36 550 X Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 5 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 mei 2024

De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 17 mei 2024 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 31 mei zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Manten

1. Met de oorlog op de oostflank wordt er, tevens op verzoek van de NAVO, met urgentie extra geïnvesteerd in luchtverdediging en munitie, wat is de verwachting ten aanzien van de planning van de levering en operationalisering van de munitie en luchtverdediging?

12. Wat is de huidige staat van de Nederlandse luchtverdediging? Waar wordt de 500 miljoen euro precies aan uitgegeven, gezien het feit dat het kabinet in 2028 incidenteel 500 miljoen euro beschikbaar stelt voor de versterking van de luchtverdediging en voor munitie voor de krijgsmacht?

13. Houdt de versterking van luchtverdediging in dat er nieuwe aankopen zullen worden gedaan? Zo ja, wordt de oude luchtverdediging naar Oekraïne gestuurd?

18. Wanneer zal de krijgsmacht beschikking hebben over de extra luchtverdediging en de munitie?

19. Bij welke bedrijven of fabrikanten wordt dit aanvullende budget besteed?

Defensie beschikt momenteel over drie Patriot fire units voor grondgebonden luchtverdediging op lange afstand en Ballistic Missile Defence (BMD, Kamerstuk 27 830, nr. 304 van 13 mei 2020), één NASAMS fire unit voor luchtverdediging op middellange afstand en twee fire units met het Fennek Stinger Weapon Platform voor luchtverdediging op korte afstand. Daarnaast beschikt Defensie ook over schoudergelanceerde Stinger raketten.

Met de Defensienota 2022 is besloten de organieke medium- en short range luchtverdedigingscapaciteit voor landeenheden te verdubbelen en te organiseren in twee identieke luchtverdedigingsbatterijen (Kamerstuk 27 830, nr. 404 van 9 juni 2023). Daarnaast richt Defensie een vierde PATRIOT fire unit en een specialistische Counter-UAS (Unmanned Aircraft Systems) eenheid op. Ook worden de vliegbases en Nieuwe Haven voorzien van statische counter-drones middelen, en verwerft Defensie middelen voor beveiliging tegen drones die door niet-specialistische eenheden kunnen worden gebruikt.

Met de Voorjaarnota 2024 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 550, nr. 1) zijn additionele financiële middelen beschikbaar gekomen voor prioritaire versterking in luchtverdediging en munitie. Dit betreft € 500 miljoen incidenteel in 2028 en vervolgens € 500 miljoen structureel vanaf 2030.

Deze additionele middelen worden voor circa 60% aangewend ter versterking van de grondgebonden luchtverdedigingscapaciteiten en voor circa 40% om de inzetvoorraad munitie verder aan te vullen. Deze verdeling doet recht aan de vraag van NAVO om met prioriteit te investeren in luchtverdediging en de urgentie om onze munitievoorraden op de NAVO-norm te krijgen (Kamerstuk 36 550-X, nr. 3 van 16 april 2024). Over de extra orders die Defensie voor munitie heeft geplaatst is de Kamer recentelijk geïnformeerd in de Kamerbrief «Aanvullende bestelling munitievoorraden voorjaar 2024» (Kamerstuk 27 830, nr. 434 van 14 mei 2024).

Met de aanvullende middelen voor luchtverdediging is Defensie voornemens het aantal Medium Range Air Defence (MRAD) eenheden te vergroten van 2 naar 6 fire units. Iedere fire unit bestaat uit meerdere mobiele lanceerinstallaties voor luchtverdedigingsraketten en Nederlandse Multi Missie radars evenals systemen voor commandovoering. De extra MRAD fire units kunnen zelfstandig of in samenhang met PATRIOT capaciteit worden ingezet ter bescherming van (nationale) kritieke infra, objecten of eenheden. Naast aanvullende MRAD-capaciteit, wordt het ook mogelijk om de huidige PATRIOT capaciteit op twee verschillende assen in te zetten. Ten derde richt Defensie een hoogmobiele kinetische counter-UAS capaciteit in die kan optreden met manoeuvre-eenheden, maar ook statische objecten kan beschermen tegen drones. Ten vierde wordt binnen het project «Initiële Counter-Unmanned Aircraft Systems (C-UAS)» (Kamerstuk 34 919, nr. 52) met steun van de Nederlandse industrie een High Energy Laser capaciteit tegen drones gerealiseerd, met doorontwikkelpotentieel naar andere luchtverdedigings-toepassingen. Ten vijfde wordt de in Defensienota 2022 opgenomen maatregel voor verwerving van middelen voor luchtnabijbeveiliging tegen drones opgehoogd om meer eenheden van deze middelen te kunnen voorzien. Als laatste wordt de detectiecapaciteit tegen luchtdreigingen sterk verbeterd, met een zwaartepunt op het verbeteren van sensordekking boven Nederland. Naast investeringen in sensoriek betreft dit ook investeringen om bestaande capaciteiten beter te kunnen koppelen en integreren.

In 2023 heeft Defensie de Kamer in de B(2)-brief bij het project «Vervanging MRAD & SHORAD» geïnformeerd dat Defensie deze MRAD & SHORAD systemen zal verwerven bij fabrikant Kongsberg Defence & Aerospace uit Noorwegen (Kamerstuk 27 830, nr. 404). Thales-Nederland zal de extra Multi Missie Radars (MMR) in Hengelo produceren(Kamerstuk 27 830, nr. 161 van 21 oktober 2015). Levering van de eerste MRAD-systemen vindt gefaseerd plaats vanaf 2027, van de SHORAD-systemen gefaseerd vanaf 2028 (Kamerstuk 27 830, nr. 404 van 9 juni 2023). Defensie zal de Kamer naar verwachting eind 2024 informeren met de D-brief voor het project «Vervanging MRAD & SHORAD». Daarin verwerkt Defensie de naar boven bijgestelde behoefte aan grondgebonden luchtverdedigingsmiddelen, evenals de daaraan gerelateerde effecten op de levertijd en de kosten. In de D-brief geeft Defensie ook aan wat de voornemens zijn voor herbestemming van de oudere MRAD- en SHORAD-systemen zodra de vervangende capaciteiten zijn ingestroomd.

Parallel aan de stappen op het gebied van MRAD worden ook de andere maatregelen met prioriteit uitgewerkt. De verwachting is dat realisatie per 2028 mogelijk is. Defensie probeert waar mogelijk te versnellen. De Kamer wordt via het reguliere DMP-proces over de voortgang geïnformeerd.

2. Hoe kan het dat Nederland de NAVO-norm van 2% pas in 2026 haalt, waar deze oorspronkelijk in 2024 gehaald zou worden?

6. De Defensiebegroting is in 2026 op zijn hoogst, waarom is dit? Zijn er specifieke projecten die eraan komen?

Toegenomen geopolitieke onrust leidt tot spanning in de mondiale defensiemarkt. Dit, in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt, zorgt ervoor dat het tempo van de geplande investeringen van Defensie onder druk is komen te staan, ondanks dat de verplichtingen- en uitgavenrealisatie vorig jaar zijn gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Op basis van recente ramingen heeft het kabinet besloten om de defensie-investeringen in een ritme te plaatsen dat beter aansluit bij het moment waarop Defensie deze middelen verwacht uit te kunnen geven. Deze middelen blijven daarmee beschikbaar voor de geplande defensie-investeringen.

Met het Defensie Projecten Overzicht (DPO) geeft Defensie de Kamer jaarlijks integraal inzicht in de voortgang en eventuele vertraging van lopende DMP-projecten. Voor een overzicht van lopende projecten, verwijs ik u graag naar het meest recente DPO (Kamerstuk 27 830, nr. 435 van 15 mei 2024).

3. Hoe wordt de extra steun aan Oekraïne budgettair gedekt?

14. Hoe wordt de extra steun aan Oekraïne budgettair gedekt?

De militaire steun aan Oekraïne wordt budgettair gedekt vanuit de generale middelen. Zo is bij de eerste suppletoire begroting aanvullend budget met een meerjarige cumulatieve omvang van € 4 miljard voor de financiering van de steun aan Oekraïne toegevoegd aan de Defensiebegroting.

4. In de Voorjaarsnota wordt verschil gemaakt tussen militaire en niet-militaire steun aan Oekraïne, wat houdt de militaire steun van Nederland aan Oekraïne precies in? Kunt u dit specificeren?

De € 4 miljard die met de Voorjaarsnota wordt uitgetrokken voor militaire steun aan Oekraïne wordt besteed aan de vervanging van materieel dat uit eigen voorraad aan Oekraïne wordt geleverd en aan materieel dat commercieel wordt aangeschaft. Het commercieel aan te schaffen materieel is gevarieerd, maar betreft met name extra munitie, luchtverdedigingsmiddelen en instandhouding van geleverde platformen en systemen. Uw Kamer wordt binnenkort weer via een periodieke leveringenbrief geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de Nederlandse militaire steun aan Oekraïne.

5. In de meest recente Kamerbrief en ook de laatste, gedateerd van 14 december 2023, wordt er een update gegeven over de militaire steun aan Oekraïne, kunt u een update geven over de militaire steun die wordt gegeven aan Oekraïne sinds de laatste brief?

21. Wat is op dit moment de stand van zaken ten aanzien van de geleverde steun aan Oekraïne?

Uw Kamer wordt binnenkort weer via een periodieke leveringenbrief geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de Nederlandse militaire steun aan Oekraïne. Tot en met februari 2024 betreft de waarde van de geleverde steun aan Oekraïne circa € 2,8 miljard.

7. Een van de financiële meevallers die wordt benoemd in de Voorjaarsnota zijn de lagere uitgaven aan eigen personeel wegens ondervulling door krapte op de arbeidsmarkt, hoe worden deze meevallers ingezet? Welke functies betreft het?

De onderrealisatie op uitgaven aan eigen personeel wordt voornamelijk aangewend voor alternatieve personele capaciteit om de ondervulling mee op te vangen. Deze meevallers worden daarmee onder andere ingezet voor extra uitgaven aan reservisten en externe inhuur (zie het antwoord bij vraag 8). Het betreft een breed scala aan functies dat niet gevuld is. De Stand van Defensie voorjaar 2024 (bijlage bij Kamerstuk 36 410 X, nr. 89) laat zien dat dit met name militaire functies zijn.

8. Een van de financiële tegenvallers in de Voorjaarsnota is de externe inhuur wegens ondervulling op eigen personeel door krapte op de arbeidsmarkt, welke functies betreft dit?

Het betreft een breed scala aan functies, waaronder op IT-, medisch en technisch gebied. Tegelijkertijd heeft Defensie maatregelen genomen voor het binden en behouden van (nieuw) personeel om zo de personele gereedheid te verbeteren (zie Contourenbrief behouden, binden en inspireren, 27 september 2023, Kamerstuk 36 410-X-7). In de huidige krappe arbeidsmarkt blijft externe inhuur nodig om te voorzien in schaarse expertise.

9. Maakt Nederland gebruik van Private Military Contractors (PMC’s)? Zo ja, van welke?

Er wordt gesproken van het gebruikt van PMC’s wanneer een particulier militair bedrijf directe taken uitvoert voor de krijsmacht, meestal zijn dit logistieke taken of betreft het beveiliging. Nederland maakt tijdens missies en inzet geen gebruik van PMC’s. Wel maakt Nederland gebruik van particuliere bedrijven bij onder andere bewakingstaken van militaire objecten en het verzorgen van trainingen.

10. Wat houden de commerciële aankopen precies in binnen het steunpakket voor Oekraïne, zoals beschreven in de nota van wijziging voor de Ontwerpbegroting 2024? Kunt u dit specificeren?

De militaire steun bestaat uit de levering van materieel uit eigen voorraad en uit de levering van materieel dat commercieel wordt aangeschaft voor Oekraïne. Het commercieel aan te schaffen materieel uit de nota van wijziging voor de Ontwerpbegroting 2024 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 410 X, nr. 23) is gevarieerd, maar betreft met name munitie, onderdelen voor eerder geleverde wapensystemen, brandstof, additionele (wapen)systemen en rantsoenen. Ook worden financiële bijdragen gedaan aan internationale fondsen die zijn gericht op de levering van militaire steun aan Oekraïne. Uw Kamer wordt binnenkort weer via een periodieke leveringenbrief geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de Nederlandse militaire steun aan Oekraïne.

11. Wat houdt de term «generale middelen» precies in binnen het meerjarige steunpakket voor Oekraïne, zoals beschreven in de Voorjaarsnota? Waar komt dit geld vandaan?

Generale middelen zijn budgetten die beschikbaar worden gesteld, aanvullend op de budgetten op de bestaande Defensiebegrotingen, nadat het kabinet daartoe heeft besloten. De Oekraïnesteun is buiten de financiële kaders geplaatst. De aanvullende budgetten voor Oekraïne uit de Voorjaarsnota zijn met de eerste suppletoire begroting 2024 overgeheveld naar de Defensiebegroting.

15. Hoeveel vrouwen werken er momenteel bij Defensie?

Op 1 mei 2024 werken 13.495 vrouwen bij Defensie.

16. Hoeveel vrouwen werkten er vijf jaar geleden bij Defensie?

Op 1 januari 2019 werkten er 9.936 vrouwen bij Defensie.

17. Hoeveel vrouwen zijn de afgelopen vijf jaar komen werken bij Defensie en hoeveel vrouwen zijn uit dienst gegaan? Wat zijn de redenen voor vertrek?

Aantal vrouwen (absoluut

2019

2020

2021

2022

2023

Instroom (#)

1.807

1.546

1.499

1.544

2.060

Uitstroom (#)

841

755

890

1.008

1.094

Er zijn momenteel geen betrouwbare cijfers beschikbaar over de vertrekredenen van personeel omdat er binnen Defensie een nieuwe meetmethode wordt ingevoerd. Tot nu toe rapporteerden we alleen over de vertrekintentie. De invoering van de nieuwe meetmethode zal in de loop van 2024 tot betrouwbare defensiebrede onderzoeksresultaten leiden die ons in staat stellen om de belangrijkste vertrekredenen te adresseren.

Uit het meest recente onderzoek (2e helft 2023) blijkt dat voor vrouwen de meest genoemde vertrekintenties zijn:

  • 1. Wijze waarop de organisatie wordt bestuurd.

  • 2. Combinatie tussen werk/reistijd en thuis.

  • 3. Gebrek aan loopbaan-/ontwikkelingsmogelijkheden.

20. Wat zijn de gevolgen van de genoemde oplossing, gezien het feit dat door de genoemde spanningen het tempo van investeringen onder druk staat? Wordt er vertraging verwacht met betrekking tot de geplande investeringen?

Het afgelopen jaar heeft Defensie € 2 miljard meer uitgegeven dan het jaar ervoor en € 5 miljard meer verplicht ten opzichte van het jaar er voor. De verwachting is dat deze groei zich ook dit jaar voortzet; er wordt immers hard gewerkt om de verplichtingen te realiseren. Dat neemt niet weg dat vanwege externe factoren zoals de gespannen mondiale defensiemarkt en een krappe arbeidsmarkt, het tempo van de geplande investeringen van Defensie onder druk is komen te staan. Defensie heeft de budgetten van investeringsprojecten in lijn gebracht met de actuele verwachte realisatiemogelijkheden. Dit betekent dat investeringsbudgetten die bijvoorbeeld dit jaar niet meer gerealiseerd kunnen worden, worden toegevoegd aan toekomstige begrotingsjaren. Deze budgetten blijven behouden voor Defensie.

22. Wat is de definitie van «beleidsmatig gereserveerd»? Wat houdt de reservering in?

Van juridisch verplichte uitgaven is in zijn algemeenheid sprake van juridische afdwingbaarheid op grond van onder meer een verdrag, wet, koninklijk besluit, ministeriële regeling, beschikking, verbintenis of een vastgelegde afspraak tussen dienstonderdelen. Daarnaast kan budget bestuurlijk gebonden zijn op grond van bestuursovereenkomsten, convenanten met koepels en/of decentrale overheden en politieke toezeggingen. We spreken van beleidsmatig gereserveerd wanneer er voor een deel van de begroting wel plannen zijn, maar de uitgaven nog niet financieel verplicht dan wel bestuurlijk gebonden/verbonden zijn. Het betreft onder meer de gereedstelling voor het oefenprogramma, opleidingen en materiele exploitatie van klein materieel. Deze definities zijn gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024.

23. Wat is de reden dat de uitgaven voor externe inhuur bij de Landmacht worden verhoogd?

Met dit hogere inhuurbudget wordt externe inhuur als tijdelijke alternatieve capaciteit ingezet omdat vacatures door de krappe arbeidsmarkt nu niet opgevuld kunnen worden. De inhuur betreft onder meer de inhuur van instructiecapaciteit voor opleidingen. Het hogere inhuurbudget wordt gedekt door budget voor eigen personeel dat vanwege personele ondervulling niet tot besteding komt.

24. Wat verklaart de stijging aan externe inhuur onder 5.2 bij de Koninklijke Marechaussee?

Met dit hogere inhuurbudget wordt externe inhuur als tijdelijke alternatieve capaciteit ingezet omdat vacatures door de krappe arbeidsmarkt nu niet opgevuld kunnen worden. De inhuur betreft o.a. de inhuur van staffuncties en (specialistische) ICT gerelateerde inhuur. Daarnaast wordt er nog voor een aanzienlijk bedrag ingehuurd voor diverse projecten, zoals onder meer Grenzen en Veiligheid. Het hogere inhuurbudget wordt gedekt door budget voor eigen personeel dat vanwege personele ondervulling niet tot besteding komt.

25. Wat verklaart de gestegen NAVO-contributie onder 9.1?

Op de NAVO-top in Madrid (juni 2022) zijn het Strategisch Concept en de Madrid verklaring bekrachtigd (kamerstuk 28 676, nr. 417). Bij deze NAVO-top is ook besloten tot verhoging van de jaarlijkse bijdrage van de lidstaten voor de uitvoering van de plannen van de NAVO. Dit verklaart de gestegen NAVO-contributie met € 13,3 miljoen.

Naar boven