Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 560 K Jaarverslag en Slotwet van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) 2023

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023–2024

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de begrotingsstaat van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K);

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Defensie,K.H. Ollongren

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1 Leeswijzer

In de Slotwet voor het Defensiematerieelbegrotingsfonds (K) zijn technische uitvoeringsmutaties, mutaties van boekhoudkundige aard of mutaties voortvloeiend uit controlebevindingen opgenomen. Tevens zijn de verwachte overschrijdingen van de uitgaven en verplichtingen op artikelniveau opgenomen in de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 18 december 2023, nummer 36 410 K, nr. 4.

De mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden toegelicht. Bij de toelichtingen worden geen bedragen vermeld van projecten die commercieel vertrouwelijk zijn.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleidsartikelen

Artikel 1 Defensiebreed materieel

Verplichtingen

De verplichtingen op dit artikel zijn per saldo € 156,1 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vertraging in het aangaan van verplichtingen voor de instandhouding van de wapensystemen (€ 78,1 miljoen) waaronder de Patriot en de reservedelen F-16. Daarnaast zijn voor een aantal grote wapensystemen minder verplichtingen aangegaan waaronder counter Unmanned Aerial Systems (UAS), granaatwerper 40mm Special Operations Forces (SOF) en programma Wissellaadsystemen, Trekker-oplegger-combinaties en Bergingsvoertuigen (WTB). Tevens zijn er minder verplichtingen aangegaan voor Technologieontwikkeling (€ 36,7 miljoen). Daarentegen is er een niet voorziene verplichting aangegaan voor grote onderzoeksfaciliteiten (€ 19,1 miljoen). Dit betreft het verhogen van de verplichting voor deelname NATO Innovation Fund voor de periode 2023 t/m 2027. Als laatste zijn door de lagere stand van de dollar en de Zweedse kroon zowel de uitgaven als de verplichtingen neerwaarts bijgesteld (€ 39,7 miljoen).

Uitgaven

De uitgaven op dit artikel zijn per saldo € 166,3 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt grotendeels verklaard door een lagere realisatie op een aantal projecten in de verwervingsfase (€ 102,8 miljoen). Het betreft onder andere vertraging op het (commercieel vertrouwelijke) project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), dit wordt veroorzaakt doordat de oplevering van de C4I vertraagd is. Dit komt door: A) De kwaliteit van de systemen bleek onvoldoende tijdens de acceptatietesten; B) Een Nederlandse toeleverancier kon, vanwege een tijdelijk ingetrokken ABDO-certificaat, de crypto-module niet tijdig leveren; C) Als gevolg van de veiligheidssituatie in Israël, is veel personeel van de leverancier gemobiliseerd en is de productielocatie verplaatst naar een veiliger gebied. Tevens zijn de uitgaven door de lagere stand van de dollar en de Zweedse kroon neerwaarts bijgesteld (€ 39,7 miljoen).

Ontvangsten

De ontvangsten op dit artikel zijn per saldo € 12,3 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Artikel 2 Maritiem materieel

Verplichtingen

De verplichtingen op dit artikel zijn per saldo € 717,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

De lagere realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door minder aangegane verplichtingen voor projecten in de realisatiefase (€ 670,1 miljoen). Het betreft onder andere het commercieel vertrouwelijke project ESSM Block 2: Verwerving en integratie. De vertraging kan worden verklaard doordat contractvorming in 2023 niet is doorgegaan maar is verschoven naar 2024. Bij het project Vervanging M-fregatten is de lagere realisatie het gevolg van vertraging die is ontstaan in de aanbesteding van een aantal geplande contracten op het gebied van wapensystemen en communicatiesystemen aan boord van de schepen, vanwege later dan geplande ontvangst van aanbiedingen (eind 2023) door leveranciers.

Daarnaast is de lagere realisatie het gevolg van minder aangegane verplichtingen voor instandhouding (€ 47,4 miljoen). Door interne en externe factoren zijn vertragingen ontstaan in het inkoopproces, waardoor maritieme dossiers met betrekking tot instandhouding (€ 47,2 miljoen) - maar ook bij de verwerving en realisatie (€ 15,6 miljoen) - doorschuiven naar 2024. De contracten hebben betrekking op uitbestedingen van onderhoud en aanschaf van (klein) materieel.

Uitgaven

De uitgaven op dit artikel zijn per saldo € 5,8 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt voornamelijk verklaard door een lagere realisatie van projecten in de realisatiefase (per saldo € 26,5 miljoen). Het betreft onder andere het commercieel vertrouwelijke project Vervanging M-fregatten. De lagere realisatie wordt enerzijds verklaard doordat de contractuele mijlpaal (per 1 december 2023) niet betaald is vanwege vertraging in de uitvoering van werkzaamheden en anderzijds de geplande betaling van de prijsherzieningsfactuur 2023, horende bij het bouwcontract, kort voor de kassluiting is ontvangen en daardoor niet meer is betaald in 2023.

Daartegenover staat dat de realisatie van instandhouding € 20,7 miljoen hoger is dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De realisatie heeft enerzijds eerder plaatsgevonden, doordat leveranciers sneller hebben kunnen leveren dan was ingeschat ten tijde van de tweede suppletoire begroting. Anderzijds zijn de uitgaven hoger bij onder meer het uitbesteden van het onderhoud aan de vaartuigen en de aankoop van herbevoorradingsartikelen (onderdelen).

Artikel 3 Land materieel

Verplichtingen

De verplichtingen op dit artikel zijn per saldo € 44,6 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

De verplichtingen zijn conform de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 18 december 2023, nummer 36 410 K, nr. 4, met € 658,0 miljoen naar boven bijgesteld. Daartegenover staat een lagere realisatie bij onder andere het commercieel vertrouwelijke project Midlife Update voor de Pantserhouwitser 2000NL. Het project werd in binationale samenwerking uitgevoerd met Duitsland en is door Duitsland in 2023 stopgezet waardoor de uitvoering in Nederland geen voortgang heeft gehad. Het Project Programma Wielbergingsvoertuigen: 15 kN-aanhangwagens heeft daarnaast minder gerealiseerd omdat de dialoogfase meer tijd in beslag heeft genomen. Het project zal in 2024 worden verplicht.

Daarnaast zijn er minder verplichtingen aangegaan voor instandhouding, per saldo € 117,5 miljoen. Dit betrof met name de instandhouding van (gevechts-)voertuigen en andere militaire artikelen en tevens de inrichting van de onderhoudswerkplaatsen. Mede als gevolg van krappe inkoopcapaciteit en een langere aanbestedingsduur dan geraamd zullen deze verplichtingen later worden aangegaan dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht.

Uitgaven

De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 132,1 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere realisatie in de realisatiefase van per saldo € 138,6 miljoen. In samenwerking met het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en met Europese partners is een gezamenlijke bestelling voor raketten voor het Patriot lucht- en raketverdedigingssysteem geplaatst. Het is gelukt om voor het einde van 2023 deze gezamenlijke bestelling af te ronden en deels betaalbaar te stellen. Dit proces is, zoals aangekondigd in de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 18 december 2023, nummer 36 410 K, nr. 4, sneller verlopen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht.

Artikel 4 Lucht materieel

Verplichtingen

De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 650,8 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt onder andere veroorzaakt door vertraging op het project F-35: Verwerving middellange tot lange afstandsraket. De lagere realisatie (€ 146,5 miljoen) is het gevolg van het nog niet verlenen van toestemming door het Amerikaanse Congres, waardoor de Letter of Offer and Acceptance (LOA) uitblijft en de verplichting in 2024 of 2025 wordt aangegaan. Eveneens is er sprake van lagere realisatie dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting geraamd bij het commercieel vertrouwelijke project Deep Strike Capaciteit Air, de LOA is niet in 2023 ontvangen en wordt nu in 2024 verwacht.

Tot slot is er ook sprake van een lagere realisatie dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd op het project: Chinook Vervanging & Modernisering (€ 51,0 miljoen). Dit wordt veroorzaakt doordat de periodieke actualisatie van de ramingen volgens het Amerikaanse tijdschema verlopen en dat leidt tot onvermijdelijke afwijkingen.

Uitgaven

De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 9,8 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van een versnelde realisatie in de instandhouding. Zo is er een hogere Foreign Militairy Sales opvraag geweest ten behoeve van de Apache (€ 4,0 miljoen). Bij Missie Ondersteunende Systemen (MOS) Groen is er een extra betaling gedaan ten behoeve van grondradio’s (€ 4,0 miljoen). Daarnaast was er een extra inbetaling gedaan aan NATO Helicopter Management (Nahema) ten behoeve van de NH-90 (€ 6,0 miljoen). Ten tijde van het opstellen van de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 18 december 2023, nummer 36 410 K, nr. 4, was voldoende ruimte voorzien vanwege lagere realisatie op de verwerving. Echter, voor het project Verwerving F-35 is aan het einde van het jaar een betaling van een factuur gedaan voor F-35’s in productie die ten tijde van de tweede suppletoire begroting niet was voorzien. Hierdoor zijn per saldo de uitgaven € 9,8 miljoen hoger dan was geraamd.

Artikel 5 Infrastructuur en Vastgoed

Verplichtingen

De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 281,4 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd, omdat de uitvoering van een aantal projecten is vertraagd. Het betreft onder andere het project Legering Defensiebreed (€ 67,7 miljoen) en Aanpassing Vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving voor met name het programma Vastgoed Regelgeving (€ 44,4 miljoen). De verplichtingenbudgetten voor onder andere instandhouding vastgoed (€ 78,4 miljoen) en het programma Transformatie Defensie Vastgoed (€ 15 miljoen) zijn doorgeschoven naar latere jaren aangezien de uitgaven ook later dan in 2023 plaats zullen vinden.

Uitgaven

De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 30,9 miljoen hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is grotendeels het gevolg van een hogere realisatie voor de instandhouding (€ 24,1 miljoen) als gevolg van de brief «Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota» d.d. 18 december 2023, nummer 36 410 K, nr. 4.

Artikel 6 IT

Verplichtingen

De verplichtingen bij dit artikel zijn per saldo € 61,5 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

De onderrealisatie wordt voor het grootste gedeelte verklaard door het project Datacenter. Dit komt vanwege vertraging bij het project Grensverleggende IT (GrIT) waardoor minder contracten dan verwacht zijn afgesloten voor de instandhouding van de nieuwe IT.

Uitgaven

De uitgaven bij dit artikel zijn per saldo € 14,5 miljoen lager dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij het project GriT uitgaven zijn doorgeschoven naar 2024 vanwege vertraging binnen het programma. Daarnaast heeft het project Vervanging PeopleSoft (€ 3,6 miljoen) minder gerealiseerd doordat facturen doorschuiven naar 2024 in verband met vertraging binnen het programma.

Naar boven