36 586 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafvordering in verband met het vervangen van de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten en het invoeren van diverse maatregelen die zijn gericht op een betere aanpak van rijden onder invloed (Wet verbetering aanpak rijden onder invloed)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafvordering te wijzigen in verband met het vervangen van de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten en het invoeren van diverse maatregelen die zijn gericht op een betere aanpak van het rijden onder invloed;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, vijfde lid, derde zin, wordt na «in het bloed» ingevoegd «of de adem».

B

In artikel 9, tweede lid, vervalt de tweede zin.

C

Artikel 111 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste zevende lid wordt vernummerd tot achtste lid.

2. In het zevende lid wordt na «iemands rijvaardigheid en gezondheid» ingevoegd «en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming».

D

Artikel 115 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «123b, vierde lid,» en wordt «180, vierde lid» vervangen door «180, vijfde lid».

2. In het tweede lid vervalt «of artikel 123b».

E

In artikel 122 wordt «de artikelen 123, 123a en 123b» vervangen door «de artikelen 123 en 123a».

F

Artikel 123b vervalt.

G

In artikel 126, derde lid, onder f, vervalt «, alsmede de uitvoering van artikel 123b».

H

In artikel 134, derde lid, vervalt de laatste zin.

I

Na artikel 134a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 134b

De artikelen 130 tot en met 134 zijn van overeenkomstige toepassing op bestuurders van wie het eerder afgegeven rijbewijs door toepassing van artikel 179b ongeldig is geworden of voor wie geldt dat de rechterlijke uitspraak die zou leiden tot de ongeldigheid van het rijbewijs, is uitgesproken nadat een mededeling is uitgebracht en in die uitspraak is bepaald dat deze dadelijk uitvoerbaar is.

J

In artikel 161, eerste lid, vervalt «123b, vierde lid,» en wordt «180, vierde lid» vervangen door «180, vijfde lid».

K

Artikel 164 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder b, wordt voor «van die bepaling» ingevoegd «of het vijfde lid,».

2. In het zesde lid vervalt «123b, vierde lid,» en wordt «180, vierde lid» vervangen door «180, vijfde lid».

L

In artikel 177, tweede lid, onder a, vervalt «123b, vierde lid,».

M

Na artikel 179a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 179b

  • 1. Bij oplegging van de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen kan de rechter het rijbewijs van de bestuurder ongeldig verklaren voor alle categorieën waarvoor het is afgegeven en voor de resterende duur van de geldigheid.

  • 2. Het eerste lid kan door de rechter eveneens worden toegepast ten aanzien van een rijbewijs dat reeds eerder ongeldig is geworden. In dat geval plaatst de officier van justitie een aantekening in het rijbewijzenregister waaruit blijkt dat de houder bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijze dient aan te tonen dat hij beschikt over de rijvaardigheid en de lichamelijke en geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van een motorrijtuig van de categorie of categorieën waarop de door de houder overgelegde aanvraag betrekking heeft.

  • 3. De houder van een rijbewijs dat door toepassing van het eerste lid ongeldig is verklaard of ten aanzien waarvan een aantekening als bedoeld in het tweede lid in het rijbewijzenregister is geplaatst, dient dat rijbewijs, voor zover inlevering niet reeds heeft plaatsgevonden op grond van een ander artikel, in te leveren bij de Dienst Wegverkeer.

  • 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder rijbewijs mede verstaan een rijbewijs, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.

Artikel 179c

  • 1. In het vonnis waarbij de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen wordt opgelegd, beveelt de rechter dat vervangende hechtenis kan worden toegepast voor het geval niet aan de bijkomende straf wordt voldaan.

  • 2. De rechter bepaalt de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de bijkomende straf wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis wordt in gehele dagen, weken of maanden vastgesteld en bedraagt ten minste drie dagen.

  • 3. De totale duur van de vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden.

N

Artikel 180 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met achtste lid tot derde tot en met negende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De rechter kan bij zijn uitspraak, ambtshalve of op vordering van het openbaar ministerie, bevelen dat de bijkomende straf dadelijk uitvoerbaar is, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een feit pleegt ter zake waarvan een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen kan worden opgelegd.

2. Aan het vierde lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: Het schrijven blijft achterwege indien de duur van de bijkomende straf gelijk is aan of korter is dan de aftrek, bedoeld in artikel 179, zesde lid.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het derde lid» vervangen door «het vierde lid».

4. In het zesde lid (nieuw) wordt na «134, vierde lid,» ingevoegd «179b, derde lid,» en vervalt de laatste zin.

5. In het zevende lid (nieuw) wordt «het vierde lid» vervangen door «het vijfde lid».

6. In het negende lid (nieuw) wordt «het derde, vierde, vijfde en zesde lid» vervangen door «dit artikel».

7. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Indien de zaak eindigt zonder dat de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd, kan de rechter op verzoek van de gewezen verdachte een vergoeding ten laste van de Staat toekennen voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van de toepassing van het tweede lid. Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De artikelen 533, derde tot en met zesde lid, 534, 535 en 536 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 6:6:20, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de gehele of gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de in het vonnis bepaalde vervangende hechtenis voor het geval dat de veroordeelde zich niet houdt aan de bijkomende straf van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen.

B

In artikel 6:6:22, eerste lid, wordt «artikel 6:6:20, eerste lid, onder b en c» vervangen door «artikel 6:6:20, eerste lid, onder b tot en met d».

ARTIKEL III

1. Indien de Wet digitale melding vermissing rijbewijs eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel 9, tweede lid, tweede zin, komt te luiden: Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van wie op grond van de artikelen 132, zevende lid, of 134, achtste lid, in het rijbewijzenregister een aantekening is gemaakt, waaruit blijkt dat hij bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijze aan dezelfde eisen dient te voldoen die zouden hebben gegolden als het rijbewijs ongeldig zou zijn verklaard, tenzij aan hem, nadat hij aan de toepasselijke voorwaarden heeft voldaan, een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie.

B

Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In artikel 131, derde lid, vervalt «123b,» en wordt «180, vierde lid» vervangen door «180, vijfde lid».

C

Artikel I, onderdeel I, komt te luiden:

I

Artikel 134b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De artikelen 130 tot en met 134 zijn van overeenkomstige toepassing op bestuurders van wie het eerder afgegeven rijbewijs door toepassing van artikel 179b ongeldig is geworden of voor wie geldt dat de rechterlijke uitspraak die zou leiden tot de ongeldigheid van het rijbewijs, is uitgesproken nadat een mededeling is uitgebracht en in die uitspraak is bepaald dat deze dadelijk uitvoerbaar is.

2. Indien de Wet digitale melding vermissing rijbewijs later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

Aan artikel 9, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van wie op grond van de artikelen 132, zevende lid, of 134, achtste lid, in het rijbewijzenregister een aantekening is gemaakt, waaruit blijkt dat hij bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijze aan dezelfde eisen dient te voldoen die zouden hebben gegolden als het rijbewijs ongeldig zou zijn verklaard, tenzij aan hem, nadat hij aan de toepasselijke voorwaarden heeft voldaan, een rijbewijs is afgegeven dat geldig is voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie.

B

Artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

L

Artikel 134b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding «2.» geplaatst.

2. Voor het tweede lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. De artikelen 130 tot en met 134 zijn van overeenkomstige toepassing op personen die ten aanzien van een eerder aan hen afgegeven rijbewijs een melding hebben gedaan als bedoeld in artikel 123, eerste lid, onderdeel h, voor zover het rijbewijs niet reeds is ingeleverd.

C

Artikel I, onderdeel Q, wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel 1 wordt «het vierde lid» vervangen door «het vijfde lid».

b. In onderdeel 2 wordt «het vijfde lid» vervangen door «het zesde lid».

ARTIKEL IV

Indien het bij geleidende brief van 21 maart 2017 ingediende voorstel van wet van het lid Hoogland tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Militair Strafrecht in verband met de invoering van een verzwaarde en getrapte regeling voor rijontzeggingen wegens rijden onder invloed en ter verlaging van de ondergrens voor het ongeldig worden van het rijbewijs en voor de verplichte overgifte van het rijbewijs (Wet nuchter op weg) (Kamerstukken 34 698) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, wordt in artikel I, onderdeel K, onder 1, van deze wet «het tweede lid, onder b» vervangen door «het tweede lid, onder a».

ARTIKEL V

De artikelen 9, 115, 122, 126, 134, 161, 164, 177 en 180 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze luidden voor inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op rijbewijzen die voor inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 123b Wegenverkeerswet 1994 hun geldigheid hebben verloren.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet verbetering aanpak rijden onder invloed.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Naar boven