De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA WIJZIGING VAN DE WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13a
-
1. Elke vertegenwoordiger van een vereniging van werknemers heeft het recht om de bedrijfsruimte
van de werkgever te bezoeken om leden te werven of om met leden te communiceren of
op andere wijze de belangen van leden te behartigen, alsmede het uitvoeren van controle
op de naleving van de voorwaarden uit de collectieve arbeidsovereenkomst.
-
2. Een vereniging van werknemers heeft het recht bijeenkomsten met werknemers te beleggen
buiten hun werkuren in de bedrijfsruimte van de werkgever.
-
3. De leden van een vereniging van werknemers hebben het recht om een stem uit te brengen
in de bedrijfsruimte van de werkgever bij elke verkiezing of stemming die gehouden
wordt overeenkomstig de statuten en reglementen van die vereniging.
-
4. De krachtens dit artikel verleende rechten kunnen in tijd en plaats worden beperkt,
voor zover dit redelijk en noodzakelijk is om het eigendomsrecht van de werkgever
te beschermen of om onnodige onderbreking van het werk te voorkomen.
Toelichting
Dit amendement regelt een wettelijke toegang van de vakbond tot de werkvloer. De indieners
zien dit als belangrijke invulling van de richtlijn, die ontbreekt in de interpretatie
van het kabinet. De Nederlandse vertaling van de richtlijn wijst op het belang hiervan
in overweging 24. Ook de «final report of the expert group» van de Europese Commissie
wijst op het belang van toegang op pagina 25. Een wettelijke toegang tot de werkvloer
is zowel van belang voor de bescherming van werkenden in het kader van het minimumloon
als daarbuiten, voor het stimuleren van collectieve onderhandelingen en het uitoefening
en voor het recht op collectieve loononderhandelingen.
Een wettelijke toegang helpt bij de bescherming van werkenden, bijvoorbeeld om hun
rechten in het kader van het minimumloon op te eisen. Zo bezien versterkt dit amendement
hetgeen wat reeds in de voorliggende wet is geregeld en de indieners zien als een
goede stap voorwaarts, namelijk een wettelijke bescherming van de werknemer als hij
bepaalde rechten geldend maakt, bijvoorbeeld zijn recht op het laagste schaalbedrag
in een collectieve arbeidsovereenkomst of een minimumvergoeding voor de verrichte
arbeid. Met dit amendement willen de indieners waarborgen dat de wet ook in praktijk
wordt gebracht. Ook voor bescherming van werkenden in algemene zin is een wettelijke
toegang tot de werkvloer belangrijk. Vakbonden kunnen met een toegang tot de werkvloer
informatie inwinnen en werknemers bescherming bieden.
Wettelijke toegang bevordert collectieve onderhandelingen. Toegang tot de werkvloer
is onder meer van belang om de inzet voor de collectieve onderhandelingen te kunnen
bepalen, tussentijds terug te koppelen over de voortgang en het onderhandelingsresultaat
te bespreken. Met toegang tot de werkvloer kan informatie worden verkregen die anders
niet voorhanden is. Voor het werk van de vakbond is het van belang dat vakbonden daarnaast
informatie kunnen verstrekken en in gesprek gaan met werknemers op locatie, die anders
niet te bereiken zijn. Op die manier kan ook gecontroleerd worden dat de werkgever
handelt conform de wet en de cao. De indieners vinden de introductie van een wettelijke
toegang van vakbonden tot de werkvloer, met inachtneming van het vierde lid van dit
amendement, dan ook noodzakelijk en proportioneel.
Een wettelijke toegang tot de werkvloer bevordert daarmee loononderhandelingen tussen
sociale partners, zoals bedoeld in de richtlijn. Ook geeft het sociale partners de
mogelijkheid om op te treden tegen inmenging, in lijn met de richtlijn. Lidstaten
moeten volgens artikel 4, lid 1, subonderdeel b en d van de richtlijn maatregelen
nemen om de toegang tot informatie te bevorderen en om tegen inmenging te beschermen.
De indieners willen daar invulling aan geven met dit amendement.
Patijn Van Kent