36 560 XIV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2023

Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 juni 2024

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof over het Jaarverslag Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2023 (Kamerstuk 36 560 XIV, nr. 1).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 5 juni 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Graus

De griffier van de commissie, Jansma

Vragen en antwoorden

1

Wat is de staat van het onderzoek naar prijsontwikkeling in de dierenzorg?

Antwoord

Dit onderzoek wordt momenteel uitgevoerd en ik verwacht u over de uitkomsten in het najaar te kunnen informeren.

2

Wat zijn de kosten van het verlagen van het Btw-tarief voor alle diergeneeskundige handelingen naar 9 procent?

Antwoord

Deze informatie is niet beschikbaar. Ter uitvoering van de motie Beckerman (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 28) verken ik welke mogelijkheden de overheid heeft prijzen in de dierenzorg te reguleren. Het verlagen van het btw-tarief is daar onderdeel van. U wordt dit najaar geïnformeerd over de stand van zaken van deze verkenning.

3

Hoeveel dierenartspraktijken werden in het jaar 2023 overgenomen door private equity bedrijven?

Antwoord

Er zijn geen data van het aantal en soorten dierenklinieken in Nederland beschikbaar. Ook zijn geen betrouwbare acquisitiedata van overnamen van dierenklinieken bekend. Verschillende schattingen gaan ervan uit dat er in Nederland ongeveer 1250 dierenartspraktijken voor gezelschapsdieren zijn. In de beantwoording van eerdere Kamervragen uit augustus 2023 (20222023-3480) heb ik u gemeld dat uit informatie van Evidensia is gebleken dat in Nederland iets meer dan 300 dierenartsenklinieken (-locaties) en 8 dierenziekenhuizen onderdeel zijn van IVC Evidensia. Uit de websites van diverse andere ketens blijkt dat in 2023 118 klinieken onderdeel zijn van AniCura, 26 klinieken onderdeel zijn van CVS, en 45 klinieken onderdeel van zijn van Vetpartners.

4

Kunt u een overzicht geven van de meest recente cijfers over het verificatieproces van Programma Aanpak Stikstof (PAS)-melders, het aantal legalisaties en het aantal PAS-melders dat nog wacht op legalisatie? Hoeveel PAS-melders zijn geholpen door de prioritering van verdeling van de stikstofdepositieruimte uit de stikstofregistratiesysteem (SSRS)-bank?

Antwoord

De provincies hebben mij aangegeven dat op dit moment van de 2.557 ingediende dossiers 2.530 dossiers (99%) in behandeling zijn genomen en er nu 166 PAS-melders (6,5%) zijn met een oplossing. Daarvan hebben 148 PAS-melders een bestuurlijk rechtsoordeel ontvangen omdat er geen stikstofruimte nodig is, vier PAS-melders hebben een besluit positieve weigering ontvangen omdat er geen stikstofruimte nodig is en voor zeven PAS-melders loopt de procedure hiertoe. Daarnaast hebben zeven PAS-melders een onherroepelijke vergunning voor hun project, waarvan zes PAS-melders gebruik hebben gemaakt van de ruimte uit de SSRS-bank en één PAS-melding kon worden vergund middels een passende beoordeling. Tegen de vergunning van zeven andere PAS-melders loopt een beroepsprocedure van de voorgestelde oplossing.

Hoewel de ruimte uit de SSRS-bank nu in beginsel eerst voor PAS-melders beschikbaar komt, is er gezien de slechte staat van de natuur op veel (deel)gebieden momenteel geen ruimte beschikbaar voor legalisatie.

Tot nu toe is van 172 legalisatieverzoeken vastgesteld dat deze dubbel zijn ingediend of naderhand zijn ingetrokken. Hiervoor geldt dat legalisatie niet meer nodig is. Op dit moment is vastgesteld dat 397 (16%) dossiers niet in aanmerking komt voor legalisatie. Redenen hiervoor zijn onder andere: het project is al vergund; was niet meldingsplichtig; is onvoldoende gerealiseerd of is nooit gemeld. Momenteel wachten 1.822 legalisatieverzoeken (71,2%) nog op een besluit of een oplossing.

5

Waarom is het niet gelukt om de verplaatsingsregeling en de innovatieregeling open te stellen?

Antwoord

Wij hechten zeer aan het zo spoedig mogelijk openstellen van beide regelingen. In lijn met de motie van Campen (Kamerstuk 34 682, nr. 134), streef ik ernaar om alle regelingen uit het trappetje Remkes gelijktijdig open te hebben staan. Daar werken wij ook hard aan.

Het rapport «Wat wel kan – Uit de impasse en een aanzet voor perspectief» van de heer Remkes, zoals dit per brief van 5 oktober 2022 aan uw Kamer is aangeboden (Kamerstuk 30 252 en 35 334, nr. 34), is de aanzet geweest voor de aanpak piekbelasting. Per brief van 10 februari 2023 (Kamerstuk 35 334, nr. 222) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitwerking van deze aanpak, waar een verplaatsingsregeling onderdeel van uit zou maken. Ten aanzien van deze verplaatsingsregeling is aangegeven dat binnen de geldende Europese steunkaders wordt gewerkt aan een regeling die individuele veehouders stimuleert hun bedrijf te verplaatsen, zonder met overcompensatie het gelijke speelveld in de landbouw te verstoren. Het uitwerken van deze balans in de regeling, passend binnen het per 1 januari 2023 gewijzigde steunkader voor verplaatsing, neemt meer tijd in beslag dan eerder gedacht. Ik streef ernaar voor het zomerreces deze regeling te notificeren bij de Europese Commissie voor staatssteuntoetsing, zodat de regeling zo spoedig mogelijk daarna gepubliceerd en opengesteld kan worden.

Met de Kamerbrief «voortgang aanpak piekbelasting» van 23 januari 2024 (Kamerstuk 30 252, nr. 149) is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de regelingen die ter ondersteuning worden aangeboden aan agrarische ondernemers. Zoals aangegeven in deze brief, vinden wij het onwenselijk om een subsidieregeling (de investeringsmodule van de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementsystemen, de Sbv) open te stellen voor investeringen waarvoor het op dit moment onduidelijk is of een vergunning voor Natura 2000-activiteiten verleend kan worden. Voordat een openstelling van de Sbv-investeringsmodule gepubliceerd kan worden, is het van belang dat er weer voldoende vertrouwen is in het verlenen van vergunningen voor emissiearme stalsystemen en technieken.

6

Waarom is het openstellen wel gelukt met de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv+)?

Antwoord

De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van 29 mei 2019 is aanleiding geweest voor het kabinet om per brief van 4 oktober 2019 maatregelen aan te kondigen die tot doel hebben om te komen tot een structurele afname van de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden (Kamerstuk 32 670, nr. 167). Onderdeel van de aangekondigde maatregelen was een landelijke stoppersregeling voor melkvee-, varkens- en pluimveehouderijlocaties, de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties voor stikstofreductie (Lbv). De Lbv is gebaseerd op de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) die van 25 november 2019 tot en met 15 januari 2020 open stond voor varkenshouders in de concentratiegebieden en die door de Europese Commissie, op grond van het geldende Europese steunkader voor beëindiging, was aangemerkt als geoorloofde staatssteun. De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) vloeit voort uit het bij het antwoord op vraag 5 genoemde rapport van de heer Remkes en maakt onderdeel uit van de aanpak piekbelasting. De Lbv-plus komt in belangrijke mate overeen met de Lbv.

Anders dan bij de verplaatsingsregeling zijn de Lbv en Lbv-plus daarmee gebaseerd op een reeds bestaande, beproefde en door de Europese Commissie goedgekeurde subsidieregeling, de Srv. Bovendien lag het moment waarop is besloten om te komen tot de uitwerking van Lbv (eind 2019) veel eerder in de tijd dan het moment waarop het besluit is genomen over de verplaatsingsregeling (begin 2023). Het voorgaande verklaart waarom het al wel is gelukt om de Lbv en Lbv-plus open te stellen, maar dat voor de verplaatsingsregeling nog tijd benodigd is.

7

Hoeveel grond is er in totaal aangekocht door de Nationale Grondbank?

Antwoord

De Nationale Grondbank is ondersteunend aan de gebiedsprocessen, waarvan de provincies regisseur zijn, en ondersteunend aan de aanpak piekbelasting. Een aantal provincies heeft in 2023 eventuele aankoopmogelijkheden via de Nationale Grondbank verkend. Inmiddels lopen er verschillende aankooptrajecten bij de Nationale Grondbank. Het is echter nog moeilijk in te schatten hoeveel grond (in euro’s en hectare) de Nationale Grondbank precies zal gaan aankopen in enig jaar. In 2023 is er door de Nationale Grondbank geen grond aangekocht.

Na openstelling van de landelijke beëindigingsregelingen, op 3 juli 2023, hebben agrarisch ondernemers en hun adviseurs diverse vragen gesteld over de werking van de Nationale Grondbank. De deelname aan die regelingen is vrijwillig, evenals het verkopen van gronden. Bovendien heeft de agrariër de keuze om de gronden te verkopen aan een andere partij dan de Nationale Grondbank. Ook dat maakt dat de omvang nog lastig is in te schatten.

8

Hoeveel grond is er inmiddels verruild door de Nationale Grondbank?

Antwoord

Dergelijke ruil is nog niet aan de orde, omdat in 2023 door de Nationale Grondbank geen grond is aangekocht.

9

Welk bedrag is uitgegeven voor het aankopen van grond door de Nationale Grondbank?

Antwoord

De Nationale Grondbank heeft (nog) geen grond aangekocht, waardoor er geen aankoopbudget is gebruikt in 2023. Inmiddels lopen er bij de Nationale Grondbank verschillende aankooptrajecten, die waarschijnlijk wel tot uitgaven zullen leiden. De Nationale Grondbank werkt primair op verzoek van de provincies. De hoeveelheid grond die zal worden aangekocht, is mede afhankelijk van het aantal aankoopverzoeken en het aanbod van landbouwgrond. Daarnaast hangt het aantal grondaankopen samen met voortgang van de gebiedsplannen en de door provincies in te zetten realisatie- en verwervingsstrategie. Dit maakt het moeilijk om vooraf het aanbod (omvang in hectares en euro’s) van mogelijke aankopen door de Nationale Grondbank in te schatten.

10

Waarom wordt er gewerkt aan een Versterkte handhavingsstrategie mest?

Antwoord

De Versterkte handhavingsstrategie mest (VHS mest) is erop gericht de naleving van de regelgeving bij aanwending, het transport en de verwerking van mest te verbeteren en fraude met mest tegen te gaan. In de huidige derogatiebeschikking (2022–2025) is de verplichting opgenomen de VHS Mest, zoals deze in 2018 is vastgesteld (Kamerstuk 33 037, nr. 311) voort te zetten. Dit betreft de voortzetting van het risicogericht handhaven, het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM) en het gebiedsgericht handhaven in de huidige risicogebieden met een uitbreiding naar nieuwe gebieden waar de risico’s op mestfraude groot zijn. De inzet op versterkte handhaving is nu zeker van belang, omdat de mestmarkt onder druk staat als gevolg van de afbouw van de derogatie, de aanwijzing van de nutriënt verontreinigde gebieden en de invoering van de bufferstroken. De hoge druk op de mestmarkt en de hoge mestafzetkosten verhogen de prikkel om de mestregels niet na te leven.

11

Hoe ver staat het met de implementatie van het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM)?

Antwoord

Het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM) is voor nationale transporten per 1 januari 2023 in werking getreden. Vanaf 1 januari 2024 moet ook dierlijke mest die geïmporteerd of geëxporteerd via rVDM gemeld worden. Hiermee is rVDM volledig operationeel.

12

Wat zijn de percentages plantaardige versus dierlijke eiwitten, verdeeld over de afgelopen vijf jaar, die werden verkocht in overheidsrestaurants, -catering en -kantines?

Antwoord

Er zijn (momenteel) geen percentages plantaardige versus dierlijke eiwitten beschikbaar van de verkoop in overheidsrestaurants in het algemeen, noch van de rijksoverheid in het bijzonder. Alleen het Ministerie van EZK/LNV geeft cijfers voor het kerndepartement in het duurzaamheidsverslag. Ten aanzien van de inkoop van de verschillende cateraars van de rijksoverheid zien we een geleidelijke verschuiving van gemiddeld 40% plantaardig eiwit 5 jaar geleden naar nu gemiddeld meer dan 45%. Daarnaast geven verschillende jaarverslagen en actieplannen enige inzicht in de verschillende activiteiten die plaatsvinden in het kader van de eiwittransitie

13

Hoeveel Nederlandse en Europese subsidie gaat er jaarlijks naar het stimuleren van plantaardige versus dierlijke eiwitten, verdeeld over de meest recente vijf jaar waarvan de cijfers bekend zijn?

Antwoord

De afgelopen 5 jaar is door LNV in totaal ruim € 16,9 miljoen subsidie verstrekt voor onderzoek gericht op eiwitvoorziening/ plantaardige eiwitten. Het gaat hierbij om beleidsondersteunend onderzoek (de laatste 3 jaar), publiek-private samenwerking, co-financiering van Europese projecten (de laatste 3 jaar), een zogenaamd investeringsthema protein transition en een project in het kader van NWO (start 2024). Het gaat hierbij om een totaalbedrag op de breedte van het onderwerp van eiwitvoorziening/plantaardige eiwitten.

Vanuit het Nederlandse voedselbeleid en de eiwitstrategie wordt een verschuiving naar een meer plantaardig voedselaanbod en bijbehorende consumptie beoogd. Hiertoe is sinds 2023 additioneel 515.000 euro extra subsidie verstrekt voor deze beleidsinzet, via informatievoorziening en communicatieactiviteiten. Vanaf 2025 zijn er geen additionele middelen voorzien voor de beleidsinzet, het is aan het volgende kabinet om hier keuzes in te maken.

Ten aanzien van de Europese landbouwgelden worden deze verstrekt via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, waar Nederland via het Nationaal Strategisch Plan (NSP) invulling aan geeft. Nederland heeft in het NSP geen maatregelen opgenomen die een bepaalde productie van plantaardige of dierlijke eiwitten ondersteunen. Steun kan binnen de voorwaarden verkregen worden via hectarebetalingen, eventueel aangevuld met betalingen vanuit de ecoregeling. De ecoregeling heeft een activiteit «stikstofbindend gewas/eiwitgewas» waarbij de teelt van bepaalde eiwitgewassen meetellen als ecoactiviteit. Dit is gericht op de bijdrage aan een vruchtbare bodem, meer stikstofopname en betere biodiversiteit. In de ecoregeling kwalificeert een deelnemer voor al zijn activiteiten voor de uitbetaling in de ecoregeling. Er is dan ook geen financiële bijdrage per activiteit en daarmee geen directe koppeling met de landbouwgelden.

14

Hoeveel gehouden dieren zijn er in 2022 en 2023 geruimd vanwege vogelgriep? Kunt u dit specificeren per soort en doel van het dier (legouder, vleesouder, et cetera)?

Antwoord

 

2022

2023

Vleeskalkoen

164.955

0

Legpluimvee

2.418.673

277.303

Ouderdier vlees

346.000

0

Ouderdier Leg

48.886

Vleeskuiken

1.650.303

0

Eend

321.516

9.665

Opfok leg

512.838

0

Opfok ouderdier vlees

137.785

0

Totaal

5.600.956

286.968

15

Welke andere ruimingen hebben er in 2022 en 2023 plaatsgevonden in de veehouderij gespecificeerd naar diersoort en doel van het dier en reden van de ruiming (bijvoorbeeld voor salmonella)?

Antwoord

2022

Mycoplasma gallisepticum

47.559 ouderdieren vlees

   

19.723 ouderdieren leg

 

Zoönotische Salmonella

157.744 ouderdieren vlees

   

35.773 grootouderdieren leg

2023

Mycoplasma gallisepticum

34.050 ouderdieren vlees

 

Zoönotische Salmonella

13.809 ouderdieren vlees

16

Hoeveel inspecties hebben er in 2023 plaatsgevonden bij viskwekerijen, uitgesplitst naar soort, en wat waren de uitkomsten van deze inspecties?

Antwoord

In het kader van diergezondheid zijn in 2023 12 inspecties uitgevoerd bij viskwekerijen: vijf palingkwekerijen, drie forelkwekerijen, twee yellowtail kingfishkwekerijen, één Afrikaanse meervalkwekerij en één steurkwekerij. Van drie van de 12 uitgevoerde inspecties was de erkenningsaanvraag de aanleiding. Van deze drie aanvragen zijn na inspectie twee definitieve erkenningen afgegeven. Een aanvraag is afgewezen. De eisen m.b.t. voorzieningen en uitrusting worden in het algemeen goed nageleefd. Ook de hygiënische normen worden bij aquacultuurinrichtingen goed gehandhaafd. Opvallende inspectieresultaten waren dat bij vier van de 12 bedrijven wordt voldaan aan de eisen m.b.t. het biobeveiligingsplan, maar dat de rest dit niet of onvolledig gedocumenteerd heeft. Wat betreft de registratie en documentatie eisen is geconstateerd dat bij zes bedrijven geen of onvolledige registers worden bijgehouden.

In het kader van voedselveiligheid hebben er in 2023 9 inspecties bij viskwekerijen plaatsgevonden. De uitkomsten zijn te vinden op de website van de NVWA1

17

Hoeveel viskwekerijen zijn er in Nederland? Om welke soorten en aantallen gaat het?

Antwoord

In Nederland zijn ongeveer 50 erkende viskwekerijen. Soorten zijn: Paling, Steur, Afrikaanse Meerval, Regenboogforel, Tarbot, Yellow Kingfish, Tong, Meerval, Snoekbaars, Karpers, Claresse, Kwi-Kwi en Tilapia. Aantallen worden niet bijgehouden, maar in verhouding zijn er veel palingkwekerijen.

18

Hoeveel vis is er in 2023 gevangen door Nederlandse vissersschepen, hoeveel vis is er in 2023 in Nederland geland en hoeveel vis is er in 2023 in Nederland verkocht (door de veilingen en aan de consument)? Kunt u dit uitsplitsen naar vissoort, in tonnen en aantal individuen? Indien het niet mogelijk is het aantal individuen te specificeren, kunt u het dan uitsplitsen naar het gemiddelde gewicht per individuele gevangen vis(soort)?

Antwoord

In bijlage I zijn de door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geregistreerde aanlandingen van de Nederlandse vissersvaartuigen per kilo per soort weergegeven die in 2023 zijn gedaan. De vangsten in aantal individuen wordt niet geregistreerd.

In bijlage II zijn de door RVO geregistreerde aanlandingen per kilo per soort weergegeven die in de Nederlandse havens in 2023 zijn gedaan. Dit zijn zowel aanlandingen van Nederlandse vaartuigen als buitenlandse vaartuigen.

In bijlage III zijn de door RVO geregistreerde verkopen weergegeven die in de Nederlandse veilingen in 2023 zijn gedaan per ton per vissoort. Dit zijn zowel de verkopen van Nederlandse vaartuigen als buitenlandse vaartuigen.

19

Hoeveel kreeft- en inktvisachtigen zijn er in 2023 gevangen door Nederlandse vissersschepen, hoeveel kreeft- en inktvisachtigen zijn er in 2023 in Nederland geland en hoeveel is er in 2023 in Nederland verkocht (door de veilingen en aan de consument)? Kunt u dit uitsplitsen naar diersoort, in tonnen en aantal individuen? Indien het niet mogelijk is het aantal individuen te specificeren, kunt u het dan uitsplitsen naar het gemiddelde gewicht per individuele gevangen diersoort?

Antwoord

In bijlage IV zijn de door RVO geregistreerde aanlandingen van de Nederlandse vissersvaartuigen gedaan in 2023 per kilo per kreeft- en inktvisachtigen weergegeven. De vangsten per aantal individuele vissoort worden niet geregistreerd.

In bijlage V zijn de door RVO geregistreerde aanlandingen weergegeven die in de Nederlandse havens in 2023 per kilo per kreeft- en inktvisachtigen zijn gedaan. Dit zijn zowel aanlandingen van Nederlandse vaartuigen als buitenlandse vaartuigen.

In bijlage VI zijn de door RVO geregistreerde verkopen weergegeven die in de Nederlandse veilingen in 2023 per ton per kreeft- en inktvisachtigen zijn gedaan. Dit zijn zowel de verkopen van Nederlandse vaartuigen als buitenlandse vaartuigen.

20

Hoeveel aquariumvissen werden er in 2022 en 2023 in Nederland geïmporteerd? Welk deel daarvan was wildvang?

Antwoord

In 2022 werden er 15.765.856 aquariumvissen geïmporteerd.

In 2023 werden er 14.992.142 aquariumvissen geïmporteerd.

De importstatistieken maken geen onderscheid in wildvang en kweek.

21

Hoeveel haaien worden er door Nederland gevangen?

Antwoord

In bijlage VII zijn de door RVO geregistreerde aanlandingen van de Nederlandse vissersvaartuigen gedaan in 2023 per kilo per soorten haaien weergegeven.

22

Wordt er in Nederland «echte» haaienvinnensoep verkocht? Zo ja, om welke hoeveelheid gaat het?

Antwoord

De NVWA houdt geen registratie bij hoeveel «echte» haaievinnensoep in Nederland verkocht wordt.

23

Hoeveel schepen van Nederlandse rederijen kwalificeren als «supertrawler»?

Antwoord

De (Europese) visserijregelgeving kent geen definitie voor «supertrawler». Het aantal vriestrawlers groter dan 59 meter, volgend uit de Visserijwet, onder Nederlandse vlag is zes.

24

Hoeveel dieren, uitgesplitst naar soort, kwamen in 2022 en 2023 om bij transportongelukken? Als u deze informatie nog steeds niet zelf registreert, bent u bereid dat bij de brandweer en andere hulpdiensten op te vragen?

Antwoord

De NVWA registreert dergelijke gegevens niet en voor zover bekend registeren ook andere diensten dit niet.

25

Hoeveel gevallen van «Death-On-Arrival» (DOA) waren er in absolute aantallen in 2022 en 2023 bij slachthuizen uitgesplitst naar diersoort en -doel?

Antwoord

De absolute aantallen voor 2022 en 2023 staan hieronder in de tabel.

Pluimvee
 

Dood aangevoerd 2022

Dood aangevoerd

2023

Vleeskuikens

432.591

407.429

Kippen

25.439

29.224

Eenden

12.117

9.078

Overig pluimvee

(betreft duiven en kalkoenen)

6

2

Pluimvee totaal

470.153

445.733

Roodvlees
 

Dood aangevoerd 2022

Dood aangevoerd

2023

Eenhoevig dier

0

0

Geit

172

99

Gekweekt damhert

0

0

Gekweekt edelhert

0

0

Gekweekt zwijn

0

0

Kalf

27

36

Loopvogels

0

0

Rund

77

105

Schaap

33

39

Varken

4.464

4.238

Roodvlees totaal

4.773

4.517

26

Op welke wijze is zeetransport van landbouwdieren in Nederland verboden?

Antwoord

Zeetransport is niet verboden in Nederland. Dergelijk transport moet voldoen aan de voorschriften van Europese Verordening (EG) nr. 1/2005 (de Transportverordening).

27

Hoeveel hectare op de Noordzee is gevrijwaard van bodemberoering door visserij? Hoeveel is daar in 2023 bijgekomen? Wanneer is de verwachting dat meer gebieden worden gevrijwaard indien er niets is bijgekomen?

Antwoord

Op dit moment is ongeveer 288.000 hectare (2.880 km2) zeebodem op de Noordzee gevrijwaard van bodemberoering door visserij. Dit is ongeveer 5% van het Nederlandse deel van de Noordzee. Hiervan is er 268.800 hectare (2688 km2) bijgekomen in maart 2023.

Op dit moment wordt gewerkt aan een voorstel aan de Europese Commissie om dit percentage te verhogen naar 13,7%. De verwachting is dat dit in 2025 gerealiseerd zal zijn. Daarnaast zet ik mij in om dit percentage verder te verhogen naar 15% in 2030, conform de afspraken uit het Noordzeeakkoord.

28

Hoeveel vissers zijn er in 2023 gesaneerd? Hoeveel geld is hiernaartoe gegaan?

Antwoord

Er zijn 51 vaartuigen gesaneerd middels de Saneringsregeling onder de Brexit Adjustment Reserve. In totaal is er € 97,05 miljoen uitgekeerd in het kader van deze regeling.

29

Hoeveel apen van de soort Macaca fascicularis werden er in 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 tot nu toe, in Nederland ingevoerd en vanuit welke landen? Hoeveel apen van deze soort werden er uitgevoerd en naar welke landen?

Antwoord

Landen buiten de EU:

In 2020 en 2021 werden er geen apen van de soort Macaca fascicularis ingevoerd vanuit landen buiten de EU. In 2022 werden er 240 apen van de soort Macaca fascicularis uit Vietnam ingevoerd.

In 2023 werden er 480 apen van de soort Macaca fascicularis uit Vietnam ingevoerd.

Vanaf 2020 tot nu toe heeft de NVWA veterinaire certificaten voor 159 apen van de soort Macaca fascicularis afgegeven voor uitvoer naar landen buiten de EU. Het grootste aantal dieren afgegeven op certificaten was voor Groot Brittannië en Thailand.

Landen binnen de EU:

T/m 2021 werden geen data bijgehouden op de specifieke soort; hierdoor zijn er alleen totaal data voor Macaca in de jaren 2020 en 2021. In 2020 zijn er in totaal 11 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk België) naar Nederland en in totaal 249 Macaca naar andere EU-lidstaten (voornamelijk Italië, Duitsland, Spanje, Tsjechië) vervoerd. In 2021 zijn er in totaal 115 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk Duitsland) naar Nederland en in totaal 7 Macaca naar andere EU-lidstaten (België) vervoerd.

In de jaren 2022 t/m 2023 zijn er geen apen van de soort Macaca fascicularis vervoerd tussen Nederland en een ander EU land.

30

Hoeveel apen van de soort Macaca mulatta werden er in 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 tot nu toe, in Nederland ingevoerd en vanuit welke landen? Hoeveel apen van deze soort werden er uitgevoerd en naar welke landen?

Antwoord

Landen buiten de EU:

In de genoemde jaren zijn er geen apen van de soort Macaca mulatta ingevoerd vanuit landen buiten de EU. Ook heeft de NVWA in deze periode geen certificaten afgegeven voor de uitvoer van de apensoort Macaca mulatta naar landen buiten de EU.

Landen binnen de EU:

T/m 2021 werden geen data bijgehouden op de specifieke soort; hierdoor zijn er alleen totaal data voor Macaca in de jaren 2020 en 2021.

In 2020 zijn er in totaal 11 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk België) naar Nederland en in totaal 249 Macaca naar andere EU-lidstaten (voornamelijk Italië, Duitsland, Spanje, Tsjechië) vervoerd. In 2021 zijn er in totaal 115 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk Duitsland) naar Nederland en in totaal 7 Macaca naar andere EU-lidstaten (België) vervoerd.

In 2022 zijn er 14 Macaca mulatta naar andere EU-lidstaten lidstaten (voornamelijk België) vervoerd. In 2023 zijn er 15 Macaca mulatta naar andere EU-lidstaten vervoerd en zijn er 3 Macaca mulatta vanuit andere EU-lidstaten naar Nederland vervoerd.

31

Hoeveel apen van de soort Callithrix jacchus werden er in 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 tot nu toe, in Nederland ingevoerd en vanuit welke landen? Hoeveel apen van deze soort werden er uitgevoerd en naar welke landen?

Antwoord

Landen buiten de EU:

In de genoemde jaren zijn er geen apen van de soort Callithrix jacchus ingevoerd vanuit derde landen. Vanaf 2020 tot nu toe heeft de NVWA veterinaire certificaten voor 90 apen van de soort Callithrix jacchus afgegeven voor uitvoer naar derde landen. Het grootste aantal dieren afgegeven op certificaten was voor Groot Brittannië en Thailand.

Landen binnen de EU:

T/m 2021 werden geen data bijgehouden op de specifieke soort; hierdoor zijn er alleen totaal data voor Macaca in de jaren 2020 en 2021.

In 2020 zijn in totaal 11 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk België) naar Nederland en in totaal 249 Macaca naar andere EU-lidstaten (voornamelijk Italië, Duitsland, Spanje, Tsjechië) vervoerd.

In 2021 zijn in totaal 115 Macaca uit andere EU-lidstaten (voornamelijk Duitsland) naar Nederland en in totaal 7 Macaca naar andere EU-lidstaten (België) vervoerd.

In 2022 zijn 2 Callithrix jacchus naar Nederland vervoerd (vanuit Spanje) en 2 Callithrix jacchus vanuit Nederland naar andere EU-lidstaten (Hongarije) vervoerd.

In 2023 zijn 43 Callithrix jacchus vanuit Nederland naar andere EU-lidstaten (voornamelijk Duitsland) vervoerd.

32

Hoeveel hectare bos is er aangelegd in 2023? Waar is het bos geplant en wat was er voor het bos werd aangeplant?

Antwoord

De gegevens over bosuitbreiding in 2023 zijn nog niet bekend. In de Voortgangsrapportage Natuur (VRN) wordt jaarlijks gerapporteerd over het aantal hectare nieuw bos dat wordt aangelegd. Hierin wordt een onderscheid in aangebracht per provincie en of het bos binnen of buiten het Natuurnetwerk Nederland is aangelegd. In de 9e VRN2 is reeds gerapporteerd over de jaren 2021 en 2022. Hieruit blijkt dat 823 ha is aangelegd. Het tempo van realisatie ligt dus nog ver achter op het doelbereik. De uitvoering van de bossenstrategie is in 2021 gestart en mede door ontbrekend instrumentarium is de opstart langzaam verlopen. Daarom zijn met het NPLG middelen en ruimte beschikbaar gesteld om nieuw bos te realiseren en uitvoering te versnellen. Dit najaar worden in de 10e VRN de cijfers over 2023 gepubliceerd.

33

Hoe staat het met afschaffen van de vrijstelling om kauwen, houtduiven en konijnen te bejagen?

Antwoord:

Zoals aangegeven in mijn brief aan uw kamer (Kamerstuk 36 410-XIV, nr. 961) ga ik aan de slag met het intrekken van de vrijstellingen. Over de wijze en termijn waarop de vrijstellingen ingetrokken kunnen worden ben ik nog in overleg met de provincies. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer hierover voor het zomerreces informeren.

34

Is er inmiddels een gezamenlijke landelijke inzamelstructuur, gelet op uw uitspraak in 2021 (Kamerstuk 35 830-XIV, nr. 8, antwoord op vraag 59), te weten «Er bestaat op dit moment geen gezamenlijke landelijke inzamelstructuur, waardoor data niet of hooguit op provinciaal niveau beschikbaar zijn. Ik ben in overleg met de provincies om te komen tot een openbare database waarin de provinciale gegevens bij elkaar worden gebracht»?

Antwoord:

Nee, met provincies zijn de mogelijkheden onderzocht voor een centrale database waarin een landelijk overzicht wordt gegeven van afgegeven ontheffingen en vergunningen. Dit project is in 2021 gestaakt omdat betrokken partijen het onderling niet eens konden worden over de uitvoering ervan. De faunabeheereenheden rapporteren ieder afzonderlijk over het gebruik van de ontheffingen en vergunningen.

35

Hoe vaak zijn jagers in de afgelopen vijf jaren in het veld gecontroleerd in het kader van de jacht, beheer en schadebestrijding en door wie, uitgesplitst per provincie per jaar? Hoeveel overtredingen zijn hier vastgesteld? Hoe vaak heeft dit geleid tot sancties of vervolging? Kunt u deze gegevens bij de provincies opvragen zodat er ook een centraal overzicht is?

Antwoord

Navraag bij de politie leert mij dat er geen centrale registratie wordt bijgehouden van controles (van jagers). Incidenten en activiteiten daaromtrent worden door de politie geregistreerd in de categorie «flora en fauna». Hoeveel overtredingen worden begaan door individuen die in het bezit zijn van een vergunning voor een jachtactiviteit is (mij) daarom niet bekend.

36

Hoeveel buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) zijn er in elke provincie beschikbaar voor de controle van de jacht, beheer en schadebestrijding? Hoeveel misstanden, misdrijven en/of overtredingen zijn er de afgelopen vijf jaar geconstateerd bij de uitvoering van de jacht, beheer en schadebestrijding? Kunt u deze gegevens bij de provincies opvragen zodat er ook een centraal overzicht is?

Antwoord

Mijn ministerie beschikt niet over deze gegevens. Zoals ik ook bij vraag 35 aangeef houdt de politie geen centrale registratie bij waarin misstanden, misdrijven en/of overtredingen over jacht, beheer en schadebestrijding staan. Deze worden centraal geregistreerd in de categorie «flora en fauna».

37

Hoeveel katten zijn er in 2022 en 2023 geschoten in Nederland, uitgesplitst per provincie?

Antwoord

Provincie Fryslân is de enige provincie die het beheer van verwilderde katten door middel van afschot toestaat. In 2022 zijn er in deze provincie 257 katten afgeschoten op basis van de provinciale opdracht. De afschotcijfers uit 2023 zijn nog niet beschikbaar.

38

Hoeveel van de gemeten en uitgekeerde gewasschade was schade aan gewassen die direct bestemd waren voor menselijke consumptie en hoeveel van de schade was aan voor diervoeder bestemde gewassen, uitgesplitst naar gemeten en uitgekeerd, per bestemming en in euro’s?

Antwoord

In 2022, het meest recente jaar waarvoor cijfers faunaschade aan gewassen beschikbaar zijn, is door BIJ12 voor 44 miljoen euro aan tegemoetkomingen uitgekeerd. 85% van die schade betreft schade aan grasland, bestemd als diervoer. Voor de overige gewassen is geen uitsplitsing naar menselijke en dierlijke consumptie mogelijk.

39

Hoe bereiden uw ministerie en dierhouders zich voor op de terugkeer van de lynx?

Antwoord

De lynx is een strikt beschermde diersoort, waarvoor Europese beschermingsmaatregelen getroffen moeten worden. Het is echter niet de verwachting dat lynxen zich op afzienbare termijn in Nederland zullen vestigen. Momenteel worden er daarom geen voorbereidende maatregelen getroffen. In het geval er uitzicht is op terugkeer van lynxen, dan zal samen met provincies worden bekeken welke maatregelen getroffen kunnen worden voor het samenleven met deze dieren.

40

Hoe bereiden uw ministerie en dierhouders zich voor op de terugkeer van de bruine beer?

Antwoord

De bruine beer is een strikt beschermde diersoort, waarvoor Europese beschermingsmaatregelen getroffen moeten worden. Het is echter niet de verwachting dat bruine beren zich op afzienbare termijn in Nederland zullen vestigen. Momenteel worden er daarom geen voorbereidende maatregelen getroffen. In het geval er uitzicht is op terugkeer van bruine beren, dan zal samen met provincies worden bekeken welke maatregelen getroffen kunnen worden voor het samenleven met deze dieren.

41

Op welke wijze mogen particulieren knaagdieren en mollen doden? Welke andere dieren mogen door particulieren zonder vergunning of toezicht worden gedood?

Antwoord

Voor wilde, inheemse zoogdieren die vermeld staan op bijlage IX van het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) geldt dat deze beschermd zijn en niet zonder toestemming van het bevoegd gezag mogen worden gedood. Ratten (afgezien van de woelrat), huismuizen en mollen staan niet op die bijlage. Daarnaast geldt het verbod op het doden van bosmuizen, huisspitsmuizen en veldmuizen niet voor zover deze dieren zich in of op gebouwen of daarbij gehorende erven en roerende zaken bevinden (art 11.54 lid 2 sub a Bal). Deze mogen door particulieren worden gedood. Voor deze soorten geldt geen beperking voor wat betreft de middelen die mogen worden ingezet om de dieren te vangen of doden. Artikel 11.28 van het BAL schrijft echter wel voor dat eenieder die een in het wild levend dier doodt of vangt, moet voorkomen dat het dier onnodig lijdt.

Daarnaast wordt de wijze waarop muizen, ratten en mollen mogen worden gedood beperkt door het verbod om beschermde soorten te doden. Een particulier handelt immers ook in strijd met dat verbod indien het doden van beschermde soorten onopzettelijk gebeurt, hetgeen bijvoorbeeld kan voorkomen bij het inzetten van niet selectieve vangmiddelen, zoals onder andere gif, lijm of vallen. Dergelijke middelen kunnen dan ook alleen worden ingezet als is uitgesloten dat er beschermde soorten mee kunnen worden gevangen of gedood. Het gebruik van gif is tevens alleen togestaan met een biocide dat door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden is toegelaten tot de Nederlandse markt.

Wanneer u refereert aan gehouden dieren, dan is in het Besluit houders van dieren bepaald dat honden, katten en ganzen niet zomaar gedood mogen worden, maar enkel in vijf specifiek aangewezen gevallen. Gehouden dieren van andere diersoorten mogen door ieder persoon gedood worden, zo lang diegene zich bij de uitvoering hiervan aan enkele welzijnseisen houdt. Via het aangenomen amendement van het lid Wassenberg (Kamerstuk 35 892, nr. 22) heeft de Kamer de opdracht gegeven om het verbod op het doden van dieren in ieder geval uit te breiden naar alle gehouden zoogdiersoorten die op de huis- en hobbydierenlijst worden geplaatst en ganzen. Dit voorstel past bij mijn beleidsinzet om het beschermingsniveau van gehouden dieren verder te verhogen en werk ik momenteel uit.

42

Hoeveel dieren van welke soort zijn er in 2022 en 2023 gedood in de Oostvaardersplassen en hoeveel hiervan zijn gebruikt/waren geschikt voor menselijke consumptie? Hoeveel «grote grazers» uit andere gebieden zijn afgeschoten en/of afgevoerd naar het slachthuis? Kunt u dit specificeren per gebied/organisatie en soort?

Antwoord

Staatsbosbeheer geeft aan dat in 2022 in de Oostvaardersplassen 167 heckrunderen en 632 edelherten gedood zijn, hiervan zijn 302 edelherten aangeboden voor consumptie. In 2023 zijn in de Oostvaardersplassen 42 heckrunderen en 1377 edelherten gedood, hiervan zijn 719 edelherten aangeboden voor consumptie. In 2022 en 2023 zijn er geen paarden vanuit de Oostvaardersplassen naar andere gebieden verplaatst of naar het slachthuis gegaan. Daarnaast worden ieder jaar circa 11 heckrunderen, 11 edelherten en 11 konikpaarden voor onderzoek naar de Gezondsheidsdienst voor Dieren (GD) gebracht, voor de heckrunderen en edelherten zijn deze meegenomen in de hierboven genoemde cijfers.

Het Rijk heeft geen inzicht in hoeveel «grote grazers» uit andere gebieden zijn afgeschoten en/of afgevoerd naar het slachthuis. Er worden cijfers bijgehouden in het identificatie- en registratiesysteem(I&R) van o.a. het aantal dood- en slachtmeldingen van bepaalde dieren waarvoor I&R-verplichtingen zijn. Er wordt echter niet bijgehouden of de melding een grote grazer uit een natuurgebied betreft. Het is daarmee ook niet mogelijk om inzicht te geven in om hoeveel grote grazers het zou gaan per gebied/organisatie en per soort.

43

Hoe vaak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2023 opgetreden tegen dierhouders in het kader van Artikel 1.6, derde lid, van het Besluit houders van dieren? Hoe vaak gebeurde dat vanwege gebrek aan bescherming tegen slechte weersomstandigheden, hoe vaak vanwege gebrek aan bescherming vanwege gezondheidsrisico’s en hoe vaak vanwege gebrek aan bescherming tegen roofdieren?

Antwoord

In 2023 zijn 112 keer overtredingen op artikel 1.6, derde lid van het Besluit houders van dieren geconstateerd bij landbouwhuisdieren. In 44 van deze gevallen betrof het gezondheidsrisico’s en in 41 van de gevallen onvoldoende bescherming tegen slechte weersomstandigheden. Van 27 gevallen is onbekend welk onderdeel van artikel 1.6, derde lid het betrof.

44

Welke maatregelen neemt u om de wolf te beschermen tegen verkeersongelukken?

Antwoord:

De verantwoordelijkheid voor deze bescherming ligt bij de betreffende wegbeheerder. Deze is ook het best in staat tot het maken van een lokale maatwerkafweging waarbij zowel verkeerskundige als andere aspecten, zoals ter plekke aanwezige fauna, worden betrokken. Langs leefgebieden van wilde dieren treffen de wegbeheerders, vaak in samenspraak met terrein beherende instanties, dan ook een samenstel van maatregelen, zoals wildhekken en reflectoren om dieren te geleiden en waarschuwingsborden, adviessnelheden en/of (dynamische) aanpassing van de maximumsnelheid om het gedrag van weggebruikers te beïnvloeden. Specifiek voor het hoofdwegennetwerk heeft beheerder Rijkswaterstaat in het Meerjaren Programma Ontsnippering (MJPO) maatregelen genomen zoals de aanleg van faunapassages in de vorm van natuurbruggen en wildviaducten.

45

Op welke wijze voorkomt u dat prooidieren van de wolf door jagers worden afgeschoten?

Antwoord

Provincies zijn het bevoegd gezag voor het natuurbeleid. Hieronder vallen zowel het beheer van prooidieren als het beschermen van wolven. In de door de provincies goedgekeurde faunabeheerplannen wordt steeds de juiste balans gezocht tussen beheer en bescherming.

46

Op welke wijze voorkomt u dat hekwerken wolven en andere dieren belemmeren in hun verspreiding?

Antwoord

Door het goed beschermen van gehouden dieren kan schade door roofdieren worden voorkomen. Preventiemaatregelen die dierhouders kunnen treffen tegen wolvenaanvallen staan beschreven in het interprovinciaal wolvenplan. Wolfwerende hekken vormen hier onderdeel van. Deze hekken zijn primair bedoeld om vee te beschermen tegen wolven, niet om de verspreiding van de wolf tegen te gaan en ze lijken ook niet dat effect te hebben. Ik zie in Vlaanderen goede voorbeelden van het gebruik van wolfwerende hekken. Daar daalt nu al voor het tweede jaar op rij het aantal door wolven doodgebeten dieren. De Vlaamse situatie laat zien dat het laagdrempelig aanbieden en stimuleren van het gebruik van wolfwerende hekken nodig is voor een goede bescherming van vee. Dit onderwerp zal ik verder bespreken met provincies vanwege hun cruciale rol in het faciliteren van de bescherming van vee tegen wolvenaanvallen. Bij de invulling van de open norm van artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren (waarin het bescherming bieden tegen roofdieren is voorgeschreven), ga ik tevens in gesprek met natuurorganisaties en relevante experts over hoe we rekening kunnen houden met de effecten van wolfwerende hekken op migratie van wilde dieren.

47

Hoe treedt u op tegen misinformatie over en demonisering van de wolf?

Antwoord

In het advies over samen leven met wolven in Nederland, dat op 24 mei jl. aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuknummer 33 576, nr. 376), adviseert de Raad voor de Dieraangelegenheden (RDA) het instellen van een kenniscentrum, een meldpunt en een informatiepunt. Het is volgens de RDA belangrijk dat wettelijke verplichtingen en het doel van internationale afspraken over wolven en hun bescherming bekend zijn bij alle bestuurslagen.

Zoals in de begeleidende brief met de appreciatie van dit advies is aangegeven, onderzoekt het kabinet, samen met provincies en stakeholders de mogelijkheden voor een Landelijk Informatiepunt Wolf (LIW) voor het verbeteren van de informatie over samenleven met de wolf. Het LIW moet een belangrijke rol gaan spelen bij het bieden van voorlichting die kan helpen om te gaan met de angsten. Naar aanleiding van het advies van de RDA zal tevens worden onderzocht of het LIW kan worden uitgebreid met een meldpunt en/of kenniscentrum.

48

Wanneer wordt het resultaat van de maatschappelijke dialoog over de wolf verwacht?

Antwoord

Op 24 mei heb ik u het rapport van de Raad voor Dierenaangelegenheden over de uitkomsten van de maatschappelijke dialoog doen toekomen (Kamerstuk 33 576, nr. 376).

49

Hoeveel apen zijn er in totaal afgemaakt bij een Nederlandse apenhandelaar na de geconstateerde TBC-besmetting in 2023?

Antwoord

In totaal zijn 177 apen geëuthanaseerd.

50

Staat de afspraak dat Nederlandse onderzoeksinstellingen geen apen meer uit het buitenland halen voor dierproeven zwart op wit? Zo ja, waar staat dat?

Antwoord

Het betreft een intentie zoals beschreven in de kamerbrief van de Staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap van 18 december 2015 (Kamerstukken 2015/2016, 32 336, nr. 44)

De Nederlandse instellingen hebben sindsdien conform de afspraak enkel apen vanuit het BPRC gebruikt of zijn volledig met onderzoek op apen gestopt

51

Waarop baseert de Wetenschappelijke autoriteit haar aanbevelingen met betrekking tot de import van bijvoorbeeld proefapen? Hoe is deze commissie samengesteld? Wie controleert haar?

Antwoord

Ten behoeve van aanvragen voor een CITES3 importvergunning geeft de CITES Wetenschappelijk Autoriteit (WA) onafhankelijk advies gericht op de instandhouding van de soort in het wild (doel CITES). De WA is momenteel samengesteld uit zeven aangestelde onafhankelijk experts op verschillende gebieden van flora en fauna.

Soorten die zijn opgenomen in EU CITES-bijlage A en B kunnen onder voorwaarden worden geïmporteerd of geëxporteerd voor (onder andere) medisch onderzoek. Wanneer een dergelijke invoeraanvraag wordt ontvangen, beoordeelt de WA het risico dat de invoer het voortbestaan van wilde populaties van de soort negatief zou kunnen beïnvloeden. Als uit de beschikbare informatie blijkt dat de invoer niet schadelijk is voor de wilde populaties, kan de WA een positief advies uitbrengen.

De WA werkt nauw samen met de WA’s van andere EU-lidstaten. Afstemming en uitwisseling vindt plaats in the EU Scientific Review Group. Dit zorgt ervoor dat alle Europese lidstaten consistente beslissingen nemen.

52

Welke instellingen hebben nog een vergunning of ontheffing voor het testen op non-humane primaten?

Antwoord

De instellingsvergunningen voor het uitvoeren van dierproeven worden niet voor een specifieke diersoort afgegeven. De NVWA treft momenteel de voorbereidingen om alle afgegeven instellingsvergunningen te actualiseren, daarbij is een beperking in het gebruik van diersoorten wel voorzien. Van afgegeven instellingsvergunningen wordt melding gemaakt in de Staatscourant, de vergunningen zelf zijn niet openbaar. Om dierproeven uit te mogen voeren is naast een instellingsvergunning van de NVWA ook een projectvergunning nodig van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD). De projectvergunningen van de CCD zijn wel standaard beperkt op diersoort. Projectvergunningen zelf zijn niet openbaar, wel is van elke vergunning een niet-technische samenvatting openbaar.

53

Werden er in het jaar 2023 inspecties uitgevoerd bij een apenhandelaar? Waren deze inspecties aangekondigd? Wat waren de bevindingen van de inspectie(s)?

Antwoord

De NVWA heeft in 2023 bij een apenhandelaar 6 controles uitgevoerd, waaronder een aangekondigde inspectie uitgevoerd in het kader van de Wet op de dierproeven en twee aangekondigde officiële controles voor geconsigneerde inrichtingen. Normaal gesproken geeft de NVWA op grond van de Dierproevenrichtlijn (Richtlijn 2010/63/EU) geen bedrijfsspecifieke informatie over proefdierinstellingen. In dit uitzonderlijke geval, onder andere eerder gestelde Kamervragen mee in overweging genomen, laat de NVWA weten dat de apenhandelaar tijdens de inspectie voldeed aan alle wettelijke vereisten.

54

Ontving een apenhandelaar in de periode 2019–2024 subsidies van de Nederlandse overheid?

Antwoord

LNV heeft in de periode 2019–2024 geen subsidie verstrekt aan een apenhandelaar.

55

Hoeveel instellingen hebben een vergunning voor het uitvoeren van dierproeven op honden en katten?

Antwoord

Zie antwoord op vraag 52.

56

Hoeveel welzijns- en andere inspecties werden er in 2023 uitgevoerd bij dierproefnemers die dierproeven doen op honden en katten?

Antwoord

In 2023 zijn 22 inspecties uitgevoerd in het kader van de Wet op de dierproeven bij dierproefnemers die dierproeven doen op honden en katten.

57

Hoeveel welzijns- en andere inspecties werden er in 2023 uitgevoerd bij dierproefnemers die dierproeven doen op non-humane primaten?

Antwoord

In 2023 zijn 3 inspecties uitgevoerd in het kader van de Wet op de dierproeven bij dierproefnemers die dierproeven doen op non-humane primaten

58

Hoeveel vergunningen zijn het afgelopen jaar afgewezen door de Centrale Commissie Dierproeven (CCD)?

Antwoord

In 2023 zijn twee aanvragen afgewezen (van de 330 binnengekomen aanvragen). De cijfers hiervan zijn terug te vinden in het Jaarverslag CCD 2023. Het vergunningenstelsel is zo ingericht dat enkel gedegen aanvragen aan de CCD worden voorgelegd, hierdoor is het afwijzingspercentrage relatief gezien laag.

59

Bij welk percentage van de gevallen in het afgelopen jaar week het besluit van de CCD af van het advies van een Dierexperimentencommissie (DEC)?

Antwoord

In 2023 heeft de CCD 92% van de DEC adviezen opgevolgd en heeft in 8% daarvan afgeweken. De cijfers hiervan zijn terug te vinden in het Jaarverslag CCD 2023.

60

Hoeveel apen zijn het afgelopen jaar vanuit Nederland verhandeld ten behoeve van dierproeven?

Antwoord

In 2023 zijn er vanuit Nederland ruim 700 primaten verplaatst naar andere EU-lidstaten. In 2023 zijn door de NVWA veterinaire certificaten voor 13 apen afgegeven voor export naar derde landen. Het is onbekend voor welk doel deze dieren verplaatst zijn.

61

Hoeveel veehouders zijn er die al jaren te veel dieren houden zonder dat de gemeenten optreden?

Antwoord

Dit wordt niet bijgehouden door de RVO. Deze informatie ligt bij de provincies en omgevingsdiensten.

62

Welk deel van het Nederlandse landbouwareaal wordt gebruikt voor het telen van veevoedergewassen?

Antwoord

In 2023 is het totale oppervlakte aan grasland en groenvoedergewassen in Nederland 115.302.059 hectare. Dit neemt de afgelopen jaren iets af. In de jaren 200–2015 was het beschikbare gebied nog rond de 124 miljoen hectare. (Bron: CBS)

63

Welk deel van de in Nederland geteelde granen wordt gebruikt voor veevoer? Hoeveel is dat in tonnen?

Antwoord

In 2023 is het totale oppervlakte waarop granen en peulvruchten worden geteeld in Nederland 3.355.100 hectare. Dit is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. Het aandeel granen dat in Nederland geteeld wordt voor veevoer is niet bekend, maar waarschijnlijk groot omdat door klimatologische omstandigheden en variëteit keuze, het graan uit Nederland minder/niet geschikt is voor verwerking tot direct humane consumptie. (Bron CBS)

64

Hoeveel vervoer importeert Nederland, uitgesplitst naar soort, in tonnen voor «eigen» gebruik? En hoeveel voor doorvoer?

Antwoord

Begin dit jaar is het rapport «Monitor herkomst diervoedergrondstoffen» gedeeld met de Tweede Kamer waarin de herkomst van diervoedergrondstoffen in Nederlands diervoeder wordt uiteengezet door de Wageningen Livestock Research. Hierin is een schatting te vinden van de volumes diervoedergrondstoffen die zijn geïmporteerd (opgesplitst in de herkomst geografisch Europa of buiten geografisch Europa) naast het gebruik van diervoedergrondstoffen van eigen bodem. Conclusie van dit rapport is dat van ca. 14 miljoen ton in Nederland gebruikte grondstoffen voor diervoeder, 9,4% van Nederlandse herkomst is, 68,6% uit geografisch Europa is ingevoerd en 22,1% is buiten geografisch Europa afkomstig is.

Ook bevat dit rapport voor een aantal diervoedergrondstoffen een uitgebreidere analyse van o.a. CBS data over invoer en uitvoer van diervoedergrondstoffen. Zo is bijvoorbeeld terug te vinden dat vooral soja voor diervoeder wordt ingevoerd in de vorm van hele sojabonen, sojaschroot en sojahullen. Een deel van de ingevoerde grondstoffen wordt in Nederland verwerkt en weer uitgevoerd. De invoer van deze soja grondstoffen wordt voor 2020 geschat op 318.325 ton sojahullen, 4.11.583 ton sojabonen en 2.661.880 ton sojaschroot. De uitvoer bedraagt 134.206 ton sojahullen, 958.487 ton sojabonen en 3.176.046 ton sojaschroot. De Nederlandse diervoedersector gebruikt zelf 282.882 ton sojahullen, 54.139 ton sojabonen en 1.550.000 ton sojaschroot.

65

Hoeveel herten worden in Nederland gehouden voor vlees, uitgesplitst naar soort, en hoeveel als huis/tentoonstellingsdier?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem nog niet bij op welke inrichtingen hertachtigen worden gehouden. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. De Tweede Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten. Wel zijn er gegevens bekend vanuit de Erfgoedwet en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Er zijn 25 hertenkampen die op basis van de Erfgoedwet de status van Rijksmonument kennen. Er zijn ook hertenkampen die zijn beschermd door gemeenten, via gemeentelijke verordeningen of via het bestemmingsplan. In een overzicht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staan 252 hertenkampen. Dit zijn niet alle hertenkampen, maar ik beschik niet over het totaal aantal hertenkampen en over de aantallen herten die in deze hertenkampen worden gehouden.

Er is ook gevraagd naar aantal herten dat als huis/tentoonstellingsdier wordt gehouden. Ook deze informatie wordt niet geregistreerd en is derhalve niet beschikbaar.

66

Hoeveel bedrijven in Nederland «fokken» insecten, welke soorten zijn dat en welk deel van deze insecten is bestemd als veevoer en welk deel voor humane consumptie?

Antwoord

Een exact aantal bedrijven noemen dat op dit moment actief is in de insectenkweek is lastig door het jonge en dynamische karakter van sector. De Vereniging Nederlandse Insectenkwekers (VENIK) gaat er van uit dat er op dit moment in Nederland zo’n 50 bedrijven insecten kweken. Door onrust in de insectenmarkt zijn in de afgelopen periode meerdere insectenbedrijven failliet gegaan of hebben de productie tijdelijk stilgelegd.

In Nederland worden met name de volgende soorten gekweekt:

  • Meelwormen

    • Buffaloworm

    • Gele meelworm

    • Morioworm

  • Larven van de zwarte soldatenvlieg

  • Krekels

  • Sprinkhanen

Eén tot enkele procenten van de insectenproductie wordt gebruikt voor humane consumptie, het overgrote deel van de productie is bestemd voor petfood en veevoeder.

Daarnaast worden er door insectenkwekers ook insecten gekweekt als voeding voor dieren in dierentuinen en terraria, hierbij kan gedacht worden aan onder meer krulvliegen, kakkerlakken en rozenkeverlarven

67

Hoeveel parelhoenders, kwartels en struisvogels worden er in Nederland gehouden voor vlees en welke andere vogelsoorten buiten deze en het reguliere pluimvee?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem nog niet het bedrijfstype van de inrichting en het doel waarmee de in gevangenschap levende vogels worden gehouden bij. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van deze dieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten.

68

Hoeveel bedrijven hielden in 2023 kalkoenen voor de productie van vlees?

Antwoord

RVO maakt in het I&R-systeem nog geen onderscheid in de verschillende soorten pluimvee en gevogelte. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van deze dieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten. Gegevens die wel beschikbaar zijn komen uit de Gecombineerde Opgave (GO) waarin ondernemers jaarlijks (op 1 april) diergegevens en locatiegegevens doorgeven. Een ondernemer hoeft alleen kalkoenen door te geven wanneer hij meer dan 25 kalkoenen op een biologische wijze houdt, of in omschakeling is naar biologisch. Op 1 april 2023 werden er 157.914 kalkoenen op 32 biologische inrichting gehouden, of op een inrichting die in omschakeling was naar biologisch

69

Hoeveel kalkoenen werden er in 2023 gefokt voor de productie van vlees?

Antwoord

RVO maakt in het I&R-systeem nog geen onderscheid in de verschillende soorten pluimvee en gevogelte. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van deze dieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten. Gegevens die wel beschikbaar zijn komen uit de Gecombineerde Opgave (GO) waarin ondernemers jaarlijks (op 1 april) diergegevens en locatiegegevens doorgeven. Een ondernemer hoeft alleen kalkoenen door te geven wanneer hij meer dan 25 kalkoenen op een biologische wijze houdt, of in omschakeling is naar biologisch. Op 1 april 2023 werden er 157.914 kalkoenen op 32 biologische inrichting gehouden, of op een inrichting die in omschakeling was naar biologisch

70

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2023 plaatsgevonden in de kalkoenenhouderij?

Antwoord

In 2023 is 1 welzijnsinspectie uitgevoerd bij een primair bedrijf met kalkoenen.

71

Hoeveel kalkoenenvlees is er in 2023 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd kalkoenenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2023 zijn er volgens de gegevens van de NVWA in Nederland 1.745 kalkoenen geslacht in een erkend slachthuis.

In 2023 zijn veterinaire certificaten van de NVWA voor ongeveer 3.200.000 kg kalkoenenvlees afgegeven voor export naar derde landen. Voor verplaatsing van kalkoenenvlees binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

72

Hoeveel bedrijven hielden in 2023 konijnen voor de productie van konijnenvlees?

Antwoord

Inrichtingen waar konijnen worden gehouden voor de productie van vlees worden geregistreerd in het Identificatie- en Registratiesysteem (I&R). Op 1 januari 2023 hadden 126 inrichtingen een actieve UBN voor het houden van konijnen voor productie. Dat een inrichting hier een actieve UBN voor heeft, betekent niet dat er op de inrichting daadwerkelijk dieren worden gehouden. Sectorpartijen geven aan dat het aantal actieve houderijen rond de 30 ligt.

73

Hoeveel konijnen werden er in 2023 gefokt voor de productie van konijnenvlees?

Antwoord

Elk jaar geven ondernemers in het kader van de Gecombineerde Opgave (GO) diergegevens en locatiegegevens door. Dit gebeurt jaarlijks op 1 april. Een ondernemer hoeft alleen konijnen door te geven wanneer hij op een bedrijfsmatige manier meer dan 25 gespeende vleeskonijnen en/of voedsters houdt. Op 1 april 2023 werden er 224.059 konijnen gehouden voor de productie van vlees.

74

Hoeveel dieren, uitgesplitst naar soort, belandden in 2022 en 2023 in een beerput? Hoeveel van hen kwamen om? Bent u, als u deze informatie nog steeds niet zelf registreert, bereid die bij de brandweer en andere hulpdiensten op te vragen?

Antwoord

Er is geen landelijke registratie van het aantal dierlijke slachtoffers als gevolg van het bezwijken van een stalvloer. Dat komt omdat toezicht en handhaving op naleving van de bouwvoorschriften decentraal is belegd bij gemeenten. Uit oogpunt van dierenwelzijn vind ik het echter toch wenselijk dat het gemeentelijke bouwtoezicht en de NVWA na een stalincident geïnformeerd worden, zodat zij een afweging kunnen maken om de betreffende stal te controleren.

Ik ga daarom, zoals eerder gemeld aan de Kamer in antwoorden op Kamervragen van het lid Vestering (PvdD)4, samen met mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in overleg met Brandweer Nederland, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de NVWA om te zorgen dat bij dit soort incidenten systematisch melding wordt gedaan door de brandweer aan het gemeentelijke bouwtoezicht en in geval van risico’s voor het welzijn van nog aanwezige dieren bij de NVWA. Ambtelijk zijn we hier al over in gesprek.

75

Hoeveel inspecties hebben er in 2022 en 2023 plaatsgevonden naar de integriteit van stalconstructies en roosters om eerdergenoemde incidenten met beerputten te voorkomen? Hoe vaak is daarbij een rapport opgemaakt of op andere wijze opgetreden?

Antwoord

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 74 is toezicht en handhaving op naleving van de bouwvoorschriften belegd bij de gemeente. Er is geen landelijke registratie van inspecties.

76

Hoeveel bedraagt de afname van het aantal melkkoeien en de bijbehorende fosfaatrechten over het afgelopen jaar?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem nog niet het bedrijfstype van de inrichting en het doel waarmee de runderen worden gehouden bij. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van melkkoeien hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten. Gegevens die wel beschikbaar zijn komen uit de Gecombineerde Opgave (GO) waarin ondernemers jaarlijks diergegevens en locatiegegevens doorgeven. Op 1 april 2023 zijn er 1.554.570 melkkoeien door houders doorgegeven. Op 1 april 2024 zijn er 1.569.498 melkkoeien door houders doorgegeven. In 2024 is er een lichte toename te zien van 14.928 melkkoeien. Fosfaatrechten worden per kalenderjaar vastgesteld. Bij het berekenen van de fosfaatrechten wordt het onderscheid tussen melkvee inclusief jongvee en vleesvee gemaakt. Op 1 januari 2023 bedroeg de fosfaatrechten van melkvee, inclusief jongvee, 84.085.828. Op 1 januari 2024 bedroeg de fosfaatrechten van melkvee, inclusief jongvee, 83.793.936. Hierin is een lichte afname in de fosfaatrechten te zien van 291.892.

77

Hoeveel bedraagt de afname van het aantal varkens en de bijbehorende dierrechten over het afgelopen jaar?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem geen individuele varkens bij, omdat er voor varkens geen individuele identificatie is geregeld. Gegevens die beschikbaar zijn komen uit de Gecombineerde Opgave (GO) waarin ondernemers jaarlijks diergegevens en locatiegegevens doorgeven. Op 1 april 2023 zijn er 8.957.046 varkens door houders doorgegeven. Op 1 april 2024 zijn er 8.466.669 varkens door houders doorgegeven. In 2024 is er een afname te zien van 490.377 varkens. Dierrechten worden per kalenderjaar vastgesteld. Dat betekent dat het nog niet mogelijk is een correcte beeld over het jaar 2024 te geven. Op 1 januari 2023 bedroeg de dierrechten voor varkens 7.987.053. Op 1 januari 2024 bedroeg de dierrechten voor varkens 7.937.176. Hierin is een lichte afname te zien in de dierrechten van 49.877.

78

Hoeveel bedraagt de afname van het aantal kippen en de bijbehorende dierrechten over het afgelopen jaar?

Antwoord

Elk jaar geven ondernemers in het kader van de Gecombineerde Opgave (GO) diergegevens en locatiegegevens door. Op 1 april 2023 zijn er 91.489.829 kippen door houders doorgegeven. Op 1 april 2024 zijn er 86.567.240 kippen door houders doorgegeven. In 2024 is er een afname te zien van 4.922.589 kippen. Dierrechten worden per kalenderjaar vastgesteld. Dat betekent dat het nog niet mogelijk is een correcte beeld over het jaar 2024 te geven. Op 1 januari 2023 bedroeg de dierrechten voor pluimvee 67.040.857. Op 1 januari 2024 bedroeg de dierrechten voor pluimvee 66.785.691. Hierin is een afname te zien in de dierrechten van 255.166.

79

Kunt u een overzicht geven van de landen die een verbod op het fokken, tentoonstellen of houden van zogeheten dikbilrunderen hebben?

Antwoord

Het instellen van een fok- of houdverbod is in strijd met de Europese Fokkerijverordening 2016/1021. In deze verordening is onder meer bepaald dat lidstaten er op toe moeten zien dat de toelating van raszuivere fokrunderen tot de voortplanting niet wordt verboden, beperkt of belemmerd. Ik heb bij onze inzet op Europees niveau gepleit voor het uitfaseren en verbieden van het fokken en houden van dieren met schadelijke kenmerken. Ik heb geen gegevens uit andere lidstaten met betrekking tot tentoonstellen van dikbillen.

80

Hoeveel varkens zijn er omgekomen bij de stalbrand in Mussel op 14 mei 2024? Hoeveel in de afgebrande stal en hoeveel door het uitvallen van de ventilatie in de overige stallen?

Antwoord

Voor de monitoring van stalbranden in Nederland wordt uitgegaan van de Risicomonitor Stalbranden5 van het Verbond van Verzekeraars. De Risicomonitor wordt jaarlijks gepubliceerd. Dit betreft een generiek overzicht van de Stalbranden in Nederland gebaseerd op data vanuit verschillende instanties. Er bestaat momenteel geen centrale registratie van stalbranden op plaatsnaam. Gezien de korte reactietermijn is het niet mogelijk om deze specifieke informatie per incident terug te halen.

De Risicomonitor bevat onder andere informatie over het aantal stalbranden in Nederland, het aantal slachtoffers en de oorzaak voor zover deze bekend is. Het gaat dan om de oorzaak van het ontstaan van de brand zelf. De doodsoorzaak van de dieren wordt niet geregistreerd.

Onderstaande tabel geeft het aantal stalbranden weer, het aantal daarbij omgekomen dieren (uitgesplitst per diersoort) en de meest voorkomende oorzaak van het ontstaan van de brand, in de jaren 2020–2023. De data voor het jaar 2024 wordt begin 2025 gepubliceerd.

Jaar

Branden

Varkens

Pluimvee

Geiten

Runderen

Paarden

Schapen

Totaal aantal dieren

Meest voorkomende oorzaak (voor zover bekend)

2020

54

1.780

106.900

1

61

10

42

108.794

Werkzaamheden

2021

35

6.404

0

253

258

0

0

6.915

Elektra

2022

41

0

128.000

880

328

17

70

129.295

Elektra

2023

43

12.752

24.000

330

175

8

40

37.305

Elektra

Totaal

316

20.936

258.900

1.464

822

35

152

282.309

 

81

Hoeveel dieren kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 3 januari 2024 in Puiflijk (Gelderland)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

82

Hoeveel runderen kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 4 maart 2024 in Terheijden (Noord-Brabant)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

83

Hoeveel schapen kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 14 maart 2024 Werkendam (Noord-Brabant)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

84

Hoeveel varkens kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 25 maart 2024 in Boekel (Noord-Brabant)? Hoeveel door de brand en rookontwikkeling en hoeveel door het uitzetten van de ventilatie?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

85

Hoeveel eenden kwamen uiteindelijk om bij de stalbrand op 1 januari 2023 in Ermelo? Wat was de oorzaak van de brand? Zijn de in verband met de brand aangehouden kinderen bestraft?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

86

Hoeveel leghennen kwamen uiteindelijk om het leven bij de stalbrand op 20 februari 2023 Dronten (Flevoland)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

87

Hoeveel varkens kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 5 april 2023 in Sint-Oedenrode (Noord-Brabant)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

88

Hoeveel varkens kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 23 mei 2023 in Reusel (Noord-Brabant)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

89

Hoeveel varkens kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 6 juni 2023 in Beerta (Groningen)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

90

Hoeveel varkens kwamen er uiteindelijk om bij de stalbrand op 9 juli 2023 in Aalten (Gelderland)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 80.

91

Waarom worden stalbranden op maneges of bij hondenfokkers niet meegenomen in de cijfers van brandweer en verzekeringen?

Antwoord

De Risicomonitor van het Verbond van Verzekeraars richt zich op stalbranden bij bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren. Branden bij hondenfokkers worden dan ook niet meegeteld. Dit komt mede doordat er ook particuliere hondenfokkers zijn, die onder de woonhuisverzekeringen vallen. De Risicomonitor bevat data over het aantal stalbranden waarbij paarden betrokken waren. Dit kunnen maneges zijn, maar bijvoorbeeld ook paardenfokkerijen.

92

Hoeveel stalbranden op maneges waren er in de jaren 2020–2024?

Antwoord

In de periode 2020–2023 waren er 29 stalbranden waarbij paarden betrokken waren. Hierbij kan het gaan om maneges, maar bijvoorbeeld ook om paardenfokkerijen. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 80 is de data over het jaar 2024 nog niet bekend.

93

Hoeveel landbouwdieren kwamen in 2023 om door het uitvallen van de ventilatie, gespecificeerd naar soort, datum en locatie?

Antwoord

Er is geen volledige, centrale registratie van sterftegevallen door uitval van ventilatiesystemen. Er is daarom geen betrouwbaar aantal bekend. Wel heeft mijn voorganger in 2021 veehouders opgeroepen om een melding te maken bij de NVWA als men duidelijke aanwijzingen heeft dat dieren door verstikking of door uitval van systemen om het leven zijn gekomen bij stallen die kunstmatige ventilatie gebruiken (Kamerstuk 28 286, nr. 1210). Hier wordt ook aandacht voor gevraagd in het plan van aanpak hittestress (Kamerstuk 28 286, nr. 1296).

Om systeemuitval zo veel mogelijk te voorkomen en snel actie te kunnen ondernemen wanneer het ventilatiesysteem onverhoopt uitvalt, zijn de open normen over nood- en alarmsystemen in stallen ingevuld (Kamerstuk 28 286, nr. 1293). Deze normen (over het alarmsysteem en -plan) zijn deels 1 juli 2023 in werking getreden. Op 1 juli 2024 zullen de overige normen (over noodstroomaggregaten) in werking treden.

94

Hoeveel surplusdieren zijn er in 2022 en 2023 door dierentuinen gedood?

Antwoord

De gevraagde informatie wordt niet geregistreerd en is derhalve niet beschikbaar.

95

Welk bedrag aan coronasteun is er uiteindelijk uitgekeerd aan dierentuinen? Kunt u dit specificeren per dierentuin? Hoe staat dit in verhouding tot het geld dat deze dierentuinen doneren aan natuurbehoud?

Antwoord

Het doel van de coronasteun aan dierentuinen was om het welzijn van de dieren te borgen maar ook om de maatschappelijke waarde van dierentuinen in de vorm van conservatie en educatie te behouden. Natuurbehoud valt hier ook onder. Met de motie van Van Weyenberg (Kamerbrief 35 420, nr. 122) is gevraagd om tijdens de gesprekken met de dierentuinen over de steunmaatregel extra aandacht te geven aan de ondersteuning ten behoeve van het behoud van fok- en uitzetprogramma’s en de verschillende andere functies van dierentuinen. In de tijdelijke subsidieregeling dierentuinen Covid-19 is invulling aan deze motie gegeven door het indienen van een transitieplan verplicht te stellen. Met dit transitieplan hebben dierentuinen niet alleen onderbouwd hoe zij in de toekomst meer weerbaar kunnen zijn in een periode van crisis, maar hebben zij ook duidelijke toekomstplannen geformuleerd op het gebied van hun conservatie en educatiedoelstellingen.

Uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat gedurende de coronaperiode maart 2020 tot en met februari 2021 de bijdragen aan natuurbehoud door de dierentuinen met 10 tot 20% zijn afgenomen en dat daarmee het grootste deel van lopende programma’s op het gebied van conservatie door zijn gegaan. In de beleidsevaluatie van de steunmaatregel die voor dit jaar staat gepland zal moeten blijken of deze conservatieprogramma’s dankzij de steunmaatregel over de gehele pandemieperiode geborgd zijn gebleven.

Hieronder worden de vastgestelde steunbedragen per dierentuin en per openstelling weergegeven.

Dierentuin

Openstelling 1

Openstelling 2

Openstelling 3

Totaal

Wereld Tuinen Landgraaf (Mondo Verde)/K. van der Honing B.V.

€ 1.083.504,52

€ 2.504.485,73

€ 804.215,78

€ 4.392.206,03

Stichting «Amelander Musea»

€ 88.969,85

€ 144.404,30

€ 70.066,17

€ 303.440,32

De Wereld van Merlijn

€ 222.955,58

€ 85.157,18

€ –

€ 308.112,76

Stichting Muzeeaquarium Delfzijl

€ 11.625,34

€ –

€ –

€ 11.625,34

Stichting Alae

€ 157.403,91

€ 206.473,81

€ 55.549,66

€ 419.427,38

Vlinderparadijs Papiliorama

€ 277.491,57

€ 519.520,22

€ 62.912,00

€ 859.923,79

Wildlands Adventure Zoo Emmen B.V.

€ 2.830.096,09

€ 3.347.289,63

€ 1.045.155,38

€ 7.222.541,10

Taman Indonesia

€ 78.299,59

€ 110.974,62

€ –

€ 189.274,21

Dolfinarium Harderwijk B.V.

€ 2.439.493,67

€ 1.275.737,09

€ –

€ 3.715.230,76

GaiaPark B.V.

€ 2.293.888,80

€ 2.474.448,17

€ 717.902,00

€ 5.486.238,97

Koninklijke Burger’s Zoo

€ 2.784.695,71

€ 3.791.887,26

€ 791.000,00

€ 7.367.582,97

Hof van Eckberge B.V.

€ 320.109,37

€ 376.919,79

€ 88.831,99

€ 785.861,15

Dierenpark De Vleut B.V.

€ 116.742,43

€ 343.207,60

€ 33.610,76

€ 493.560,79

Dierenrijk Europa Exploitatie B.V.

€ 697.359,61

€ 1.932.832,33

€ 485.716,00

€ 3.115.907,94

Beekse Bergen Exploitatie B.V.

€ 1.809.414,01

€ 3.675.207,67

€ 966.585,63

€ 6.451.207,31

Delta Park Neeltje Jans B.V.

€ 1.253.767,50

€ 1.706.195,24

€ –

€ 2.959.962,74

De Kempervennen/Center Parcs Netherlands N.V.

€ 62.334,95

€ 71.168,40

€ –

€ 133.503,35

Faunapark Flakkee

€ 249.663,91

€ 98.653,76

€ –

€ 348.317,67

Vlinders aan de Vliet

€ 51.714,37

€ 36.710,53

€ –

€ 88.424,90

Stichting Vogelpark Avifauna

€ 1.357.387,90

€ 1.791.416,26

€ 378.438,96

€ 3.527.243,12

Ouwehands Dierenpark B.V.

€ 2.047.343,75

€ 4.038.502,78

€ 1.166.967,95

€ 7.252.814,48

Dierenpark «Amersfoort» B.V.

€ 2.293.770,84

€ 2.119.862,59

€ 575.000,00

€ 4.988.633,43

Landgoed Hoenderdaell B.V.

€ 1.201.370,91

€ 3.110.959,61

€ 750.842,28

€ 5.063.172,80

Dekker Anthuriums

€ 108.350,91

€ 264.756,26

€ 50.666,44

€ 423.773,61

Stichting Van Blanckendaell Park

€ 162.439,89

€ 1.501.017,47

€ –

€ 1.663.457,36

De Orchideeënhoeve B.V.

€ 692.326,17

€ 918.623,20

€ 243.851,00

€ 1.854.800,37

Apenheul

€ 2.283.855,93

€ 532.625,00

€ –

€ 2.816.480,93

Kasteelpark Born

€ 570.148,06

€ 148.195,83

€ 84.363,17

€ 802.707,06

Stichting Reptielenhuis De Oliemeulen

€ 72.994,65

€ 167.849,91

€ 51.810,68

€ 292.655,24

Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde

€ 4.331.971,00

€ 3.948.034,94

€ 1.092.920,02

€ 9.372.925,96

Natura Artis Magistra

€ 1.780.388,90

€ 2.392.278,63

€ 601.107,00

€ 4.773.774,53

Stichting Artisklas Haarlem

€ 21.269,81

€ 11.214,08

€ 2.183,97

€ 34.667,86

Dierenpark Zie-ZOO B.V.

€ 194.688,99

€ 486.740,46

€ 110.400,22

€ 791.829,67

Berkenhof B.V.

€ 226.353,21

€ 254.485,94

€ –

€ 480.839,15

Kabouterland

€ 115.124,09

€ 59.050,81

€ 174.174,90

Reptielen- en Amfibieënhuis De Aarde

€ 27.112,37

€ 48.456,68

€ –

€ 75.569,05

Happy Birds Breeding & Trading B.V.

€ 747.639,61

€ 2.191.409,35

€ 587.702,23

€ 3.526.751,19

Dierenpark Overloon Exploitatie B.V.

€ 213.891,64

€ 2.448.695,82

€ 625.029,74

€ 3.287.617,20

Aqua Zoo Friesland Exploitatie B.V.

€ 677.822,08

€ 692.500,51

€ 179.288,00

€ 1.549.610,59

Stichting Almere Jungle

€ 144.849,03

€ 244.617,71

€ –

€ 389.466,74

Vogelbush Eureka/Texel ZOO

€ 58.138,28

€ 192.141,71

€ 49.196,42

€ 299.476,41

Stichting Plaswijckpark

€ 1.344.724,32

€ 1.727.447,55

€ 556.093,61

€ 3.628.265,48

Totalen

€ 37.503.493,12

€ 51.992.156,43

€ 12.227.407,06

€ 101.723.056,61

96

Welke dierentuinen houden nog mensapen? Kunt u dit uitsplitsen naar dierentuin, soort en aantal?

Antwoord

Zie onderstaande tabel. De gegevens zijn gebaseerd op de dierbestanden uit 2023, die dierentuinen aan RVO hebben aangeleverd.

Diersoort

Wetenschappelijke naam

Ondersoort

Dierentuin

Aantal

Bonobo

Pan paniscus

Apenheul

12

Bonobo

Pan paniscus

Ouwehands Dierenpark

15

Chimpansee

Pan troglodytes

Artis

8

Chimpansee

Pan troglodytes

Beekse Bergen

27

Chimpansee

Pan troglodytes

Burgers» Zoo

17

Chimpansee

Pan troglodytes

Dierenpark Amersfoort

8

Chimpansee

Pan troglodytes

Dierenrijk

9

Chimpansee

Pan troglodytes

Stichting AAP

38

Goudwanggibbon

Nomascus gabriellae

Artis

2

Goudwanggibbon

Nomascus gabriellae

Blanckendaell

2

Goudwanggibbon

Nomascus gabriellae

Burgers» Zoo

4

Orang-oetan

Pongo pygmaeus

Apenheul

7

Orang-oetan

Pongo pygmaeus

pygmaeus

Ouwehands Dierenpark

6

Siamang

Symphalangus syndactylus

Burgers» Zoo

3

Siamang

Symphalangus syndactylus

Dierenpark Amersfoort

2

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Apenheul

9

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Artis

9

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Beekse Bergen

5

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Blijdorp

7

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Burgers» Zoo

10

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

GaiaZOO

7

Westelijke laagland gorilla

Gorilla gorilla

gorilla

Ouwehands Dierenpark

6

Withandgibbon

Hylobates lar

Aquazoo Friesland

2

Withandgibbon

Hylobates lar

Beekse Bergen

1

Withandgibbon

Hylobates lar

Mondo Verde

7

Withandgibbon

Hylobates lar

Ouwehands Dierenpark

2

Withandgibbon

Hylobates lar

Wildlands

2

Witwanggibbon

Nomascus leucogenys

Apenheul

3

Witwanggibbon

Nomascus leucogenys

Dierenrijk

1

97

Welke dierentuinen houden nog olifanten? Kunt u dit uitsplitsen naar dierentuin, soort en aantal?

Antwoord

Diersoort

Wetenschappelijke naam

Dierentuin

Aantal

Aziatische olifant

Elephas maximus

Burgers» Zoo

2

Aziatische olifant

Elephas maximus

Dierenpark Amersfoort

4

Aziatische olifant

Elephas maximus

Dierenrijk

5

Aziatische olifant

Elephas maximus

Blijdorp

4

Aziatische olifant

Elephas maximus

Wildlands

10

Aziatische olifant

Elephas maximus

Artis

4

Afrikaanse olifant

Loxodonta africana

Beekse Bergen

5

Afrikaanse olifant

Loxodonta africana

Ouwehands Dierenpark

5

98

Welke dierentuinen houden nog zeezoogdieren? Kunt u dit uitsplitsen naar dierentuin, soort en aantal?

Antwoord

Zie onderstaande tabel. De gegevens zijn gebaseerd op de dierbestanden uit 2023, die dierentuinen aan RVO hebben aangeleverd.

Diersoort

Wetenschappelijke naam

Dierentuin

Aantal

Bruinvis

Phocoena phocoena

Dolfinarium

4

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Artis

5

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Blijdorp

13

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Dolfinarium

4

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Neeltje Jans

2

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Ouwehands Dierenpark

7

Californische zeeleeuw

Zalophus californianus

Wildlands

10

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Aquazoo Friesland

6

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Beekse Bergen

4

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Dolfinarium

6

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Ecomare

9

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Neeltje Jans

3

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Ouwehands Dierenpark

5

Gewone zeehond

Phoca vitulina

Zeeaquarium Bergen aan Zee

2

Grijze zeehond

Halichoerus grypus

Dolfinarium

4

Grijze zeehond

Halichoerus grypus

Ecomare

2

IJsbeer

Ursus maritimus

Blijdorp

2

IJsbeer

Ursus maritimus

Dierenrijk

3

IJsbeer

Ursus maritimus

Ouwehands Dierenpark

4

IJsbeer

Ursus maritimus

Wildlands

3

Ringelrob

Pusa hispida

Ecomare

1

Stellerzeeleeuw

Eumetopias jubatus

Dolfinarium

4

Tuimelaar

Tursiops truncatus

Dolfinarium

25

Walrus

Odobenus rosmarus

Dolfinarium

3

Zeekoe

Trichechus manatus

Burgers» Zoo

4

Zuid-Amerikaanse zeebeer

Arctocephalus australis

Wildlands

2

99

Welke dierentuinen houden nog grote katachtigen? Kunt u dit uitsplitsen naar dierentuin, soort en aantal?

Antwoord

Zie onderstaande tabel. De gegevens zijn gebaseerd op de dierbestanden uit 2023, die dierentuinen aan RVO hebben aangeleverd.

Diersoort

Wetenschappelijke naam

Ondersoort

Dierentuin

Aantal

Cheetah

Acinonyx jubatus

Beekse Bergen

9

Cheetah

Acinonyx jubatus

Burgers» Zoo

3

Cheetah

Acinonyx jubatus

Dierenrijk

3

Cheetah

Acinonyx jubatus

ZooParc Overloon

1

Jaguar

Panthera onca

Artis

2

Jaguar

Panthera onca

BestZoo

3

Leeuw

Panthera leo

Artis

3

Leeuw

Panthera leo

Beekse Bergen

26

Leeuw

Panthera leo

persica

Blijdorp

3

Leeuw

Panthera leo

Burgers» Zoo

6

Leeuw

Panthera leo

Dierenpark Amersfoort

3

Leeuw

Panthera leo

leo

Dierenrijk

2

Leeuw

Panthera leo

GaiaZOO

3

Leeuw

Panthera leo

Landgoed Hoenderdaell

7

Leeuw

Panthera leo

Mondo Verde

9

Leeuw

Panthera leo

Ouwehands Dierenpark

4

Leeuw

Panthera leo

Wildlands

3

Leeuw

Panthera leo

ZooParc Overloon

4

Luipaard

Panthera pardus

Beekse Bergen

2

Luipaard

Panthera pardus

kotiya

BestZoo

6

Luipaard

Panthera pardus

orientalis

Blijdorp

2

Luipaard

Panthera pardus

kotiya

Burgers» Zoo

2

Luipaard

Panthera pardus

Landgoed Hoenderdaell

4

Luipaard

Panthera pardus

kotiya

Mondo Verde

7

Nevelpanter

Neofelis nebulosa

Ouwehands dierenpark

4

Nevelpanter

Neofelis nebulosa

Zie-ZOO

2

Poema

Puma concolor

Landgoed Hoenderdaell

2

Sneeuwluipaard

Panthera uncia

Landgoed Hoenderdaell

2

Sneeuwluipaard

Panthera uncia

Zie-ZOO

2

Tijger

Panthera tigris

Beekse Bergen

2

Tijger

Panthera tigris

Blijdorp

1

Tijger

Panthera tigris

sumatrae

Burgers» Zoo

2

Tijger

Panthera tigris

Dierenpark Amersfoort

2

Tijger

Panthera tigris

altaica

Dierenrijk

1

Tijger

Panthera tigris

Landgoed Hoenderdaell

9

Tijger

Panthera tigris

Mondo Verde

8

Tijger

Panthera tigris

Ouwehands Dierenpark

2

Tijger

Panthera tigris

ZooParc Overloon

2

100

Wanneer gaat het «veeprikkerverbod» in en voor wie geldt dit verbod?

Antwoord

Het verbod op het gebruik van stroomstootapparatuur bij dieren in de veehouderij zal nog een aantal processtappen moeten doorlopen voordat het van kracht wordt.

Op dit moment wordt er gewerkt om het verbod zo snel mogelijk voor te hangen bij het parlement. Daarna zal het bij de Europese Commissie genotificeerd moeten worden, wat minimaal 3 maanden in beslag neemt. Het concept-verbod zal na de voorhangprocedure en na de notificatie aan de EC aan de Raad van State worden voorgelegd. Gezien deze processtappen en omdat het verbod minimaal 2 maanden voor inwerkingtreding in het Staatsblad gepubliceerd moet worden, kan het verbod naar verwachting op 1 juli 2025 van kracht zijn.

Dit verbod geldt voor het gebruik van stroomstootapparatuur op het primaire bedrijf en op verzamelcentra bij het aandrijven, laden en lossen in het kader van transport. De Europese Transportverordening biedt namelijk ruimte om nationaal voor vervoer dat geheel op het grondgebied van de lidstaat plaatsheeft, strengere regels te stellen. Voor gebruik in slachthuizen geldt verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. Deze verordening geeft maar beperkt ruimte voor strengere nationale voorschriften. Daarom wordt voor het gebruik van stroomstootapparatuur in slachthuizen bezien of door middel van een beleidsregel nader uitleg kan worden gegeven aan de aanwijzingen in deze verordening voor het gebruik van stroomstootapparatuur.

101

Hoeveel buffelhouderijen zijn er in Nederland en hoeveel buffels worden daar gehouden?

Antwoord

Volgens het CBS waren er in 2023 in Nederland 31 bedrijven waar in totaal 2403 waterbuffels werden gehouden.

Bron: Bedrijven met melkvee, -geiten en -schapen, 2000–2023 | CBS Tabel – Bedrijven met melkvee, -geiten en -schapen, 2000–2023

102

Hoeveel veemarkten zijn er nog in Nederland en welke?

Antwoord

Echte veemarkten (met evenhoevigen) zijn al geruime tijd niet meer toegestaan in Nederland. Dierententoonstellingen of -keuringen zijn alleen nog toegestaan onder een aanmeldplicht bij de NVWA. De paardenmarkt bestaat nog wel en de vraag en het antwoord daarop treft u aan onder nummer 189 van de vragen bij het Jaarverslag.

103

Hoeveel duiven worden in Nederland gehouden voor de «sport»?

Antwoord

De gevraagde informatie wordt niet geregistreerd en is derhalve niet beschikbaar

104

Op welke wijze is de productie van foie gras in Nederland verboden?

Antwoord

Voor zover bekend wordt er in Nederland geen foie gras geproduceerd. In de Wet dieren en het Besluit houders van dieren zijn regels vastgelegd hoe om te gaan met dieren. Indien de productie van foie gras wel zou plaatsvinden in Nederland, dan zou dit reden zijn om in te grijpen op grond van artikel 2.1 lid 1 Wet dieren betreffende dierenmishandeling.

105

Op welke wijze is de productie van angora in Nederland verboden?

Antwoord

Voor zover bekend wordt er in Nederland geen angora geproduceerd. In de Wet dieren en het Besluit houders van dieren zijn regels vastgelegd hoe om te gaan met dieren. Hier is niet voorzien in de productie van angora. Indien de productie van angora wel zou plaatsvinden in Nederland, dan zou dit reden zijn om in te grijpen op grond van artikel 2.1 lid 1 Wet dieren betreffende dierenmishandeling.

106

Op welke wijze is de productie van dons door levend plukken in Nederland verboden?

Antwoord

Voor zover bekend wordt er in Nederland geen dons geproduceerd door het levend plukken. In de Wet dieren en het Besluit houders van dieren zijn regels vastgelegd hoe om te gaan met dieren. Indien de productie van dons door levend plukken wel in Nederland zou plaatsvinden dan zou dit reden zijn om in te grijpen op grond van artikel 2.1 lid 1 Wet dieren betreffende dierenmishandeling.

107

Op welke wijze is stierenvechten in Nederland verboden?

Antwoord

In artikel 2.1, lid 1 van de Wet dieren is vastgelegd dat er sprake is van dierenmishandeling wanneer de gezondheid of het welzijn van een dier zonder redelijk doel wordt benadeeld. Aangezien stierenvechten in Nederland geen grote culturele waarde heeft, weegt in dit geval de aantasting van het welzijn van het dier niet op tegen het doel. Voor zover bekend wordt er in Nederland geen stierengevechten gehouden.

108

Hoeveel ontsnapte dieren (landbouw-, dierentuin- en huisdieren) werden er in 2022 en 2023 gedood?

Antwoord

De gevraagde informatie wordt niet geregistreerd en is derhalve niet beschikbaar.

109

Hoeveel bont en andere bontproducten werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

Gelooid en bewerkt bont alsmede producten hiervan zijn niet onderworpen aan officiële veterinaire controles bij binnenkomst in de EU. Hierover zijn geen gegevens bekend.

110

Hoeveel angora en andere angoraproducten werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

Angora en angoraproducten worden niet als zodanig geregistreerd in invoerstatistieken. Hierover zijn geen gegevens bekend.

111

Hoeveel foie gras werd er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

In 2023 is geen foie gras vanuit landen buiten de EU in Nederland ingevoerd. Voor verplaatsing van foie gras binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

112

Hoeveel kangoeroevlees en -leer werd er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

In 2023 zijn 16 zendingen met in totaal 218 ton kangoeroevlees ingevoerd.

Kangoeroeleer (in gelooide toestand) is niet onderworpen aan officiële veterinaire controles bij binnenkomst in de EU. Hierover zijn geen gegevens bekend.

113

Hoeveel kikkers bedoeld voor consumptie werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

In 2023 zijn 13 zendingen met in totaal 130 ton bevroren kikkerbillen ingevoerd van landen buiten de EU. Voor verplaatsing van kikkerbillen binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

114

Hoeveel ander «exotisch vlees» (denk daarbij aan aap, huanaco, python, dolfijn, et cetera) werd er in 2023 in Nederland ingevoerd, uitgesplitst naar diersoort?

Antwoord

In 2023 is geen exotisch vlees als aap, huanaco, python of dolfijn ingevoerd. Wel is vlees ingevoerd van de volgende diersoorten:

Fazant:

107 zendingen, in totaal 758 ton

Hert:

208 zendingen, in totaal 408 ton

Zebra:

1 zending, 9 ton

Krokodil:

2 zendingen, in totaal 20 ton

Konijn/haas:

7 zendingen, in totaal 20 ton

115

Hoeveel levend geplukt dons en producten die dit bevatten werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

In 2023 zijn 6 zendingen met in totaal 34 ton dons ingevoerd van buiten de EU. Hiervan is niet bekend of dit levend geplukt dons betreft. Voor verplaatsing van dons binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

116

Hoeveel haaienvinnen en andere haaiproducten werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

In 2023 zijn 47 zendingen met in totaal 320 ton haaienvlees ingevoerd van buiten de EU. Er wordt niet apart geregistreerd welk deel daarvan haaienvinnen zijn.

117

Hoeveel krill en krillproducten werden er in 2023 in Nederland ingevoerd?

Antwoord

De aanduiding krill is algemeen en kan voor uiteenlopende producten worden gebruikt. Hierover zijn geen concrete gegevens uit de invoerstatistieken te halen.

118

Hoeveel levende kreeften en krabben werden er in 2023 in Nederland ingevoerd? Kunt u dit uitsplitsen naar soort en herkomst?

Antwoord

Voor menselijke consumptie werden in 2023 17 zendingen levende kreeft uit Canada ingevoerd, in totaal 7.986 kilo. Daarnaast werden de volgende aantallen ingevoerd:

Krabben:

Land van oorsprong

Aantal Zendingen

Aantal DIEREN

Filipijnen

46

6.225

India

2

640

Indonesië

145

30.577

Kenia

2

95

Singapore

37

3.985

Sri Lanka

12

193

Taiwan

2

470

Thailand

5

1.100

United States of America

17

5.400

Vietnam

1

257

Eindtotaal

269

48.942

Kreeften:
 

Zendingen

DIEREN

Totaal Zendingen

Totaal DIEREN

Land van oorsprong

CAMBARELLUS

HOMARUS

CAMBARELLUS

HOMARUS

   

Filipijnen

17

 

97

 

17

97

Indonesië

94

4

33.272

2.470

98

35.742

Kenia

1

 

3

 

1

3

Singapore

14

 

1.142

 

14

1.142

Taiwan

1

 

70

 

1

70

Eindtotaal

127

4

34.584

2.470

131

37.054

119

Hoe worden levende kreeftachtigen vervoerd (vervoersmiddel en vervoerswijze)?

Antwoord

Levende kreeftachtigen worden over het algemeen in tempexdozen vervoerd, veelal door de lucht. Bij vervoer door de lucht moet men voldoen aan de IATA richtlijnen die zijn opgenomen via Vo 1/2005de transportverordening. Voor het vervoer over korte afstanden worden ook andere vervoermiddelen gebruikt.

120

Hoeveel controles hebben in 2023 plaatsgevonden bij fokkers van gezelschapsdieren? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

De NVWA houdt in de systemen niet bij hoeveel controles specifiek worden uitgevoerd bij fokkers van gezelschapsdieren. Voor controles bij fokkers en handelaren van gezelschapsdieren wordt een overkoepelende term gebruikt, omdat deze twee bedrijfstypen in de praktijk vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. In onze data is wel inzichtelijk hoe vaak er bij een bedrijfsinrichting is gecontroleerd op regelgeving die specifiek betrekking heeft op het fokken van gezelschapsdieren (artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren). In 2023 heeft de NVWA 21 inspecties uitgevoerd bij fokkers, gericht op artikel 3.4 Besluit houders van dieren. Hierbij waren 19 inspecties niet akkoord. Dit betrof controles bij fokkers van gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken. Tijdens controles wordt ook naar andere aspecten gekeken zoals welzijn (onder andere huisvesting en verzorging) en identificatie & registratie. In totaal hebben deze overtredingen geleid tot 7 officiële waarschuwingen, 3 officiële waarschuwingen inclusief herstelmaatregelen, 9 rapporten van bevindingen en 1 Proces Verbaal.

121

Hoeveel meldingen zijn het afgelopen jaar binnengekomen bij de NVWA, politie, Landelijke lnspectiedienst Dierenbescherming (LID) en het Meldpunt 144 over misstanden bij de training van politiehonden en -paarden?

Antwoord

Meldingen over misstanden bij de training van politiehonden en -paarden worden altijd door de politie onderzocht. Hierbij wordt opgemerkt dat «politiehonden» en «politiepaarden» geen beschermde benamingen zijn en door iedereen gebruikt mogen worden voor diverse soorten honden en paarden. Als de melding ziet op het voortraject, waarbij honden en paarden worden opgeleid tot politiehond – of paard, wordt dit in eerste instantie ook door de politie opgepakt. Soms wordt de expertise van de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn gevraagd. De politie registreert incidenten van dierenmishandeling niet apart per diersoort of omstandigheid. Er kan daarom geen uitspraak gedaan worden over het specifieke aantal meldingen over misstanden bij de opleiding van politiehonden en/of – paarden.

122

Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar dieronvriendelijke hulp- en trainingsmiddelen?

Antwoord

Het onderzoek naar dieronvriendelijke hulp- en trainingsmiddelen is afgerond en het rapport is opgeleverd. Het onderzoeksrapport zal met de eerstvolgende verzamelbrief welzijn gezelschapsdieren met de Tweede Kamer worden gedeeld.

123

Hoe vaak zijn de afgelopen jaren illegale stands aangetroffen op maneges? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

Stands zijn niet illegaal en mogen op maneges aanwezig zijn. Ze mogen echter niet gebruikt worden als permanente huisvesting. De NVWA houdt de gevraagde gegevens niet bij over het houden van paarden in stands.

124

Wat is de laatste stand van zaken wat betreft de toets naar de wettigheid van de verkoop van dolfijnen en andere zeezoogdieren van het Dolfinarium aan Hainan Ocean Paradise?

Antwoord

Het Dolfinarium wil acht dolfijnen, twee walrussen en twee zeeleeuwen verhuizen naar Hainan Ocean Paradise in China. Voordat de dieren kunnen verhuizen moet het dolfinarium voldoen aan eisen op veterinair gebied, dierenwelzijn en CITES.

Dierenwelzijn heeft hierbij volop de aandacht. Het Dolfinarium moet aantonen dat het houden, huisvesten en verzorgen van de dieren in China voldoet aan de normen die wij aan Nederlandse dierentuinen stellen. Op basis van de informatie die het Dolfinarium op dit moment heeft aangeleverd, is dit onvoldoende aangetoond. De dieren mogen nu dus nog niet vertrekken. Wanneer RVO aanvullende informatie over het dierenwelzijn in China ontvangt, wordt opnieuw bekeken of de dieren kunnen verhuizen.

Als uiteindelijk wordt vastgesteld dat de dieren kunnen verhuizen op grond van dierenwelzijn, moet het Dolfinarium CITES-exportvergunningen aanvragen voor de dolfijnen en walrussen. Voor de zeeleeuwen is geen CITES-exportvergunning nodig. Ten slotte zal vlak voor het daadwerkelijke transport een veterinaire toets plaatsvinden. De dieren moeten namelijk gezond zijn voordat ze kunnen vertrekken. Het is echter nu nog niet te voorspellen of de dieren op basis van de gestelde dierenwelzijnseisen daadwerkelijk voor transport naar China in aanmerking zullen komen.

125

Kunt u een overzicht geven van de afspraken die met het Dolfinarium zijn gemaakt, de deadlines van deze afspraken en de mate waarin ze tot nu toe zijn gehaald?

Antwoord

In 2022 heb ik aan het lid Wassenberg toegezegd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 337) de Kamer periodiek te informeren over de ontwikkelingen ten aanzien van de verbeteringen die het Dolfinarium moet doorvoeren. In januari 2024 heeft de Kamer een laatste update hierover ontvangen (Kamerstuk 28 286, nr. 1324). Op dit moment wordt het meest recente overzicht samengesteld en in de eerstvolgende verzamelbrief dierenwelzijn, die op korte termijn naar de Kamer wordt gestuurd, zal ik opnieuw een update geven.

Hieronder volgt een overzicht met een samenvatting per afspraak, zoals ik reeds eerder met de Tweede Kamer gedeeld heb (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 19). De volledige afspraken vindt u in de afsprakenset die ik in 2021 met de Kamer heb gedeeld (Kamerstuk 28 286, nr. 1212). De meeste afspraken moesten direct worden doorgevoerd. Ten aanzien van afspraak 8 zijn verschillende deadlines gesteld die verder in de tijd liggen.

Educatief programma

  • Afspraak 1: De dieren zullen geen onnatuurlijk gedrag vertonen tijdens voorstellingen en in de voorstellingen zal uitleg gegeven worden over natuurlijk gedrag.

  • Afspraak 2: Tijdens de voorstellingen staat de educatieve boodschap centraal.

  • Afspraak 3: Attributen zullen enkel gebruikt worden tijdens voorstellingen met als doel om natuurlijk gedrag, soorteigen kenmerken, gezondheids-training of dierverzorging te illustreren.

  • Afspraak 4: Interactie tussen dierverzorgers en de dieren tijdens de voorstelling zal een directe link hebben met de educatieve boodschap die tijdens de voorstelling wordt overgebracht.

  • Afspraak 5: Het Dolfinarium zal de voorstellingen niet meer aanduiden als shows, maar zijnde voorstellingen of dierpresentaties.

  • Afspraak 6: Het Dolfinarium zal op verschillende manieren borgen dat geluid geen negatieve invloed heeft op het dierenwelzijn.

  • Afspraak 7: Het Dolfinarium stopt met fotomomenten en zorgt voor een educatief programma voor het beperkte contact tussen bezoekers en dieren.

Dierverblijven

  • Afspraak 8a: Het Dolfinarium zal het verblijf van de Stellerzeeleeuwen in fasen aanpassen (deadlines: 1 maart 2026 en 1 maart 2029)

  • Afspraak 8b: Het Dolfinarium zal het verblijf van de Californische zeeleeuwen in fasen aanpassen (deadlines: 1 maart 2022, 1 juli 2024 en 1 maart 2029)

  • Afspraak 8c: Het Dolfinarium zal het verblijf van de Dolfijnen in fasen aanpassen (deadlines: 24 augustus 2021 en 1 maart 2029)

126

Wanneer wordt de maximale temperatuur voor diertransporten verlaagd, zoals wordt verzocht in de aangenomen motie-Vestering (Kamerstuk 36 200-XIV, nr. 63)?

Antwoord

De beleidsregel waarmee de maximumtemperatuur voor diertransport verlaagd wordt is inmiddels in internetconsultatie geweest. Ook hebben de sectoren impactanalyses aangeleverd. Na een inhoudelijke beoordeling van de reacties op de internetconsultatie en de impactanalyses, is de beleidsregel aangepast. Er is een uitzondering voor siervissen, reptielen, consumptievissen, krabben en kreeften opgenomen. Voor deze diersoorten blijft de maximumtemperatuur voor diertransport 35 graden Celsius. Deze uitzondering is gemaakt aan de hand van wetenschappelijk advies op basis van de fysiologie van deze dieren, de manier waarop deze dieren worden vervoerd en wetenschappelijke artikelen aangaande de temperaturen die deze dieren zonder problemen kunnen weerstaan. Hierdoor heeft het verlagen van de maximumtemperatuur voor diertransport hoogstwaarschijnlijk geen positief effect op het welzijn van deze diersoorten.

Hierna heb ik de NVWA gevraagd om een Handhaafbaarheids-, Uitvoerbaarheids-, en Fraudebestendigheidstoets (HUF-toets) uit te voeren. Ik verwacht de uitkomst hiervan zeer binnenkort. Daarna moet de beleidsregel genotificeerd worden bij de Europese Commissie. Dit duurt minimaal drie maanden. Dit betekent dat de beleidsregel over enkele maanden van kracht kan worden.

127

Wat is de stand van zaken van de aangenomen motie-Kostic (Kamerstuk 36 410-XIV, nr. 68)?

Antwoord

Motie Kostić vraagt te inventariseren hoe slachtoffers van huiselijk geweld én hun huisdieren in alle gemeenten geholpen kunnen worden. Daarbij wordt specifiek verwezen naar hoe hulpverlenende organisaties meer op landelijk niveau kunnen opereren. Voor zover bekend is Mendoo de enige landelijke organisatie die zich bezighoudt met gezamenlijke opvang van mens en dier wanneer sprake is van huiselijk geweld. Sinds uit onderzoek uit 2012 bleek dat het hebben van een huisdier voor veel vrouwen een drempel vormde om uit een onveilige thuissituatie te vluchten, zijn mede dankzij Mendoo veel verbeterslagen gemaakt om opvang van slachtoffers van huiselijk geweld en hun huisdieren mogelijk te maken. Zo zijn inmiddels 12 van de 35 opvanglocaties in Nederland diertoegankelijk en werkt Mendoo met gastouders die huisdieren tijdelijk kunnen opvangen.

Om ervoor te zorgen dat zowel gemeenten als slachtoffers van huiselijk geweld bekend zijn met het werk van Mendoo, breng ik informatie over de organisatie onder de aandacht bij de 35 centrumgemeenten vrouwenopvang en stel ik informatie over Mendoo beschikbaar op de website www.huiselijkgeweld.nl.

Voor een uitgebreider beantwoording van de motie verwijs ik naar de eerstvolgende brief m.b.t. dieren buiten de veehouderij.

128

Hoeveel duurder zouden een kilo kip-, varkens- of rundvlees en een liter koeienmelk zijn als er geen (indirecte) Nederlandse en Europese subsidies zijn op vlees en/of zuivel, onderverdeeld in subsidie voor promotie en productie en welke kosten die de samenleving indirect maakt heeft u in deze berekening niet betrokken?

Antwoord

Wat de meerkosten van een kilo kip-, varkens- of rundvlees zou zijn zonder (indirecte) Nederlandse en Europese subsidies is mij niet bekend. Binnen de Europese interne markt is er sprake van marktwerking de marktprijs voor vlees en koeienmelk wordt bepaald door een complex van (fluctuerende) marktfactoren, waaronder de afzet van producten waar de hoogste prijs verkregen kan worden.

Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) kent geen subsidieregelingen specifiek voor veehouders, melkveehouders (of slachterijen) of subsidie op productie. Het GLB betreft voornamelijk hectarebetalingen. Wel zijn er in het GLB mede op verduurzaming en dierenwelzijn gerichte instrumenten, zoals productieve investeringen die ook voor deze sectoren toegankelijk zijn.

Wel is er een Europees promotiefonds waar sectoren kunnen verzoeken om subsidie voor algemene afzetbevordering van landbouwproducten. De hoogte van subsidie uit het promotiefonds waar Nederlandse vlees en zuivelsectoren in participeren zijn echter klein ten opzichte van de jaarlijkse Nederlandse rund- en varkensvlees- en rauwe koeienmelkproductie. Het kabinet is van mening dat alleen duurzaam geproduceerde en gezonde producten gebruik zouden moeten kunnen maken van subsidie uit dit EU-Promotiebeleid. In lijn met de motie Wassenberg/Van Raan (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1565) zou subsidie uit het EU-Promotiebeleid voor de promotie van vleesproducten in geen geval mogelijk moeten zijn.

129

Wanneer verwacht de Ecologische Autoriteit alle natuurdoelanalyses getoetst te hebben?

Antwoord

De Ecologische Autoriteit heeft de toetsing van bijna alle natuurdoelanalyses afgerond of opgestart (123 van de 132). Omdat iedere toetsing begint met een veldbezoek en het inplannen van deze veldbezoeken voor een aantal gebieden lastig bleek in verband met beschikbaarheid, zijn er nog een klein aantal NDA’s waarvan de toetsing nog opgestart moet worden. De Ecologische Autoriteit verwacht deze laatste NDA’s aan het eind van de zomer afgerond te hebben.

130

Kunt u nader toelichten waarom het niet mogelijk was om de niet-benutte middelen uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) zo in te zetten dat ze ten goede konden komen aan de visserijsector?

Antwoord

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 7 die gesteld is naar aanleiding van de Slotwet van LNV en DGF 2023.

131

Hebben met betrekking tot artikel 2.2, lid 7 van de Wet dieren juncto artikel 1.20, eerste tot en met derde lid van het Besluit houders van dieren, sinds 24 augustus 2023 inspecties plaatsgevonden bij vermeerderingsbedrijven van varkens? Zo ja, bij hoeveel van deze inspecties is een overtreding geconstateerd en welke interventie is er vervolgens gepleegd?

Antwoord

Sinds 24 augustus 2023 hebben 46 inspecties plaatsgevonden bij vermeerderingsbedrijven van varkens. Hierbij zijn geen overtredingen van artikel 2.2, zevende lid van de Wet dieren en/of artikel 1.20, eerste tot en met vierde lid van het Besluit houders van dieren geconstateerd.

132

Op hoeveel vermeerderingsbedrijven van varkens vindt «split suckling» of «split weaning» plaats, en hoe verhouden deze cijfers zich ten opzichte van de cijfers van de afgelopen vijf jaar? Kunt u indien geen concrete cijfers beschikbaar zijn een schatting maken en delen?

Antwoord

Toepassing van «split suckling» of alternerend zogen zorgt ervoor dat alle biggen net na de geboorte voldoende biest binnenkrijgen. Biest, de melk die de zeug de eerste 2 dagen produceert, is voor de gezondheid van de biggen van essentieel belang: het bevat onder andere noodzakelijke afweerstoffen. Bij een grote toom biggen bestaat het risico dat niet alle biggen voldoende biest opnemen. In dat geval kan de zeugenhouder «split suckling» toepassen. Eerst krijgt de ene helft van de toom biggen de kans om bij de zeug te drinken, en daarna de andere helft. Zo krijgen ook de lichtere, meer kwetsbare biggen de kans om voldoende biest op te nemen. Split suckling wordt in de praktijk regelmatig toegepast. Er wordt niet bijgehouden hoeveel bedrijven dit toepassen. Daarmee is ook niet bekend of deze praktijk meer of minder wordt toegepast dan 5 jaar geleden.

Van «split weaning» wordt gesproken als niet alle biggen van een toom worden gespeend op hetzelfde moment. Hierdoor kunnen kleinere biggen langer bij de zeug blijven. Er wordt niet bijgehouden hoeveel bedrijven dit toepassen. Zover bekend wordt split weaning in de praktijk weinig toegepast.

133

Hoeveel inspecties, uitgesplitst naar of het wel of niet het gevolg was van een handhavingsverzoek, hebben sinds begin 2023 plaatsgevonden die toezagen op de naleving van Art. 1.6, lid 3 van het Besluit houders van dieren bij kalfjes in iglo’s en bij hoeveel van deze inspecties zijn er overtredingen geconstateerd, uitgesplitst in aantallen, type overtreding en type opgelegde sancties of interventies?

Antwoord

In 2023 heeft de NVWA in totaal 8 inspecties uitgevoerd die toezagen op de naleving van Art. 1.6, lid 3 van het Besluit houders van dieren bij kalveren in iglo’s.

Van deze inspecties zijn er 5 uitgevoerd naar aanleiding van een melding en 3 naar aanleiding van een handhavingsverzoek. Bij 6 van deze inspecties zijn overtredingen geconstateerd. Van deze 6 overtredingen zijn er 4 als licht en 2 als matig beoordeeld. Deze overtredingen zijn opgevolgd door mededelingen ter plaatse (lichte overtreding) en officiële waarschuwingen (matige overtreding).

134

Hoeveel vleeskippen zijn in 2023 in Nederland opgezet uitgesplitst voor elke toegestane bezettingscategorie, uitgesplitst per ras (inclusief een categorie «onbekend» indien het ras onbekend is)?

Antwoord

RVO houdt in het I&R-systeem nog niet het bedrijfstype van de inrichting en het doel waarmee de dieren worden gehouden bij. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van deze dieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten.

135

Hoeveel overtredingen zijn er sinds 1 januari 2024 geconstateerd met betrekking tot vangletsel van pluimvee, met welke interventies (mededeling, waarschuwing of boete) zijn deze opgevolgd, en hoe vaak is hiertegen in bezwaar gegaan?

Antwoord

Sinds 1 januari 2024 is 79 keer meer dan 1% vangletsel geconstateerd. Hiervan was de overtreder in 35 gevallen een Nederlandse pluimveehouder en in 44 gevallen een Nederlandse vangploeg.

De afhandeling van deze 79 constateringen is als volgt: Voor in totaal 68 overtredingen is of wordt de laatste toets gedaan voorafgaand aan het opleggen van een bestuurlijke boete, of is de bestuurlijke boete reeds opgelegd. Vijf overtredingen zitten nog in een eerder toetsingstraject: er is nog geen besluit genomen of de overtreding voldoende aangetoond is. Voor zes overtredingen is het rapport van bevindingen nog niet ingestuurd voor de eerste toetsing of is het rapport afgebroken in verband met het onvoldoende aantoonbaar zijn van de overtreding.

Op het moment van beantwoording van deze vraag is geen bezwaar of beroep geregistreerd.

Verder zijn sinds 1 januari 2024 173 meldingen voor het constateren van meer dan 1% vangletsel naar het buitenland verstuurd. De meldingen betreffen buitenlandse overtreders, waarbij Nederland de buitenlandse autoriteit verzoekt om te handhaven.

136

Hoeveel tijd heeft de NVWA besteed aan het tegengaan van en handhaven op vermeende misleiding op verpakkingen en andere uitingen van vega(n) producten met betrekking tot naamgeving en verpakkingswijzen die dicht aansluit op het dierlijk alternatief (door middel van bijvoorbeeld handhaving, onderzoeken en anderszins voorbereidende werkzaamheden), opgesplitst in aantal uur per jaar, gemeten over de afgelopen vijf jaar?

Antwoord

Deze gegevens worden als zodanig niet geregistreerd.

137

Hoeveel tijd heeft de NVWA besteed aan het tegengaan van en handhaven op vermeende misleidende claims op verpakkingen en uitingen van dierlijke producten (door middel van bijvoorbeeld handhaving, onderzoeken en anderszins voorbereidende werkzaamheden), opgesplitst in aantal uur per jaar, gemeten over de afgelopen vijf jaar?

Antwoord

Deze gegevens worden als zodanig niet geregistreerd.

138

Hoeveel inspecteurs (opgesplitst in dierenartsen en overige inspecteurs) waren er in 2022 en 2023 in fte’s (of uren) beschikbaar voor toezicht op dierenwelzijn op primaire bedrijven (met uitzondering van bedrijven die bedrijfsmatig gezelschapsdieren houden) en hoe was de inzet van deze fte’s (of uren) verdeeld over de sectoren waarin varkens, leghennen, vleeskuikens, kalveren, runderen (exclusief kalveren), schapen, geiten, dieren gehouden voor bont gehouden werden en daarnaast de aquacultuursector?

Antwoord

In 2022 hebben NVWA inspecteurs in totaal 32.397 uur besteedt aan inspecties op primaire bedrijven. Hiervan 613 uur aan inspecties op vleeskuikenbedrijven, 1.345 uur aan inspecties op varkensbedrijven, 1.147 uur aan inspecties op vleeskalverenbedrijven, 500 uur aan inspecties op melkveebedrijven en 1.122 uur aan inspecties bij overige grazers; in deze laatste categorie kan geen onderverdeling worden gemaakt.

In 2023 hebben NVWA inspecteurs in totaal 38.892 uur besteedt aan inspecties op primaire bedrijven. Hiervan is 239 uur besteed aan inspecties op vleeskuikenbedrijven, 150 uur aan inspecties op bedrijven met leghennen, 1.944 uur aan inspecties op varkensbedrijven, 764 uur aan inspecties op melkveebedrijven, 4.791 uur aan inspectie bij overige grazers; in deze laatste categorie kan geen onderverdeling worden gemaakt.

Er zijn geen inspecteurs ingezet voor de controles van het welzijn van dieren gehouden voor bont en in de aquacultuursector in 2022 en 2023.

Ook is het niet mogelijk om een onderverdeling te maken in de uren gemaakt door dierenarts-inspecteurs en overige inspecteurs.

139

Hoeveel uren zijn er in 2024 naar verwachting beschikbaar voor toezicht op dierenwelzijn bij primaire bedrijven (met uitzondering van bedrijven die bedrijfsmatig gezelschapsdieren houden) door dierenartsen en overige inspecteurs?

Antwoord

In 2024 zijn er in totaal 44.471 uren gepland voor controles op primaire bedrijven. Hiervan 1780 voor vleeskuikenbedrijven, 3100 voor legkippenbedrijven, 5855 voor varkensbedrijven, 6257 voor rundveebedrijven, waarvan 1755 specifiek voor vleeskalverbedrijven en 1200 voor overige grazers. Een verdere onderverdeling is hierin niet te maken. Ook in de planning is het geen onderscheid te maken dierenarts-inspecteurs en overige inspecteurs.

140

Hoe groot was of is het (verwachte) capaciteitstekort in fte’s in 2022, 2023 en 2024 als het gaat om toezicht op dierenwelzijn bij primaire bedrijven, transporten en voor de afhandeling van meldingen, vragen en incidenten als wordt uitgegaan van de minimaal benodigde bezetting in het Deloitte rapport over de capaciteit van de NVWA (p. 95 van de bijlage bij het eindrapport) dat op 16 oktober 2020 naar de Kamer is gestuurd?

Antwoord

Het Deloitte-rapport uit 2020 betreft een onderzoek naar de taken en middelen van de NVWA. Dit rapport heeft laten zien dat de NVWA te weinig middelen had om haar maatschappelijke taak goed uit te kunnen voeren. Daarom zijn er extra middelen toegekend in het vorige regeerakkoord, die tot 2028 gefaseerd worden ingezet en die nodig zijn om de NVWA te ontwikkelen tot een toekomstbestendige en innovatieve toezichthouder.

Met de extra middelen heeft de NVWA de basis versterkt en medewerkers aangenomen voor toezicht op dierenwelzijn bij primaire bedrijven, transporten, en voor de afhandeling van meldingen, vragen en incidenten. Hiermee is een capaciteitstekort voor de reguliere werkzaamheden niet aan de orde. Maar in tijden van pieken (bijvoorbeeld door hittestress) of grote incidenten (bijvoorbeeld de uitbraak van vogelgriep of blauwtong) kan deze capaciteit onder druk komen te staan. Behoud van de extra middelen is daarom noodzakelijk om het toezicht op dierenwelzijn te kunnen blijven garanderen.

In meer algemene zin hebben op het gebied van dierenwelzijn de extra middelen, onder andere, geleid tot het uitvoeren van meer officiële controles op geschiktheid van dieren voor transport (transportwaardigheid, hoge temperaturen en kwetsbare dieren) en het opvolgen van meldingen over hoog risico rabiës. De NVWA zet naast middelen uit het vorige coalitieakkoord, ook middelen in vanuit het programma Werk aan Uitvoering (WaU), dat zich richt op verbetering van de publieke dienstverlening.

141

In hoeveel van de gevallen (absoluut of procentueel) dat rapporten van bevindingen zijn opgesteld, gelet op het gegeven dat in de gepubliceerde Inspectieresultaten Dierenwelzijn van de NVWA meestal melding wordt gemaakt van de hoeveelheid rapporten van bevindingen die zijn opgesteld, werd in de jaren 2021 en 2022 ook daadwerkelijk een bestuurlijke boete opgelegd voor overtredingen bij primaire bedrijven, transport en slachthuizen?

Antwoord

In 2021 zijn in het kader van de Wet dieren 1.294 bestuurlijke boetes en 41 dwangsommen opgelegd en voor 2022 betreft het 1.095 bestuurlijke boetes en 37 dwangsommen.

142

Is het aantal inspecties, genoemd in antwoord 220 op feitelijke vragen bij de Begroting voor het jaar 2024 van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het Diergezondheidsfonds, beantwoord op 18 januari 2024 in 2023, daadwerkelijk gehaald en hoeveel van de genoemde inspecties waren herinspecties?

Antwoord

Ja, dit aantal inspecties is gehaald. Er zijn 1.268 inspecties en 368 herinspecties uitgevoerd op dierenwelzijn op primaire bedrijven.

143

Is er beleid van het Ministerie van LNV of de NVWA over het combineren van inspecties op het gebied van diergezondheid (onder andere op grond van de Uitvoeringsverordening ((EU) 2022/160) zoals I&R-inspecties voor runderen, schapen en geiten, inspecties bij erkende aquacultuurinrichtingen, broederijen en inrichtingen waar pluimvee wordt gehouden) met inspecties op het gebied van dierenwelzijn, en zo ja wat houdt dat beleid in, op welke inspecties ziet het beleid en in hoeveel gevallen was in 2023 sprake van een gecombineerde inspectie?

Antwoord

Bij de planning van controles wordt bezien of, ten behoeve van efficiëntie, deze gecombineerd kunnen worden. Of dit mogelijk is, hangt af van het type controle, of deze bijvoorbeeld select of aselect dienen te worden uitgevoerd. Selecte inspecties laten zich doorgaans minder goed combineren. Een risicoselectie voor bijvoorbeeld dierenwelzijn leidt veelal tot een andere bedrijvenselectie, dan voor bijvoorbeeld diergezondheid of diergeneesmiddelen.

In 2023 zijn bij de naleefmeting melkvee ook I&R controles uitgevoerd.

144

Kunt u voor de grootste zes diergroepen (vleeskippen, legkippen, varkens, melkkoeien, vleeskalveren en schapen) aangeven per diergroep of, en hoe, op het gebied van dierenwelzijn op primaire bedrijven de afgelopen drie jaar is voldaan aan de wettelijke eisen uit artikel 9 en artikel 21, lid 1 van de Europese Controleverordening, te weten dat er door de NVWA met een passende frequentie risico-gebaseerde inspecties moeten worden uitgevoerd in de gehele keten?

Antwoord

In de betreffende eis is niet opgenomen met welke frequentie risico-gebaseerde inspecties dienen plaats te vinden. De NVWA voert bij de zes genoemde diergroepen bij de primaire bedrijven (alle productiefasen) periodiek niet risico-gebaseerde inspecties uit in de vorm van naleefmetingen. Daarbij wordt een te inspecteren representatieve steekproef uit de totale populatie genomen. Daarnaast vinden risico-gebaseerde inspecties plaats, op basis van risicoselecties of meldingen en herinspecties. De inspectieresultaten, waaronder de aantallen inspecties per diergroep, worden jaarlijks gepubliceerd op de website van de NVWA.

145

Kunt u voor de diergroepen vleeskippen, legkippen, varkens, melkkoeien, vleeskalveren en schapen aangeven of in 2024 en 2025 zal worden voldaan aan de wettelijke eisen uit artikel 9 en artikel 21, lid 1 van de Europese Controleverordening, te weten dat er met een passende frequentie risico-gebaseerde inspecties moeten worden uitgevoerd in de gehele keten?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 144.

146

Hoe gaat u uitvoering geven aan de toezegging in het Meerjarig Nationaal Controle Plan (MNCP) 2023–2025 op pagina 20 waarin wordt gesteld dat naleefmetingen op primaire bedrijven bij alle diergroepen periodiek worden ingepland?

Antwoord

Naleefmetingen worden periodiek ingepland voor de diverse diergroepen op primaire bedrijven. Zo zijn in de afgelopen jaren naleefmetingen uitgevoerd voor vleeskalveren, vleeskuikens, konijnen en melkvee en worden momenteel naleefmetingen bij varkens en leghennen uitgevoerd. Een naleefmeting voor vleesvee zal medio 2024 starten. Voor 2025 zullen nog naleefmetingen gepland gaan worden.

147

Wanneer was de laatste naleefmeting dierenwelzijn primaire bedrijf in respectievelijk de schapenhouderij, geitenhouderij, eendenhouderij, aquacultuurinrichtingen (viskwekerijen) en was deze representatief voor wat betreft grootte van de steekproef en volledigheid op controle van alle van toepassing zijnde wetsartikelen?

Antwoord

Voor de schapen-, geiten- en eendensector zullen naleefmetingen in de komende jaren worden uitgevoerd. Voor aquacultuurinstellingen zijn naleefmetingen vooralsnog niet voorzien.

148

Zijn of worden bij de recent uitgevoerde naleefmeting dierenwelzijn melkveehouderij, de lopende naleefmeting dierenwelzijn varkenshouderij en de geplande naleefmetingen legkippen en kalkoenen «alle soorten en fasen van de productie» op naleving geïnspecteerd, zoals is toegezegd aan de Europese Commissie (EC) naar aanleiding van haar audit over het welzijn van legkippen in Nederland (kenmerk NVWA-R&E-AP-2021–7245)?

Antwoord

Bij de naleefmeting melkvee zijn de primaire bedrijven bezocht, bij de naleefmeting in de varkenshouderij worden de diverse typen bedrijven in de primaire sector bezocht (zowel fok- en vermeerderingsbedrijven als ook vleesvarkensbedrijven). Bij de leghensector wordt in 2024 alleen een naleefmeting uitgevoerd bij leghenbedrijven. Bij de andere fasen in deze sector zullen in de komende jaren naleefmetingen worden uitgevoerd. De naleefmeting bij kalkoenen vindt plaats bij alle fasen die in Nederland worden gehouden.

149

Is of wordt bij de recent uitgevoerde naleefmeting dierenwelzijn melkveehouderij, lopende naleefmeting dierenwelzijn varkenshouderij en de geplande naleefmetingen legkippen en kalkoenen gebruik gemaakt van een poweranalyse om de minimale omvang van de aantallen te inspecteren bedrijven vast te stellen en zo ja wat is volgens de poweranalyse het minimaal aantal te inspecteren bedrijven per genoemde naleefmeting en is en wordt dit aantal ook gehaald?

Antwoord

De NVWA gebruikt bij deze naleefmetingen statistische berekeningen op basis van populatie, betrouwbaarheid, foutmarge en spreiding.

Minimaal aantal te inspecteren bedrijven per naleefmeting:

Melkveehouderij: 163

Varkenshouderij: 160

Legkippen: 138

Kalkoenen: 32

In principe worden deze aantallen gehaald om een complete naleefmeting af te ronden. Het kan zijn dat de naleefmeting in het volgende jaar wordt voortgezet of in het geheel wordt uitgesteld.

150

Wat was de toezichtintensiteit dierenwelzijnseisen voor het jaar 2023 met betrekking tot de diercategorieën zoals genoemd in antwoord 209 op feitelijke vragen bij de Begroting voor het jaar 2024 van het Ministerie van LNV en het Diergezondheidsfonds, beantwoord op 18 januari 2024?

Antwoord

De definitieve gegevens over de toezichtintensiteit dierenwelzijnseisen voor het jaar 2023 zijn nog niet beschikbaar. Op dit moment worden de gegevens over 2023 verwerkt voor het jaarverslag van het Meerjarig Nationaal Controle Plan (MNCP).

151

Wat is de geplande toezichtintensiteit dierenwelzijnseisen voor de jaren 2024 en 2025 met betrekking tot de diercategorieën zoals genoemd in antwoord 209 op feitelijke vragen bij de Begroting voor het jaar 2024 van het Ministerie van LNV en het Diergezondheidsfonds, beantwoord op 18 januari 2024?

Antwoord

De NVWA plant haar werkzaamheden niet op basis van toezichtintensiteit. Op het gebied van dierenwelzijnseisen is het doel van de NVWA om naleving van dierenwelzijnsregelgeving te verhogen. De NVWA houdt daartoe grotendeels risicogericht toezicht. Dat wil zeggen dat de NVWA de beperkte capaciteit vooral inzet bij bedrijven waarvan de verwachting is dat de naleving niet in orde is en/of waar de grootste risico’s voor dierenwelzijn aanwezig zijn. Daarnaast bestaat een deel van de inspecties uit herinspecties op bedrijven die al eerder gecontroleerd zijn. Daarmee verschilt per jaar welk percentage bedrijven fysiek of administratief gecontroleerd worden door de NVWA. Alleen achteraf, na analyse van de inspectieresultaten van het voorgaande jaar, kan de toezichtintensiteit worden bepaald.

152

Wanneer verwacht u dat de omvang van de doelgroepen dierenwelzijn van de NVWA bekend zijn zodat een indicator als toezichtintensiteit kan gaan worden berekend, gezien het feit dat de NVWA in de MNCP 2023–2025 (pagina 20) aangeeft de toezichtintensiteit nog niet te kunnen berekenen omdat ze nog niet de beschikking heeft over data met betrekking tot de omvang van doelgroepen?

Antwoord

Op pagina 20 van de MNCP 2023–2025 staat dat registratie nog niet plaatsvindt voor alle diersoorten en -houders. Voor deze specifieke doelgroepen is een indicator als toezichtintensiteit nog niet te berekenen. Vanuit LNV (en RVO) wordt gewerkt aan de registratieverlichting van andere diersoorten in het kader van de Diergezondheidsverordening. Voor de meest omvangrijke doelgroepen vindt uiteraard registratie wel plaats en is de toezichtintensiteit al wel te berekenen (zie ook vraag 150).

153

Hoe is het ogenschijnlijke verschil in toezichtintensiteit dierenwelzijn op primaire bedrijven voor het jaar 2022 te verklaren wat enerzijds wordt gegeven in antwoord op vraag 21 met betrekking tot het Jaarplan 2023 NVWA (3,5 procent) en anderzijds in uw antwoord op feitelijke vraag 209 bij de Begroting voor het jaar 2024 (6 van de 7 diercategorieën minder dan 1,15 procent)?

Antwoord

Het verschil in deze percentages is te verklaren doordat het hier gaat om verschillende categorieën; bedrijven versus diersoorten. In het jaarplan rapporteert de NVWA de toezichtintensiteit gebaseerd op het totaal van (primaire) bedrijven. In de feitelijk vraag 209 bij de begroting voor het jaar 2024 gaat het om toezicht intensiteit gebaseerd op diersoort. Eén (primair) bedrijf kan verschillende diersoorten huisvesten. Dit bedrijf telt in de doelgroep «primaire bedrijven» dan één keer mee, maar kan verschillende keren meegeteld worden wanneer gekozen wordt voor een meer gedetailleerde doelgroepindeling op diersoort. Daarmee zijn er verschillen in de percentages toezichtintensiteit.

154

Hoe vaak is in 2022 bij inspecties dierenwelzijn bij primaire bedrijven, die plaatsvinden naar aanleiding van een melding op het te inspecteren bedrijf, op alle dierenwelzijnseisen gecontroleerd en hoe vaak alleen op het aspect dat de melding betrof? Indien hierop geen exact antwoord kan worden gegeven, hoe is deze verhouding bij benadering of wat is uw beleid hieromtrent?

Antwoord

Bij inspecties naar aanleiding van meldingen worden met name die welzijnsaspecten gecontroleerd welke aanleiding voor de melding vormden. Wanneer tijdens de inspectie daartoe aanleiding bestaat, zullen ook andere aspecten worden beoordeeld. Dit is ter beoordeling aan de bij een controle betrokken inspecteurs.

155

Hoeveel van de inspecties dierenwelzijn bij primaire varkensbedrijven in 2022 waren in megastallen (definitie Alterra >7.500 vleesvarkens en/of 1.200 zeugen), hoeveel waren in bedrijven van minder dan 500 vleesvarkens en/of 100 zeugen en hoeveel qua grootte ertussen en is dit een selectiecriterium voor wat betreft risicogerichte inspecties bij de selectie van te inspecteren bedrijven?

Antwoord

De NVWA houdt in de systemen niet bij hoeveel varkens in de gecontroleerde stallen aanwezig zijn. Voor het toezicht maakt de NVWA geen gebruik van de term megastallen. Het is dus ook geen selectiecriterium bij risicogerichte selectie van bedrijven.

156

Hoeveel van de inspecties dierenwelzijn op melkveebedrijven in 2022 waren op bedrijven met weidegang en hoeveel waren op bedrijven met permanent opstallen en is dit een selectiecriterium voor wat betreft risicogerichte inspecties bij de selectie van te inspecteren bedrijven?

Antwoord

De NVWA heeft geen inzage in deze data en deze worden derhalve ook niet als selectiecriterium gebruikt.

157

Hoeveel dierenwelzijnsinspecties werden er in 2022 en 2023 gehouden in de eendenhouderij, kalkoenhouderij, konijnenhouderij, geitenhouderij en schapenhouderij?

Antwoord

Bij de primaire bedrijven zijn de volgende aantallen dierenwelzijnsinspecties uitgevoerd:

Diersoort

Jaar

Totaal aantal inspecties

Vleeseend

2022

1

 

2023

8

Kalkoen

2022

1

 

2023

1

Konijn

2022

12

 

2023

3

Geiten

2022

51

 

2023

115

Schapen

2022

225

 

2023

290

158

Worden alle kippen in Nederland nu rechtop gevangen?

Antwoord

Nee, niet alle kippen in Nederland worden nu rechtop gevangen. Er zijn bedrijven die deze methode wel standaard toepassen, maar veelal wordt nog steeds de «reguliere» methode gebruikt, waarbij kippen aan de poten worden gevangen. De Nederlandse rechter heeft uitgesproken heeft dat het vangen van kippen aan de poten volgens de huidige Transportverordening verboden is en dat de NVWA hierop moet handhaven. De NVWA heeft naar aanleiding van deze uitspraak een last onder dwangsom opgelegd met een begunstigingstermijn tot 15 augustus 2024 (wat betekent dat de dwangsom vanaf die datum wordt verbeurd als de vangmethode dan niet is aangepast). Er loopt echter nog een (hoger) beroep in die zaak. De uitspraak hiervan is op 4 juni j.l. gepubliceerd en ik bestudeer deze op het moment. In afwachting van deze uitspraak heeft de sector gewerkt aan verschillende initiatieven omtrent het vangen van pluimvee.

In het voorstel van de Europese Commissie voor de herziening van de Transportverordening is een uitzondering voor o.a. pluimvee opgenomen voor het verbod om dieren aan de poten te vangen. Deze uitzondering is wel aan specifieke aanvullende voorwaarden verbonden (bijvoorbeeld ondersteuning onder de borst), die – vanuit het oogpunt van dierenwelzijn – een verbetering betekenen ten opzichte van de huidige «reguliere» manier van vangen. De inzet van Nederland is er daarom op gericht om die voorwaarden in het voorstel te behouden.

159

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2023 hebben plaatsgevonden in de kalkoenenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

De ene inspectie die in 2023 heeft plaatsgevonden was op basis van een melding.

160

Wat is het uitvalspercentage bij kalkoenen? Hoeveel kalkoenen zijn dat jaarlijks?

Antwoord

De RVO houdt geen uitvalspercentages van kalkoenen bij.

161

Hoeveel kalkoenen zijn in 2023 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet bijgehouden.

162

Hoeveel kalkoenen zijn in 2023 geslacht in Nederlandse slachthuizen?

Antwoord

In 2023 zijn 1.745 kalkoenen geslacht in Nederlandse slachthuizen.

163

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2023 plaatsgevonden in de konijnenhouderij?

Antwoord

In 2023 zijn 3 welzijnsinspecties uitgevoerd bij primaire bedrijven met konijnen.

164

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2023 hebben plaatsgevonden in de konijnenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2023 hebben plaatsgevonden in de konijnenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

165

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de gesprekken die u voert over de centrale registratie van sterftecijfers in de konijnenhouderij?

Antwoord

De konijnensector is, in samenwerking met Wageningen Economic Research (WEcR) bezig met de ontwikkeling van de Zorgwijzer. Onderdeel van de Zorgwijzer is registratie van sterftecijfers. Vanaf 2025 wordt de deelname aan de Zorgwijzer, via het Integrale Keten Beheersing (IKB) systeem, verplicht voor konijnenhouders.

166

Hoe vaak is in 2023 geconstateerd dat het uitvalspercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger was dan tien procent?

Antwoord

In 2023 hebben 3 inspecties plaatsgevonden met betrekking tot welzijn bij konijnenbedrijven. Tijdens deze 3 inspecties zijn geen bevindingen geconstateerd dat het uitvalspercentage hoger was dan 10 procent.

167

Hoeveel konijnen zijn in 2023 gestorven tijdens transport?

Antwoord

De gevraagde gegevens worden niet door de NVWA bijgehouden.

168

Hoeveel konijnen zijn in 2023 geslacht in Nederlandse slachthuizen?

Antwoord

In 2023 zijn geen konijnen geslacht in Nederlandse slachthuizen.

169

Hoeveel konijnenvlees is er in 2023 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd konijnenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2023 zijn in Nederland geen konijnen geslacht. In 2023 zijn veterinaire certificaten van de NVWA voor ongeveer 1.650 kg konijnenvlees afgegeven voor export naar derde landen. Voor verplaatsing van konijnenvlees binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

170

Hoeveel bedrijven hielden in 2023 eenden voor de productie van vlees?

Antwoord

Elk jaar geven ondernemers in het kader van de Gecombineerde Opgave (GO) diergegevens en locatiegegevens door. Dit gebeurt jaarlijks op 1 april. Een ondernemer hoeft alleen eenden door te geven wanneer hij meer dan 25 eenden op een biologische wijze houdt, of in omschakeling is naar biologisch. Op 1 april 2024 waren er 41 inrichtingen door ondernemers doorgegeven waar eenden op een biologische wijze werden gehouden, of op een inrichting werden gehouden die in omschakeling was naar biologisch.

RVO houdt in het I&R-systeem nog niet het bedrijfstype van de inrichting en het doel waarmee de in gevangenschap levende vogels worden gehouden bij. Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van deze dieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten

171

Hoeveel eenden werden er in 2023 gefokt voor de productie van vlees?

Antwoord

Voorlopig antwoord RVO: Dit wordt niet geregistreerd in het Identificatie- en Registratiesysteem (I&R). Inrichtingen waar in gevangenschap levende vogels worden gehouden met als doel het verplaatsen van dieren of dierlijke producten, worden per 01-01-2025 geregistreerd

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd eendenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren.

In 2023 zijn er in Nederland ongeveer 5,8 miljoen eenden geslacht in een Nederlands slachthuis.

172

Hoeveel NVWA-controles hebben er in 2023 plaatsgevonden in de eendenhouderij?

Antwoord

In 2023 zijn in totaal 8 dierenwelzijnsinspecties uitgevoerd bij primaire bedrijven met eenden.

173

Hoeveel van de NVWA-controles die in 2023 hebben plaatsgevonden in de eendenhouderij waren op basis van een melding en hoeveel hiervan waren op basis van regulier toezicht?

Antwoord

Van de 8 inspecties die in 2023 hebben plaatsgevonden, waren 2 inspecties gebaseerd op meldingen en vonden 6 inspecties plaats op basis van een handhavingsverzoek.

174

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de gesprekken die u en/of NVWA voeren over het stun-stick-interval in het eendenslachthuis? Hoe staat het met de hiervoor opgelegde last onder dwangsom?

Antwoord

De NVWA heeft het besluit waarmee een last onder dwangsom werd opgelegd aan een eendenslachterij voor het hanteren van een te lang tijdsinterval tussen de bedwelming van de eenden en het aansnijden (stun-to-stick) ingetrokken. Dit is het gevolg van een uitspraak van de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15-09-2023. De voorzieningenrechter oordeelde dat de onderbouwing van de overtreding te mager was en schorste de last onder dwangsom. Na deze zitting heeft de NVWA vragen uitgezet naar de Europese Commissie (EC) om meer duidelijkheid over dit onderwerp te verkrijgen. Uit het antwoord van de EC blijkt dat de gehanteerde stun-to-stick tijd bij de eendenslachterij voldoet aan de voorschriften van de Europese Verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. Op basis van dit antwoord heeft de voorzieningenrechter de ingediende bezwaren van de eendenslachterij gegrond verklaard en daarop heeft de NVWA de last onder dwangsom ingetrokken.

Vanwege de uitspraak van de voorzieningenrechter is de NVWA op dit moment niet in gesprek met het eendenslachthuis over het hanteren van een te lange stun-to-stick tijd. De NVWA handhaaft wel wanneer tijdens het bedwelmen en doden een vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt geconstateerd bij de eenden.

175

Hoe staat het met het falende aansnijmes in het eendenslachthuis?

Antwoord

Na eenvoudige bedwelming van eenden moet onmiddellijk een methode worden toegepast die de dood van het dier garandeert, zoals verbloeding via het doorsnijden van beide halsslagaders of toevoerende bloedvaten. Bij eenden wordt de halssnede minder diep aangebracht dan bij ander pluimvee, wanneer de kop aan het karkas gelaten wordt. Hierbij bestaat het risico dat het dier onvoldoende verbloed, omdat de bloedvaten niet volledig doorgesneden worden. Onvoldoende verbloeden na eenvoudige bedwelming kan vermijdbare pijn, spanning of lijden veroorzaken bij de eenden. Royal GD heeft op verzoek van de NVWA meerdere karkassen onderzocht. In alle gevallen bleek dat de halsslagaders volledig doorgesneden waren. Daarmee wordt voldaan aan de voorwaarden in de regelgeving.

176

Wat is het uitvalspercentage van eenden in de houderij? Hoeveel eenden zijn dat per jaar?

Antwoord

RVO houdt geen uitvalspercentages van eenden bij.

177

Hoeveel eenden waren «Dead On Arrival» (DOA) bij het slachthuis in 2023, 2022, 2021 en 2020?

Antwoord

In 2023 zijn 9.078 eenden dood aangevoerd op slachthuizen (dead on arrival); dat is 0,16% van het totaal aantal geslachte eenden (5,8 miljoen) in 2023. In 2022 zijn 12.117 eenden dood aangevoerd op slachthuizen (dead on arrival); dat is 0,2% van het totaal aantal geslachte eenden (6,1 miljoen) in 2022. In 2021 zijn 11.075 eenden dood aangevoerd op slachthuizen; dat is 0,17% van het totaal aantal geslachte eenden (6,6 miljoen) in 2021. In 2020 zijn 7.464 eenden dood aangevoerd op slachthuizen; dat is 0,16% van het totaal aantal geslachte eenden (4,5 miljoen) in 2020. Hierbij kan meestal geen onderscheid gemaakt worden in welke fase van het voorafgaande traject (vangen, laden transport, wachttijd in de aanvoerhal) dieren doodgegaan zijn.

178

Hoeveel eenden zijn in 2023 geslacht in Nederlandse slachthuizen?

Antwoord

In 2023 zijn circa 5,8 miljoen eenden geslacht in Nederlandse slachthuizen.

179

Hoeveel eendenvlees is er in 2023 geproduceerd in Nederland en welk deel van dit vlees is geëxporteerd?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens beschikbaar over hoeveelheden in Nederland geproduceerd eendenvlees anders dan de aantallen geslachte dieren. In 2023 zijn er volgens de gegevens van de NVWA in Nederland circa 5,8 miljoen eenden geslacht.

In 2023 zijn veterinaire certificaten van de NVWA voor ongeveer 530.000 kg eendenvlees afgegeven voor export naar derde landen. Voor verplaatsing van eendenvlees binnen de EU worden door NVWA geen gegevens bijgehouden.

180

Hoeveel bedrijven houden kippen voor vaccineieren? Om hoeveel dieren gaat het op ieder moment? Om hoeveel eieren op jaarbasis (2023)? Hoeveel daarvan voor export?

Antwoord

Dit betreft implementatie van de Diergezondheidsverordening en is momenteel nog gaande. Het is op dit moment nog niet mogelijk om de cijfers van vaccinatie-eieren hier uit te filteren. De Kamer wordt in de loop van 2024 geïnformeerd over de implementatie van de registratieverplichtingen voor deze diersoorten.

181

Hoeveel verzoeken in het kader van de Wet open overheid (Woo) (aantal en percentage van het totaal) wisten de NVWA, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en uw ministerie zonder termijnverlenging te verstrekken in 2023?

Antwoord

In 2023 heeft het kerndepartement 12 Woo-besluiten genomen zonder de eerste wettelijke termijn van 4 weken te verlengen en dus zonder gebruik te maken van de mogelijkheid in de Woo tot termijnverlenging van twee weken of afspraken over de termijn te maken met verzoeker. Dit is 13% van de in totaal 90 door het kerndepartement genomen Woo-besluiten in 2023.

De RVO is een dienst die onder ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister voor EZK valt en wordt daarom niet meegenomen in de rapportage van Woo-cijfers van LNV voor de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, maar handelt wel Woo-verzoeken af op LNV-terrein. In 2023 heeft de RVO bij benadering 38 verzoeken afgehandeld voor LNV binnen de eerste wettelijke termijn van vier weken. Dit is 17% van de in totaal 226 verzoeken die RVO voor LNV heeft afgehandeld in 2023.

De NVWA heeft in 2023 38 Woo-verzoeken binnen de eerste wettelijke termijn van vier weken genomen, dit is 13% van de in totaal 290 door de NVWA genomen Woo-besluiten in 2023.

Voor NVWA kan niet exact achterhaald worden hoeveel besluiten in 2023 binnen de eerste wettelijke termijn van vier weken zijn genomen. Wel is bekend dat 54 verzoeken in ieder geval binnen de wettelijke termijn van vier weken plus twee weken verlenging van deze termijn zijn genomen. Dit is 19% van de in totaal 290 door de NVWA genomen Woo-besluiten in 2023.

Het verzamelen van alle gegevens rond Woo-verzoeken gebeurt veelal handmatig, daarom kunnen cijfers op detailniveau afwijken van eerder gerapporteerde cijfers.

182

Hoeveel verzoeken in het kader van de Woo (aantal en percentage van het totaal) wisten de NVWA, de RVO en uw ministerie pas na het overschrijden van de termijn te verstrekken in 2023?

Antwoord

In 2023 heeft het kerndepartement 78 Woo-besluiten genomen zonder de eerste wettelijke termijn van vier weken te verlengen, dit is 87% van het totaal aantal door het kerndepartement genomen Woo-besluiten in 2023. Als we uitgaan van de wettelijke termijn van vier weken plus de twee weken termijnverlenging die de Woo biedt, gaat het in 2023 om 68 verzoeken waarbij de termijn is overschreden. Dit is 76% van het totaal aantal afgehandelde verzoeken.

De RVO heeft in 2023 226 Woo-verzoeken afgehandeld voor LNV. Van deze verzoeken zijn 188 verzoeken buiten de wettelijke termijn van vier weken afgehandeld. Dit is 83% van het totaal aantal afgehandelde verzoeken. NVWA heeft in 2023 in totaal 290 Woo-verzoeken afgehandeld. Van deze verzoeken zijn 235 verzoeken buiten de wettelijke termijn van vier plus twee weken verlenging afgehandeld, dit is 81% van het totaal.

183

Kunt u aangeven hoeveel schapen het afgelopen jaar zijn gestorven als gevolg van omvallen, waardoor ze zelf niet meer kunnen opstaan?

Antwoord

RVO houdt niet bij hoeveel schapen per jaar gestorven zijn als gevolg van omvallen.

184

Hoeveel hondenshows hebben in 2023 plaatsgevonden?

Antwoord

RVO registreert niet hoeveel hondenshows er jaarlijks plaatsvinden. Hier is niet bekend of andere organisaties dat wel doen. RVO registreert wel evenementlocaties voor runderen, schapen, geiten, varkens en vogels.

185

Hoeveel reptielen- en vogelbeurzen zijn er in 2023 geweest? Wat was de toezichtintensiteit? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

Het eerste gedeelte van de vraag is momenteel niet te beantwoorden omdat dit vanwege een technisch mankement niet uit het aanmeldsysteem is op te halen. Zodra het mankement is opgelost, zal ik uw Kamer alsnog informeren.

Er is één controle uitgevoerd op een beurs waar vogels te koop werden aangeboden. Hierbij zijn twee overtredingen geconstateerd van de Transportverordening waarvoor twee schriftelijke waarschuwingen zijn gegeven. Daarnaast is er één overtreding van de Regeling natuurbescherming geconstateerd waarbij één vogel in beslag is genomen.

Er zijn vijf controles uitgevoerd op beurzen waar reptielen en amfibieën te koop werden aangeboden. Hierbij zijn op één beurs twee overtredingen van het Besluit houders van dieren geconstateerd waarvoor twee schriftelijke waarschuwingen zijn gegeven.

Daarnaast is er gecontroleerd of dierenbeurzen aangemeld waren bij de NVWA, wat verplicht is onder het Besluit houders van dieren. Twee beursorganisatoren hebben een schriftelijke waarschuwing ontvangen voor het niet voldoen aan deze verplichting.

186

Hoeveel dieren zijn het afgelopen jaar naar Nederland geïmporteerd, uitgesplitst per diersoort?

Antwoord

In onderstaande tabel zijn de aantallen landbouwhuisdieren opgenomen die vanuit andere EU-lidstaten naar Nederland zijn vervoerd in 2023.

Diersoort

Aantal dieren naar Nederland vervoerd vanuit andere EU landen

Rund

ruim 920.000

Varken

ruim 85.000

Schaap

ruim 85.000

Geit

ruim 4.100

Paard

Ruim 16.000

Pluimvee (kuiken)

Ruim 71 miljoen

Pluimvee

ruim 214 miljoen

Overige

Ruim 1,3 miljoen

De voornaamste (landbouwhuisdier) soorten geïmporteerd vanuit landen buiten de EU zijn paarden (ongeveer 2.300), honden en katten (ongeveer 800), siervissen (ongeveer 15 miljoen) en eendagskuikens (ongeveer 3,3 miljoen).

187

Hoeveel dieren zijn het afgelopen jaar vanuit Nederland geëxporteerd, uitgesplitst per diersoort?

Antwoord

In onderstaande tabel zijn de exporten en het vervoer per voornaamste (landbouwhuisdier) diersoort opgenomen.

Diersoort

Aantal dieren vanuit Nederland vervoerd naar andere EU landen

Aantal dieren vanuit Nederland geëxporteerd naar landen buiten de EU

Rund

ruim 240.000

Ongeveer 7.200

Varken

ongeveer 7,2 miljoen

Ongeveer 5.750

Schaap

ruim 74.000

Ongeveer 300 (samen met schapen)

Geit

ongeveer 13.000

Ongeveer 300 (samen met geiten)

Paard

ruim 14.000

Ongeveer 8700

Pluimvee (kuiken)

ruim 166 miljoen

Ongeveer 9.6 miljoen

Pluimvee

ongeveer 26 miljoen

Ongeveer 137

Overige

Ruim 170.000

 

188

Hoeveel paarden zijn er in 2023 omgekomen bij paardensportevenementen?

Antwoord

De NVWA houdt geen gegevens bij over paarden die omkomen bij paardensportevenementen.

189

Hoeveel controles, uitgesplitst naar type markt, hebben in 2023 plaatsgevonden bij markten met levende dieren? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

In 2023 is er 1 inspectie geweest op een paardenmarkt. Hier is geen overtreding geconstateerd. Er zijn 36 inspecties op markten met evenhoevigen uitgevoerd. Daarvan waren 25 inspecties akkoord, in één geval is er een mondelinge mededeling gedaan en in 10 gevallen is een officiële waarschuwing gegeven. Zie ook het antwoord op vraag 185.

190

Hoeveel controles hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden bij fokkers van gezelschapsdieren? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 120.

191

Wanneer verwacht u met een positieflijst voor reptielen, vogels en andere dierklassen te kunnen komen?

Antwoord

Momenteel vindt de implementatie van de huis- en hobbydierenlijst voor zoogdieren plaats. Dit complexe proces wordt eerst afgerond, voordat een keuze wordt gemaakt over het vervolg van het ontwikkelen van andere positieflijsten.

192

Hoeveel controles hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden bij maneges? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd, hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?

Antwoord

In de inspectiegegevens van de NVWA is geen onderscheid te maken tussen maneges en andere paardenhouders. Naast maneges kunnen er bijvoorbeeld inspecties uitgevoerd worden bij paardenhandelaren, fokkerijen, trainingsstallen, pensionstallen en veehouders die hobbymatig paarden houden.

In 2023 zijn er 261 inspecties uitgevoerd bij paardenhouders. Bij 86 van deze inspecties zijn er overtredingen geconstateerd. Indien er meerdere diersoorten aanwezig waren, is het niet altijd te onderscheiden of een overtreding betrekking had op de aanwezige paarden of andere diersoorten. Er zijn naar aanleiding van deze inspecties 30 officiële waarschuwingen, 46 rapporten van bevindingen en 25 processen verbaal aangezegd. De som van de interventies is hoger dan het aantal inspecties waarbij overtredingen zijn geconstateerd omdat er tijdens sommige inspecties meerdere verschillende interventies zijn toegepast.

193

Hoe vaak hebben de NVWA en de LID de afgelopen drie jaar, uitgesplitst per jaar, één of meerdere honden van een fokker in beslag of in bewaring genomen, zonder alle dieren van die betreffende houder mee te nemen?

Antwoord

De NVWA houdt in de systemen geen diersoorten, dan wel aantallen van in bewaring genomen diersoorten bij. De NVWA en de LID houden niet bij of een deel of het totale aantal dieren van een locatie wordt meegenomen.

194

Hoeveel en welke dierentuinvergunningen zijn ingetrokken in het afgelopen jaar?

Antwoord

Afgelopen jaar hebben de volgende dierentuinen hun vergunning zélf bij de RVO ingeleverd doordat ze ophielden te bestaan. Bij allemaal is het proces in 2023 gestart, bij 2 is in januari 2024 het proces afgerond, de andere in 2023.

  • Omnium Goes (november 2023 ingetrokken)

  • Het Arsenaal (december 2023 ingetrokken)

  • Infocenter de Noordwester (december 2023 ingetrokken)

  • Passiflorahoeve (januari 2024 ingetrokken)

  • Klein Costa Rica (januari 2024 ingetrokken)

RVO heeft van geen enkele dierentuin de vergunning actief ingetrokken.

195

Hoeveel dierentuinvergunningen heeft de RVO geweigerd in het afgelopen jaar?

Antwoord

In 2023 zijn er 2 aanvragen voor dierentuinvergunningen tijdens het proces niet verder in behandeling genomen. In 2023 volgden er ook 2 afwijzingen als besluit op aanvragen. Eén aanvraag is tijdens het proces ingetrokken door de aanvrager.

196

Hoeveel en welke dierentuinvergunningen heeft de RVO in het afgelopen jaar verleend?

Antwoord

Er zijn in 2023 geen dierentuinvergunningen verleend.

197

Kunt u toelichten wat de rechtszaak over de «Tijdelijke subsidieregeling vermindering gevolgen Brexit voor de visserij» behelst en hoe het kan gebeuren dat de gevorderde schadevergoeding hoger is dan het bedrag dat is uitgegeven aan de regeling? Hoe schat u de kans in dat de Staat in het gelijk wordt gesteld?

Antwoord

Deze rechtszaak is aangespannen door de pelagische visserijbedrijven die menen dat zij onvoldoende worden gecompenseerd vanuit de BAR voor de door hun geleden schade als gevolg van de Brexit. Hierbij verwijzen zij naar het verlies van hun contingenten die ze door de Brexit zijn kwijtgeraakt. De Rechtbank in Den Haag heeft op 8 mei jl. uitspraak gedaan en heeft de vorderingen van de pelagische visserijbedrijven afgewezen.

198

Hoeveel controle is er in de periode van 2020 tot nu uitgeoefend op Q-koortsvaccinatie door schapen- en geitenhouders? Wat zijn de resultaten? Waaruit bestaan bestraffingen bij overtredingen?

Antwoord

De resultaten van de uitgevoerde Q-koorts inspecties worden door de NVWA gepubliceerd op haar website: Inspectieresultaten Q-koorts | Q-koorts | NVWA. De inspectieresultaten van 2023 zullen binnenkort ook op deze pagina worden gepubliceerd. Interventies, zoals een waarschuwing of een bestuurlijke boete, voor overtredingen van de Q-koorts regelgeving zijn opgenomen in het specifieke interventiebeleid van de NVWA, en hangen af van de ernst van de overtreding en van het feit of deze regelgeving al vaker is overtreden

199

Is er in 2023 of 2024 Boviene spongiforme encefalopathie (BSE) aangetroffen op Nederlandse bedrijven?

Antwoord

Op 30 januari 2023 is een geval van atypische BSE vastgesteld bij een rund (geb 5 oktober 2014). Het rund was op het herkomstbedrijf in Zuid-Beijerland geëuthanaseerd en afgevoerd naar de Rendac, waar de bemonstering heeft plaatsgevonden volgens het monitoringsprogramma. N.a.v. deze besmetting zijn 8 runderen(1 nakomeling <2jaar en 7 runderen uit geboorte- en voedercohort) overgenomen en afgevoerd naar WBVR voor onderzoek op BSE. Deze waren allen negatief.

200

Hoeveel schapen zijn er omgekomen door blauwtong en andere ziektes? Wat is de uitval op schapenhouderijen?

Antwoord

Geschat is dat er ca. 45.000 schapen zijn gestorven ten gevolge van de blauwtonguitbraak in september 2023. Royal GD voert een prevalentie onderzoek uit naar het aantal besmettingen per bedrijf. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend.

201

Kunt u verklaren waarom uw ministerie relatief veel Woo-verzoeken ontvangt? Wat zijn de belangrijkste terreinen waarop deze verzoeken betrekking hebben?

Antwoord

De meeste Woo-verzoeken worden ingediend bij de NVWA (265 in 2023) en de RVO (246 in 2023 voor LNV). Het kerndepartement heeft in 2023 143 Woo-verzoeken ontvangen. De thema’s die bij LNV, NVWA en RVO zijn ondergebracht staan in de maatschappelijke belangstelling. Burgers, journalisten, bedrijven, advocaten en belangenorganisaties stellen hier vragen over, ook in de vorm van het indienen van Woo-verzoeken. De meeste verzoeken gaan over stikstof, de landbouwtransitie, natuurgebieden en -vergunningen, voedsel- en productveiligheid en dossiers zoals dierenwelzijn, diertellingen, visserij, soortenbehoud, bestrijdingsmiddelen, mest, de wolf in Nederland, de Garantie Ondernemingsfinanciering en de CITES-wet.

202

Kunt u toelichten waarom uw ministerie er veelal niet in slaagt deze verzoeken binnen de wettelijke/afgesproken termijn te behandelen? Welke stappen gaat u zetten om daar verbetering in aan te brengen?

Antwoord

Dat Woo-verzoeken nog te vaak buiten de termijn worden afgehandeld, is te verklaren vanuit een combinatie van de knelpunten die ook uit de invoeringstoets van de Woo en adviezen van onder andere het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding zijn gekomen. Voorbeelden zijn het ruime documentbegrip van de Woo, de vaak complexe en omvangrijke verzoeken en de vereiste – maar ook tijdrovende – zorgvuldigheid bij het beoordelen van de documenten en het nemen van besluiten. Daarbij moet de afhandeling van Woo-verzoeken door medewerkers worden opgepakt naast hun overige werkzaamheden, wat zorgt voor een hoge werkdruk Deze knelpunten spelen bij zowel LNV, NVWA en de RVO en leiden tot de afhandeltermijnen zoals gerapporteerd. In de uitvoering van de Woo blijven we zoeken naar een balans tussen tijdige én zorgvuldige afhandeling van alle verzoeken.

Om de afhandeltermijnen te verkorten werken we doorlopend aan maatregelen om het Woo-proces te optimaliseren. Dit zijn onder andere de inzet van (informatie)specialisten, het verbeteren van contact met verzoekers, het vaker gebruik maken van vertrouwelijke voorinzage en tooling en AI die het Woo-proces ondersteunen. Bij de NVWA hebben een LEAN analyse van het Woo-proces en het gebruik van tooling en het vaker contact opnemen met verzoekers al geleid tot kortere doorlooptijden en minder dwangsommen. Bij de RVO ondersteunt een gespecialiseerd Woo-team de organisatie bij het afhandelen van Woo-verzoeken en ook hier zijn de doorlooptijden verbeterd. Ook bij het kerndepartement blijven we het Woo-proces continu aanscherpen en zetten we in op het verkorten van de afhandeltermijnen.

203

Hoeveel pluimveeslachthuizen, uitgesplitst naar diersoort en doel (leg, ouder, vlees), maken nog gebruik van een elektrisch waterbad? Hoeveel is dat van het totaal naar aantal slachthuizen en aantal geslachte dieren?

Antwoord

In 2023 gebruikten 4 van de 16 grote pluimveeslachterijen en 2 van de 5 kleine tot middelgrote pluimveeslachterijen het waterbad als bedwelmingsmethode.

Daarnaast zijn er nog slachterijen die met CAS-systemen (Controlled Atmosphere Stunning) bedwelmen, maar nog een waterbadsysteem als back-up hebben. In geval van storingen in het CAS-systeem kan naar het waterbadsysteem omgeschakeld worden.

In 2023 zijn 62,3 (12,7%) miljoen vleeskuikens, 5,4 (30%) miljoen leghennen, 5,8 (100%) miljoen eenden en 1.745 (100%) kalkoenen geslacht bij de slachthuizen die permanent gebruik maken van een elektrisch waterbad als bedwelmingsmethode. De percentages achter het aantal is het percentage van het aantal totaal geslachte dieren van die diersoort.

De NVWA houdt geen cijfers bij van het aantal dieren dat in 2023 met het waterbadsysteem als bedwelmingsmethode is geslacht op slachthuizen die dit systeem alleen als back-up gebruiken.

204

Hoeveel dikbilrunderen worden er jaarlijks in Nederland geslacht?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens over slachtingen per diertype of ras.

In 2023 zijn circa 1,50 miljoen kalveren (leeftijd tot 1 jaar) en 555.600 runderen geslacht.

205

Hoeveel buffels worden er jaarlijks (2023) in Nederland geslacht? Hoeveel kameelachtigen? Hoeveel struisvogels? Hoeveel fazanten? Hoeveel parelhoenders? Hoeveel paarden, uitgesplitst naar «grazers» en «rijpaarden»? Hoeveel schapen? Hoeveel geiten? Hoeveel herten uitgesplitst naar soort?

Antwoord

De NVWA heeft geen gegevens over slachtingen per diertype of ras. De gegevens die de NVWA wel bijhoudt, staan in onderstaande tabel.

Diersoort

Aantal geslacht in 2023

Waterbuffels

645

Kameelachtigen

0

Loopvogels

56

Eenhoevigen

2.313

Schapen

582.029

Geiten

194.271

Gekweekte damherten

1.095

Gekweekte edelherten

240

206

Hoeveel illegale slachthuizen zijn in 2022 en 2023 gevonden? Welke dieren werden er geslacht? Hoe is er bestraft?

Antwoord

In 2023 is één illegale slachtplaats ontdekt waar de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA een onderzoek heeft uitgevoerd. Dit onderzoek is afgerond, de afdoening kan worden opgevraagd bij het Functioneel Parket. Daarnaast is in 2023 op een erkend slachthuis ook illegale slacht ontdekt. In combinatie met andere overtredingen op datzelfde bedrijf is de erkenning geschorst.

207

Hoeveel nertsenhouders bleken uiteindelijk meer dieren te houden dan toegestaan? Hoe zijn deze bestraft?

Antwoord

De NVWA heeft in 2020 en 2021 nader onderzoek verricht naar vijf bedrijven die meer dieren hielden dan toegestaan en de processen-verbaal overgedragen aan het openbaar ministerie (OM). Het OM heeft deze zaken geseponeerd wegens geringe strafwaardigheid van het feit. Als reden geeft het OM aan dat hoewel aan de formele eisen van een strafbaar feit is voldaan en een strafsluitingsgrond in strikte zin ontbreekt, het gebeurde ten aanzien van een strafuitsluitingsgrond een zodanig randgeval is dat een strafvervolging onevenredig zwaar zou zijn.

208

Waarop is het aantal van twintig gewijzigde baseparen in het commissievoorstel over Nieuwe Genomische Technieken (NGT’s) gebaseerd?

Antwoord

De regel over het maximaal wijzigen van twintig baseparen in het NGT-voorstel verwijst specifiek naar inserties en/of substituties van nucleotiden. In haar advies CGM/231124-016 geeft COGEM aan in te stemmen met een beperking voor de insertie van 20 aaneengesloten nucleotiden. De Europese Commissie heeft bij het opstellen van de equivalentiecriteria een uitgebreide literatuurstudie gedaan. De limiet van 20 nucleotiden is gekozen omdat dit past bij de grootte van substituties en inserties die in wetenschappelijke studies zijn waargenomen. Deze limiet zorgt ervoor dat de gemodificeerde sequenties binnen de natuurlijke genetische variabiliteit van plantengenomen vallen, aangezien sequenties van 20 nucleotiden statistisch gezien elders in het genoom kunnen voorkomen en dus deel uitmaken van de natuurlijke genetische diversiteit. Hierbij baseert de Europese Commissie zich onder andere op waarschijnlijkheidsberekeningen van het gemeenschappelijk onderzoekscentrum van de Europese Commissie (de JRC).

209

In welke mate zegt het aantal van twintig gewijzigde baseparen in het voorstel van de EC over NGT’s iets over de veiligheid of duurzaamheid van een gewas?

Antwoord

De equivalentiecriteria van Annex I, waar deze regel onderdeel van uitmaakt, zijn niet bedoeld als veiligheids- of duurzaamheidscriteria. Deze criteria zijn opgesteld om vast te stellen of planten, die met deze criteria worden getoetst, vergelijkbaar zijn met conventioneel veredelde planten. Indien dit zo is, betekent dit dat deze planten ook even veilig en duurzaam zijn als deze conventioneel veredelde planten.

210

Indien de twintig gewijzigde baseparen in het EC-voorstel over NGT’s op wetenschappelijk onderbouwde criteria is gebaseerd, zou er dan niet ook gekozen moeten worden voor een limiet aan het aantal verwijderingen («deletions») dat mag worden aangebracht?

Antwoord

Nee, er wordt door de Europese Commissie in haar studie een wezenlijk verschil vastgesteld tussen deleties en inserties & substituties. Er is geen limiet voor deleties vastgesteld omdat deleties van verschillende groottes binnen de natuurlijke variatie voorkomen, variërend van een enkele nucleotide tot honderdduizenden nucleotiden. Dit betekent dat een dergelijk limiet de natuurlijke variabiliteit in de grootte van deleties niet adequaat zou weerspiegelen. In haar advies CGM/231124-01 komt COGEM tot dezelfde conclusie.

211

Hoeveel slachthuizen hebben reeds één of meer «strikes» ontvangen?

Antwoord

Vanaf december 2023 is de «three strikes out» aanpak ingebed in het reguliere handhavingsbeleid van de NVWA. Dat houdt in dat als bij een ondernemer voor de 3de keer in 2 jaar een ernstige dierenwelzijnsovertreding wordt geconstateerd, het bedrijf «out» is en wordt de erkenning van het bedrijf geschorst. In januari en in februari 2024 ontvingen twee roodvleesslachthuizen ieder 1 strike. Dit betrof ernstige dierenwelzijnsovertredingen bij een kalf en bij een varken.

Ook heeft de NVWA de mogelijkheid om een erkenning na 1 ernstige dierenwelzijnsovertreding te schorsen. Deze «one strike out» optie is in 2023 1 keer op een verzamelplaats en 1 keer op een slachthuis toegepast.

212

Kunt u aangeven hoeveel schapen zijn gedood door honden in 2023?

Antwoord

Het aantal aanvallen van honden op schapen wordt niet structureel bijgehouden. BIJ12 houdt meldingen bij van vermoedelijke wolvenaanvallen. Er zijn daarom geen cijfers over het aantal schapen dat wordt gedood door honden. Uit DNA-onderzoek blijkt dat er in sommige van de gemelde gevallen van een wolvenaanval sprake is van een aanval door een hond. Het betreft in 2023 33 vastgestelde aanvallen door honden met in totaal 45 gedode schapen.

213

Hoeveel kilo antibiotica werd er in 2022 en 2023 gebruikt in de veehouderij? Hoeveel voor huisdieren? Hoeveel in de menselijke gezondheidszorg?

Antwoord

De Autoriteit Diergeneemiddelen (SDa) monitort de gebruikte en verkochte hoeveelheid antibiotica bij dieren. De cijfers worden jaarlijks middels de SDa rapportage bekend gemaakt. In 2022 werd 111.540 kg aan massa actieve stof antibiotica verkocht in Nederland (SDa rapportage 2023). De verdeling van het gebruik per diersector is in onderstaande figuur weergegeven. Gezelschapsdieren worden niet jaarlijks gemonitord.

In de humane gezondheidszorg wordt het antibioticagebruik bijgehouden met behulp van de zogenaamde DDD (Defined Daily Dose – gemiddelde dagelijks dosis per 1000 inwoners per dag). Hierover wordt jaarlijks gerapporteerd in de NethMap. In de humane gezondheidszorg wordt het jaarlijks antibioticumgebruik in kilo’s niet bijgehouden.

214

Hoe staat het met het terugdringen van antibioticagebruik in de kalkoenindustrie?

Antwoord

Het antibioticumgebruik in de kalkoenhouderij was in 2022 9,2 DDDANAT. Dit is een daling van 68,5% ten opzichte van het jaar 2013 toen de monitor startte (bron: SDa rapportage 2023). De trends en ontwikkelingen per diersoort worden jaarlijks in de SDa rapportage bekend gemaakt. Hierover heb ik u in de laatste kamerbrief van 24 augustus 2023 (Kamerstuk nr. 29 683-275) bericht.

215

Hoe staat het met het terugdringen van antibioticagebruik in de konijnenindustrie?

Antwoord

De afgelopen jaren is een reductie behaald, zoals ik u berichtte in de laatste kamerbrief van 24 augustus 2023 (Kamerstuk nr. 29 683-275). Het antibioticumgebruik in de vleeskonijnensector is in 2022 gedaald tot 23,7 DDDANAT dit is het laagst sinds de start van de monitoring. Dit is een daling van 32,4% ten opzichte van 2021 en een daling van 42,1% ten opzichte van het jaar 2016 toen de monitor startte (bron: SDa rapportage 2023).

216

Kunt u toelichten bij welk type functies u aanloopt tegen de krapte op de arbeidsmarkt? Kunt u de ontstane hiaten met externe inhuur invullen of heeft personeelsgebrek ook gevolgen voor de uitvoering van beleid? Zo ja, welke?

Antwoord

Het gaat daarbij om ict- en financiële functies waarvoor specialistische kennis vereist is, vanaf schaal 11. De krapte op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat vacatures niet (op korte termijn) worden ingevuld. Externe inhuur draagt gedeeltelijk bij aan het invullen van de ontstane hiaten maar ook daar geldt dat door de krapte op de arbeidsmarkt niet elke vacature snel en adequaat kan worden ingevuld. Daardoor kan vertraging ontstaan bij de implementatie en uitvoering van beleid.

217

Welke mogelijkheden ziet u om de externe inhuur van het kerndepartement in de toekomst weer onder de Roemernorm van 10 procent te brengen?

Antwoord

Het kerndepartement zal ten aanzien van het medewerkersbestand altijd te maken hebben met een vervangingsvraagstuk. Het investeren in aantrekkelijk werkgeverschap om de juiste medewerkers aan te trekken en te behouden kan daarbij een belangrijke bijdrage leveren om het percentage externe inhuur onder de Roemernorm van 10% te krijgen. Dat vraagt om investeringen in de arbeidsmarktpositie, een sterk werkgeversmerk en beloning.

218

Welke adviezen zijn ingewonnen met behulp van het bedrag van 23.963.000 euro aan advisering opdrachtgevers automatisering? Waarom moesten deze adviezen worden ingewonnen bij externen?

Antwoord

Een groot deel van de inhuur betreft tijdelijke inhuur, die is ingezet voor reguliere werkzaamheden. Voor dit soort reguliere werkzaamheden is het, in de huidige arbeidsmarkt, erg lastig om voldoende mensen met de juiste kennis en ervaring in vaste dienst te krijgen. De tijdelijke externe capaciteit is nodig om o.a. (project)resultaten zeker te stellen rondom transparantie, openbaarmaking, vergunningverlening rondom de fysieke leefomgeving en een robuuste financiële verantwoording. Deze werkzaamheden kunnen niet wachten, omdat anders over de daarvoor toegezegde termijnen wordt heengegaan.

Er is ook gebruik gemaakt van inhuur voor het inwinnen van externe adviezen vanwege een hoog specialistisch karakter. De NVWA huurt specialistische ICT-ontwikkelaars in voor diverse ICT-projecten waarbij er systemen en/of applicaties door de NVWA zelf worden ontwikkeld. Andere voorbeelden waarbij externe capaciteit is ingezet zijn het inrichten en optimaliseren van de informatievoorziening en dan met name met betrekking tot de thema’s openbaarmaking en transparantie; De introductie van een nieuw documentmanagementsysteem voor LNV; De aansluiting van LNV op het digitale stelsel van de omgevingswet (inclusief tooling); En adviezen ten aanzien van het harmoniseren en stroomlijnen van financiële processen, vooruitlopend op de inmiddels lopende vernieuwing van het financiële platform.

219

Welke lessen trekt u uit de in 2023 ontstane onderuitputting met het oog op realistisch begroten?

Antwoord

In 2023 is € 670 mln. minder uitgeven dan begroot. De onderuitputting manifesteert zich met name op de uitvoering van diverse grote regelingen doordat het opstarten van de uitvoering van regelingen meer tijd kost dan aan de voorkant is voorzien of de uitwerking van regelingen complex is. Voor de Voorjaarsnota 2024 zijn de ramingen op de LNV-begroting tegen het licht gehouden en waar nodig bijgesteld om tot een zo’n realistisch mogelijke begroting te komen. Dat blijf ik periodiek doen om onderuitputting zoveel mogelijk te voorkomen. De ervaringen van afgelopen jaren, bijvoorbeeld ten aanzien van het uitvoeren van grote subsidieregelingen, neem ik daarbij mee.

220

Kunt u nader toelichten waarom er «bij twee provincies een korting is toegepast op het aangevraagde subsidiebedrag» in relatie tot PAS-melders?

Antwoord

Bij de twee desbetreffende provincies bleek hun aanvraag maar gedeeltelijk te voldoen aan de vereisten. De aanvragen zijn om die reden deels goedgekeurd en dus is er lager beschikt dan de provincies hadden aangevraagd.


X Noot
2

Negende voortgangsrapportage natuur pagina 34. Negende-Voortgangsrapportage-Natuur-2022 (5).pdf (cicwp.nl)

X Noot
3

Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II, 2023/24, nr. 323

Naar boven