36 569 Voorstel van wet van de leden De Hoop en Olger van Dijk tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met het mogelijk maken van provinciale inbesteding van openbaar vervoerconcessies (Wet provinciale inbesteding vervoerconcessies)

F MOTIE VAN HET LID DESSING

Voorgesteld 28 oktober 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat

  • het Bestuursakkoord Zero Emissie Busvervoer (BAZEB) bepaalt dat alle stads- en streekbussen in 2030 zero-emissie moeten zijn;

  • hoewel het BAZEB-akkoord niet in rechte afdwingbaar is, het in de praktijk wel functioneert als een harde verplichting in aanbestedingen door provincies;

  • de regering heeft erkend dat de elektrificatie, de oplopende kosten voor laadinfrastructuur en het gebrek aan netcapaciteit de oorzaak zijn van afhakende vervoerders;

overwegende dat

  • het van belang is om vaste buslijnen in de buitengebieden te behouden om de maatschappelijke basisbehoefte van toegankelijke mobiliteit en de leefbaarheid op het platteland te waarborgen;

  • provinciale zelfstandigheid slechts gewaarborgd is wanneer provincies over voldoende beleidsvrijheid beschikken om, afhankelijk van lokale omstandigheden en haalbaarheid, zelf te bepalen welke vervoersconcepten en – technologieën zij toepassen, in overeenstemming met het Huis van Thorbecke en het basisprincipe van decentrale autonomie «decentraal wat decentraal kan»;

verzoekt de regering

  • in overleg met de provincies te onderzoeken of de elektrificatie-eisen kunnen worden versoepeld of geschrapt voor die kleinere, verdwijnende buslijnen in de regio die zich buiten de dichtstbevolkte gebieden bevinden;

  • en de Kamer hierover te informeren, met als doel deze essentiële lijnen betaalbaar te behouden en te voorkomen dat beleidsambities het aanbod van het OV in landelijke gebieden onmogelijk maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dessing

Naar boven