36 578 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel

G MOTIE VAN HET LID BEZAAN C.S.

Voorgesteld 25 november 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het amendement-Joseph c.s. (36 578, nr. 27) over zeggenschap bij invaren in de Tweede Kamer nipt is verworpen;

constaterende dat pensioen uitgesteld loon is en daarmee eigendom van de deelnemer;

overwegende dat zonder collectieve of individuele inspraak geen sprake is van een zorgvuldige transitie;

overwegende dat deze zeggenschap zonder wijziging van de Wet toekomst pensioenen via een ministeriële regeling kan worden gerealiseerd;

verzoekt de regering via een ministeriële regeling op grond van de Wet toekomst pensioenen alsnog bindend voor te schrijven dat pensioenenfondsen vóór invaren een referendum houden onder deelnemers, voormalige deelnemers en pensioengerechtigden (goedkeuring vereist bij meerderheid > 50% en opkomst > 30%), met als alternatief bij afwijzing een individueel bezwaarrecht;

verzoekt de regering deze ministeriële regeling uiterlijk 1 juli 2026 in werking te laten treden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bezaan

Van Kesteren

Van Hattem

Beukering

Walenkamp

Van den Oetelaar

Naar boven