36 597 (R2198) Goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting (Trb. 2023, 133)

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 7 februari 2024 en het nader rapport d.d. 5 april 2024, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 12 december 2023, no. 2023002922, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van dé Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting; San Marino, 20 november 2023 (Trb. 2023, 133 ), met toelichtende nota. De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het verdrag. De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao over te leggen.

De waarnemend vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

S.F.M. Wortmann

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 april 2024, nr. 2023002922, machtigde Uwe Majesteit de Minister van Buitenlandse Zaken het verdrag waarop het bovenvermelde voorstel van rijkswet betrekking heeft, met het oog op stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao.

Bij brieven van 25 april 2024, overgelegd op 7 mei 2024, heeft de Minister vervolgens het verdrag overgelegd (Kamerstukken I / II 2023–2024, 36 553 (R2195), A / nr. 1).

Op 5 juni 2024 hebben 44 leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen gegeven dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.

In verband hiermee bied ik U het hierboven vermelde voorstel van rijkswet aan.

Op grond van artikel 19, onder b, van de Wet op de Raad van State kan het horen van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk achterwege blijven aangezien de Afdeling advisering al gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.

Ik verzoek u derhalve het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Staten van Curaçao te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

Naar boven