36 600 III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2025

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2024

Tijdens de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken (AZ) op 9 oktober 2024 heeft het lid Van Nispen (SP) in een ingediende motie verzocht om het budget van de Commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD) de komende jaren op peil te houden met het geld dat beschikbaar komt uit de enveloppe nationale veiligheid (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 III, nr. 6). De motie is aangehouden na mijn toezegging om overleg te voeren met de ministeries van Justitie en Veiligheid (J&V), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Defensie (DEF). Inmiddels heeft dit overleg over de taakstelling van de CTIVD plaatsgevonden. Hierbij is ook gesproken over het keteneffect voor CTIVD en Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) van de extra taken waarmee de inlichtingendiensten geconfronteerd worden.

Het kabinet heeft de wensen zoals die in de Kamer leven goed gehoord en wil daar graag uitvoering aan geven zoals omschreven in deze brief.

De apparaatstaakstelling die voor 2025 aan de CTIVD is opgelegd wordt bij Voorjaarsbesluitvorming binnen de begroting van AZ zelf worden opgevangen.

Taakstelling CTIVD

De financiële taakstelling 2026 voor de CTIVD wordt teruggedraaid en zal naar evenredigheid worden gedekt vanuit de begrotingen van de ministeries van AZ, BZK en DEF. Verwerking zal plaatsvinden in de ontwerpbegroting voor 2026. De taakstelling voor 2027 en verder zal niet ten laste van de CTIVD worden gebracht. Bij de herziening van de Wet op de Inlichten- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) zal worden bepaald welk budget voor welke toezichthouder(s) structureel nodig is en wordt bezien in welke mate de resterende taakstelling moet worden teruggedraaid. Vooralsnog blijft de taakstelling geraamd staan. Deze oplossing sluit aan bij de toezegging van de Minister van BZK gedaan naar aanleiding van de motie van de leden Van Nispen c.s. ingediend tijdens het tweeminutendebat IVD-aangelegenheden op 6 november over het laten meebewegen van het budget van de CTIVD en de TIB bij de herziening van de Wiv 2017 i.v.m. de ontwikkeling van de werklast (Kamerstukken II 2024/25, 29 924, nr. 270).

Keteneffect CTIVD en TIB

Door de betrokken partijen wordt bekeken wat de keteneffecten voor de toezichthouder(s) zijn van de extra investeringen die met de enveloppe nationale veiligheid worden gedaan door de diensten. Het Ministerie van Algemene Zaken zal daartoe het initiatief nemen. Op basis hiervan wordende structurele effecten berekend. Na berekening kan worden bezien in welke jaren die effecten worden ingepast binnen de hierboven benoemde enveloppe.

Hiermee ga ik ervan uit dat voldoende tegemoet is gekomen aan de bedoeling van de aangehouden motie van Van Nispen (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 III, nr. 6). Daarmee apprecieert het kabinet deze motie als overbodig. Tot slot, als de indieners van het amendement op mijn begroting, dat strekte tot terugdraaien van de taakstelling op de CTIVD, (Kamerstukken II 2024/25, 36 600 III, nr. 5) de dekking wijzigen naar artikel 1.3. Algemeen regeringsbeleid apparaatsuitgaven, apprecieert het kabinet het amendement met Oordeel Kamer.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof