Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 625 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2024‒2025

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

C.C.J. Veldkamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt beschreven welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2024. Zoals uit de onderstaande tabellen blijkt, nemen de uitgaven per saldo af met EUR 850,4 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 10,2 miljoen. Het non-ODA budget neemt af met EUR 857,8 miljoen en het ODA budget neemt toe met EUR 7,44 miljoen met als gevolg dat per saldo een totale mutatie van EUR 850,4 miljoen ontstaat.

Tabel 2 Wijzigingen in HGIS uitgaven vanaf Voorjaarsnota 2024 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

waarvan ODA

Stand uitgaven VJN 2024

12.161,8

7.008,3

Totaal mutaties

‒ 850,4

7,44

Stand uitgaven NJN 2024 (excl. OEK)

12.115,1

7.015,7

Stand uitgaven NJN 2024 (incl. OEK)

11.311,4

7.015,7

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De afname is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingshoofdstukken. In de volgende tabel zijn deze nader uitgesplitst:

Tabel 3 Oorzaken uitgavenmutaties HGIS vanaf Voorjaarsnota 2024 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

waarvan ODA

1. Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non ODA)

16,7

0

2. Overboekingen van en naar de HGIS

0,8

0

3. Desaldering op ontvangsten

17,7

0

4. Kasschuif

‒ 4,8

0

5. Onderuitputting huisvesting

0

0

6. Verwachte onderuitputting

‒ 77,2

0

7. Oekraïne

‒ 803,7

7,44

Totaal

‒ 850,4

7,44

Toelichting uitgaven:Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo af met EUR 850,4 miljoen ten opzichte van de stand die in de Voorjaarsnota 2024 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  • 1. Macrobijstellingen: normaliter wordt de omvang van de HGIS bijgesteld op basis van de wijzigingen die opgenomen zijn in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product. Het kabinet heeft ervoor gekozen om nu de aanpassing van de BNI-raming als gevolg van de MEV niet te verwerken in het ODA budget. Hierdoor blijft het ODA budget ongewijzigd. Het non-ODA budget wordt wel bijgesteld en stijgt met EUR 16,7 miljoen.

  • 2. Overboekingen van en naar HGIS: er vindt een aantal relatief kleine overboekingen plaats van en naar de HGIS, waardoor het non-ODA deel van het HGIS budget per saldo toeneemt met EUR 0,8 miljoen.

  • 3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 17,7 miljoen. Dit is met name het gevolg van o.a. hogere consulaire ontvangsten en hogere ontvangsten als gevolg van een restitutie vanuit het stopgezette Afghan National Army (ANA) Trust Fund van de NAVO.

  • 4. Kasschuif: op het terrein van non-ODA worden er middelen naar latere jaren geschoven op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Economische Zaken (EZ).

  • 5. Toevoeging middelenafspraak huisvesting (verwachte onderuitputting op huisvesting): er is geen mutatie.

  • 6. Verwachte onderuitputting: binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken (circa EUR 37 miljoen) en het ministerie van Defensie (EUR 40 miljoen). Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.

  • 7. Oekraïne: de mutatie van EUR 803,7 miljoen is voornamelijk het gevolg van een kasschuif van Oekraïne budget op de begroting van het ministerie van Defensie.

Tabel 4 Wijzigingen in HGIS ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2024 (bedragen x EUR 1 miljoen)

Uitgaven

Totaal

waarvan ODA

Stand ontvangsten VJN 2024

555,1

62,7

Totaal mutaties

‒ 10,2

0

Stand ontvangsten NJN 2024

544,9

62,7

Toelichting ontvangsten:

  • De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 10,2 miljoen. Dit is met name het gevolg van een kasschuif van 2024 naar 2025 op de begroting van Defensie met betrekking tot Oekraïne.

  • Het ODA deel van EUR 62,7 miljoen blijft ongewijzigd.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

UitgavenIn dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 350 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Tabel 5 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2024

Vastgestelde begroting 2024

 

12.790.108

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

12.202.860

Stand suppletoire begroting september 2024

 

11.792.696

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Bijdrage OESO

1.1

7.289

2) Bijdrage Internationaal Strafhof

1.1

5.041

3) Stabiliteitsfonds

2.4

7.085

4) Overige

2.4

‒ 7.200

5) Afdrachten aan de Europese Unie

3.1

‒ 608.269

6) Invoerrechten aan de Europese Unie

3.6

275.804

7) Consulaire informatiesystemen

4.1

5.049

8) Personeelsuitgaven

7.1.13

13.200

9) Materiële uitgaven

7.1.14

‒ 46.920

10) Overige mutaties

 

‒ 1.043

   

Stand 2e suppletoire begroting 2024

 

11.442.732

Toelichting

Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage OESOHet uitgavenbudget laat een stijging zien van EUR 7,3 miljoen omdat de jaarlijkse bijdrage in 2024 hoger uitvalt dan verwacht en vanwege de vooruitbetaling van de contributie aan de OESO.

Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage Internationaal StrafhofHet budget hiervoor stijgt vanwege de vooruitbetaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof.

Artikelonderdeel 2.4 StabiliteitsfondsDe stijging van het budget voor het Stabiliteitsfonds wordt veroorzaakt door een desaldering van de terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust fund en door een overheveling van EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting ten behoeve van hulp aan Gaza.

Artikelonderdeel 2.4 OverigeDit uitgavenbudget daalt met EUR 7,2 miljoen. Dit is met name het gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende artikelonderdelen.

Artikelonderdeel 3.1 BNI-afdrachten aan de Europese UnieDe afdrachten aan de Europese Unie dalen met EUR 608,3 miljoen. Dit is het gevolg van de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5). Daarin is sprake van een toename van geraamde ontvangen boetes en strafbetalingen die zorgen voor EUR 170 miljoen lagere Nederlandse bni-afdrachten en een lager voorzien betalingsniveau van de Europese Commissie wat leidt tot EUR 437,9 miljoen lagere afdrachten.

Artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese UnieDe stijging van de Invoerrechten aan de Europese Unie wordt veroorzaakt door een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 1,2 miljoen, een technische correctie op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een actualisatie van de invoerrechten om de raming van het Ministerie van Financiën aan te laten sluiten bij de raming van de Europese Commissie (EUR 269,4 miljoen).

Artikelonderdeel 4.1 Consulaire informatiesystemenDe uitgaven voor consulaire informatiesystemen stijgen door de ontwikkeling van de systemen die nodig zijn voor de consulaire dienstverlening ten tijde van crisis. Het gaat om de ontwikkeling van nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de instandhouding van bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen.

Artikelonderdeel 7.1.13 PersoneelsuitgavenDe personeelsuitgaven stijgen met EUR 13,2 miljoen vanwege de hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële uitgavenDe materiële uitgaven laten per saldo een daling zien van EUR 46,9 miljoen. Dit betreft de som van onder andere een verhoging van het ICT-budget met EUR 10 miljoen, het niet volledig besteden van het budget voor de Hoog Risico posten (EUR 34,8 miljoen) en een lagere uitputting voor de reguliere huisvestingskosten (EUR 11 miljoen).

Ontvangsten In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 100,2 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2024

Vastgestelde begroting 2024

 

4.075.549

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

3.913.048

Stand suppletoire begroting september 2024

 

3.749.298

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's

2.40

5.085

2) Perceptiekostenvergoeding

3.10

72.700

3) Europees herstelfonds

3.11

‒ 118.079

4) Consulaire diensten aan vreemdelingen

4.20

7.400

5) Overige mutaties

 

5.219

   

Stand 2e suppletoire begroting 2024

 

3.721.623

Toelichting

Artikelonderdeel 2.40 Veiligheid en stabiliteit restitutie programma'sDe ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

Artikelonderdeel 3.10 PerceptiekostenvergoedingDe ontvangsten worden naar boven bijgesteld met in totaal EUR 72,7 miljoen. Dit komt enerzijds door een TEM-nabetaling aan de Europese Unie waarmee een EUR 143.000 hogere perceptiekostenvergoeding samenhangt. Daarnaast vindt een technische correctie plaats op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding met EUR 67,3 miljoen (zie ook kopje Uitgaven, artikelonderdeel 3.6). Bij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect.

Artikelonderdeel 3.11 Europees herstelfondsDoor een technische bijstelling van het totaal aan ontvangsten van het Herstel en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 wordt de stand van 2024 met EUR 118 miljoen naar beneden bijgesteld. Het totaal gereserveerde bedrag voor Nederland loopt namelijk niet gelijk met de omvang van de individuele betaalverzoeken. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de resterende technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na 2024.

Artikelonderdeel 4.20 Consulaire diensten aan vreemdelingen De ontvangsten op dit artikel stijgen door een hogere visa-uitgifte dan oorspronkelijk geraamd.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

115.771

10.228

125.999

     
 

Uitgaven

147.404

10.214

157.618

     

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

59.260

9.664

68.924

 

Subsidies (regelingen)

1.725

500

2.225

 

Internationaal recht

1.615

500

2.115

 

Accountability Oekraïne

110

0

110

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

57.535

9.164

66.699

 

Verenigde Naties

40.000

134

40.134

 

OESO

2.345

7.289

9.634

 

Internationaal Strafhof

50

5.041

5.091

 

Internationaal recht

3.000

0

3.000

 

Accountability Oekraïne

12.140

‒ 3.300

8.840

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

68.902

50

68.952

 

Subsidies (regelingen)

20.164

896

21.060

 

Mensenrechtenfonds

20.164

896

21.060

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

48.738

‒ 846

47.892

 

Mensenrechtenfonds

39.088

‒ 846

38.242

 

Mensenrechten multilateraal

9.650

0

9.650

1.3

Gastandbeleid internationale organisaties

19.242

500

19.742

 

Subsidies (regelingen)

6.950

0

6.950

 

Carnegiestichting

6.950

0

6.950

 

Bijdrage aan agentschappen

10.611

0

10.611

 

Vredespaleis

10.611

0

10.611

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.681

500

2.181

 

Internationaal Strafhof

796

0

796

 

Nederland Gastland

885

500

1.385

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

Toelichting

VerplichtingenGeen toelichtingen

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 100% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 1.1Het budget voor artikelonderdeel 1.1 stijgt in 2024 vanwege de vooruitbetaling van de contributies aan de OESO en het Internationaal Strafhof. Daarnaast valt de jaarlijkse bijdrage aan de OESO in 2024 hoger uit dan verwacht.

Artikelonderdeel 1.3In het kader van het gastlandbeleid van Nederland, wordt er EUR 500.000 extra vrijgemaakt voor de versterking van het hek rondom het OPCW gebouw.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en stabiliteit (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

375.507

‒ 41.917

333.590

     
 

Uitgaven

295.128

2.335

297.463

     

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

36.868

2.229

39.097

 

Subsidies (regelingen)

565

0

565

 

Atlantische Commissie

565

0

565

 

Opdrachten

12.000

1.874

13.874

 

NAVO-top Nederland 2025

12.000

1.874

13.874

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

24.303

355

24.658

 

NAVO

14.800

0

14.800

 

WEU

740

90

830

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2.428

415

2.843

 

Veiligheidsfonds

6.335

‒ 150

6.185

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

19.207

0

19.207

 

Subsidies (regelingen)

14.007

‒ 1.095

12.912

 

Anti-terrorisme instituut

630

0

630

 

Contra-terrorisme

7.920

‒ 1.000

6.920

 

Cyber security

4.032

‒ 405

3.627

 

Global Forum on Cyber Expertise

1.425

310

1.735

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.200

1.095

6.295

 

Contra-terrorisme

880

1.000

1.880

 

Cyber security

4.320

95

4.415

2.3

Wapenbeheersing

11.227

350

11.577

 

Opdrachten

1.455

350

1.805

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

465

550

1.015

 

Conferentie REAIM en follow up

990

‒ 200

790

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

9.772

0

9.772

 

IAEA

7.592

0

7.592

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1.980

0

1.980

 

CTBTO

200

0

200

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

194.154

‒ 820

193.334

 

Subsidies (regelingen)

34.055

‒ 654

33.401

 

Nederland Helsinki Comité

28

0

28

 

Stabiliteitsfonds

30.000

0

30.000

 

Training buitenlandse diplomaten

4.027

‒ 654

3.373

 

Opdrachten

3.170

163

3.333

 

Makandra

3.170

163

3.333

 

Bijdrage aan agentschappen

343

61

404

 

Makandra

343

61

404

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

156.586

‒ 390

156.196

 

OVSE

6.000

‒ 350

5.650

 

Stabiliteitsfonds

59.759

7.085

66.844

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

82.937

0

82.937

 

Overige

7.200

‒ 7.200

0

 

Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit

690

75

765

 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

33.672

576

34.248

 

Subsidies (regelingen)

19.609

‒ 813

18.796

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

15.813

576

16.389

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

3.796

‒ 1.389

2.407

 

Opdrachten

4.563

1.660

6.223

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4.563

1.660

6.223

 

Bijdrage aan agentschappen

1.099

70

1.169

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

648

70

718

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

451

0

451

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

8.401

‒ 341

8.060

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

8.401

‒ 341

8.060

     
 

Ontvangsten

1.000

5.085

6.085

     

Toelichting

VerplichtingenHet verplichtingenbudget van artikel 2 daalt in 2024 met bijna EUR 42 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een verlaging van het verplichtingenbudget van het Stabiliteitsfonds met EUR 80 miljoen, omdat een ontmijningstender pas in 2025 wordt toegekend. Voor de NAVO-top 2025 worden voor EUR 32 miljoen nieuwe verplichtingen aangegaan voor de huur van de locatie en benodigde ICT voor de top.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 93% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 2.1Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is met name het gevolg van de verhoging van het budget voor de NAVO-top 2025 voor een eerste aanbetaling voor de locatie.

Artikelonderdeel 2.4Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde daalt in 2024. Dit is met name het gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende artikelonderdelen. Op het Stabiliteitsfonds worden terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust Fund opnieuw ingezet ten behoeve van een bijdrage aan het programma Moldova Information and Communications Technology Support. Tot slot wordt EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting overgeheveld naar het Stabiliteitsfonds voor hulp aan Gaza.

OntvangstenArtikelonderdeel 2.40 De ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese samenwerking (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

10.139.327

‒ 331.148

9.808.179

     
 

Uitgaven

10.078.686

‒ 331.148

9.747.538

     

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

5.876.571

‒ 608.269

5.268.302

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.876.571

‒ 608.269

5.268.302

 

BNI-afdrachten

4.173.831

‒ 608.269

3.565.562

 

BTW-afdrachten

1.467.432

0

1.467.432

 

Plastic-grondslag

235.308

0

235.308

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

71.652

0

71.652

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

71.652

0

71.652

 

Europees Ontwikkelingsfonds

71.652

0

71.652

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

20.442

993

21.435

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

20.442

993

21.435

 

Raad van Europa

13.181

993

14.174

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank

7.261

0

7.261

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

5.599

324

5.923

 

Subsidies (regelingen)

348

0

348

 

EIPA

348

0

348

 

Opdrachten

525

0

525

 

Europa College beurzenprogramma

190

0

190

 

EU-sanctiebeleid

335

0

335

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.726

324

5.050

 

Benelux bijdrage

4.726

324

5.050

3.5

Europese Vredesfaciliteit

154.908

0

154.908

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

154.908

0

154.908

 

Europese Vredesfaciliteit

154.908

0

154.908

3.6

Invoerrechten aan de Europese Unie

3.949.514

275.804

4.225.318

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.949.514

275.804

4.225.318

 

Invoerrechten

3.949.514

275.804

4.225.318

     
 

Ontvangsten

3.639.943

‒ 45.460

3.594.483

     

Toelichting

VerplichtingenHet verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt af. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 99% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 3.1De BNI-afdrachten aan de Europese Unie nemen af met EUR 608,3 miljoen vanwege twee oorzaken:

  • 1. Hogere boetes en strafbetalingen (-EUR 170,3 miljoen)Op 10 oktober publiceerde de Commissie de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5). Hierin is een actualisatie van zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde van de begroting gepresenteerd. DAB5 bevat een stijging van de inkomsten met EUR 2,8 miljard door hoger dan geraamde ontvangen boetes en strafbetalingen. Deze hogere overige inkomsten vanuit boetes (o.a. schending van de mededingingsregels) zorgen voor EUR 170,3 miljoen lagere Nederlandse bni-afdrachten.

  • 2. Bijstelling raming Nederlandse afdrachten door het lager voorziene betalingsniveau van de Europese Commissie (-EUR 437,9 miljoen)Normaal gesproken is de Nederlandse raming van de EU-afdrachten gebaseerd op het maximale bedrag dat de Europese Unie in dat jaar vanuit haar begroting mag uitgeven (de maximale inzet van het MFK-betalingenplafond inclusief de speciale instrumenten). Eerder dit jaar is de Nederlandse raming bij de Voorjaarsnota aangepast vanwege een verwachte onderuitputting van de EU-begroting. De vijfde aanvullende begroting (DAB5) geeft het Europees betalingsniveau voor 2024 op EUR 149,7 miljard weer. Aangezien DAB5 de laatste aanvullende begroting van 2024 is, is het betalingenniveau zoals door de Commissie geraamd de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2024. Daarom is besloten om in de Nederlandse raming van de EU-afdrachten het betalingenniveau zoals door de Commissie in DAB5 geraamd over te nemen. Het betalingenniveau van de Commissie, inclusief de maximale inzet van speciale instrumenten, ligt circa EUR 7,2 miljard lager dan het betalingenniveau waarop de Nederlandse ramingen vóór deze bijstelling waren gebaseerd. Deze bijstelling betekent een verlaging van de raming van de Nederlandse bni-afdracht in 2024 met EUR 437,9 miljoen. Het is hierbij van belang om te melden dat een deel van deze onbenutte middelen via de inzet van speciale instrumenten kan worden doorgeschoven naar latere jaren in het MFK. Dit gebeurt ieder jaar in de technische aanpassing die in juli verschijnt. Dan wordt duidelijk wat de gevolgen zullen zijn van de Europese onderuitputting in 2024 voor de Nederlandse afdrachten in 2025-2027.

Artikelonderdeel 3.6De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie worden naar boven bijgesteld met EUR 275,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

  • 1. TEM-nabetalingEr is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 1,2 miljoen in 2024 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers.

  • 2. Correcties TEM-nabetalingenEr vindt een correctie van EUR 5,208 miljoen plaats op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota, omdat het gebruikelijk is de totale invoerrechtenstand te muteren en daarnaast een mutatie op te nemen voor de perceptiekostenvergoeding (in de meeste gevallen 25% van het totaal, in enkele gevallen was dit 20% afhankelijk van het betreffende jaar). Deze uitsplitsing in twee mutaties was niet gedaan in de Miljoenennota, daardoor hoogt deze mutatie in de 2e suppletoire begroting de invoerrechtenstand (en ook de perceptiekostenvergoeding stand, zie artikelonderdeel 3.10) alsnog op tot dit totaal.

  • 3. Actualisatie invoerrechtenBij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten naar boven bijgesteld met EUR 269,4 miljoen en de perceptiekostenvergoeding naar boven bijgesteld met 67,3 miljoen.

OntvangstenArtikelonderdeel 3.10De raming van de perceptiekostenvergoeding stijgt met EUR 72,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de correctie TEM-nabetalingen (EUR 5,2 miljoen) en een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding (EUR 67,3 miljoen) zoals toegelicht bij artikelonderdeel 3.6. Daarnaast leidt de bij artikelonderdeel 3.6 genoemde TEM-nabetaling van EUR 1,2 miljoen tot een EUR 143.000 hogere perceptiekostenvergoeding.

Artikelonderdeel 3.11Dit betreft een technische bijstelling van het totaal aan ontvangsten van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 van EUR -118 miljoen. Bij de wijziging van het HVP in oktober 2023 is het totaal gereserveerde bedrag voor Nederland toegenomen met EUR 735 miljoen, naar EUR 5,4 miljard. Dit aanvullende bedrag is in september 2023, een maand eerder, opgenomen in de begroting van 2024, door de ontvangsten in 2026 op te hogen met EUR 735 miljoen. Deze ophoging loopt echter niet gelijk met de omvang van de individuele betaalverzoeken, die in het in 2023 gewijzigde plan ook zijn aangepast. Om dit gelijk te stellen wordt de stand van 2024 met EUR 118 miljoen naar beneden bijgesteld. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de resterende technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na 2024. Meerjarig is het effect van deze technische bijstelling op de totale raming beperkt. Bij de mutatie in de eerste suppletoire begroting 2024 is de ontvangst van het tweede betaalverzoek van EUR 1,185 miljard van 2024 naar 2025 verplaatst, omdat deze middelen naar verwachting in 2025 worden uitbetaald. Die mutatie staat wel gelijk aan de gewijzigde omvang van het tweede betaalverzoek (EUR 1,185 miljard).

Geldstromen richting de EU

Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van: – Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plasticafdrachten); – Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten); – Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding – Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie

Tabel 10 Extracomptabel overzicht van de mutaties nationale afdrachten, invoerrechten, ontvangsten EU en vertragingsrente

Begroting

Art.

Nederland

Stand suppletoire begroting september 2024

Mutaties 2e suppletoire begroting 2024

Stand 2e suppletoire begroting 2024

V (BZ)

3.1

Nationale afdrachten

5 876 571

‒ 608 269

5 268 302

  

Bni-afdracht

4 173 831

‒ 608 269

3 565 562

  

Btw-afdracht

1 467 432

0

1 467 432

  

Plastic

235 308

0

235 308

V (BZ)

3.6

Invoerrechten

3 949 514

275 804

4 225 318

V (BZ)

3.10

Ontvangsten EU

2 188 838

72 700

2 261 538

  

Perceptiekostenvergoeding

982 248

72 700

1 054 948

  

Overige ontvangsten EU

1 206 590

0

1 206 590

IX (FIN)

9.44.2

Vertragingsrente

219

0

219

Totaal

7 637 466

‒ 405 165

7 232 301

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

76.562

14.188

90.750

     
 

Uitgaven

72.290

13.325

85.615

     

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

16.561

4.350

20.911

 

Subsidies (regelingen)

2.825

‒ 699

2.126

 

Gedetineerdenbegeleiding

2.825

‒ 699

2.126

 

Inkomensoverdrachten

540

0

540

 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

 

Opdrachten

13.196

5.049

18.245

 

Consulaire bijstand

384

0

384

 

Reisdocumenten en verkiezingen

5.048

0

5.048

 

Consulaire opleidingen

400

0

400

 

Consulaire informatiesystemen

7.364

5.049

12.413

4.2

Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

22.018

4.413

26.431

 

Opdrachten

20.990

3.840

24.830

 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

 

Visumverlening

2.058

0

2.058

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

 

Consulaire informatiesystemen

18.702

3.840

22.542

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.028

573

1.601

 

Bijdragen asiel en migratie

1.028

573

1.601

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8.433

419

8.852

 

Subsidies (regelingen)

4.597

48

4.645

 

Internationaal cultuurbeleid

4.597

48

4.645

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.836

371

4.207

 

Internationaal cultuurbeleid

3.836

371

4.207

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

25.278

4.143

29.421

 

Subsidies (regelingen)

10.072

‒ 1.043

9.029

 

Instituut Clingendael

2.050

‒ 1.362

688

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

5.058

175

5.233

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

321

‒ 271

50

 

Publieksdiplomatie

2.043

482

2.525

 

Onderzoeksprogramma

100

299

399

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

200

‒ 66

134

 

Opvolging excuses Slavernijverleden

300

‒ 300

0

 

Opdrachten

10.161

5.481

15.642

 

Adviesraad Internationale Vraagstukken

746

0

746

 

Instituut Clingendael

1.450

2.742

4.192

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1.000

0

1.000

 

Algemene voorlichting

1.390

427

1.817

 

Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten

2.500

600

3.100

 

China-strategie

0

14

14

 

Onderzoeksprogramma

3.075

‒ 196

2.879

 

Kennisplatform Oost-Europa

0

1.888

1.888

 

Conferenties uitdragen Nederlandse waarden en belangen

0

6

6

 

Bijdrage aan agentschappen

1.400

0

1.400

 

Algemene voorlichting

1.000

0

1.000

 

Verkeersnotificaties

400

0

400

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.645

‒ 295

3.350

 

Europese bewustwording

1.063

‒ 427

636

 

Publieksdiplomatie

2.582

132

2.714

     
 

Ontvangsten

78.684

9.900

88.584

     

Toelichting

VerplichtingenDe verplichtingen op artikel 4 stijgen met EUR 14 miljoen met name in verband met de contracten voor de doorontwikkeling van de consulaire informatiesystemen.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 87% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024)

Artikelonderdeel 4.1Er wordt geïnvesteerd in de consulaire informatiesystemen. Het gaat om de ontwikkeling van nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de instandhouding van bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen. Ook stijgen de kosten vanwege de extra inzet van capaciteit die in het afgelopen jaar nodig was door de wereldwijde crises.

Artikelonderdeel 4.2Aangezien het nieuwe consulaire informatiesysteem nog niet af is en de oude nog in de lucht moet worden gehouden, is er extra budget nodig voor de laatste betalingen. Ook wordt er EUR 573.000 toegekend om de contributie aan het Internationaal Centrum voor de Ontwikkeling van Migratiebeleid (ICMPD) te voldoen. Hier is Nederland sinds maart 2023 lid van.

Artikelonderdeel 4.4Er wordt extra geld toegekend aan Instituut Clingendael voor het Progress 2.0 programma, waar het Ministerie van Defensie ook aan bijdraagt. Ook vallen de kosten van werkbezoeken van het Koninklijk Huis aan Denemarken en Zweden hoog uit, waardoor het budget stijgt met EUR 600.000. Kennisplatform Oost-Europa is nu apart zichtbaar op de begroting; hiervoor viel het onder algemene gelden voor onderzoek van Clingendael.

OntvangstenArtikelonderdeel 4.1De verwachte ontvangsten uit paspoorten vallen hoger uit dan eerder gepland. Dit komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn uitgegeven sinds 9 maart 2014 10 jaar geldig zijn.

Artikelonderdeel 4.2Op basis van de huidige cijfers, worden er meer visa-uitgiftes verwacht waardoor de ontvangsten hoger uitvallen.

Artikelonderdeel 4.4Er wordt EUR 1,5 miljoen ontvangen vanuit het Ministerie van Defensie voor het Progress programma.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Tabel 12 Niet-beleidsartikelen Geheim (Bedragen x €1000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

0

0

0

     
 

Uitgaven

0

0

0

     

5.10

Geheim

0

0

0

     
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangstenGeen toelichting.

5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld

Tabel 13 Niet-beleidsartikel 6 Nog onverdeeld (Bedragen x €1000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

17.348

‒ 10.970

6.378

     
 

Uitgaven

17.348

‒ 10.970

6.378

     

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

17.348

‒ 10.970

6.378

 

Nog onverdeeld (HGIS)

17.348

‒ 10.970

6.378

 

Nog onverdeeld (HGIS)

17.348

‒ 10.970

6.378

     
 

Ontvangsten

0

0

0

     

ToelichtingHet geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor zowel het uitkeren van loon- en prijsbijstelling als incidentele initiatieven of tegenvallers binnen de HGIS. Als gevolg van de HGIS najaarstegenvallers en -initiatieven is de mutatie van EUR 11 miljoen verwerkt.Verder valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS aan het einde van dit jaar en wordt via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de komende jaren.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Tabel 14 Apparaatsuitgaven (Bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.153.340

‒ 33.720

1.119.620

     
 

Uitgaven

1.181.840

‒ 33.720

1.148.120

     

7.1

Apparaat

1.181.840

‒ 33.720

1.148.120

7.1.13

Personele uitgaven

679.080

13.200

692.280

7.1.13.1

Eigen personeel

667.080

13.200

680.280

7.1.13.2

Inhuur extern

12.000

0

12.000

7.1.13.3

Overige personele uitgaven

0

0

0

     

7.1.14

Materiële uitgaven

502.760

‒ 46.920

455.840

7.1.14.1

ICT

66.300

10.039

76.339

7.1.14.2

Bijdragen aan SSO's

60.236

‒ 33

60.203

7.1.14.3

Overig materieel

376.224

‒ 56.926

319.298

     

7.10

Ontvangsten

29.671

2.800

32.471

Toelichting

VerplichtingenBij de mutaties binnen het begrotingsartikel Apparaat zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

UitgavenArtikelonderdeel 7.1.13 Personele UitgavenDe uitgaven voor Eigen Personeel stijgen met EUR 13,2 miljoen wegens de hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële UitgavenDe uitgaven voor ICT stijgen wegens de vernieuwing van het contract voor licenties en een verhoogd budget ten behoeve van de inrichting van SAP.

De uitgaven voor Overig materieel dalen met EUR 56,9 miljoen. De belangrijkste mutaties, die hieraan ten grondslag liggen, zijn o.a.:

  • Het budget voor de Hoog Risico (HR) posten wordt in 2024 niet besteed. Dit betreft een bedrag van EUR 34,8 miljoen.

  • Er is een lagere uitputting voor de reguliere huisvestingskosten zoals dienstwoningen, kanselarijen, beveiliging en facilitaire kosten. Dit betreft een bedrag van ongeveer EUR 11 miljoen.

  • Verder zijn de budgetten voor juridische kosten gestegen met EUR 3,2 miljoen door enkele rechtszaken.

OntvangstenArtikelonderdeel 7.10De mutatie van EUR 2,8 miljoen betreft een incidentele meerontvangst op de in 2023 ingediende vorderingen van loonkosten lokaal personeel bij andere vakdepartementen.

Naar boven