36 550 XVI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 4 AMENDEMENT VAN HET LID SLAGT-TICHELMAN

Ontvangen 16 mei 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 272.000 (x € 1.000).

II

In artikel 11 Nog onverdeeld worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 23.000 (x € 1.000).

Toelichting

Het Wlz-kader wordt in de suppletoire begroting van VWS bij de Voorjaarsnota met 310 miljoen euro naar beneden bijgesteld. In de memorie van toelichting wordt dat al volgt onderbouwd: «Op basis van de februaribrief van de NZa is de raming voor het Wlz-kader bijgesteld. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van € 310 miljoen in 2024».

In de februaribrief van de NZa is de toezichthouder zelf aanzienlijk minder stellig over de raming. De NZa geeft aan dat het budgettair kader zeer krap is en raamt een tekort van 1 miljoen euro bij het scenario indicaties. Ook stelt de NZa dat de prognoses onzeker zijn. Een aantal zaken die daar invloed op hebben zijn namelijk niet meegenomen in de ramingen. Hier onder valt onder andere de gerechtelijke uitspraak in de gehandicaptenzorg over de tarieven in de Wlz en het amendement Dobbe waarmee de voorgenomen ombuigingen op het Wlz kader ongedaan is gemaakt.

De NZa geeft in de brief aan dat het kader een tekort van 1 miljoen euro laat zien als er wordt uitgegaan van dezelfde groei van het aantal indicaties als vorig jaar. Uitgaan van dezelfde groei als vorig jaar is op zichzelf al naïef. Het aantal ouderen neemt toe door de vergrijzing, waardoor een hogere instroom in de lijn der verwachting ligt. Daarnaast staan er ook nog eens 22.000 ouderen op een wachtlijst voor een plek in het verpleeghuis. Als het Wlz kader te laag wordt geraamd voor de nieuwe instroom, kan al helemaal niet verwacht worden dat de wachtlijsten in de Wlz worden teruggedrongen. Daarom wordt met dit amendement de voorgenomen besparing op het Wlz kader bijna helemaal teruggedraaid. Dit geeft de sector de financiële ruimte om de wachtlijsten terug te dringen en de hogere instroom te verwerken.

De dekking wordt gevonden op verschillende posten:

• Ten eerste wordt 232 miljoen euro die was gereserveerd voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling, maar door vertraging via een kasschuif naar de jaren 2026, 2027 en 2028 wordt verplaatst weer terug naar de begroting van 2024 gehaald. Deze middelen worden toegevoegd aan het Wlz kader voor 2024. Er blijft door deze ingreep nog ruim 737 miljoen euro over voor gegevensuitwisseling. Indien blijkt dat deze 737 miljoen euro onvoldoende blijkt, kan een volgend kabinet deze middelen vanaf 2026 aanvullen. Doordat deze middelen niet worden doorgeschoven naar de toekomst, maar worden toegevoegd aan het Wlz-kader, kan de rijksbijdrage Wlz op artikel 3 met een zelfde bedrag naar beneden.

• Er wordt 40 miljoen euro dekking gevonden in de middelen voor valpreventie uit het GALA. Hiermee blijft er binnen het GALA nog steeds 7,4 miljoen aan middelen staan voor valpreventie op gemeentelijk niveau. Valpreventie is een effectieve preventieve maatregel die zorgverzekeraars en zorgkantoren zelf kunnen nemen en voor de zorgkantoren en zorgverzekeraars een besparing oplevert. Sinds 1 januari 2024 kunnen valpreventieve trainingsprogramma's vergoed worden uit het basispakket. Hier staan middelen voor gereserveerd binnen de ZVW (basisverzekering) en Wlz.

• Tot slot wordt 23 miljoen euro gevonden in de structurele onderuitputting op artikel 11 van de VWS begroting.

Dankzij deze dekkingen op zowel de VWS-begroting als binnen het uitgavenplafond Zorg, kan het Wlz kader met in totaal 295 miljoen euro worden opgehoogd. Er blijft daarmee nog een ombuiging van 15 miljoen euro staan op het Wlz kader. De dekking van dit amendement wordt gevonden doordat door herschikkingen volstaan kan worden met een lagere Rijksbijdrage Wlz uit de VWS-begroting en door inzet van verwachte onderuitputting op de VWS-begroting. Deze middelen die ten goede komen aan het Wlz-kader kunnen door zorgkantoren en aanbieders van verpleeghuiszorg worden aangewend om de wachtlijsten in de Wlz terug te dringen.

Slagt-Tichelman