratie geplaatst waarin de asielinstroom wordt vermeld. Via deze link is het tevens mogelijk om onder «Zie ook» door te klikken naar de actuele asielcijfers en migratiecijfers. Op deze pagina is een uitsplitsing weergegeven van alle actuele cijfers inclusief de asielinstroom.

Toezegging naar aanleiding van vragen van het lid Van der Goot (OPNL), om een periodiek overzicht naar de Kamers te sturen voor het bijhouden van de ontwikkeling van kleinschalige opvang en gemonitord zal worden welke voorgenomen kleinschalige opvang niet gerealiseerd kon worden (T03853).

In december 2024 werd uw Kamer per brief1 geïnformeerd over de laatste stand van zaken omtrent de ontwikkeling van kleinschalige asielopvang2 (hierna kso). Dit conform de toezegging van mijn ambtsvoorganger, naar aanleiding van het verzoek van lid Van der Goot3 (OPNL), om uw kamer periodiek te informeren over de realisatie van kso en de redenen waarom locaties zijn afgevallen.

Het streven is om kso’s zoveel als mogelijk in de buurt van reguliere opvanglocaties te realiseren. Kso’s kunnen eveneens ingezet worden voor de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) met een verblijfsvergunning.

Op peildatum 25 november zijn er 23 kleinschalige opvanglocaties in ontwikkeling, gebaseerd op de kaders die hiertoe zijn ontwikkeld. De eerste kleinschalige locatie zal op 5 januari 2026 in gebruik worden genomen. Het is op dit moment de verwachting dat de tweede kleinschalige locatie in gebruik wordt genomen op 30 april 2026. Daarna zal ingebruikname gefaseerd plaatsvinden, gedurende de jaren 2026, 2027, 2028. Nb: het COA heeft op dit moment wel al diverse kleinschalige noodopvanglocaties in gebruik (dit zijn dus geen reguliere locaties en voldoen dus ook niet aan die eisen).

De reden van bovenstaand tijdpad is gelegen in het feit dat sommige gesprekken met gemeenten nog helemaal aan het begin staan van «het proces». Ook gaat het bij sommige locaties nog om enkel een terrein zónder infrastructuur. Bij dit soort locaties kan het maanden of jaren duren om te komen van «een kaal terrein» tot een opvanglocatie die bewoners gereed is.

Totaal zijn er 36 locaties afgewezen of on hold gezet. Hieronder een samenvatting van de afwijzing van deze locaties.

  • 10 locaties zijn terugtrokken door de gemeenten.

  • 6 locaties zijn on hold gezet door de gemeente, vaak in afwachting van de gemeenteraadsverkiezingen.

  • In 4 gevallen is er gekozen voor een andere locatie in de gemeente /regio.

  • In 4 gevallen was de locatie niet geschikt.

  • In 3 gevallen heeft de eigenaar/aanbieder zich terug getrokken.

  • In 3 gevallen is de locatie door COA afgewezen omdat er een te hoge huurprijs werd gevraagd.

  • In 2 gevallen heeft de gemeente ervoor gekozen zelf te gaan exploiteren.

  • In 2 gevallen is het niet helemaal duidelijk om welke reden de locatie is afgewezen. Het lijkt dat sprake is van meerdere van de bovenvermelde.

  • In 1 geval wijst de gemeente de locatie af in verband met een incident met een AMV eerder in het jaar.

  • In 1 geval zijn er te veel omgevingsrisico’s.

Toezegging naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV) om bij een volgend werkbezoek aan het asielzoekerscentrum in Budel in gesprek te gaan met de vrijwilligers van Buurtpreventie Cranendonck en in zijn algemeenheid meer aandacht te besteden aan burgerinitiatieven die zich inzetten om de veiligheid rondom asielzoekerscentra te vergroten (T04004).

Tijdens de begrotingsbehandeling op 18 maart jl. heeft mijn voorganger uw Kamer toegezegd dat bij een volgend werkbezoek aan het asielzoekerscentrum in Budel in gesprek zal worden gegaan met de vrijwilligers van Buurtpreventie Cranendonck. Op woensdag 10 september heb ik een bezoek gebracht aan het AZC in Budel. Het inwonerscollectief Cranendonck was hier ook bij aanwezig. Het was een prettig en constructief gesprek waar diverse onderwerpen aan bod zijn gekomen.

Toezegging, naar aanleiding van een vraag van de leden Van Toorenburg (CDA), Visseren-Hamakers (PvdD) en Van Rooijen (50PLUS) heb ik een toezegging gedaan om de Eerste Kamer te informeren over de doorstroomlocaties en de Regeling stimuleren uitstroom vergunninghouders uit de opvang 2025 (HAR+).

Tot slot wil ik uw Kamer informeren over de stand van zaken met betrekking tot de toezegging uit het Plenair debat inzake de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen van 15 januari 20244. In de eerdere brief van 16 december 20245 heeft mijn voorganger aangegeven hoe het toezicht op de kwaliteit van asielopvang op dit moment juridisch is geborgd. Daarbij is aangegeven dat de wijze waarop dit is ingericht indien de gemeente de exploitatie geheel uitvoert, nog wordt beschreven.

Op dit moment is mijn ministerie bezig met een verkenning naar hoe de volledige exploitatie van opvang – zonder tussenkomst van COA – door gemeenten kan worden gefaciliteerd. Toezicht is hierbij een belangrijk element dat nader wordt uitgewerkt waarbij het nog steeds in de lijn der verwachting ligt dat dit op dezelfde wijze zal zijn als het toezicht dat op dit moment plaatsvindt. In het eerste kwartaal van 2026 hoop ik hier duidelijkheid over te hebben, waarbij het niet de vraag is óf er toezicht zal worden gehouden op niet-COA locaties, maar hóe en welke afspraken daarvoor nodig zijn.

Motie van de leden Perin-Gopie (Volt) c.s. over het stimuleren van duurzame kleinschalige opvang (36 333, I)

Vanwege de druk op het opvanglandschap is het de dagelijkse inzet van het COA en het kabinet om extra opvangcapaciteit mogelijk te maken. Op dit moment wordt nog te veel gebruik gemaakt van dure noodopvang. Het kabinet wenst deze uit te faseren door meer langjarige opvanglocaties mogelijk te maken. Ook kleinschalige opvanglocaties zijn daarvoor van belang. Per business case maakt het COA een inschatting over de haalbaarheid van een locatie. Het kabinet blijft doorlopend in gesprek over de opvangdruk met alle betrokken partners.

De Minister voor Asiel en Migratie, M.C.G. Keijzer

Naar boven