36 663 Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en enige andere onderwijswetten in verband met het voorkomen en het terugdringen van verzuim in het funderend onderwijs en het beroepsonderwijs (Wet terugdringen schoolverzuim)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen over het verzuimbeleid, de verzuimgegevens en de procedure voor vrijstelling van de inschrijvingsplicht op lichamelijke of psychische gronden aan te passen teneinde schoolverzuim en schooluitval zo veel mogelijk te voorkomen en het aantal vrijstellingen op grond van lichamelijke of psychische gronden terug te dringen ter bevordering van de onderwijs- en ontwikkelmogelijkheden van jongeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. LEERPLICHTWET 1969

De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, de volgende begripsbepalingen toegevoegd:

i. onderwijskundig perspectief:

ontwikkelmogelijkheden van een jongere in het onderwijs binnen een redelijke afstand van de woonplaats;

j. samenwerkingsverband:

samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet voorgezet onderwijs 2020.

B

In artikel 1a1, eerste lid, aanhef, wordt na «3.39 tot en met 3.41,» ingevoegd «8.16a,».

C

Artikel 6, tweede en derde lid, komen te luiden:

  • 2. Een kennisgeving inzake een vrijstelling op grond van artikel 5, onderdeel a, wordt ingediend:

    • a. ten minste vier weken voordat de jongere leerplichtig wordt, indien de kennisgeving betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht, of

    • b. binnen dertien weken na afgifte van de verklaring, bedoeld in artikel 7.

  • 3. Een kennisgeving inzake een vrijstelling op grond van de artikelen 5, onderdelen b of c, of 5a wordt ingediend:

    • a. ten minste vier weken voordat de jongere leerplichtig wordt, indien de kennisgeving betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht; en

    • b. zolang nadien aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt, elk jaar opnieuw voor 1 juli.

D

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Lichamelijke of psychische ongeschiktheid

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen kunnen slechts een beroep doen op een vrijstelling op grond van artikel 5, onderdeel a, gedurende de periode waarin de jongere niet geschikt wordt geacht om tot een school of een instelling te worden toegelaten blijkens de bij de kennisgeving overgelegde verklaring.

  • 2. De verklaring wordt afgegeven door een arts, niet zijnde de behandelend arts, of een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen universitair geschoolde pedagoog of psycholoog.

  • 3. De arts, pedagoog of psycholoog verzoekt het samenwerkingsverband een advies over het onderwijskundig perspectief uit te brengen ten behoeve van de verklaring, voor zover het de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet voortgezet onderwijs 2020 betreft.

  • 4. Onverminderd de artikelen 450 en 457 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek verstrekt de arts, pedagoog of psycholoog persoonsgegevens van de jongere uitsluitend aan het samenwerkingsverband met de toestemming van de jongere of diens ouders. Indien de jongere of diens ouders geen toestemming geven om zijn persoonsgegevens te verwerken, verzoekt de arts, pedagoog of psycholoog het samenwerkingsverband in algemene zin een advies uit te brengen over het onderwijsaanbod in de regio.

  • 5. De arts, pedagoog of psycholoog betrekt het advies over het onderwijskundig perspectief bij de verklaring en voegt deze bij de verklaring.

E

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20. Informatieverstrekking absoluut schoolverzuim

  • 1. Onze Minister informeert het samenwerkingsverband over het aantal leerplichtige of kwalificatieplichtige jongeren die wonen binnen het gebied van het samenwerkingsverband en niet staan ingeschreven bij een school of instelling, voor zover die informatie noodzakelijk is voor de uitvoering van wettelijke taken door het samenwerkingsverband.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de wijze van informatieverstrekking, bedoeld in het eerste lid.

F

Aan artikel 21a worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien een leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling, mbo-student of vavo-student als bedoeld in het eerste of tweede lid zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim minder bedraagt dan zestien uren in een periode van vier opeenvolgende lesweken, kan het hoofd de verzuimgegevens van die leerling, mbo-student of vavo-student overeenkomstig artikel 12, derde lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers leveren.

  • 4. Het hoofd levert de verzuimgegevens, genoemd in het derde lid, uitsluitend indien de omstandigheden die leiden tot de levering zijn opgenomen in het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 13b van de Wet op het primair onderwijs, 22b van de Wet op de expertisecentra, 2.92b van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of 8.1.6a van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

G

Na artikel 21a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21b. Informatieverstrekking relatief verzuim

  • 1. Het hoofd levert Onze Minister gegevens over het aantal leerplichtige of kwalificatieplichtige leerlingen, mbo-studenten of vavo-studenten die de school of instelling niet geregeld bezoeken.

  • 2. Onze Minister informeert het college van burgemeester en wethouders over het aantal, bedoeld in het eerste lid, voor zover dit noodzakelijk is voor het toezicht op de naleving van deze wet door het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Onze Minister informeert het samenwerkingsverband over het aantal, bedoeld in het eerste lid, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van wettelijke taken door het samenwerkingsverband.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de wijze van gegevenslevering, bedoeld in het eerste lid, en de bewaartermijn van deze gegevens, alsmede over de wijze van informatieverstrekking, bedoeld in het tweede en derde lid.

ARTIKEL II. LEERPLICHTWET BES

De Leerplichtwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd:

j. expertisecentrum onderwijszorg:

de rechtspersoon, bedoeld in artikel 28 van de Wet primair onderwijs BES of artikel 11.18 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

k. onderwijskundig perspectief:

ontwikkelmogelijkheden van een jongere in het onderwijs binnen een redelijke afstand van het openbaar lichaam waar de jongere woont;

B

In artikel 3, eerste lid, aanhef, wordt na «7.9, eerste lid,» ingevoegd «8.16a,».

C

Artikel 15, tweede en derde lid, komen te luiden:

  • 2. Een kennisgeving inzake een vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel a, wordt ingediend:

    • a. ten minste vier weken voordat de jongere leerplichtig wordt, indien de kennisgeving betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht, of

    • b. binnen dertien weken na afgifte van de verklaring, bedoeld in artikel 16.

  • 3. Een kennisgeving inzake een vrijstelling op grond van artikel 14, onderdelen b of c, wordt ingediend:

    • a. ten minste vier weken voordat de jongere leerplichtig wordt, indien de kennisgeving betrekking heeft op de aanvang van de leerplicht; en

    • b. zolang nadien aanspraak op vrijstelling wordt gemaakt, elk jaar opnieuw voor 1 juli.

D

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16. Lichamelijke of psychische ongeschiktheid

  • 1. De in artikel 6, eerste lid, bedoelde personen kunnen slechts een beroep doen op een vrijstelling op grond van artikel 14, onderdeel a, gedurende de periode waarin de jongere niet geschikt wordt geacht om tot een school of een instelling te worden toegelaten blijkens de bij de kennisgeving overgelegde verklaring.

  • 2. De verklaring wordt afgegeven door een arts, niet zijnde de behandelende arts, of een door het bestuurscollege aangewezen universitair geschoolde pedagoog of psycholoog.

  • 3. De arts, pedagoog of psycholoog verzoekt het expertisecentrum onderwijszorg een advies over het onderwijskundig perspectief uit te brengen ten behoeve van de verklaring, voor zover het de geschiktheid tot toelating tot een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs BES of de Wet voortgezet onderwijs 2020 betreft.

  • 4. Onverminderd de artikelen 450 en 457 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek verstrekt de arts, pedagoog of psycholoog persoonsgegevens van de jongere uitsluitend aan het samenwerkingsverband met de toestemming van de jongere of diens ouders. Indien de jongere of diens ouders geen toestemming geven om zijn persoonsgegevens te verwerken, verzoekt de arts, pedagoog of psycholoog het samenwerkingsverband in algemene zin een advies uit te brengen over het onderwijsaanbod in de regio.

  • 5. De arts, pedagoog of psycholoog betrekt het advies over het onderwijskundig perspectief bij de verklaring en voegt deze bij de verklaring.

E

Aan artikel 33 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien een leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling of student als bedoeld in het eerste of tweede lid zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim minder bedraagt dan zestien uren in een periode van vier opeenvolgende lesweken, kan het hoofd de verzuimgegevens van die leerling of student leveren aan het bestuurscollege van het openbaar lichaam waar de leerling of student als ingezetene is ingeschreven.

  • 6. Het hoofd levert de verzuimgegevens, genoemd in het vijfde lid, uitsluitend indien de omstandigheden die leiden tot de levering zijn opgenomen in het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 16b van de Wet primair onderwijs BES, artikel 2.92b van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of artikel 8.1.6j van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.

F

Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33a. Informatieverstrekking relatief verzuim

  • 1. Het hoofd levert Onze Minister gegevens over het aantal leerplichtige of kwalificatieplichtige leerlingen of mbo-studenten die de school of instelling niet geregeld bezoeken.

  • 2. Onze Minister informeert het bestuurscollege over het aantal, bedoeld in het eerste lid, voor zover dit noodzakelijk is voor het toezicht op de naleving van deze wet door het bestuurscollege.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de gegevenslevering, bedoeld in het eerste lid, en de bewaartermijn van deze gegevens, alsmede over de wijze van informatieverstrekking, bedoeld in het tweede lid.

ARTIKEL III. WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.4.1, tiende lid, onderdeel c, en artikel 1.4a.1, achtste lid, onderdeel c, wordt na «8.1.1a,» ingevoegd «8.1.6b,».

B

In artikel 7.4.8, vierde lid, onderdeel i, wordt «het beleid» vervangen door «het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 8.1.6a, eerste lid, en het beleid» en vervalt «verzuim,».

C

Na artikel 8.1.6 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8.1.6a. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de instelling.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de instelling na de constatering van verzuim door studenten of vavo-studenten;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de Leerplichtwet 1969 of de levering, bedoeld in artikel 8.1.8a;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de instelling bij het terugdringen van verzuim;

    • e. de samenwerking met het college van burgemeester en wethouders en andere betrokkenen buiten de instelling in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

Artikel 8.1.6b. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van studenten en vavo-studenten, met dien verstande dat het verzuim van een leerplichtige of kwalificatieplichtige student of vavo-student wordt geregistreerd in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming of persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een student of een vavo-student te registreren.

ARTIKEL IV. WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES

De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5.1, eerste lid, wordt na «de algemene gang van zaken in de instelling» ingevoegd «, waaronder in elk geval het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 8.1.6j,»

B

Artikel 7.4.10, onderdeel i, komt te luiden:

  • i. het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 8.1.6j en het beleid van het bevoegd gezag met betrekking tot schorsing en verwijdering;.

C

Na artikel 8.1.6i worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8.1.6j. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de instelling.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de instelling na de constatering van verzuim door studenten;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 33, vijfde lid, van de Leerplichtwet BES of de levering, bedoeld in artikel 8.1.8;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de instelling bij het terugdringen van verzuim;

    • e. de samenwerking met het bestuurscollege en andere betrokkenen buiten de instelling in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

Artikel 8.1.6k. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van studenten, met dien verstande dat het verzuim van een leerplichtige of kwalificatieplichtige student wordt geregistreerd in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 20 van de Leerplichtwet BES;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 20 van de Leerplichtwet BES.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid, godsdienst of levensovertuiging of strafrechtelijke persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een student te registreren.

ARTIKEL V. WET OP DE EXPERTISECENTRA

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5c. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van leerlingen, met dien verstande dat het verzuim van een leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling wordt geregistreerd in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming of persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een leerling te registreren.

B

Na artikel 22a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 22b. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de school.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de school na de constatering van verzuim door leerlingen;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de Leerplichtwet 1969 of de levering, bedoeld in artikel 47b, eerste lid;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de school bij verzuim;

    • e. de samenwerking met het samenwerkingsverband, het college van burgemeester en wethouders en andere betrokkenen buiten de school in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

C

Artikel 22, eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

  • i. het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 22b,.

ARTIKEL VI. WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van leerlingen in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de Leerplichtwet 1969.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming of persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een leerling te registreren.

B

Artikel 13, eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

  • k. het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 13b,.

C

Na artikel 13a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13b. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de school, waarin informatie is opgenomen over de werkwijze ten aanzien van verzuim door leerlingen.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de school na de constatering van verzuim door leerlingen;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de Leerplichtwet 1969;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de school bij verzuim;

    • e. de samenwerking met het samenwerkingsverband, het college van burgemeester en wethouders en andere betrokkenen buiten de school in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

D

Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel c door een komma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een komma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het adviseren over het onderwijskundig perspectief van een jongere op verzoek van een arts, pedagoog of psycholoog als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Leerplichtwet 1969.

ARTIKEL VII. WET PRIMAIR ONDERWIJS BES

De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van leerlingen in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 20 van de Leerplichtwet BES;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 20 van de Leerplichtwet BES.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid, godsdienst of levensovertuiging of strafrechtelijke persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een leerling te registreren.

B

Artikel 16, eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

  • k. het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 16b,.

C

Na artikel 16a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16b. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de school.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de school na de constatering van verzuim door leerlingen;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 33, vijfde lid, van de Leerplichtwet BES;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de school bij verzuim;

    • e. de samenwerking met het expertisecentrum onderwijszorg, het bestuurscollege en andere betrokkenen buiten de school in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

D

In artikel 19, eerste lid, wordt na «de algemene gang van zaken in de school» ingevoegd «, waaronder in elk geval het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 16b,».

E

In artikel 28, eerste lid, wordt onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel c door een komma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een komma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het adviseren over het onderwijskundig perspectief van een jongere op verzoek van een arts als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de Leerplichtwet BES.

ARTIKEL VIII. WET VOORTGEZET ONDERWIJS 2020

De Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2.47 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het zevende lid, onderdeel d, door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het adviseren over het onderwijskundig perspectief van een jongere op verzoek van een arts als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de LPW.

B

Artikel 2.92, tweede lid, onderdeel k, komt te luiden:

  • k. het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 2.92b;.

C

Voor artikel 2.93 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.92b. Verzuimbeleid

  • 1. Het bevoegd gezag stelt het verzuimbeleid vast van de school.

  • 2. Het verzuimbeleid heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de werkwijze van de school na de constatering van verzuim door leerlingen;

    • b. de omstandigheden die leiden tot de levering, bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de LPW of de levering, bedoeld in artikel 8.20;

    • c. de wijze waarop de oorzaken van het verzuim worden geanalyseerd;

    • d. de taakverdeling binnen de school bij verzuim;

    • e. de samenwerking met het samenwerkingsverband, het college van burgemeester en wethouders en andere betrokkenen buiten de school in het kader van verzuim;

    • f. de wijze waarop het verzuimbeleid wordt gemonitord en geëvalueerd.

D

In paragraaf 1 wordt na artikel 8.16 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.16a. Verzuimregistratie

  • 1. Het bevoegd gezag registreert het verzuim van leerlingen, met dien verstande dat het verzuim van een leerplichtige of kwalificatieplichtige leerling wordt geregistreerd in twee categorieën:

    • a. verzuim op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de LPW;

    • b. verzuim anders dan op een van de gronden, bedoeld in artikel 11 van de LPW.

  • 2. Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming of persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken, kunnen worden verwerkt door het bevoegd gezag voor zover dat noodzakelijk is om het verzuim van een leerling te registreren.

E

In artikel 11.18, eerste lid, wordt onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel c door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het adviseren over het onderwijskundig perspectief van een jongere op verzoek van een arts als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de LPW BES.

F

In artikel 11.36, eerste lid, wordt na «de algemene gang van zaken in de school» ingevoegd «, waaronder in elk geval het verzuimbeleid, bedoeld in artikel 2.92b,»

G

Na artikel 11.27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.27a. Toepassing verzuimbeleid

  • 1. In artikel 2.92b, tweede lid, onderdeel b, wordt voor «artikel 21a, derde lid, van de LPW» gelezen «artikel 33, vijfde lid, van de LPW BES».

  • 2. In artikel 2.92b, tweede lid, onderdeel e, wordt voor «het samenwerkingsverband» gelezen «het expertisecentrum onderwijszorg».

H

Na artikel 11.95 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.95a. Toepassing verzuimregistratie

  • 1. In artikel 8.16a, eerste lid, aanhef, wordt voor «LPW» gelezen «LPW BES».

  • 2. In artikel 8.16a, eerste lid, onderdelen a en b, wordt voor «artikel 11 van de LPW» steeds gelezen «artikel 20 van de LPW BES».

  • 3. In artikel 8.16a, tweede lid, wordt voor «Persoonsgegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming of persoonsgegevens waaruit religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken,» gelezen «Persoonsgegevens over gezondheid, godsdienst of levensovertuiging of strafrechtelijke persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES».

ARTIKEL IX. WET REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

Artikel 1 van de Wet register onderwijsdeelnemers wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van de begripsomschrijving van «onderwijsdeelnemer» komt te luiden:

onderwijsdeelnemer:

leerling, deelnemer, student, extraneus als bedoeld in een onderwijswet van een onderwijsinstelling of jongere als bedoeld in de LPW of Leerplichtwet BES, met dien verstande dat daaronder wordt verstaan:

2. In de begripsomschrijving van «verzuim» wordt onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door «; of» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. verzuim door een jongere, bedoeld in artikel 2 van de LPW of artikel 6 van de Leerplichtwet BES, die niet staat ingeschreven bij een school en op wie paragraaf 3 van de LPW of paragraaf 4 van de Leerplichtwet BES niet van toepassing is.

ARTIKEL X. EVALUATIEBEPALING

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL XI. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XII. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Wet terugdringen schoolverzuim.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven