Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36571 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36571 nr. B |
Vastgesteld 3 juni 2025
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA onderschrijven het belang om het ronselen van volmachtstemmen tegen te gaan. Deze leden hebben enkele vragen over het wetsvoorstel.
Met belangstelling hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen.
Om de uitvoerbaarheid van wetgeving goed te kunnen beoordelen is het belangrijk om als leden van de Eerste Kamer te beschikken over een, of indien aan de orde meerdere, uitvoeringstoetsen. Deelt de regering dit uitgangspunt van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie?
Voor deze wetgeving is geen uitvoeringstoets gemaakt. Kan de regering toelichten waarom er geen uitvoeringstoets is uitgevoerd? Indien de regering voor deze wet wel een (of meerdere) uitvoeringstoets(en) had laten uitvoeren, welke organisatie(s) was (waren) dan gevraagd door de regering?
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen of er (recente) gegevens beschikbaar zijn over het aantal volmachtstemmen bij verkiezingen in Nederland? Zo ja, wat blijkt hieruit over de omvang? Zijn er verschillen tussen de lokale en landelijke verkiezingen? Zijn er doelgroepen en/of regio’s waar volmachtstemmen vaker voorkomen? Acht de regering dit problematisch? Zo ja, waarom, en zo nee, waarom niet? Indien de regering dit (op onderdelen) problematisch vindt, vragen deze leden of er plannen zijn om hier iets aan te doen. Zo ja, welke maatregelen worden genomen. Zo nee, waarom niet? Is er zicht op het aantal volmachtstemmen in de privésfeer versus het gehele aantal? Is de situatie ten aanzien van volmachtstemmen in Nederland, qua inhoud en omvang, te vergelijken met andere landen? Zo ja, in welk opzicht? Zo nee, waarom niet?
In het voorgestelde artikel I A onder L2 eerste lid wordt gestipuleerd dat de volmachtgever de gemachtigde «tijdig» moet informeren. De leden van de D66-fractie verzoeken de regering aan te geven wat onder «tijdig» moet worden verstaan.
Als een gemachtigde met de benodigde documenten en volmacht bij het stembureau verschijnt, is het dan gewenst of geraden dat aan de gemachtigde wordt gevraagd of hij/zij een concrete instructie van de volmachtgever heeft ontvangen? Zo nee, hoe wordt het artikel L2 dan gehandhaafd? Kan het überhaupt gehandhaafd worden?
Bij verkiezingen in een van de Europese lidstaten worden door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) waarnemersmissies georganiseerd. Waarnemers bekijken dan de gang van zaken tijdens de verkiezingen. Geeft de OVSE bevindingen ten aanzien van het volmacht stemmen binnen Nederland, zo vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie? Zo ja, welke?
De aanpassingen in de Artikel Z 8, het weglaten van de term «stelselmatig» en het vervangen van «personen» naar «een persoon», hebben ook effect op de volmachtsregeling in de privésfeer.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen of door deze aanpassingen mogelijk meer situaties in de privésfeer onder de nieuwe delictsomschrijving van ronselen gaan vallen? Graag ontvangen de leden een reflectie van de regering hierop. Indien dit aan de orde is, vragen deze leden of de regering deze implicatie wenselijk vindt? Ziet zij nadelen en zo ja, welke?
Deze leden vragen voorts om aan de hand van een aantal concrete voorbeelden uit de privésfeer aan te geven welke situaties wel én niet onder de nieuwe delictsomschrijving vallen. Is met een of meerdere voorbeelden duidelijk te maken welke situatie in de privésfeer niet onder de huidige delictsomschrijving valt en wel onder de nieuwe omschrijving?
Het ronselen wordt een misdrijf en ook het strafmaximum wordt verhoogd. Nu zijn bij amendement twee zinnen aan het oorspronkelijke voorstel toegevoegd. Als gevolg daarvan moet de volmachtgever de gemachtigde informeren (1) op welke kandidaat de stem moet worden uitgebracht, of (2) aangeven dat de stem blanco moet worden uitgebracht. De leden van de fractie van D66 leggen de regering de volgende casus voor.
Een vrouw vertelt haar buurman: «ik ga op vakantie en mis daardoor de verkiezingen.» De dag daarop benadert de man zijn buurvrouw en zegt: «Ik zou het vervelend vinden als je stem verloren zou gaan. Wil je mij een volmacht geven?» De buurvrouw had niet aan de mogelijkheid van het verlenen van een volmacht gedacht en is door het initiatief van haar buurman aangenaam verrast. Zij verleent de volmacht. Welke van de volgende situaties leidt in principe tot strafbaarheid van de gevolmachtigde buurman volgens het wetsartikel L2. De leden verzoeken de regering op elk van de voorbeelden te reflecteren.
a. De volmachtgevende buurvrouw geeft geen instructie hoe te stemmen;
b. De volmachtgevende buurvrouw geeft de instructie: «Als je maar niet op kandidaat X stemt.»;
c. De volmachtgevende buurvrouw geeft als instructie mee: «Ik wil dat je op partij X stemt». Zij noemt geen kandidaat;
d. De volmachtgevende buurvrouw zegt: «Ik wil dat je op een vrouw stemt van partij X.» Ze noemt geen specifieke kandidaat;
e. De volmachtgevende buurvrouw zegt: «Ik heb altijd op partij X gestemd.». De gemachtigde buurman zegt: «Ik ga namens jou op partij Y stemmen, want die is veel beter.» De volmachtgevende buurvrouw antwoordt: «Doe maar wat jij het beste vindt.»;
f. De gemachtigde buurman zegt: «Ik wil best op kandidaat Y van partij X stemmen, zoals jij wilt, maar dan moet jij in ruil daarvoor volgende maand, als ik op vakantie ga, mijn planten water geven en de poes te eten geven.» De buurvrouw gaat akkoord.
Ook bij stemgerechtigden onder begeleiding in de zorg komt volmachtstemmen door hulpverleners voor. De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de regering om aan de hand van een aantal concrete voorbeelden in de zorgpraktijk aan te geven welke situaties wel en niet onder de nieuwe delictsomschrijving vallen. Is met een of meerdere voorbeelden duidelijk te maken welke situatie in de privésfeer niet onder huidige delictsomschrijving valt en wel onder de nieuwe omschrijving?
Gaat deze wet ook gelden in Caribisch Nederland, zo vragen de leden van de D66-fractie. Is tijdig van te voren met de autoriteiten aldaar overleg gepleegd over de details van dit wetsvoorstel in het kader van «comply or explain»? Voor de Caribische landen binnen het Koninkrijk lijkt dit eveneens een relevant wetsvoorstel gelet op eerdere ervaringen met het ronselen van stemmen. Heeft het onderhavige wetsvoorstel invloed op de wet- en regelgeving in Curaçao, Aruba en Sint Maarten?
Wordt de handhaafbaarheid van ronselen in de privésfeer met deze aanpassing eenvoudiger of juist complexer? Graag ontvangen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA een toelichting.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ziet deze graag zo spoedig mogelijk tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Lagas
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman
Samenstelling:
Lagas (BBB) (voorzitter), Kemperman (Fractie-Kemperman) Kroon (BBB),Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Van de Sanden (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36571-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.