36 561 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is contracteren van zorg door zorgverzekeraars en zorgaanbieders te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van het vijfde lid tot achtste lid worden in artikel 13 drie leden ingevoegd, luidende:

  • 5. De hoogte van de vergoeding mag een gemiddelde verzekerde niet verhinderen om de zorg of dienst, rekening houdend met de aard en gangbare omvang ervan, te betrekken van een andere aanbieder als bedoeld in het eerste lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop de zorgverzekeraar de vergoeding berekent.

  • 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bescherming van het algemeen belang vormen van zorg of overige diensten worden aangewezen waarvoor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens het vijfde lid nadere regels kunnen worden gesteld over de hoogte van de vergoeding.

  • 7. Onverminderd afdeling 9 van titel 1 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft de verzekerde in afwijking van het eerste lid recht op een vergoeding als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, indien:

    • a. de zorgverzekeraar niet voldoet aan zijn zorgplicht, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, en deze tekortkoming de zorgverzekeraar kan worden toegerekend;

    • b. het een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vorm van zorg of andere dienst betreft.

B

In artikel 124, eerste lid, wordt na «de artikelen 11, derde of vierde lid,» ingevoegd «13, vijfde, zesde of zevende lid,».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven