Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 625 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2024‒2025

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,F.M. Wiersma

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Artikel

Uitgaven 2024

Vastgestelde begroting 2024

 

3.999.859

Stand bij suppletoire begroting september 2024

 

4.385.412

Belangrijkste mutaties tweede suppletoire begroting

  

1) Ramingsbijstelling Lbv / Lbv-plus

21

‒ 76.247

2) DU indirecte uitvoeringskosten

22

‒ 49.043

3) Storting begrotingsreserve Apurement

51, 21

33.000

4) Terugvordering Europese Commissie

21

22.068

5) Monitoring dierveiligheid

21

12.311

6) Uitgaven apparaat

50

‒ 10.796

7) Uitvoeringskosten Piekbelastersaanpak

22

‒ 9.940

8) Overheveling NMBP

22

‒ 7.009

9) Uitvoeringskosten Lbv / Lbv-plus

21

5.848

10) NVWA

24

5.800

11) RVO in beslag nemen dieren

21

5.724

12) Overige mutaties

 

‒ 76.397

Stand 2e suppletoire begroting 2024

 

4.240.731

Toelichting

  • 1. Ramingsbijstelling Lbv/Lbv-plus

Uitgaven op de Lbv / Lbv-plus regelingen worden verlaagd om aan te sluiten bij het tempo waarin deelnemers maatregelen uitvoeren.

2. DU's indirecte uitvoeringskosten provincies

Middelen voor de indirecte uitvoeringskosten van provincies worden per decentralisatie uitkering (DU) verstrekt vanuit het provinciefonds. Deze middelen zijn bedoeld ter compensatie van uitvoeringskosten van provincies die niet direct zijn toe te rekenen aan specifieke gebiedsprocessen of maatregelen waarvoor de provincies een specifieke uitkering ontvangen op grond van de Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied.

3. Storting begrotingsreserve Apurement

Dit betreft grotendeels een overheveling van artikel 51 naar artikel 21 ten behoeve van het aanvullen van de begrotingsreserve Apurement. De begrotingsreserve Apurement is bedoeld om financiële correcties opgelegd door de Europese Commissie met betrekking tot het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid op te vangen.

4. Terugvordering Europese Commissie

Op 16 oktober jl. heeft de EC aangegeven dat Nederland een bedrag van circa € 40 mln. Europese subsidies moet terugbetalen inzake FresQ. Dit gaat over uitbetaalde EU subsidies in de jaren 2009 tot en met 2012 aan de producentenorganisatie FresQ. Deze terugvordering van € 22,7 mln. van de Europese Commissie betreft grotendeels ongeveer de eerste helft van terugbetaling FresQ.

5. Diergezondheid en dierwelzijn

Op het moment van overheveling was de verwachting dat er aanvullend budget nodig was en veiligheidshalve is er toen aanvullend budget overgebracht. Volgens de laatste inzichten is dit niet meer nodig en zal hiervoor worden gecorrigeerd.

6. Uitgaven apparaat

Deze mutatie betreft voor het overgrote deel de verlaging in het budget voor eigen personeel. Vacatures worden minder snel vervuld dan verwacht, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld.

7. Uitvoeringskosten piekbelastersaanpak

De uitgaven op Piekbelastersaanpak worden verlaagd hoofdzakelijk omdat de vraag naar zaakbegeleiders achterblijft.

8. Overheveling Natuur- en milieubeleidsplan

Dit betreft een bijdrage aan het BES-fonds voor de uitvoering van het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland en de Uitvoeringsagenda's Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

9. Uitvoeringskosten Lbv/Lbv-plus

Het totaal aantal uren dat nodig was voor het beoordelen en afhandelen van aanvragen voor Lbv en Lbv-plus regelingen vallen hoger uit dan verwacht.

10. NVWA

Er is besloten de extra kosten van de nieuwe CAO Rijk pas vanaf 1-1-2025 door te rekenen aan derden. Hiervoor dient de NVWA gecompenseerd te worden om niet tot een verlies te leiden.

11. RVO

De RVO heeft meer goederen in beslag genomen, en heeft hierdoor meer kosten gemaakt.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

 

Artikel

Ontvangsten 2024

Vastgestelde begroting 2024

 

97.775

Stand suppletoire begroting september 2024

 

157.580

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Terugvordering 2023 ELGF

21

22.068

2) Ontvangsten natuur bijstelling

22

17.129

3) Afrekening RVO jaarrekening 2023

24

4.342

Overige mutaties

 

10.073

Stand 2e suppletoire begroting 2024

 

211.192

Toelichting

  • 1. Terugvordering 2023 ELGF

Dit betreft een terugvordering van de EC omtrent het Europees Landbouwgarantiefonds (ELFG) voor het jaar 2023.

2. Ontvangsten natuur bijstelling

Een aantal provincies hebben eerder dan verwacht ongebruikte middelen van een regeling teruggestort.

3. Afrekening jaarrekening RVO 2023

De RVO heeft in 2023 teveel ontvangsten vanuit LVVN ontvangen. Dit wordt hiermee verrekend.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 (bedragen x € 1.000)

21 Land- en tuinbouw

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

3.434.794

‒ 23.604

3.411.190

     
 

Uitgaven

1.122.364

‒ 28.112

1.094.252

     
 

Subsidies (regelingen)

1.016.633

‒ 85.477

931.156

 

Sociaal economische positie boeren

163.395

23.516

186.911

 

Duurzame veehouderij

659.273

‒ 108.795

550.478

 

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

77.172

6.935

84.107

 

Mestbeleid

103.322

‒ 7.488

95.834

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

4.520

1.242

5.762

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

1.186

‒ 707

479

 

Integraal voedselbeleid

7.765

‒ 180

7.585

     
 

Leningen

24.500

2.796

27.296

 

Lening Investeringsfonds Duurzame Landbouw

24.500

2.796

27.296

     
 

Garanties

1805

91

1896

 

Bijdrage borgstellingsreserve

0

91

91

 

Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit

1.805

0

1.805

     
 

Opdrachten

30.757

14.146

44.903

 

Sociaal economische positie boeren

4.189

‒ 1.945

2.244

 

Duurzame veehouderij

1.644

‒ 1.317

327

 

Mestbeleid

552

‒ 552

0

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

18.741

17.206

35.947

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

3.805

667

4.472

 

Integraal voedselbeleid

1.826

87

1.913

     
 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

17.250

7.822

25.072

 

College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden

3.712

860

4.572

 

Centrale Commissie Dierproeven

2.502

870

3.372

 

Medebewind/voormalige productschappen

687

‒ 187

500

 

Raad voor de Plantenrassen

1.511

369

1.880

 

Keuringsdiensten

8.838

5.910

14.748

     
 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

 

Specifieke uitkeringen

0

0

0

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

11.333

‒ 490

10.843

 

FAO en overige contributies

11.333

‒ 490

10.843

     
 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

7.555

33.000

40.555

 

Storting begrotingsreserve landbouw

1.428

0

1.428

 

Storting begrotingsreserve apurement

2.500

33.000

35.500

 

Storting begrotingsreserve borgstelling

3.627

0

3.627

     
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

12.531

0

12.531

 

Diergezondheidsfonds

12.531

0

12.531

     
 

Ontvangsten

98.400

28.467

126.867

     
 

Ontvangsten

98.400

28.467

126.867

 

Sociaal economische positie boeren

245

360

605

 

ZBO's/RWT's

2.500

0

2.500

 

Agroketens

2.013

4.471

6.484

 

Agrarische innovatie en overig

0

186

186

 

Mestbeleid

7.209

100

7.309

 

Garanties

1.800

0

1.800

 

Weerbare planten en teeltsystemen

1.428

‒ 167

1.261

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.600

1.003

12.603

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

6.515

446

6.961

 

Onttrekkingen begrotingsreserves

65.090

22.068

87.158

Toelichting

Subsidies

Sociaal economische positie boeren

Het subsidiebudget voor Sociaal economische positie boeren wordt verhoogd met € 23,5 mln. De verhoging wordt voor € 22,7 mln. verklaard door een  terugvordering van de Europese Commissie. Deze terugvordering betreft grotendeels ongeveer de eerste helft van de FresQ korting. Op 16 oktober jl. heeft de EC aangegeven dat Nederland een bedrag van circa € 40,0 mln. moet terugbetalen in de zaak FresQ. Dit heeft betrekking op uitbetaalde EU subsidies in de jaren 2009 tot en met 2012 aan de producentenorganisatie FresQ. Op grond van de Europese regelgeving geldt een maximale terugvorderingstermijn van 8 jaar, daarna moeten de financiële gevolgen worden verrekend tussen de Europese Commissie en de lidstaat. Sinds 2021 lopen hier gesprekken over met de Europese Commissie. De EC heeft nu besloten dat Nederland dit bedrag moet terug betalen.

Duurzame veehouderij

Het subsidiebudget voor Duurzame veehouderij wordt met € 108,8 mln. verlaagd. Het budget voor de Lbv/LbvPlus vrijwillige stoppersregeling voor veehouders wordt € 76,2 mln. onderuitputting verwacht en daarom wordt het budget neerwaarts bijgesteld. Deze onderuitputting treedt met name op bij de Lbv. Daar geldt dat een groot deel van de veehouders de maximale doorlooptijd van 6 maanden voor de ondertekening van de overeenkomst, een voorwaarde voor het eerste betaalmoment, benut terwijl in de prognoses is uitgegaan van een kortere doorlooptijd. Er is daarmee van vertraging in de betalingsmomenten.

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

Het subsidiebudget voor Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen wordt met € 6,9 mln. verhoogd. Door het vervallen van de 100% eindejaarsmarge op Klimaatfondsmiddelen konden middelen uit 2023 onverwacht niet worden doorgeschoven, waardoor in 2024 onvoldoende budget was om verplichtingen uit te betalen. Met deze overboeking wordt hier aan tegemoetgekomen. De stijging van het subsidiebudget in 2024 pakt lager uit door het neerwaarts bijstellen van ramingen over diverse kleinere projecten.

Mestbeleid

Het subsidiebudget voor Mestbeleid wordt met € 7,5 mln. verlaagd. Dit komt voornamelijk doordat meerdere projecten vertraging hebben opgelopen of zijn uitgesteld door de wisseling van het kabinet en de benodigde inzet voor de aanpak van de mestmarkt, waaraan in 2024 veel tijd is besteed. Daarnaast wordt in 2024 voor de subsidie Hoogwaardige mestverwerking een lager bedrag uitbetaald dan er budget beschikbaar was.

Opdrachten

Diergezondheid en dierenwelzijn

Het opdrachtenbudget voor Diergezondheid en dierenwelzijn wordt verlaagd met € 17,2 mln. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een onjuist raming van kosten bij de RVO voor I&R die niet juist waren geraamd. Verder maakte de RVO meer kosten voor het in beslag nemen van goederen.

Bijdrage aan ZBO's / RWT's

Bijdrage aan Keuringsdiensten

De bijdrage aan Keuringsdiensten wordt verhoogd met € 5,9 mln. Dit heeft onder meer te maken met een hogere LVVN-bijdrage aan Skal ad € 5,3 mln. door het tijdelijk niet kunnen retribueren van wettelijk verplichte taken, met name op het gebied van import, in 2026.

Storting begrotingsreserve

Begrotingsreserve Apurement

De begrotingsreserve Apurement is bedoeld om financiële correcties opgelegd door de Europese Commissie met betrekking tot het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid op te vangen. De begrotingsreserve Apurement wordt aangevuld met totaal € 33,0 mln. Dit bedrag bestaat uit een extra storting vanuit het Rijk (€ 31,0 mln.) en bijdragen vanuit de provincies (€ 2,0 mln. voor 2023 en 2024). De € 31,0 mln. van het Rijk betreft een overheveling van artikel 51 naar artikel 21 ten behoeve van het aanvullen van de begrotingsreserve Apurement.

Ontvangsten

Ontvangsten

Dit is de onttrekking uit de begrotingsreserve Apurement voor de bij subsidies sociaal economische positie boeren genoemde terugbetaling aan de Europese Commissie (€ 22,7 mln.).

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 (bedragen x € 1.000)

22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

3.799.626

‒ 146.526

3.653.100

     
 

Uitgaven

1.947.943

‒ 120.990

1.826.953

     
 

Subsidies (regelingen)

109.540

‒ 8.836

100.704

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

11.701

‒ 173

11.528

 

Natuur en Biodiversiteit op land

52.070

881

52.951

 

Beheer Kroondomeinen

763

‒ 2

761

 

Duurzame visserij

33.198

‒ 11.164

22.034

 

Overige stelsel activiteiten

7.908

499

8.407

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

3.900

1.123

5.023

     
 

Leningen

26.345

‒ 4.200

22.145

 

Leningen rente en aflossing

26.345

‒ 4.200

22.145

     
 

(Schade)vergoeding

1.900

0

1.900

 

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

1.900

0

1.900

     
 

Opdrachten

89.001

‒ 38.475

50.526

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

8.875

‒ 5.879

2.996

 

Natuur en Biodiversiteit op land

51.805

‒ 27.226

24.579

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

14.039

‒ 1.510

12.529

 

Duurzame visserij

6.696

‒ 2.988

3.708

 

Internationale Samenwerking

2.675

‒ 173

2.502

 

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

4.911

‒ 699

4.212

     
 

Bijdrage aan agentschappen

16.110

387

16.497

 

Rijkswaterstaat

14.389

241

14.630

 

Rijksvastgoedbedrijf

1.630

‒ 630

1.000

 

Overige agentschappen

91

776

867

     
 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

32.782

1.953

34.735

 

Staatsbosbeheer

32.629

60

32.689

 

Overige ZBO's

153

1.893

2.046

     
 

Bijdrage aan medeoverheden

1.669.190

‒ 71.819

1.597.371

 

Caribisch Nederland

8.046

‒ 7.342

704

 

Specifieke uitkering

1.661.144

‒ 64.477

1.596.667

     
 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.841

0

1.841

 

Internationale Samenwerking

1.841

0

1.841

     
 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.234

0

1.234

 

Storting begrotingsreserve visserij

1.234

0

1.234

     
 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

 

Bijdrage aan provinciefonds

0

0

0

     
 

Ontvangsten

45.329

16.379

61.708

     
 

Ontvangsten

45.329

16.379

61.708

 

Landinrichtingsrente

22.845

‒ 431

22.414

 

Verkoop gronden

500

‒ 500

0

 

Overige ontvangsten natuur

11.994

16.970

28.964

 

Duurzame visserij

9.990

340

10.330

Toelichting

Subsidies

Duurzame Visserij

Het subsidiebudget van Duurzame visserij wordt met € 11,2 mln. verlaagd. Dit behelst verschillende mutaties, waaronder een terugbetalingen van voorschotten van € 5,0 mln. aan de Provincie Flevoland en € 1,3 mln. aan Rijkswaterstaat voor de Saneringsregeling IJsselmeervisserij waar geen gebruik van gemaakt is. Daarnaast zijn er minder inschrijvingen op de Energie Efficiëntieregeling Visserij dan verwacht waardoor er sprake was van onderuitputting van € 3,5 mln.

Opdrachten

Natuur en Biodiversiteit op land

De opdrachtbudgetten voor Natuur en Biodiversiteit op land worden met € 27,2 mln. verlaagd. Dat heeft verschillende oorzaken, de voornaamste zijnde de onderuitputting op de Piekbelastersaanpak ad € 10,0 mln., hoofdzakelijk doordat de vraag naar zaakbegeleiders achterblijft. Verder is € 8,6 mln. overgeheveld naar het Gemeente- en Provinciefonds voor maatregelen in het kader van natuurbrandpreventie- en mitigatie.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkeringen

Het budget voor Specifieke uitkeringen wordt met € 64,5 mln. verlaagd. Dit betreft voornamelijk middelen voor de indirecte uitvoeringskosten die voor een decentralisatie uitkering (DU) worden overgeheveld naar het Provinciefonds ad € 49,0 mln. Deze middelen zijn bedoeld ter compensatie van apparaatskosten van provincies die niet direct zijn toe te rekenen aan concrete gebiedsprocessen of maatregelen waarvoor de provincies een specifieke uitkering ontvangen op grond van de Regeling provinciale maatregelen landelijk gebied. Daarnaast wordt voor de regeling provinciale maatregelpakketten het deel van de uitgaven van de provincie die btw compensabel zijn ter waarde van € 8,4 mln. overgeheveld naar het BTW compensatiefonds.

Caribisch Nederland

Verder wordt het kasbudget voor Caribisch Nederland wordt met € 7,3 mln. verlaagd. Dit betreft met name een overheveling naar het BES-fonds ten behoeve van van de uitvoering van het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030 en de uitvoeringsagenda's Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Ontvangsten

Overige ontvangsten natuur

De ontvangsten op de post Overige ontvangsten natuur stijgen met € 16,9 mln. Dat komt doordat een aantal provincies eerder dan verwacht ongebruikte middelen van de regeling Maatregel Gerichte Aankoop tranche 1 teruggestort hebben.

3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)

23 Kennis en innovatie

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

 

Verplichtingen

577.099

135.334

712.433

     
 

Uitgaven

347.391

372

347.763

     
 

Subsidies (regelingen)

190.440

4.955

195.395

 

Beleidsondersteunend onderzoek

54.937

21.143

76.080

 

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

57.841

‒ 10.203

47.638

 

Kennisverspreiding en groen onderwijs

77.662

‒ 5.985

71.677

     
 

Opdrachten

17.182

‒ 501

16.681

 

Kennisontwikkeling en innovatie

17.182

‒ 501

16.681

     
 

Bijdrage aan agentschappen

15.282

1.331

16.613

 

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

15.282

1.331

16.613

     
 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

124.487

‒ 5.413

119.074

 

Wageningen Research

124.487

‒ 5.413

119.074

 

ZonMw

0

0

0

     
 

Ontvangsten

9.362

3.484

12.846

     
 

Ontvangsten

9.362

3.484

12.846

 

Kennisontwikkeling en innovatie

9.362

3.484

12.846

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen op artikel 23 worden met 135,3 mln. verhoogd. Hiervan is € 128,1 mln. om enkele wettelijke onderzoekstaken en de kennisbasis voor de jaren 2025 tot en met 2027 meerjarig aan Wageningen Research (WR) te kunnen verplichten. Het resterende bedrag van € 7,2 mln. betreft ophogingen van het verplichtingenbudget voor meerjarige projecten gericht op beleidsondersteunend onderzoek en ophogingen die direct zijn gekoppeld aan de onderstaande kasophogingen.

Subsidies

Subsidie beleidsondersteunend onderzoek

Het subsidiebudget voor beleidsondersteunend onderzoek wordt met € 21,2 mln. verhoogd. Deze verhoging is het saldo van bijdragen vanuit onderbesteding op missiegdreven topsectoren van € 10,2 mln., onderbesteding op de wettelijke onderzoekstaken van € 5 mln. en bijdragen vanuit andere artikelen. Er is een zekere overlap tussen de missies die zijn vastgelegd vanuit missiegedreven topsectoren en de onderzoeken voor beleidsondersteuning en voor de wettelijke taken wordt minder aanvullend gesubsidieerd.

Subsidie kennisverspreiding en groen onderwijs

Het subsidiebudget voor kennisverspreiding en groen onderwijs wordt verlaagd met € 6,0 mln. Dit komt deels door een bijdrage van € 2,7 mln. aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor NWO-SIA Programma Praktijkkennis Voedsel en Groen (PPVG). Ook wordt er € 1,3 mln. overgeheveld naar artikel 24 om de uitvoeringskosten van de RVO voor verschillende projecten te financieren.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Bijdrage ZBO's/RWT's

De uitgaven voor bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt met € 5,6 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutatie van wettelijke onderzoekstaken van € 5 mln. naar beleidsondersteunend onderzoek.

Ontvangsten

Ontvangsten

De ontvangsten op artikel 23 stijgen met € 3,5 mln. Dit komt voort uit de vaststelling van de subsidiebeschikking van WR voor 2022. Omdat het bevoorschotte subsidiebedrag niet volledig is benut, wordt een deel van de subsidie teruggevorderd.

3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24

24 Uitvoering en toezicht

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1+2)

 

Verplichtingen

678.779

15.907

694.686

     
 

Uitgaven

678.779

15.907

694.686

     
 

Bijdrage aan agentschappen

678.779

15.907

694.686

 

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

339.438

13.676

353.114

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

339.341

2.231

341.572

     
 

Ontvangsten

0

5.282

5.282

     
 

Ontvangsten

0

5.282

5.282

 

Agentschappen en overig

0

5.282

5.282

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

De bijdrage aan de NVWA is met € 13,7 mln. verhoogd. Voor € 10,5 mln. komt deze verhoging voort uit de afrekening van een voorschot aan RVO op basis van de jaarrekening.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Hiernaast is de bijdrage aan de RVO per saldo met € 2,2 mln. verhoogd. Er zijn € 5,8 mln. uitvoeringskosten gemaakt voor de Lbv en Lbv-plus. Dit is een gevolg van extra inhuur van medewerkers en extra maatregelen en herstelacties als gevolg van toepassing van de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) en extra vergoeding voor scharrelruimtes. De bijdrage aan RVO is anderzijds met € 5,3 mln. naar beneden bijgesteld door de loonkosten van LVVN medewerkers in het LVVN Attaché Netwerk (LAN).

Ontvangsten

Ontvangsten

De ontvangsten op artikel 24 stijgen met € 5,3 mln. Dit komt voor € 4,3 mln. uit de afrekening van het voorschot van de NVWA uit 2023. Op basis van de NVWA jaarrekening 2023 vindt een verrekening plaats van het LVVN voorschot 2023.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 50 Apparaat

Tabel 8 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x €1000)

50 Apparaat

bedragen x1.000

 

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1+2)

 

Verplichtingen

262.039

252

262.291

     
 

Uitgaven

262.039

252

262.291

     
 

Personele uitgaven

211.180

‒ 8.999

202.181

 

Eigen personeel

186.700

‒ 7.439

179.261

 

Externe inhuur

22.151

‒ 1.811

20.340

 

Overige personele uitgaven

2.329

251

2.580

     
 

Materiële uitgaven

50859

9251

60110

 

ICT

0

500

500

 

Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

8.122

5.427

13.549

 

SSO DICTU

22.613

2.904

25.517

 

Overige materiële uitgaven

20.124

420

20.544

     
 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

     
 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het budget voor personele uitgaven op artikel 50 wordt per saldo met € 9,0 mln. verlaagd. Dit betreft voor het overgrote deel de verlaging in het budget voor eigen personeel. Vacatures worden minder snel vervuld dan verwacht, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld. Daarnaast hebben een aantal technische mutaties plaatsgevonden vanaf de personele uitgaven naar de materiele uitgaven.

Materiële uitgaven

Het budget voor de materiele uitgaven op artikel 50 wordt per saldo met circa € 9,3 mln. verhoogd. Dit komt onder andere door een aantal technische mutaties waarbij budget van personele uitgaven is overgeheveld naar dat van materiële uitgaven. Daarnaast is het budget voor SSO DICTU met € 3,2 mln. verhoogd vanwege stijgende ICT-kosten. Ook is er € 1,9 mln. overgeheveld van de begroting van EZ/KGG ter compensatie van de kosten die EZ/KGG maakt op de gedeelde budgetten voor het Programma Transparantie in Informatie (PTiI).

4.2 Artikel 51 Nog onverdeeld

Tabel 9 Artikel 51 Nog onverdeeld (Bedragen x € 1.000)

51 Nog onverdeeld

 

bedragen x1.000

 
     

Art.

Omschrijving

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1+2)

   

Overige mutaties 2esuppletoire begroting

 
 

Verplichtingen

26.896

‒ 23.287

3.609

     
 

Uitgaven

26.896

‒ 23.287

3.609

     
 

Nog te verdelen

26.896

‒ 23.287

3.609

     
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Artikel 51 is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 51 worden gedaan.

Het budget wordt met € 23,3 mln. verlaagd door verschillende overhevelingen. Er vindt een overheveling plaats van € 12,7 mln. naar het subsidiebudget voor Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen. Daarnaast is er € 6,5 mln. van de klimaatfondsmiddelen die niet meer worden ingezet generaal teruggeboekt in overleg met het ministerie van Klimaat en Groene Groei.

5 Agentschappen

5.1 Agentschapsparagraaf Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Toelichting

De agentschapsparagraaf is in deze Tweede suppletoire begroting niet op genomen. Op basis van de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 wordt een agentschapsparagraaf opgesteld indien de realisatie cumulatief 5% of cumulatief € 20 mln. afwijkt van de begroting. Hier is geen sprake van.

6 Begrotingsfonds

6.1 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)

Toelichting

Voor het Diergezondheidsfonds is geen sprake van wijzigingen in de begroting ten opzichte van de stand bij suppletoire begroting september.

Naar boven