De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel
h, «, gezond gedrag».
II
In artikel II, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel
i, «, gezond gedrag».
III
In artikel II, onderdeel C, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel
h, «, gezond gedrag».
IV
In artikel III, onderdeel B, onder 3, vervalt in het voorgestelde vierde lid, onderdeel
h, «, gezond gedrag».
V
In artikel IV, onderdeel A, vervalt in het voorgestelde artikel 2.13, vierde lid,
onderdeel i, «en gezond gedrag».
Toelichting
De bedoeling van het traject van curriculumherziening is van meet af aan geweest om
overladenheid van het programma tegen te gaan. Ondergetekende constateert dat het
wetsvoorstel, mede als gevolg van de doelstelling om te harmoniseren tussen sectoren,
voor de verschillende sectoren eerder tot uitbreiding dan tot beperking van de wettelijke
grondslagen van de kerndoelen leidt. Naast de keuze om ook grondslagen voor burgerschap
en digitale vaardigheden te verankeren, wordt bijvoorbeeld ook gezond gedrag als opdracht
geformuleerd.
Ondergetekende constateert dat in de huidige wetgeving voor het voortgezet onderwijs
geen opdracht tot het formuleren van kerndoelen inzake gezond gedrag is te vinden.
Deze wetgeving beperkt zich tot aspecten van verzorging. Ondergetekende vindt het
vanuit het perspectief van overladenheid onwenselijk dat gezond gedrag voor alle sectoren
in de grondslag van de kerndoelen opgenomen wordt.
Volgens ondergetekende behoort het bevorderen van gezond gedrag primair tot de verantwoordelijkheid
van ouders en de samenleving, niet van scholen. Hij constateert ook dat juist ten
aanzien van gezond gedrag vanuit de samenleving geregeld initiatieven ontstaan om
het onderwijs een rol te geven in de sfeer van preventie. Ondergetekende vindt dat
de grondslag voor de kerndoelen geen ruimte moet bieden om op termijn nieuwe verplichtingen
toe te voegen aan de kerndoelen onder de noemer gezond gedrag, hoe sympathiek deze
initiatieven vaak ook zijn. De wetgever moet zoveel mogelijk doen om het risico van
overladenheid te beperken. De noodzaak tot strikte afbakening van de grondslagen klemt
temeer nu de nahangbepaling uit de wet wordt geschrapt en de betrokkenheid van het
parlement daardoor wordt beperkt.
Dit amendement verwijdert voor alle sectoren de aanduiding «gezond gedrag» uit het
wetsvoorstel. Ondergetekende meent dat de verantwoordelijkheid van scholen reeds voldoende
wordt geregeld door de verplichte onderdelen biologie, sociale redzaamheid, burgerschap
en lichamelijke oefening.
Stoffer