Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36638 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36638 nr. 2 |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in enkele wetten op het terrein van Justitie en Veiligheid en op het terrein van Asiel en Migratie beperkte wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 4:19, eerste lid, 5:42, tweede lid, 7:15, tweede lid, en 7:28, tweede lid, wordt «voorzover» vervangen door «voor zover».
B
In de artikelen 5:12, derde lid, 5:19, vijfde lid, en 11:2, eerste en tweede lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
C
Aan artikel 8:41, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste zin blijft niet-ontvankelijkverklaring achterwege, indien aannemelijk is dat de indiener van het beroepschrift op de datum waarop het bedrag uiterlijk moet zijn bijgeschreven of gestort, in betalingsonmacht verkeert.
D
In de artikelen 8:89, derde lid en 9:8, eerste lid, onder f, en in de zinsneden met betrekking tot de Wet financieel toezicht in bijlage 1 en de artikelen 4, 7 en 11 van bijlage 2 wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
E
In artikel 11:2, eerste lid, wordt «Het bedrag van de vergoeding, bedoeld in artikel 4:113, eerste lid, en de bedragen, vastgesteld in de artikelen 8:41, tweede lid, en 8:109, eerste lid, en» vervangen door «De bedragen, vastgesteld».
F
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 2 wordt in de zinsnede met betrekking tot de Waterschapswet «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».
2. In artikel 6 wordt in de alfabetisch volgorde ingevoegd:
Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten
3. In artikel 7 vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet bestrijding ongevallen Noordzee.
De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden «van het geheel of een gedeelte van» en «of van een verveelvoudiging daarvan» geschrapt.
2. In het eerste lid wordt «het uitlenen als bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 3°,» vervangen door «het uitlenen, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder 3°,».
3. In het eerste lid wordt «die door de rechthebbende of met zijn toestemming in het verkeer is gebracht» vervangen door «die door of met toestemming van de maker of zijn rechtverkrijgende in het verkeer is gebracht».
4. In het derde lid wordt «door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba» vervangen door «door gemeenten, provincies of het rijk».
B
In de artikelen 15d en 15f, eerste lid, wordt «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
C
In de artikelen 15d, 15f, eerste lid, 16d, eerste lid, 16e, 16l, eerste lid, 30b, eerste lid, en 35b, eerste lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
D
Artikel 16m wordt van leden voorzien.
E
Artikel 17a vervalt.
F
In artikel 17d wordt «29c, zevende lid» vervangen door «29c, achtste lid».
G
In de artikelen 25c, tweede lid, en 25g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
H
In artikel 25c, vijfde lid, wordt «de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
I
In de artikelen 30a, eerste lid, en 35a, eerste lid, wordt «Onzen Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
J
In artikel 35b, eerste lid, wordt «of of» vervangen door «of».
K
In artikel 44b, eerste lid, wordt «dit hoofdstuk» vervangen door «deze paragraaf».
L
De artikelen 46, 48, 49 en 50c tot en met 50e vervallen.
In artikel 37, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden wordt «artikel 3.3, eerste lid,» vervangen door «artikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg».
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de tweede zin.
2. In het derde lid wordt na de tweede volzin een zin ingevoegd, luidende: Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot één adoptant komt te staan, heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben.
3. In het derde lid wordt in de tweede en vierde volzin (nieuw) «of van hun beiden» vervangen door «of van hen beiden».
4. In het derde lid, vierde volzin (nieuw), vervalt «, dan wel de geslachtsnaam van die ouder».
5. In het zesde lid wordt in de tweede volzin «of van beide» vervangen door «of van beiden».
B
In artikel 16, derde lid, wordt «of een andere gemeente» vervangen door «, een andere gemeente of een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen».
C
In de artikelen 20a, derde lid en 87, vierde lid, wordt «voorzover» vervangen door «voor zover» en in artikel 344, eerste lid, wordt «Voorzover» vervangen door «Voor zover».
D
In de artikelen 45a, 265e, eerste lid, onder b, 265h, tweede lid, 268, eerste lid, onder b, 331, eerste lid, onder b en 385, eerste lid, onderdeel c, wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
E
In artikel 179, eerste lid, wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
F
In artikel 227, vierde lid, wordt «tengevolge» vervangen door «ten gevolge».
G
In artikel 230, eerste lid, wordt «van de dag» vervangen door «vanaf de dag».
H
In artikel 253g, vierde lid, wordt «De bepaling van het voorgaande lid» vervangen door «Het derde lid».
I
In artikel 253o vervalt de aanduiding «1.».
J
Artikel 282a wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Is de beschikking, bedoeld in het eerste lid, uitvoerbaar bij voorraad verklaard, dan eindigt de gezamenlijke uitoefening van de voogdij daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.
K
In artikel 298 wordt «beide voorgaande artikelen» vervangen door «de artikelen 296 en 297».
L
In artikel 322, eerste lid, onderdeel a, vervalt de komma na «aantoont» en wordt «tengevolge» vervangen door «ten gevolge».
M
In artikel 342, eerste lid, wordt «De vier vorige artikelen» vervangen door «De artikelen 338 tot en met 341».
N
In artikel 461, derde lid, wordt «kennisdraagt» vervangen door «kennis draagt».
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 305 wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
B
In artikel 305a, tweede lid, onderdeel a, vervalt «, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a lid 1 of artikel 291a lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
C
Indien de onderdelen FA en BBBA van de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen in werking treden, wordt aan artikel 305a, tweede lid, onderdeel a toegevoegd «, tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a, eerste lid, of artikel 291a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
In artikel 150 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt «volgebracht» vervangen door «volbracht».
In artikel 193f, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt «4:73» vervangen door «4:25b».
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7, tweede lid, eerste zin, wordt «stadsverwarming» vervangen door «stadsverwarming of digitale inhoud».
B
In artikel 50af, vierde lid, onderdeel b, wordt «is gesteld» vervangen door «heeft gesteld».
C
In artikel 50al, tweede lid, vervalt «en».
D
In artikel 611a, tweede lid, wordt «toepasselijk nationale recht» vervangen door «toepasselijk nationaal recht».
In artikel 1781, tweede lid, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt «goed huisvader» vervangen door «zorgvuldig en redelijk handelend persoon».
Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 169 wordt «ter zake van krankzinnigheid in een gesticht is geplaatst» vervangen door «is opgenomen in een accommodatie als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie als bedoeld in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten».
B
In artikel 182 wordt «plaatsing ter zaken van krankzinnigheid in een gesticht» vervangen door «opname in een accommodatie op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of in een accommodatie op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten».
C
In artikel 515 wordt «artikel 516» vervangen door «artikel 500, onder m,».
Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 25, eerste lid, onder c, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «welke van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan het kind zal hebben» vervangen door «dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam, een van hun beider geslachtsnamen of combinatie daarvan dan wel een van hun beider geslachtsnamen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebben».
2. In de tweede volzin wordt «of het de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan zal hebben» vervangen door «of het de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan dan wel de geslachtsnaam van een van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam zal hebben».
B
Het opschrift van Afdeling 2 van Titel 5 komt te luiden: «Afdeling 2 Familierechtelijke betrekkingen door erkenning of gerechtelijke vaststelling van het ouderschap».
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt aan het slot van de zesde volzin na «van de vader zal hebben» ingevoegd « of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde».
2. In het derde lid, worden na de eerste volzin twee zinnen ingevoegd, luidende: Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot één adoptant komt te staan, heeft het kind de geslachtsnaam van de adoptant, tenzij de adoptant ter gelegenheid van de adoptie verklaart dat het kind de oorspronkelijke geslachtsnaam dan wel de naam van de adoptant in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot of levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot of levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot of levensgezel of van hen beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde.
B
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt na «kunnen regels worden gesteld betreffende» ingevoegd « de gronden waarop de geslachtsnaamswijziging kan worden verleend,».
2. Na het vijfde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Indien Onze Minister van Justitie en Veiligheid voornemens is een voordracht te doen voor een Koninklijk Besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid, deelt hij dit voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker en degene wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het verzoek op de geslachtsnaam van een minderjarige betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke mededeling van het voornemen geldt als een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
7. Onze Minister van Justitie en Veiligheid doet de schriftelijke mededeling van het voornemen binnen twintig weken.
C
In de artikelen 12, eerste lid, 69, eerste lid, 88, eerste lid, onderdeel a, 99, tweede lid, 339, eerste lid, 344, derde lid en 447, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door «tezamen».
D
In artikel 18 wordt de aanduiding «3.1» vervangen door «3.».
E
In artikel 19d, eerste lid, wordt «geboorte-akte» vervangen door «geboorteakte».
F
Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «persoon.Van» vervangen door «persoon. Van».
2. In het derde lid wordt «toegevoegd.Tevens» vervangen door «toegevoegd. Tevens».
G
In artikel 21, eerste lid, wordt «’s Gravenhage» vervangen door «’s-Gravenhage».
H
In artikel 22, eerste lid, wordt «geboren.Vermeldt» vervangen door «geboren. Vermeldt».
I
In artikel 41, eerste lid, wordt «als als» vervangen door «als».
J
In artikel 85, eerste lid, wordt «voorde» vervangen door «voor de».
K
In artikel 89, vijfde lid, wordt «vernietingsgrond» vervangen door «vernietigingsgrond».
L
In artikel 120, derde lid, wordt «diedaarvan» vervangen door «die daarvan».
M
In artikel 179, tweede lid, wordt «b mate» vervangen door «bekort tot ten minste een jaar, indien de andere echtgenoot zich gedurig schuldig maakt aan wangedrag in zodanige mate».
N
In artikel 206, derde lid, wordt «genotene.Voorts» vervangen door «genotene. Voorts».
O
In artikel 207, eerste lid, wordt «ver-zocht» vervangen door «verzocht».
P
In artikel 253c, eerste lid, wordt «gezaggezamenlijk» vervangen door «gezag gezamenlijk».
Q
In artikel 253ha, eerste lid, wordt «jarenheeft» vervangen door «jaren heeft».
R
Artikel 325 vervalt.
S
In artikel 326, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
T
In artikel 337, derde lid, wordt «vorderen.Vervalt» vervangen door «vorderen. Vervalt».
U
In artikel 339, eerste lid, wordt «te zamen» vervangen door «tezamen».
V
In artikel 377v, eerste lid, wordt «.Ieder» vervangen door «Ieder» en wordt «terzake» vervangen door «ter zake».
W
In de artikelen 232c, eerste lid, 232n, eerste lid, onderdeel b, 240, eerste lid, 377v, tweede lid, onderdeel b, 377x, eerste lid en 377ee, eerste lid, wordt «zonodig» vervangen door «zo nodig».
X
In artikel 386, eerste lid, wordt «toepassing.Tenzij» vervangen door «toepassing. Tenzij».
Y
In artikel 421 wordt «deelgenootschap.Voor» vervangen door «deelgenootschap. Voor».
Z
In artikel 439, tweede lid, wordt «tegengeworpen,zo» vervangen door «tegengeworpen, zo».
AA
In artikel 452 vervalt het opschrift boven het zevende lid.
De Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 119a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «[datum inwerkingtreding wet]» vervangen door «1 januari 2020» en vervalt «, zoals die golden tot de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn representatieve vorderingen voor consumenten,».
2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3. Lid 2 is niet van toepassing op een rechtsvordering die strekt tot bescherming van een belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PbEU 2020, L 409) en die is ingesteld op of na 25 juni 2023.
3. In het vierde lid (nieuw) vervalt «of invoegingen», wordt «de artikelen 305a, 305c en 305e» vervangen door «de artikelen 305a en 305c» en wordt «de datum van inwerkingtreding van deze wet» vervangen door «25 juni 2023».
B
In artikel 190aa, tweede lid, wordt «e-handelsdiensten» vervangen door «producten».
De Overleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste zin komt te luiden: De officier van justitie vordert uiterlijk op de derde dag na ontvangst van een verzoek van de uitvaardigende justitiële autoriteit om de in het eerste lid, onderdeel g, of het tweede lid, onderdeel d, bedoelde toestemming, schriftelijk dat de rechtbank het verzoek in behandeling zal nemen.
2. De vijfde zin komt te luiden: De rechtbank geeft de toestemming ten aanzien van feiten waarvoor krachtens deze wet overlevering had kunnen worden toegestaan.
B
Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:
1. Bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 51, is de bewaking van de opgeëiste persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
C
Aan artikel 58 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Bij de feitelijke overlevering is de bewaking van de ter beschikking gestelde persoon opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de ter beschikking gestelde persoon en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
D
Na artikel 61 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel f, wordt «Onze Minister voor Immigratie en Asiel» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
B
In artikel 65, eerste lid, wordt «Inspectie Openbare Orde en Veiligheid» vervangen door «Inspectie Justitie en Veiligheid».
Artikel X van de Spoedreparatiewet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.22, derde lid, wordt onder verlettering van de onderdelen d en e tot e en f een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. ter vaststelling van de verblijfplaats van een betrokkene op de voet van artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
B
Aan artikel 11.13, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. de bescherming van een persoon die in levensgevaar verkeert.
C
In artikel 13.2, eerste en tweede lid, wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
D
Artikel 13.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
2. In het tweede lid wordt na «het Wetboek van Strafvordering» ingevoegd «of artikel 13:3a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
E
In artikel 13.5, eerste lid, wordt «bijzondere last» vervangen door «bevel op grond van het Wetboek van Strafvordering of de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg».
Artikel 7 van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met c» wordt vervangen door «artikel 33, tweede lid, onderdelen a tot en met d».
2. Er wordt een zin toegevoegd, luidende: De gegevens, bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel d, worden mede ten behoeve van die taak door de Belastingdienst aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt.
In artikel V, vierde lid, van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, waarbij één of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven,» vervangen door «of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in artikel 19c lid 1, aanhef,».
De Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na hoofdstuk III wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. In de gevallen dat een persoon die in het buitenland rechtens van zijn vrijheid is beroofd, vooruitlopend op zijn feitelijke uitlevering, voorlopig ter beschikking wordt gesteld van de Nederlandse justitie of die van Bonaire, Sint Eustatius en Saba ten behoeve van diens berechting, wordt hij gedurende zijn verblijf op Nederlands grondgebied op bevel van het bevoegde lid van het openbaar ministerie in verzekering gesteld. De artikelen 54 en 55 zijn, voor zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing.
2. De inverzekeringstelling wordt opgeheven zodra het bevoegde lid van het openbaar ministerie bericht ontvangt dat de gronden voor vrijheidsberoving in het buitenland niet langer bestaan.
B
Artikel 50, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, wordt bij vervoer te land, overeenkomstig artikel 48, de bewaking van de vreemdeling opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de vreemdeling en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
C
Artikel 50a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt de zinsnede «voor het afleggen van een verklaring als getuige of voor confrontatie dan wel voor het aanwezig zijn bij de behandeling ter terechtzitting van een tegen hem gevoerde strafzaak» vervangen door «ter uitvoering van een onderzoekshandeling» en wordt «hier te lande» vervangen door «op Nederlands grondgebied».
2. In de tweede zin wordt «De artikelen 54 en 56, eerste lid» vervangen door «De artikelen 54, 55 en 56, eerste lid,».
D
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «voor het afleggen van een verklaring als getuige, of voor confrontatie» vervangen door «ter uitvoering van een onderzoekshandeling».
2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Artikel 5.1.5 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.».
E
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Voor zover bij verdrag niet anders is bepaald, is bij de uitlevering van of naar Nederland de bewaking van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde opgedragen aan Nederlandse ambtenaren die bevoegd zijn alle dienstige maatregelen te nemen ter beveiliging van de opgeëiste persoon dan wel verdachte of veroordeelde en ter voorkoming van zijn ontvluchting.
In artikel 9, tweede volzin, van de Uitvoeringswet rechtsmechanismen straftribunalen wordt «de landelijke eenheid» vervangen door «een landelijke eenheid».
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van aanvullend document vervalt «(PbEU 2011, L343)».
2. In de begripsomschrijving van Etias-verordening vervalt «(PbEU 2018, L 236)».
3. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 2° wordt als volgt gewijzigd:
a. «Verordening (EG) 767/2008» wordt vervangen door «Verordening (EG) nr. 767/2008».
b. «PbEU L218» wordt vervangen door «VIS-verordening».
4. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 3° wordt als volgt gewijzigd:
a. «Verordening (EG) 810/2009» wordt vervangen door «Verordening (EG) nr. 810/2009».
b. «Pb EU L 243» wordt vervangen door «Visumcode».
5. De begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens onder 4° wordt als volgt gewijzigd:
a. «van de Europese Unie» vervalt.
b. «(PbEU L157)» vervalt.
6. In de begripsomschrijving van Europese verordeningen die betrekking hebben op biometrische gegevens vervalt onder 5° «(PbEU 2017, L 327)».
7. De begripsomschrijving van langdurig ingezetene wordt als volgt gewijzigd:
a. «richtlijn nr. 2003/109/EG» wordt vervangen door «Richtlijn 2003/109/EG».
b. «van de Europese Unie» vervalt.
c. «(PbEU 2004, L16)» vervalt.
d. «richtlijn 2011/51/EU» wordt vervangen door «Richtlijn 2011/51/EU».
e. Na «Europees Parlement en de Raad» wordt ingevoegd «van 11 mei 2011 tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad».
f. «(PbEU 2011, L 132)» vervalt.
8. In de begripsomschrijving van Onze Minister wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
9. De begripsomschrijving van richtlijn tijdelijke bescherming wordt als volgt gewijzigd:
a. «richtlijn nr. 2001/55/EG» wordt vervangen door «Richtlijn 2001/55/EG».
b. «(PbEG L 212)» vervalt.
10. In de begripsomschrijving van Schengengrenscode vervalt «(PbEU, L77)».
11. In de begripsomschrijving van SIS-verordening grenscontroles vervalt «(PbEU 2018, L 312)».
12. In de begripsomschrijving van SIS-verordening terugkeer vervalt «(PbEU 2018, L 312)».
13. In de begripsomschrijving van Terugkeerrichtlijn vervalt «(PbEU 2008, L 348)».
14. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit grenzen en visa vervalt «(PbEU 2019, L 135)».
15. In de begripsomschrijving van Verordening interoperabiliteit politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie vervalt «(PbEU 2019, L 135)».
16. De begripsomschrijving van Vluchtelingenverdrag komt te luiden:
Vluchtelingenverdrag: het op 28 juli 1951 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1951, 131), zoals gewijzigd bij het op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1967, 76);
B
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt, onder vervanging van de komma aan het slot van onderdeel c door een punt, «die ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van een vreemdeling een schriftelijke verklaring heeft afgelegd, of die door Onze Minister als referent is aangewezen.»
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De referent dient ten behoeve van het voorgenomen verblijf op grond van een machtiging tot voorlopig verblijf of het verblijf op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van een vreemdeling een daartoe strekkende schriftelijke verklaring af te leggen, tenzij hij door Onze Minister als referent is aangewezen.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door «bedoeld in het tweede lid».
C
In artikel 2t, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
D
Artikel 9a vervalt.
E
In artikel 12, tweede lid, wordt «180 dagen» vervangen door «360 dagen».
F
In artikel 15 wordt «artikel 14, tweede lid» vervangen door «artikel 14, derde lid».
G
In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel k, en 18, eerste lid, onderdeel h, wordt «artikel 2a, eerste lid» vervangen door «artikel 2a, tweede lid».
H
In artikel 24a, vierde lid, wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door een puntkomma.
I
Artikel 36 komt te luiden:
In afwijking van artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden de volgende aanvragen ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger:
a. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 of tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan;
b. een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33.
J
In artikel 55a, eerste lid, wordt «2a, tweede lid, onder b» vervangen door «2a, derde lid, onder b».
K
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Nadat tegen de vreemdeling, niet zijnde gemeenschapsonderdaan, een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Nadat het rechtmatig verblijf van de gemeenschapsonderdaan is geëindigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen een maand na de kennisgeving daarvan te verlaten. Onze Minister kan deze termijn verkorten in naar behoren aangetoonde dringende gevallen.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt «termijn, bedoeld in het eerste lid» vervangen door «termijnen, bedoeld in het eerste en derde lid».
L
In artikel 66b, eerste lid, wordt «ambtshalve of wegens gewijzigde omstandigheden» vervangen door «ambtshalve wegens gewijzigde omstandigheden».
M
In artikel 73, vijfde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62, eerste of derde lid».
N
In artikel 82, vierde lid wordt «artikel 62, eerste lid» vervangen door «artikel 62, eerste of derde lid».
O
Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «2a, tweede lid onder b» vervangen door «2a, derde lid, onder b».
2. In het derde lid wordt «worden beschouwd als» vervangen door «zijn».
3. In het vierde lid, eerste volzin, wordt «ambtenaren belast met het vreemdelingentoezicht» vervangen door «ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen».
De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt in de begripsbepaling «deelneming met het motorrijtuig aan het verkeer» het woord «motorijtuig» vervangen door «motorrijtuig».
B
In artikel 26b, derde lid, eerste zin, wordt «op grond van het eerste of tweede lid» vervangen door «op grond van artikel 26a, eerste of tweede lid,».
In artikel 24, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften vervalt «, over de gewone post of op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze».
De Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Asiel en Migratie».
B
Artikel 6 komt te luiden:
C
In artikel 16, eerste lid, wordt «het Ministerie van Veiligheid en Justitie» vervangen door «het Ministerie van Asiel en Migratie».
Artikel 1 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt «dan wel ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven».
2. In het tweede lid wordt «een persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven» vervangen door «een persoon ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
De Wet forensische zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. De zorgaanbieder verwerkt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid.
3. De zorgaanbieder verstrekt persoonsgegevens, met inbegrip van persoonsgegevens over gezondheid of persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, ter uitvoering van het eerste lid aan:
a. de geneesheer-directeur, de officier van justitie, de psychiater belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg; en
b. het CIZ, de officier van justitie, de ter zake kundige arts belast met de medische verklaring, de zorgaanbieder, en de zorgverantwoordelijke, in de zin van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.
B
In artikel 3.6, derde lid, wordt «artikel 509o, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafvordering» vervangen door «artikel 6:6:12, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering».
Artikel 2.27 van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onder d, wordt «8:18, derde lid, onderdeel b» vervangen door «8:18, derde lid»
2. In het tweede lid, onder b, wordt «een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «een Veilig Thuis-organisatie».
Artikel 19a van de Wet griffierechten burgerlijke zaken wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «383, zevende lid, van de Faillissementswet» vervangen door «383, eerste, zevende, en achtste lid, van de Faillissementswet».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Artikel 11, eerste lid, is van toepassing.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
Artikel I, onderdeel I, van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen vervalt.
In artikel 1, eerste lid, twaalfde gedachtestreepje, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en artikel 1.1.1, eerste lid, zeventiende gedachtestreepje, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt «ontucht» vervangen door «seksuele handelingen verrichten».
In artikel 14, tweede lid, onder a, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten wordt «Hoofdstuk 9, afdeling 9.3, van de Algemene wet bestuursrecht,» vervangen door «Hoofdstuk 9, afdeling 9.1.3, van de Algemene wet bestuursrecht,».
In artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten wordt «hem» vervangen door «hen».
De Wet op de naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 15, eerste lid, 15a, eerste lid, en 15b wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
B
In de artikelen 15a, eerste lid, 15b en 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen» vervangen door «Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap».
C
In artikel 15g, eerste lid, wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
D
In artikel 20, eerste lid, wordt «de Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
Na artikel 63 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Aan artikel 15, tweede lid, eerste zin, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt toegevoegd «is verleend».
In artikel 25, tweede lid, van de Wet politiegegevens wordt «de landelijke eenheid» vervangen door «een landelijke eenheid».
De Wet tarieven in strafzaken wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor vergoedingen voor:» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:»
2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor vergoedingen voor:» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de tarieven vastgesteld voor vergoedingen voor:».
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling worden gewijzigd voor zover het indexcijfer Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloning, Cao-sector overheid, zoals jaarlijks vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daartoe aanleiding geeft.
De Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel II wordt «de Wet van 13 juli 2021» vervangen door «de Wet van 13 juli 2016».
B
In artikel III, tweede lid, wordt «de Wet van 13 juli 20216» vervangen door «de Wet van 13 juli 2016».
De Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19, vierde lid, vervalt.
B
Artikel 20 vervalt.
In artikel 14, derde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt «17b» vervangen door «17a».
Artikel 57, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «Inspectie Openbare Orde en Veiligheid» vervangen door «Inspectie Justitie en Veiligheid».
2. In onderdeel b wordt «Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Infrastructuur en Waterstaat».
In artikel 5:19 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt «artikel 2.3, eerste lid, onder 6° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg» vervangen door «artikel 2.3, eerste lid, onder 7° tot en met 12°, van de Wet forensische zorg».
Artikel 3.39 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «zedenmisdrijven» vervangen door «seksuele misdrijven».
2. In het eerste lid wordt «misdrijf tegen de zeden» vervangen door «seksueel misdrijf».
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L 178)» vervangen door «Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L178)».
B
In artikel 290, vierde lid, wordt «Artikel 28, vijfde en zesde lid» vervangen door «Artikel 29, vijfde en zesde lid».
C
Aan artikel 457 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste lid, tweede zin, en het tweede lid zijn niet van toepassing als er beslag is gelegd op een motorrijtuig als bedoeld in de artikelen 440 en 442 en dat beslag is ingeschreven in het kentekenregister, bedoeld in artikel 42 Wegenverkeerswet 1994.
D
In artikel 611i wordt «scheidsmannen» vervangen door «arbiters».
E
In artikel 1018c, vijfde lid, wordt de punt aan het slot van onderdeel a vervangen door een puntkomma.
F
In artikel 1018f, eerste lid, wordt «voorzetting» vervangen door «voortzetting».
G
In artikel 1019ie, eerste lid, wordt «artikel 843a, eerste lid» vervangen door «artikel 194, eerste lid».
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36f, eerste lid, wordt «ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging is afgegeven» vervangen door «ten aanzien van wie met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
B
Het opschrift van de Tweede afdeling van Titel IIA van het Eerste Boek komt te luiden: Terbeschikkingstelling.
C
Artikel 77t wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «als bedoeld in artikel 77s, zevende lid, en artikel 77t, tweede lid,» vervangen door «op grond van artikel 6:2:22, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering of op grond van het tweede lid,».
2. In het tweede lid wordt «Een jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geëindigd als bedoeld in het bepaalde in de artikelen 6:2:22, tweede lid, en 6:6:31, van het Wetboek van Strafvordering» vervangen door «Een jaar nadat de maatregel voorwaardelijk is geëindigd,» en wordt «op de wijze als bedoeld in artikel 77tb» vervangen door «met toepassing van artikel 6:6:32 van het Wetboek van Strafvordering».
D
In artikel 151e wordt «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaar» vervangen door «een persoon beneden de leeftijd van zestien jaren».
E
In artikel 241, tweede lid, wordt «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar» vervangen door «gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren».
F
In artikel 254, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, wordt «inrichting voor verpleging van ter beschikking gesteld» vervangen door «instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden».
G
In artikel 426, tweede lid, wordt «artikel 453» vervangen door «artikel 430b».
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 36e, tweede lid, onder b, vervalt «, alsmede aan het adres in Nederland dat de verdachte heeft opgegeven waaraan mededelingen over de strafzaak kunnen worden toegezonden».
B
In artikel 36g, derde lid, onder d, wordt «uitgereikt» vervangen door «betekend».
C
Artikel 51ac wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd luidende:
k. de tenuitvoerlegging van een uitgevaardigde strafbeschikking.
2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: In het bijzonder wordt door de ambtenaar van politie, of de andere opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141 onder c en d, ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder a, wordt door de officier van justitie ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder b tot en met f en onder h, en wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid ten minste mededeling gedaan van de informatie als bedoeld onder g, i, j en k van het eerste lid.
3. In het vierde en het vijfde lid wordt «De officier van justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
D
Artikel 257d, vijfde lid, komt te luiden:
5. Indien bij de officier van justitie een verzoek als bedoeld in artikel 51ac, tweede lid en eerste lid, onder d, is gedaan, wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aan het slachtoffer een afschrift van de strafbeschikking toegezonden. Voorts wordt door Onze Minister van Justitie en Veiligheid een afschrift toegezonden aan de rechtstreeks belanghebbende die de officier van justitie bekend is.
E
In artikel 361, tweede lid, onderdeel a, wordt «of een zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg is afgegeven» vervangen door «met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg een zorgmachtiging of rechterlijke machtiging is afgegeven op de gronden, genoemd in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel 1°, 2° of 4°, van de Wet forensische zorg».
F
Artikel 412, eerste lid, tweede volzin, komt te luiden: «De artikelen 258, tweede lid, tweede tot en met vierde volzin, en 258a zijn van overeenkomstige toepassing.».
G
Aan artikel 434, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: «De Hoge Raad bepaalt op welke wijze de stukken van het geding aan de Hoge Raad worden verstrekt.».
H
In artikel 495, zesde lid, wordt «artikel 263 of artikel 287» vervangen door «artikel 259 of artikel 285».
I
Artikel 511aa wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de eerste zin vervangen door «In het feitenonderzoek kan de officier van justitie, of, indien de artikelen de hulpofficier of de opsporingsambtenaar als bevoegd aanwijzen, deze ambtenaar, de in de artikelen 61a, eerste lid, onderdeel h, 96 tot en met 96c, 97, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b, 99, 124, 125, 125i, 126nc, 126nd, 126nda, 126nf, 150 en 151 bedoelde bevoegdheden uitoefenen en kan de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie de bevoegdheden van de artikelen 104 tot en met 110 en 227 uitoefenen. De rechter-commissaris kan de bevoegdheid van artikel 227 ook ambtshalve of op verzoek van de verdachte uitoefenen.».
2. In het tweede lid wordt «en 126nd, eerste lid» vervangen door «126nd, eerste lid, 126nda, eerste lid, en 126nf, eerste lid».
J
In artikel 5.3.16, derde lid, wordt «artikel 5.3.7, eerste lid, aanhef en onder a,» vervangen door «artikel 5.3.7, tweede lid,».
K
In artikel 5.4.10, derde lid, wordt «De artikelen 552a, eerste tot en met zesde lid,» vervangen door «De artikelen 552a, eerste tot en met zevende lid,».
L
Artikel 6:6:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: De kantonrechter is slechts bevoegd tot kennisneming van de vordering indien hij bevoegd is tot kennisneming van de feiten ter zake waarvan de veroordeling is uitgesproken waarop de vordering betrekking heeft.
2. In het zevende lid, onderdeel b, onder 1°, wordt «een jaar of meer» vervangen door «meer dan een jaar» en wordt «een half jaar of meer» vervangen door «meer dan een half jaar».
M
Indien artikel I, onderdeel Q, van de Wet uitbreiding slachtofferrechten in werking is getreden, wordt in artikel 6:6:13 het zesde lid dat begint met «Indien de rechter toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg overweegt» vernummerd tot zevende lid en wordt in artikel 6:6:15, derde lid, «vijfde lid» vervangen door «zesde lid».
In artikel 100, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt na «266,» ingevoegd «285,».
Het griffierecht in burgerlijke zaken zoals het gold voor inwerkingtreding van artikel XXIX blijft van toepassing voor de verzoeker die dit griffierecht voor die datum verschuldigd is geworden.
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan worden het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
A
Artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na «Met» het woord «een» en wordt «jaar» vervangen door «jaren».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
B
Artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na «Met» vervalt het woord «een».
b. Het woord «jaar» wordt vervangen door «jaren».
c. In onderdeel 1⁰ wordt «schadelijke» vervangen door «schadetoebrengende».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten) (36 280) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, dan wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
In artikel I wordt artikel 98d van het Wetboek van Strafrecht als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt na «Met» het woord «een» en wordt «jaar» vervangen door «jaren».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
B
In artikel II wordt artikel 104d van het Wetboek van Strafrecht BES als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Na «Met» vervalt het woord «een».
b. Het woord «jaar» wordt vervangen door «jaren».
c. In onderdeel 1⁰ wordt «schadelijke» vervangen door «schadetoebrengende».
2. In het derde lid wordt «jaar» vervangen door «jaren».
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel XLVII, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
De Minister van Asiel en Migratie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36638-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.