36 800 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2026

36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

A1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 november 2025

De vaste commissies voor Binnenlandse Zaken2, voor Koninkrijksrelaties3 en voor DIGI4 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over toezeggingen- en motierappel. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 17 september 2025.

  • De antwoordbrief van 13 november 2025.

De griffier voor dit verslag, Bergman

BRIEF VAN DE WAARNEMEND VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 17 september 2025

In het kader van het gebruikelijke toezeggingen- en motierappel van de Eerste Kamer ontvangt u hierbij digitale overzichten van respectievelijk openstaande en deels voldane toezeggingen en van de niet of gedeeltelijk uitgevoerde moties op het beleidsterrein van uw departement waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2025 is verstreken. Deze overzichten zijn te raadplegen via de hierna opgenomen links:

De Kamer verneemt graag vóór vrijdag 31 oktober 2025 wat de stand van zaken is met betrekking tot de nakoming dan wel uitvoering van de in de overzichten opgenomen toezeggingen en moties.

Is een toezegging naar uw oordeel al voldaan, dan verneemt de Kamer graag op welke wijze. Is een toezegging nog niet (geheel) nagekomen, dan ontvangt de Kamer graag een prognose op welke termijn dit alsnog zal gebeuren. Hetzelfde geldt voor de moties op uw beleidsterrein die op dit moment geregistreerd staan als niet of gedeeltelijk uitgevoerd.

De Eerste Kamer tracht de registratie van toezeggingen en moties zo actueel mogelijk te houden. Hiervoor is van belang dat bewindslieden brieven, nota’s en andere stukken die samenhangen met toezeggingen of moties die betrekking hebben op de Eerste Kamer (ook) rechtstreeks aan deze Kamer aanbieden onder vermelding van de relevante registratienummers van de toezeggingen dan wel de Kamerstuknummers van de moties.

Tot slot informeer ik u over het feit dat de Eerste Kamer voornemens is het toezeggingen- en motierappel voortaan jaarlijks in plaats van halfjaarlijks uit te sturen, vlak voor het zomerreces, zodat in het najaar de beantwoording kan worden besproken in de commissies. Eerdere rappels bevatten ook een overzicht van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn binnenkort zou verlopen. Deze vooruitblik, die louter ter informatie bedoeld was, komt te vervallen.

Waarnemend voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, M.L. Vos

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2025

Op 17 september jl. zond u mij, ter verificatie, een overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen waarvan de termijn is verstreken, en een overzicht van niet en gedeeltelijk uitgevoerde moties.

Bijgevoegd vindt u, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een toelichting op de status van deze moties en toezeggingen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart

Rappel oktober 2025, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Rappelabele toezeggingen

  • 1) De Staatssecretaris voor Europese Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een verzoek van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis der Koningin, toe dat, wanneer het richtlijnvoorstel in de besluitvormende fase komt, het kabinet voorafgaande aan de desbetreffende Raad de definitieve (concept)versie van de richtlijn aan de Eerste Kamer opstuurt (T01237).

    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 15 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I, 21 501-31, nr. BT). Het kabinet beschouwt daarmee de toezegging als afgedaan. Er is geen aanvullende informatie vanuit het kabinet richting de Eerste Kamer voorzien. Het kabinet verzoekt u de toezegging als voldaan aan te merken.

  • 2) De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Lintmeijer (GroenLinks) en Nooren (PvdA), toe om contact te houden met de betrokken sectoren om de effecten van de wet, inclusief het effect op het aantal personen dat gezichtsbedekkende kleding draagt, in kaart te brengen. Ontwikkelingen in andere Europese landen worden hierbij betrokken. De Kamer wordt over 2–3 jaar geïnformeerd (T02615).

    De Eerste Kamer is op 17 oktober 2025 geïnformeerd (Kamerstukken I 2025/26, 34 349, nr. P). Dit is door de commissie Binnenlandse Zaken bevestigd in de commissievergadering van 28 oktober 2025.

  • 3) De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe in gesprek te treden met de Caribische Landen van het Koninkrijk over de uitvoering van de Eerste Kamermotie-De Graaf en de Tweede Kamermotie-Van Raak inzake de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden (T03275).

    Eerder is besloten de thematiek van de motie-Van Raak onderwerp te maken van een Koninkrijksconferentie. Inmiddels is duidelijk dat deze Koninkrijksconferentie geen doorgang vindt. Momenteel wordt bezien wat de beste wijze is aan de thematiek van de motie-Van Raak gevolg te geven. Hierop komt het kabinet voor het einde van 2025 terug. De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 31 december 2025.

  • 4) De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Backer (D66), toe de Kamer te informeren over de gefaseerde inwerkingtreding van de actieve openbaarmaking (T03362).

    De Eerste Kamer is op 25 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2023/24, 33 328, nr. AL). Voor het einde van 2025 volgt aanvullende informatie over de inwerkingtredingdata van de overige drie fases van verplichting tot openbaarmaking van categorieën informatie. De Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 31 december 2025.

  • 5) De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat hij in gesprek zal treden met de NCG, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de coördinatiebepaling een probleem oplevert en hoe dit kan worden opgelost. Hier wordt de provincie bij betrokken (T03601).

    Afgedaan. De coördinatiebepaling is vervangen door het verplichten van het maken van afspraken in een samenwerkingsovereenkomst via de wet Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met een aantal omissies en verduidelijkingen (36 566), die op 18 februari 2025 door de Eerste Kamer is aangenomen. Het kabinet beschouwt de toezegging daarmee als voldaan.

  • 6) De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat in de kabinetsreactie, en anders in komende weken, gekeken wordt naar een mogelijke uitzondering in individuele gevallen op de verplichting om een akte van cessie te tekenen (T03602).

    Afgedaan. De akte van cessie is geschrapt via de wet Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met een aantal omissies en verduidelijkingen (36 566), die op 18 februari 2025 door de Eerste Kamer is aangenomen. Het kabinet beschouwt de toezegging daarmee als voldaan.

  • 7) De Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat wanneer in de toekomst technologieën worden bedacht die decentrale opslag mogelijk zouden maken, bij het gebruik van de inlogmiddelen, die ook onderzocht en gebruikt gaan worden (T03652).

    Afgedaan. Er is een Europees programma voor het ontwikkelen van EUID-wallets. Voorzien is dat de lidstaten in 2027 deze wallets voor burgers introduceren op grond van de e-ID Verordening (eIDAS2.0).5 Deze zogenaamde wallets worden geïmplementeerd als app op de smartphone van de gebruiker. De gebruiker heeft dan zelf de controle over gegevens in zo’n wallet. De architectuur van deze wallets voorziet in een decentrale opslag in de app van de gebruiker. Nederland participeert in deze ontwikkeling De Eerste Kamer wordt daarom verzocht de toezegging als voldaan aan te merken.

  • 8) De Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat dat de Kamer een afschrift krijgt van het toezichtkader betreffende misbruik bij de Wet digitale overheid wanneer deze er is (T03658).

    De Eerste Kamer wordt nog dit jaar over deze toezegging geïnformeerd. De Kamer wordt verzocht de eindtermijn te verschuiven naar 31 december 2025.

  • 9) De Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat zij in gesprek zal treden met de Minister voor Rechtsbescherming aangaande het vroegtijdig meenemen van IT en algoritmes bij het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving (T03662).

    Afgedaan. De Eerste Kamer is op 3 maart 2025 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2024/25, CXLVII, nr. T) over de werkmethode ICT-uitvoeringsgericht wetgeven.

  • 10) De Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat zij in gesprek zal gaan met de Minister voor Rechtsbescherming aangaande het vormen van concrete evaluatiebepalingen bij toetsing AI-gebruik (T03663).

    De Eerste Kamer wordt in het voorjaar van 2026 nader geïnformeerd. De Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 juli 2026.

  • 11) De Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat de Kamer geïnformeerd wordt over het onderzoek naar de cookieregeling en welke consequenties die heeft in relatie met het publieke goed van data-eigenaarschap (T03665).

    Deze toezegging wordt meegenomen in de kabinetsreactie op het Rathenau-rapport. Het streven is om de eerste reactie hierop voor het kerstreces aan de Eerste Kamer te versturen. Het is aan een nieuw kabinet om een uitgebreidere reactie te versturen. De Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 juli 2026.

  • 12) De Staatssecretaris Mijnbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Langen-Visbeek (BBB), toe de Kamer te informeren over de uitkomsten van het advies van de Raad van State over de eventuele omkering van de bewijslast bij de Commissie Mijnbouwschade bij de kleine velden (T03873).

    De uitvoering van deze toezegging ligt, conform de portefeuilleverdeling binnen het kabinet, bij de Minister van Klimaat en Groene Groei, zoals reeds gemeld in reactie op het vorige rappel (Kamerstukken I 2024/25, 36 600 VII, nr. C). De Eerste Kamer wordt verzocht deze toezegging in het vervolg, mocht de toezegging te zijner tijd nog niet zijn voldaan, te betrekken bij het rappel gericht aan de Minister van KGG.

  • 13) De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Aerdts (D66), toe dat het uitvoeringsverslag aan beide Kamers wordt gestuurd, waarschijnlijk in het voorjaar van 2025 (T03911).

    De Eerste Kamer wordt voor het einde van 2025 geïnformeerd. De Eerste Kamer wordt verzocht de eindtermijn te verlengen naar 31 december 2025.

  • 14) De Minister-President zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Meenen (D66), toe, in overleg met de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme spoedig aan de slag te gaan om discriminatie en racisme (ook) binnen overheidsinstellingen tegen te gaan en in dit verband wetgeving voor te bereiden (T03929).

    Het kabinet betrekt deze toezegging bij de reacties op de adviezen van de Staatscommissie discriminatie en racisme over een gelijkebehandelingsplicht voor de publieke sector (gepubliceerd op 4 september 2025) en over de Discriminatietoets Publieke Dienstverlening (lancering op 3 november 2025). De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 31 december 2025.

Rappelabele moties

  • 1) Motie-Rosenmöller (GroenLinks) c.s. over de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie (CXLVI, Y)

    De motie is uitgevoerd. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, CXLVI, nr. AB). Het gedeelte van het dictum van de motie dat nog niet uitgevoerd is, is gericht aan de Eerste Kamer zelf. De Kamer wordt verzocht om de motie niet meer terug te laten komen in het jaarlijks rappel voor het Ministerie van BZK.

  • 2) Motie-Kox (SP) c.s. over het plaatsen van de redactie van het algemeen verbod vóór de specifieke non-discriminatiegronden (35 741, E)

    Dit voorjaar is gestart met een eerste verkenning naar de verduidelijking van de grond «ras» in de Grondwet en de Awgb, mede naar aanleiding van de versterking die is opgenomen in het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme 2022 om te onderzoeken of de grond ras in de Grondwet kan worden gewijzigd. Deze verkenning zit nog in de opstartfase. Ik verwacht uw Kamer begin 2026 te kunnen informeren over de bevindingen. Daarbij zal ook een besluit worden genomen of er aanleiding bestaat het algemeen verbod vóór de specifieke non-discriminatiegronden van artikel 1 van de Grondwet te plaatsen. De Eerste Kamer wordt verzocht de termijn te verschuiven naar 1 juli 2026.

  • 3) Motie-Hartog (Volt) c.s. over gefaseerde inwerkingtreding van de wet op Saba, Sint Eustatius en Bonaire (36 210, F)

    De motie is uitgevoerd. De Eerste Kamer is op 24 juni 2025 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2024/25, 36 210, nr. G). Deze brief is in de commissievergadering BIZA op 1 juli 2025 besproken, maar de uitvoeringsstatus van deze motie is daarbij niet behandeld.

  • 4) Gewijzigde motie-Van der Goot (OPNL) c.s. over corrigeren van te lage inflatieramingen binnen het gemeentefonds (36 600 B, J)

    De motie is uitgevoerd. In de bijlage van de miljoenennota 2026 is gereageerd op deze motie (Kamerstukken II 2025/26, 36 800, nr. 1, p. 107). Dit betreft weliswaar een Tweede Kamerstuk, maar wordt op 18 november 2025 door de Eerste Kamer behandeld bij de Algemene Financiële Beschouwingen.


X Noot
1

De letter A heeft alleen betrekking op 36 800 VII.

X Noot
2

Samenstelling:

Lagas (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Kroon (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Janssen (SP), Talsma (ChristenUnie), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Straus (VVD), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)

X Noot
3

Samenstelling:

Goossen (BBB), Van Knapen (BBB), Lievense (BBB), Panman (BBB), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Recourt (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Vogels (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Rietkerk (CDA), Dittrich (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD) (ondervoorzitter), Van Bijsterveld (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (ChristenUnie), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)

X Noot
4

Samenstelling:

Van Gasteren (BBB) (ondervoorzitter), Goossen (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Van der Linden (VVD), Musa (VVD), Prins (CDA), Dittrich (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Baumgarten (JA21), Janssen (SP), Talsma (ChristenUnie), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)

Naar boven