Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 3 juli 2024 en het nader rapport d.d. 17 oktober 2024, aangeboden
aan de Koning door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 mei 2024, nr. 2024001112,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 juli 2024, nr. W17.24.00100/IV/K, bied ik U
hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 3 mei 2024, no. 2024001112, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de
Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van
rijkswet tot wijziging van de Schepenwet in verband met de noodzaak tot modernisering
van regels, het opleggen van verplichtingen aan de scheepseigenaar en het invoegen
van een mogelijkheid tot ongevallenonderzoek, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het voorstel van rijkswet en adviseert het voorstel in te dienen bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en over te leggen aan de Staten van Aruba, die van Curaçao
en die van Sint Maarten.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van rijkswet en bijbehorende
de memorie van toelichting een aantal redactionele verbeteringen aan te brengen. Na
het advies bleek dat abusievelijk de momenteel in de Schepenwet opgenomen uitzonderingen
op het toepassingsbereik voor schepen die zijn geregistreerd op één van de BES-eilanden
op grond van de Vaartuigenwet 1930 BES, waren vervallen.
Hierop is artikel 2, tweede lid, aangevuld met de onderdelen a tot en met c, en zijn
de onderdelen met betrekking tot artikel 2bis verletterd naar onderdelen d tot en
met f. Inhoudelijk brengt dit geen verandering met zich mee ten opzichte van de huidige
situatie.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van rijkswet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van Aruba,
de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten te zenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener