36 613 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

Onderdeel 2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Onderdeel 3 bevat een tabel met budgettaire gevolgen bij de niet-beleidsartikelen. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in

€ miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Versterkte Internationale Rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterkte Internationale Rechtsorde (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

148.771

– 33.000

115.771

         
 

Uitgaven

180.404

– 33.000

147.404

         

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

92.260

– 33.000

59.260

 

Subsidies (regelingen)

34.615

– 32.890

1.725

 

Internationaal recht

34.615

– 33.000

1.615

 

Accountability Oekraïne

0

110

110

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

57.645

– 110

57.535

 

Verenigde Naties

40.000

0

40.000

 

OESO

2.345

0

2.345

 

Internationaal Strafhof

50

0

50

 

Internationaal recht

15.250

– 12.250

3.000

 

Accountability Oekraïne

0

12.140

12.140

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

68.902

0

68.902

 

Subsidies (regelingen)

20.164

0

20.164

 

Mensenrechtenfonds

20.164

0

20.164

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

48.738

0

48.738

 

Mensenrechtenfonds

39.088

0

39.088

 

Mensenrechten multilateraal

9.650

0

9.650

1.3

Gastandbeleid internationale organisaties

19.242

0

19.242

 

Subsidies (regelingen)

6.950

0

6.950

 

Carnegiestichting

6.950

0

6.950

 

Bijdrage aan agentschappen

10.611

0

10.611

 

Vredespaleis

10.611

0

10.611

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.681

0

1.681

 

Internationaal Strafhof

796

0

796

 

Nederland Gastland

885

0

885

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Artikelonderdeel 1.1

Het budget van artikelonderdeel 1.1 daalt in 2024 als gevolg van een kasschuif van EUR 33 miljoen, waarmee het budget voor de verbouwing van het toekomstige agressietribunaal voor Oekraïne wordt doorgeschoven naar 2026. Daarnaast wordt binnen het artikelonderdeel 1.1 het budget voor accountability Oekraïne overgeheveld naar nieuwe budgetplaatsen.

2.2 Artikel 2 Veiligheid en Stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Veiligheid en Stabiliteit (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

374.667

840

375.507

         
 

Uitgaven

294.288

840

295.128

         

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

36.898

– 30

36.868

 

Subsidies (regelingen)

565

0

565

 

Atlantische Commissie

565

0

565

 

Opdrachten

12.000

0

12.000

 

NAVO-top Nederland 2025

12.000

0

12.000

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

24.333

– 30

24.303

 

NAVO

14.800

0

14.800

 

WEU

740

0

740

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

2.428

0

2.428

 

Veiligheidsfonds

6.365

– 30

6.335

2.2

Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme

19.027

180

19.207

 

Subsidies (regelingen)

13.827

180

14.007

 

Anti-terrorisme instituut

630

0

630

 

Contra-terrorisme

7.920

0

7.920

 

Cyber security

3.852

180

4.032

 

Global Forum on Cyber Expertise

1.425

0

1.425

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.200

0

5.200

 

Contra-terrorisme

880

0

880

 

Cyber security

4.320

0

4.320

2.3

Wapenbeheersing

11.227

0

11.227

 

Opdrachten

1.455

0

1.455

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

465

0

465

 

Conferentie REAIM en follow up

990

0

990

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

9.772

0

9.772

 

IAEA

7.592

0

7.592

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

1.980

0

1.980

 

CTBTO

200

0

200

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

193.464

690

194.154

 

Subsidies (regelingen)

34.055

0

34.055

 

Nederland Helsinki Comité

28

0

28

 

Stabiliteitsfonds

30.000

0

30.000

 

Training buitenlandse diplomaten

4.027

0

4.027

 

Opdrachten

3.170

0

3.170

 

Makandra

3.170

0

3.170

 

Bijdrage aan agentschappen

343

0

343

 

Makandra

343

0

343

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

155.896

690

156.586

 

OVSE

6.000

0

6.000

 

Stabiliteitsfonds

59.759

0

59.759

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

82.937

0

82.937

 

Overige

7.200

0

7.200

 

Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit

0

690

690

 

Nog te verdelen

0

0

0

 

Nog te verdelen

0

0

0

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

33.672

0

33.672

 

Subsidies (regelingen)

19.609

0

19.609

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

15.813

0

15.813

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

3.796

0

3.796

 

Opdrachten

4.563

0

4.563

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

4.563

0

4.563

 

Bijdrage aan agentschappen

1.099

0

1.099

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

648

0

648

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA

451

0

451

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

8.401

0

8.401

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka

8.401

0

8.401

         
 

Ontvangsten

1.000

0

1.000

Toelichting

Geen toelichtingen.

2.3 Artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

10.302.945

– 163.618

10.139.327

         
 

Uitgaven

10.473.658

– 394.972

10.078.686

         

3.1

Afdrachten aan de Europese Unie

5.361.307

515.264

5.876.571

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.361.307

515.264

5.876.571

 

BNI-afdrachten

3.663.878

509.953

4.173.831

 

BTW-afdrachten

1.461.809

5.623

1.467.432

 

Plastic-grondslag

235.620

– 312

235.308

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

71.652

0

71.652

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

71.652

0

71.652

 

Europees Ontwikkelingsfonds

71.652

0

71.652

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

20.442

0

20.442

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

20.442

0

20.442

 

Raad van Europa

13.181

0

13.181

 

Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank

7.261

0

7.261

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie

5.599

0

5.599

 

Subsidies (regelingen)

348

0

348

 

EIPA

348

0

348

 

Opdrachten

525

0

525

 

Europa College beurzenprogramma

190

0

190

 

EU-sanctiebeleid

335

0

335

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.726

0

4.726

 

Benelux bijdrage

4.726

0

4.726

3.5

Europese Vredesfaciliteit

430.658

– 275.750

154.908

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

430.658

– 275.750

154.908

 

Europese Vredesfaciliteit

430.658

– 275.750

154.908

3.6

Invoerrechten aan de Europese Unie

4.584.000

– 634.486

3.949.514

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.584.000

– 634.486

3.949.514

 

Invoerrechten

4.584.000

– 634.486

3.949.514

         
 

Ontvangsten

3.803.693

– 163.750

3.639.943

Toelichting

Artikelonderdeel 3.1

DAB4 – Lenteraming

In de vierde aanvullende Europese begroting (draft amending budget 4, DAB4 2024) actualiseert de Commissie de begroting op basis van de meest recente economische ramingen voor de eigen middelen, op basis van de Lenteraming en de cijfers die zijn vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). Dit heeft een effect op de raming van de invoerrechten en de plastic-, btw- en bni-afdracht.

De raming van de bni-afdracht stijgt als gevolg van een update van de ACOR cijfers met EUR 456 miljoen in 2024. Dit wordt voor circa EUR 240 miljoen veroorzaakt doordat de Commissie de invoerrechten op EU-niveau in 2024 en 2025 fors lager raamt dan eerder verwacht, als gevolg van ontwikkelingen in de wereldhandel. Door de daling van de invoerrechten dalen de inkomsten van de Europese begroting, wat leidt tot hogere bni-afdrachten van de lidstaten, omdat de bni-afdracht de sluitpost van de Europese begroting is. Daarnaast ligt het Nederlandse bni de komende jaren relatief t.o.v. de EU als totaal hoger dan eerder verwacht. Het Nederlandse bni-aandeel neemt toe van 5,9% naar 6,1%. Dit leidt ook tot een stijging van de Nederlandse bni-afdracht. Circa 50% van de stijging van de raming komt door de relatieve stijging van het Nederlandse bni, de andere 50% door lager dan verwachte invoerrechten. De btw-afdrachten stijgen ook als gevolg van de economische ontwikkeling, met circa EUR 6 miljoen in 2024.

Technische aanpassingen

In de jaarlijkse technische aanpassing van het MFK past de Commissie, zoals afgesproken in artikel 4 van de MFK-verordening, de plafonds van het MFK aan op een aantal punten. Zo worden de MFK-plafonds door de Commissie geactualiseerd met de standaard afgesproken MFK-deflator van 2%. Dit is in de raming van de Nederlandse afdrachten reeds verwerkt. De actualisatie van de speciale instrumenten en de boete-opbrengsten hebben gevolgen voor het MFK-betalingenplafond. Aangezien de raming van de Nederlandse EU-afdrachten gebaseerd is op het MFK-betalingenplafond plus de maximale omvang van de speciale instrumenten, wijzigt dientengevolge ook de raming van de Nederlandse bni-afdracht.

In het voorstel voor de Europese jaarbegroting 2025 actualiseert de Commissie de verwachte bijdrage van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord. De bijdrage van het VK valt voor 2.024 EUR 1,3 miljard lager uit dan in de Nederlandse raming van de EU-afdrachten eerder werd verwacht. Deels omdat er vertraging is in alle betalingen voor cohesie en landbouw en bij andere programma’s. Daardoor zijn er minder betalingen in totaal gedaan, dus ook van het VK. Daarnaast wordt ieder jaar in het voorstel voor de Europese jaarbegroting de korting die Nederland en enkele andere lidstaten krijgen op de bni-afdracht geactualiseerd op basis van de meest recente deflator voor het bbp, zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit. Deze mutaties leiden per saldo tot een opwaartse bijstelling van de raming van de bni-afdracht in 2024 van circa EUR 52 miljoen.

Surplus EU-begroting

In de tweede aanvullende begroting (draft amending budget 2, DAB2 2024) verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus) van 2023 in de Europese begroting van 2024. Dit surplus over het voorgaande begrotingsjaar wordt ieder jaar verrekend met de EU-afdrachten van de lidstaten middels een aanvullende begroting. Voor Nederland leidt het surplus tot EUR 37 miljoen lagere bni-afdrachten in 2024.

DAB4 – Bijstelling bni- en plastic-afdracht

Aan de hand van de vierde aanvullende Europese begroting (draft amending budget 4, DAB4 2024) wordt de raming van de Nederlandse bni-afdracht naar boven bijgesteld. De oorzaak van deze bijstelling is een EUR 1,5 miljard lagere VK-bijdrage voor 2024 dan in de raming van de Commissie verwacht. Daarnaast zijn ook de overige ontvangsten in het saldo van deze mutatie verwerkt. Deze zijn met EUR 750 miljoen naar boven bijgesteld. Door verwerking van de VK-bijdrage en overige ontvangsten wordt de raming van de Nederlandse bni-afdracht met EUR 42 miljoen naar boven bijgesteld. Tevens is er een meevaller van EUR 3 miljoen verwerkt door een aanpassing in de plastic afdracht op basis van de in juli vastgestelde ACOR cijfers. Cumulatief leiden deze veranderingen tot een hogere geraamde bni-afdracht van EUR 39 miljoen op de Nederlandse raming in 2024. De bni-afdracht is de sluitpost van de Europese begroting.

Jaarlijks worden in het ACOR conform de afspraken in het Eigenmiddelenbesluit de grondslagen van de nationale afdrachten en invoerrechten vastgesteld op basis van de werkelijke ontwikkeling en ramingen voor het huidige jaar en volgende jaar. Deze bijstelling plastic afdracht is een correctie op de ACOR 2024 plastic mutatie die is verwerkt in de BZ-begroting 2024.

Artikelonderdeel 3.5

Op basis van de geactualiseerde meerjarige allocatie van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt het uitgavenbudget voor de Nederlandse EPF-bijdrage voor Oekraïne in 2024 verlaagd met EUR 276 miljoen. Dit bedrag wordt via een kasschuif doorgeschoven naar 2025, 2026 en 2027.

Artikelonderdeel 3.6

Er zijn nabetalingen gedaan met betrekking tot de Traditionele Eigen Middelen (TEM). De Nederlandse douaneautoriteiten voeren een zelfanalyse uit op casussen waarvan de invoerrechten nog niet met zekerheid zijn vastgesteld of nog niet door de lidstaat zijn geïnd. Als gevolg van de zelfanalyses heeft Nederland de aansprakelijkheid op een aantal dossiers geaccepteerd. Dit heeft geleid tot circa EUR 20,5 miljoen aan TEM nabetalingen.

Daarnaast worden de invoerrechten door een technische correctie met EUR 655 miljoen in 2024 naar beneden bijgesteld. Dit is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de MEV-cijfers (raming van het CPB). Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie.

Ontvangsten: Artikelonderdeel 3.10

Er vindt een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding (ontvangsten) plaats bij de MEV, deze hangt samen met de bijstelling van de invoerrechten (uitgaven) en betreft 25% van de bruto invoerrechten.

Geldstromen richting de EU

Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU wordt met ingang van de ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:

  • Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plasticafdrachten);

  • Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);

  • Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding

  • Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie

Tabel 5 extracomptabel overzicht van de mutaties nationale afdrachten, invoerrechten, ontvangsten EU en vertragingsrente

Begroting

Art.

Nederland

Stand 1e suppletoire begroting 2024

Mutaties suppletoire begroting september 2024

Stand suppletoire begroting september 2024

V (BZ)

3.1

Nationale afdrachten

5 361 307

515 264

5 876 571

   

Bni-afdracht

3 663 878

509 953

4 173 831

   

Btw-afdracht

1 461 809

5 623

1 467 432

   

Plastic

235 620

– 312

235 308

V (BZ)

3.6

Invoerrechten

4 584 000

– 634 486

3 949 514

V (BZ)

3.10

Ontvangsten EU

2 352 588

– 163 750

2 188 838

   

Perceptiekostenvergoeding

1 145 998

– 163 750

982 248

   

Overige ontvangsten EU

1 206 590

0

1 206 590

IX (FIN)

9.44.2

Vertragingsrente

199

20

219

Totaal

7 592 918

44 548

7 637 466

2.4 Artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

76.495

67

76.562

         
 

Uitgaven

72.223

67

72.290

         

4.1

Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland

16.852

– 291

16.561

 

Subsidies (regelingen)

2.825

0

2.825

 

Gedetineerdenbegeleiding

2.825

0

2.825

 

Inkomensoverdrachten

540

0

540

 

Gedetineerdenbegeleiding

540

0

540

 

Opdrachten

13.487

– 291

13.196

 

Consulaire bijstand

409

– 25

384

 

Reisdocumenten en verkiezingen

5.314

– 266

5.048

 

Consulaire opleidingen

400

0

400

 

Consulaire informatiesystemen

7.364

0

7.364

4.2

Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

22.018

0

22.018

 

Opdrachten

20.990

0

20.990

 

Ambtsberichtenonderzoek

150

0

150

 

Visumverlening

2.058

0

2.058

 

Legalisatie en verificatie

80

0

80

 

Consulaire informatiesystemen

18.702

0

18.702

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.028

0

1.028

 

Bijdragen asiel en migratie

1.028

0

1.028

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8.375

58

8.433

 

Subsidies (regelingen)

4.664

– 67

4.597

 

Internationaal cultuurbeleid

4.664

– 67

4.597

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.711

125

3.836

 

Internationaal cultuurbeleid

3.711

125

3.836

4.4

Uitdragen Nederlandse waarden en belangen

24.978

300

25.278

 

Subsidies (regelingen)

9.772

300

10.072

 

Instituut Clingendael

2.050

0

2.050

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

5.058

0

5.058

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

321

0

321

 

Publieksdiplomatie

2.043

0

2.043

 

Onderzoeksprogramma

100

0

100

 

Academische Leerstoel Anton de Kom

200

0

200

 

Opvolging excuses Slavernijverleden

0

300

300

 

Opdrachten

10.161

0

10.161

 

Adviesraad Internationale Vraagstukken

746

0

746

 

Instituut Clingendael

1.450

0

1.450

 

Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties

1.000

0

1.000

 

Algemene voorlichting

1.390

0

1.390

 

Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten

2.500

0

2.500

 

Onderzoeksprogramma

3.075

0

3.075

 

Bijdrage aan agentschappen

1.400

0

1.400

 

Algemene voorlichting

1.000

0

1.000

 

Verkeersnotificaties

400

0

400

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.645

0

3.645

 

Europese bewustwording

1.063

0

1.063

 

Publieksdiplomatie

2.582

0

2.582

         
 

Ontvangsten

78.684

0

78.684

Toelichting

Geen toelichtingen.

3 Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 6 HGIS onverdeeld

Tabel 7 HGIS onverdeeld (Bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

599

16.749

17.348

         
 

Uitgaven

599

16.749

17.348

         

6.1

Nog onverdeeld (HGIS)

599

16.749

17.348

 

Nog onverdeeld (HGIS)

599

16.749

17.348

 

Nog onverdeeld (HGIS)

599

16.749

17.348

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Op dit artikel worden uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en HGIS-besluitvorming bij Voorjaarsnota. Op basis van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt het HGIS non-ODA budget geïndexeerd. De indexatie wordt verwerkt op dit artikel. Het geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor het uitkeren van loon- en prijsbijstelling binnen de HGIS en voor incidentele initiatieven of tegenvallers binnen de HGIS.

3.2 Artikel 7 Apparaat

Tabel 8 Apparaat (Bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.153.188

152

1.153.340

         
 

Uitgaven

1.181.688

152

1.181.840

         

7.1

Apparaat

1.181.688

152

1.181.840

 

Personele uitgaven

678.673

407

679.080

 

Personele uitgaven

678.673

407

679.080

 

Materiële uitgaven

503.015

– 255

502.760

 

Materiële uitgaven

503.015

– 255

502.760

         
 

Ontvangsten

29.671

0

29.671

Toelichting

Geen toelichtingen.

Naar boven