Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
van het Koninkrijk d.d. 1 mei 2024 en het nader rapport d.d. 23 augustus 2024, aangeboden
aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister voor
Migratie en Asiel. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van
het Koninkrijk is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 april 2024, no. 2024000995,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake de bovenvermelde overeenkomst rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 1 mei 2024, nr. W02.24.00080/II/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 18 april 2024, no.2024000995, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
ter overweging aanhangig gemaakt de overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk
België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en Mongolië
betreffende de terug- en overname van onregelmatig verblijvende personen (met Uitvoeringsprotocol
met Bijlagen); Brussel, 9 januari 2024 (Trb. 2024, 23), met toelichtende nota.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen
over het verdrag. De Afdeling adviseert de regering het verdrag te overleggen aan
de beide Kamers der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan die van Curaçao
en aan die van Sint Maarten.
De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de toelichtende nota ten aanzien van de
Koninkrijkspositie te verduidelijken dat het de bedoeling is dat de overeenkomst,
door gebruikmaking van de in de overeenkomst voorziene mogelijkheid tot territoriale
uitbreiding, ook voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) zal gelden.
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Asiel en Migratie, mij te machtigen gevolg
te geven aan mijn voornemen de overeenkomst vergezeld van de gewijzigde toelichtende
nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en aan de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten
van Sint Maarten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp