36 565 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is vanwege de transitie naar een circulaire economie om voor het bestuursorgaan een verplichting in te voeren tot het verstrekken van een afschrift aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij afwijking van het circulair materialenplan en om het begrip landelijk afvalbeheerplan te wijzigen in circulair materialenplan;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling «afvalbeheerplan» vervalt.

2. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

circulair materialenplan:

circulair materialenplan als bedoeld in artikel 10.3;

3. In de begripsbepaling «doelmatig beheer van afvalstoffen» wordt «afvalbeheerplan» vervangen door «circulair materialenplan».

B

Het opschrift van titel 10.2 komt te luiden:

TITEL 10.2. HET CIRCULAIR MATERIALENPLAN

C

In de artikelen 10.3, 10.4, eerste lid, 10.5, aanhef, 10.6, 10.9, eerste en tweede lid, 10.10, 10.11, eerste en tweede lid, 10.12, eerste en tweede lid, 10.13, eerste en tweede lid, wordt «afvalbeheerplan» vervangen door «circulair materialenplan».

D

Artikel 10.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het circulair materialenplan bevat de onderwerpen die ingevolge voor Nederland bindende besluiten van de instellingen van de Europese Unie moeten worden opgenomen in afvalbeheerplannen. Het circulair materialenplan voldoet aan hetgeen bij of krachtens de kaderrichtlijn afvalstoffen bepaald is over afvalbeheerplannen, met inbegrip van hetgeen bij of krachtens die richtlijn is bepaald met betrekking tot afvalpreventieprogramma’s.

2. In het tweede en derde lid wordt «afvalbeheerplan» telkens vervangen door «circulair materialenplan».

E

Artikel 10.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «het afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.7, tweede lid, onder a,» vervangen door «het circulair materialenplan, bedoeld in artikel 10.7, derde lid, onder a,».

2. In het tweede lid wordt «het afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.7, derde lid, onder b en c,» vervangen door «het circulair materialenplan, bedoeld in artikel 10.7, derde lid, onder b en c,».

3. In het derde lid wordt «afvalbeheerplan» vervangen door «circulair materialenplan».

F

Artikel 10.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt «afvalbeheerplan» telkens vervangen door «circulair materialenplan».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien een bestuursorgaan bij de toepassing van het eerste lid in een ontwerpbesluit of besluit afwijkt van het geldende circulair materialenplan, verstrekt het bestuursorgaan aan Onze Minister afschrift van dat ontwerpbesluit of besluit binnen een week na de dag waarop:

    • a. het ontwerpbesluit op grond van artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage is gelegd;

    • b. het besluit is bekendgemaakt.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Naar boven