Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 36736 nr. F |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 36736 nr. F |
Vastgesteld 20 november 2025
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft nader schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de brief van de Minister van LVVN van 16 juni 2025 met reactie op vragen over de mededeling Een visie voor landbouw en voedsel (36 736, C). Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:
– De uitgaande brief van 22 oktober 2025.
– De antwoordbrief van 19 november 2025.
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer
Aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Den Haag, 22 oktober 2025
De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 16 juni 20252 met uw reactie op de vragen over de mededeling Een visie voor landbouw en voedsel. De leden van de fracties van de GroenLinks-PvdA, de PvdD en de SP hebben, ondanks dat zij uw brief in eerste instantie voor kennisgeving hebben aangenomen in de commissievergadering van 8 juli 2025, een aantal gezamenlijke vervolgvragen en opmerkingen.
Deze leden hebben ook met interesse kennisgenomen van de reactie van de Europese Commissie betreffende de beantwoording van vragen over de Commissiemededeling: een visie voor landbouw en voedsel.3
Deze leden lezen in uw brief van 16 juni 2025 dat de Europese Commissie een plan gaat uitwerken om een zelfvoorzienend en duurzamer EU-eiwitsysteem tot stand te brengen. Wanneer kan de Kamer dit plan verwachten?
Daarnaast lezen deze leden: «Tegelijkertijd moeten we ook erkennen dat de veehouderij grote positieve waarde heeft voor Nederland, zoals haar bijdrage aan de voedselzekerheid en aan het landschapsbeheer.». Erkent u dat een groot deel van de productie van bijvoorbeeld vlees, zuivel en andere producten uit de vee-industrie geproduceerd wordt voor de export? Hoe draagt dit deel van de voedselproductie bij aan de Nederlandse voedselzekerheid? Bent u voornemens maatregelen te nemen om biologisch-dynamische landbouw een (financiële) impuls te geven, zowel in nationale als internationale politiek? Wat bedoelt u «van positieve waarde (...) op landschapsbeheer.»?
Er zullen, waar mogelijk, meer proportionele toelatingseisen gelden voor NGT-2 planten tijdens risicobeoordelingen. Op welke proportionele toelatingseisen doelt u?
De leden van de vaste commissie voor LNV zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 18 november 2025.
Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.J. Oplaat
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2025
Hierbij zend ik u de antwoorden op de aanvullende vragen van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar aanleiding van mijn brief d.d. 16 juni 2025 met mijn reactie op de vragen over de mededeling van de Europese Commissie Een visie voor landbouw en voedsel. De vervolgvragen zijn afkomstig van de leden van de fracties GroenLinks-PvdA, PvdD en de SP.
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
178569
Vraag 1
Deze leden lezen in de brief van 16 juni 2025 dat de Europese Commissie een plan gaat uitwerken om een zelfvoorzienend en duurzamer EU-eiwitsysteem tot stand te brengen. Wanneer kan de Kamer dit plan verwachten?
Antwoord
De Europese Commissie heeft inderdaad aangegeven dat zij een plan gaat uitwerken om een zelfvoorzienend en duurzamer EU-eiwitsysteem tot stand te brengen en de invoer van eiwitten te diversifiëren. De Europese Commissie heeft daarbij niet aangegeven hoe het proces voor het opstellen van het plan zal zijn of hoe het tijdspad eruit ziet. Nederland levert, indien mogelijk en gewenst, inbreng voor het op te stellen plan.
Vraag 2
Daarnaast lezen deze leden: «Tegelijkertijd moeten we ook erkennen dat de veehouderij grote positieve waarde heeft voor Nederland, zoals haar bijdrage aan de voedselzekerheid en aan het landschapsbeheer.». Erkent u dat een groot deel van de productie van bijvoorbeeld vlees, zuivel en andere producten uit de vee-industrie geproduceerd wordt voor de export?
Antwoord
Nederland is netto exporteur van vlees, zuivel en eieren met een exportwaarde in 2024 van 23 miljard euro. Van de Nederlandse productie wordt circa 75% uitgevoerd, waarvan het merendeel binnen Europa. In 2024 was de importwaarde van deze producten 10,8 miljard euro. Van deze import is circa 40% bestemd voor de Nederlandse markt. Van de producten die voor wederuitvoer zijn bedoeld wordt 15–25% eerst nog in Nederland verwerkt voordat het opnieuw wordt geëxporteerd.
Vraag 3
Hoe draagt dit deel van de voedselproductie bij aan de Nederlandse voedselzekerheid?
Antwoord
De Nederlandse consumptie van producten uit de veehouderij, zoals vlees, zuivel en eieren, bestaat niet enkel uit producten die in Nederland geproduceerd zijn. Zowel de producten uit Nederland (vers en bewerkt) als het voedsel dat is geïmporteerd dragen bij aan de voedselzekerheid in Nederland.
Vraag 4
Bent u voornemens maatregelen te nemen om biologisch-dynamische landbouw een (financiële) impuls te geven, zowel in nationale als internationale politiek?
Antwoord
Nee, biologisch-dynamische landbouw voert het private Demeter keurmerk, bovenop het EU biologische keurmerk. Deze groep landbouwers krijgt een impuls via mijn inzet om biologische landbouw te stimuleren.
Vraag 5
Wat bedoelt u «van positieve waarde (...) op landschapsbeheer.»?
Antwoord
De grondgebonden (melk)veehouderij met bijbehorend weiland kan op een aantal manieren een positieve bijdrage leveren aan landschapsbeheer. Grasland kan een belangrijke rol spelen in het waterbeheer, bijvoorbeeld door het opvangen en vasthouden van water en het versterken van de sponswerking van de bodem. Onder de juiste condities kan grasland koolstof en mineralen opslaan in de bodem. Met kruidenrijk grasland, wat weidevogels en andere beschermde soorten kan trekken, kan de biodiversiteit versterkt worden. Of deze positieve effecten worden bereikt is afhankelijk van de natuurlijke condities en de wijze van beheer van de landbouwgrond.
Koeien in de wei en karakteristieke open Hollandse polders worden over het algemeen geassocieerd met de Nederlandse cultuur en identiteit. Voor veel mensen heeft dit een belangrijke positieve waarde. Weilanden, boerderijen en polders kunnen daarbij ook een hoge landschappelijke kwaliteit hebben. Soms worden deze, veelal open, landschappen of landschapselementen als cultureel erfgoed beschermd als Werelderfgoed, rijksmonument of beschermd stads- of dorpsgezicht. De weidse uitzichten van weilanden en polders hebben daarnaast waarde voor toerisme, recreatie en ontspanning, en zorgen daarmee voor het welbevinden van mensen, met name rondom stedelijk gebied. Doordat de veehouderij voorziet in beheer en instandhouding van deze gebieden kan de veehouderij hierin een hoge positieve maatschappelijke waarde vervullen.
Vraag 6
Er zullen, waar mogelijk, meer proportionele toelatingseisen gelden voor NGT-2 planten tijdens risicobeoordelingen. Op welke proportionele toelatingseisen doelt u?
Antwoord
In het NGT-voorstel is opgenomen dat de risicobeoordeling aangepast dient te worden aan het risicoprofiel van de NGT-planten en hun producten. Potentiële risico’s van NGT-planten kunnen variëren van risicoprofielen vergelijkbaar met conventioneel veredelde planten tot risicoprofielen die vergelijkbaar kunnen zijn met planten die verkregen zijn door transgenese.
Volgens het NGT-voorstel zal de Europese Commissie een uitvoeringshandeling opstellen voor de risicobeoordeling van categorie 2 NGT-planten. In deze uitvoeringshandeling wordt de methodologie en aan te leveren informatie voor de milieurisicobeoordeling en voedselveiligheidsrisicobeoordeling van categorie 2 NGT-planten en voedselproducten vastgelegd. De risicobeoordeling zal worden uitgevoerd op basis van de principes van de richtlijn voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo-richtlijn) (2001/18/EC), maar de beoordelingsprocedure kan worden aangepast op basis van het risicoprofiel van de categorie 2 NGT-plant zoals vastgelegd in Annex II van het NGT-voorstel.
Samenstelling:
Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Oplaat (BBB) (voorzitter), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Straus (VVD), Van de Linden (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Kanis (D66), Van Meenen (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (ChristenUnie), Kemperman (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36736-F.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.