36 699 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de herziening van de wettelijke grondslagen van de kerndoelen met focus op lezen, schrijven en rekenen (Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen)

Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER

Ontvangen 13 november 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel h, «, gezond gedrag».

II

In artikel II, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel i, «, gezond gedrag».

III

In artikel II, onderdeel C, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel h, «, gezond gedrag».

IV

In artikel III, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel h, «, gezond gedrag».

V

In artikel IV, onderdeel A, vervalt in het voorgestelde artikel 2.13, vierde lid, onderdeel i, «en gezond gedrag».

Toelichting

De bedoeling van het traject van curriculumherziening is van meet af aan geweest om overladenheid van het programma tegen te gaan. Ondergetekende constateert dat het wetsvoorstel, mede als gevolg van de doelstelling om te harmoniseren tussen sectoren, voor de verschillende sectoren eerder tot uitbreiding dan tot beperking van de wettelijke grondslagen van de kerndoelen leidt. Naast de keuze om ook grondslagen voor burgerschap en digitale vaardigheden te verankeren, wordt bijvoorbeeld ook gezond gedrag als opdracht geformuleerd.

Ondergetekende constateert dat in de huidige wetgeving voor het voortgezet onderwijs geen opdracht tot het formuleren van kerndoelen inzake gezond gedrag is te vinden. Deze wetgeving beperkt zich tot aspecten van verzorging. Ondergetekende vindt het vanuit het perspectief van overladenheid onwenselijk dat gezond gedrag voor alle sectoren in de grondslag van de kerndoelen opgenomen wordt.

Volgens ondergetekende behoort het bevorderen van gezond gedrag primair tot de verantwoordelijkheid van ouders en de samenleving, niet van scholen. Hij constateert ook dat juist ten aanzien van gezond gedrag vanuit de samenleving geregeld initiatieven ontstaan om het onderwijs een rol te geven in de sfeer van preventie. Ondergetekende vindt dat de grondslag voor de kerndoelen geen ruimte moet bieden om op termijn nieuwe verplichtingen toe te voegen aan de kerndoelen onder de noemer gezond gedrag, hoe sympathiek deze initiatieven vaak ook zijn. De wetgever moet zoveel mogelijk doen om het risico van overladenheid te beperken. De noodzaak tot strikte afbakening van de grondslagen klemt temeer nu de nahangbepaling uit de wet wordt geschrapt en de betrokkenheid van het parlement daardoor wordt beperkt.

Dit amendement verwijdert voor alle sectoren de aanduiding «gezond gedrag» uit het wetsvoorstel. Ondergetekende meent dat de verantwoordelijkheid van scholen reeds voldoende wordt geregeld door de verplichte onderdelen biologie, sociale redzaamheid, burgerschap en lichamelijke oefening.

Stoffer

Naar boven