Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36607 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36607 nr. B |
Ontvangen 29 november 2024
De leden van de van de fractie van het CDA hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben hierover twee vragen aan de regering.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover enkele vragen aan de regering.
Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen die de leden van de hiervoor genoemde fracties hebben gesteld over dit wetsvoorstel. Hieronder ga ik in op de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties. De oorspronkelijke tekst van het verslag is vanwege de leesbaarheid geparafraseerd.
De leden van de fractie van het CDA vragen of de regering erkent dat het tijdelijk stopzetten van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in de bijstand geen structurele oplossing is voor een ontoereikend sociaal minimum. Tevens vragen deze leden of de regering een tijdpad kan schetsen waarmee een structurele oplossing voor een ontoereikend sociaal minimum in zicht komt. Tot slot vragen deze leden wat in dit verband de huidige stand van zaken is met betrekking tot het programma «Participatiewet in Balans»? Het kabinet (en ook het vorige kabinet) heeft al een aantal maatregelen genomen om het inkomen van mensen op sociaal minimum te verhogen. Het kabinet verhoogt de huurtoeslag en het kindgebonden budget en verlaagt het eigen risico. Ook verlaagt het kabinet het tarief van de eerste schijf, zodat werken meer gaat lonen. Daarnaast zet het kabinet in op een brede aanpak van armoede en schulden. Het kabinet ziet ook dat mensen verschillende regelingen moeten stapelen om tot het sociaal minimum te komen. Hier is expliciet aandacht voor in de hervormingsagenda inkomensondersteuning. In de herziening van fiscaliteit en toeslagen is waar nodig ook aandacht voor de relatie met het minimumloon (en het sociaal minimum). En het kabinet werkt aan het terugdringen van niet-gebruik en de herziening van de Toeslagenwet, zodat het sociaal minimum beter wordt geborgd.
De Staatssecretaris Participatie en Integratie werkt aan een fundamentele herziening van de Participatiewet. Uit verschillende onderzoeken en uit signalen van gemeenten en ervaringsdeskundigen blijkt dat de Participatiewet uit balans is. Mensen zetten de stap naar werk niet, mede als gevolg van de onzekerheid die onder andere voortkomt uit complexiteit van de wet. Op basis van de wet moet rekening gehouden kunnen worden met individuele mogelijkheden en omstandigheden, zodat we uit kunnen gaan van wat iemand wel kan. De voorbereidingen voor het opbouwen van een nieuwe wet zijn gestart. Er wordt opnieuw gekeken naar de doelen en uitgangspunten van de wet. Het is voor het kabinet van groot belang dat mensen zo veel mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. Bij voorkeur via betaald werk. Werk is meer dan een inkomen. Het leidt tot meer zelfstandigheid, een grotere eigenwaarde, meer zekerheid en grotere vrijheid. Als betaald werk niet lukt, tijdelijk, of op de lange termijn dan is er een vangnet nodig waar je op terug kunt vallen. Dit vangnet moet voor mensen goed te begrijpen zijn en werken vanuit vertrouwen. Het kabinet stelt niet voor om de bijstandsuitkering, die gekoppeld is aan het wettelijk minimumloon te verhogen.
De leden van de fractie van het CDA vragen hoe het kabinet de komende tijd de plannen voor een structurele oplossing voor een ontoereikend sociaal minimum verbindt aan de noodzakelijke hervormingen van onze arbeidsmarkt. Werk is de basis van bestaanszekerheid. De inrichting van de arbeidsmarkt is daarmee een belangrijke bouwsteen bij het zeker stellen van bestaanszekerheid. De huidige regels rond werk versterken evenwel de toch al bestaande tweedeling tussen diegenen die gemakkelijk meekunnen in de dynamiek van de huidige arbeidsmarkt, en diegenen voor wie dit lastig is of die dreigen af te haken. Het kabinet wil mede hierom via het «arbeidsmarktpakket» de arbeidsmarkt hervormen. U bent over de voortgang hiervan geïnformeerd in de Kamerbrief «Voortgang Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen en wetsvoorstellen die de arbeidsmarkt hervormen» van 22 november 2024. Simultaan wil het kabinet komen tot een fundamentele verbetering van de Participatiewet, waarin oog is voor de individuele situatie van mensen. Zo kunnen mensen in de bijstand beter ondersteund worden richting werk en in hun inkomen als werk (nog) niet lukt. Over de voortgang van dit traject ontvangt u nog dit jaar een brief.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen aan de regering om in te gaan op de neveneffecten van het wetsvoorstel voor alleenverdieners. Tevens vragen deze leden hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot het wetsvoorstel tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek, dat momenteel in behandeling is bij de Eerste Kamer.
Door een samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid heeft een groep alleenverdienerhuishoudens een lager besteedbaar inkomen dan een vergelijkbaar huishouden met een volledige bijstandsuitkering. Zij hebben bij hetzelfde netto inkomen minder recht op toeslagen en leven hierdoor onder het bestaansminimum. Dit komt doordat de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon nog niet voltooid is, terwijl de afbouw van de algemene heffingskorting voor de minstverdienende partner al wel voltooid is. Voor paren van wie het inkomen voornamelijk bestaat uit een UWV-uitkering (of privaat alternatief) van een van beide partners (de «alleenverdiener») kan dit nadelig uitpakken. Zij hebben een lager maximaal recht op belastingkorting dan waar rekening mee wordt gehouden in de bijstandsnorm. Deze paren hebben daarom een hoger bruto inkomen nodig voor een netto inkomen op het sociaal minimum. Het hogere bruto inkomen kan leiden tot een lager recht op toeslagen, omdat de toeslagen inkomensafhankelijk zijn. In 2024 worden ongeveer 6.000 huishoudens geraakt door deze «alleenverdienersproblematiek». De duur en omvang van de alleenverdienersproblematiek hangen samen met van de stand van de dubbele AHK in het referentieminimumloon. De problematiek verdwijnt met de afbouw ervan. Door de afbouw te pauzeren duurt de problematiek langer. Daarnaast zullen, door de hogere stand van de dubbele AHK, meer huishoudens te maken hebben met deze problematiek en voor een gemiddeld hoger bedrag. Dit komt doordat het verschil in AHK tussen waar alleenverdienershuishoudens aanspraak op kunnen maken in de inkomstenbelasting en wat wordt toegepast in de bijstandsnorm voor een (echt)paar groter zal zijn. De verwachting is dat het aantal huishoudens die te maken heeft met de alleenverdienersproblematiek als gevolg van het onderhavige wetsvoorstel over de periode 2024–2027 gelijk blijft, in plaats van dat het aantal terugloopt door afbouw van de dubbele AHK. Vanaf 2028 gaat het aantal huishoudens met deze problematiek weer dalen tot de dubbele heffingskorting in de bijstand in 2039 geheel is afgebouwd.
De regering is tussentijds voornemens de alleenverdienersproblematiek in twee fasen op te lossen. Als fundamentele oplossing wordt de afbouw van de AHK voor de minstverdienende partner gedeeltelijk teruggedraaid voor huishoudens met een laag inkomen. De invoering van deze oplossing in de fiscaliteit is beoogd per 2028.
De oplossing is onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2025 dat in behandeling is bij de Eerste Kamer.1 Ter overbrugging tot 2028 zullen gemeenten voor de jaren 2025, 2026 en 2027 een vaste tegemoetkoming verstrekken.
Het wetsvoorstel tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek regelt dit. Doordat de problematiek als gevolg van het onderhavige wetsvoorstel naar verwachting niet per 2025 maar pas per 2028 in omvang afneemt, zullen meer huishoudens in aanmerking komen voor de tegemoetkoming.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36607-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.