36 541 Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 6 juni 2024

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

           

I.

Algemeen deel

2

 

1.

Inleiding

2

 

2.

Aanleiding

4

 

3.

Hooflijnen van het voorstel

4

   

3.1

Algemeen

4

   

3.2

Invoering registratieplicht

6

   

3.3

Doel registratieplicht

6

     

3.3.1

Faciliteren handhaving

6

     

3.3.2

Monitoring van tabaksverkooppunten

6

   

3.4

Inhoudelijke aspecten registratieplicht

7

     

3.4.1

Gegevens

7

     

3.4.2

Onterechte of onjuiste registraties

7

     

3.4.3

Gevolgen van onjuiste of geen registratie

7

   

3.5

Samenhang bestaande registraties

7

     

3.5.1

Registratie uitzondering uitstalverbod

7

     

3.5.2

Track & trace

7

   

3.6

Monitoring registratieplicht

7

 

4.

Verhouding tot hoger recht

8

   

4.1

Tabaksproductenrichtlijn

8

   

4.2

Vrij verkeer van diensten

8

 

5.

Gevolgen voor de uitvoering en handhaving

8

 

6.

Toets Autoriteit Persoonsgegevens

9

 

7.

Notificatie

9

 

8.

Gevolgen voor regeldruk

10

 

9.

Internetconsultatie

10

 

10.

Inwerkingtreding

10

           

II.

Artikelsgewijze toelichting

10

I. Algemeen deel

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten en hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het Wetgevingsrapport Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten» en hebben daarover nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht. De leden van de NSC-fractie hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen aan de regering.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse de wijziging van de tabaks- en rookwarenwet in verband met de registratieplicht voor verkooppunten gelezen. De leden van de D66-fractie vinden het een goede zaak dat er weer een stap wordt genomen om toe te werken naar een rookvrije generatie. Het is daarbij van belang dat de maatregelen effectief zijn. Daartoe hebben de leden van de D66-fractie nog enkele vragen.

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten. De leden hebben de volgende vragen aan de regering.

De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. De leden van de CDA-fractie ondersteunen de doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord richting een rookvrije generatie in 2040 en maken zich zorgen dat deze doelen uit zicht raken. Onderhavige wetsvoorstel is daarom des te meer een nuttige en noodzakelijke stap. De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel voor de Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet in verband met de invoering van een registratieplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

1. Inleiding

De leden van de PVV-fractie lezen dat het RIVM heeft geconcludeerd dat een samenhangend pakket van maatregelen dat onder andere bestaat uiteen forse accijnsverhoging, een uitstalverbod, neutrale verpakkingen, uitbreiding van het reclameverbod, uitbreiding van het rookverbod en het verminderen van het aantal verkooppunten in combinatie met intensieve campagnes nodig is om deze doelstelling voor de doelgroepen jongeren en volwassenen te behalen. Kan de regering de effectiviteit per afzonderlijke maatregelen aangeven? Zo nee, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben bij de voorliggende wetswijziging gekeken naar wat deze beoogt bij te dragen aan de doelstelling dat in 2040 geen jongere meer rookt en nog maximaal 5% van de volwassenen, en deze doelstelling als graadmeter voor de beoogde effectiviteit van het wetsvoorstel genomen. Omdat het wetsvoorstel niet tot doel heeft het aantal verkooppunten te verminderen, is in het kader van dit wetsvoorstel niet bezien of de maatregelen die hiertoe wel strekken al dan niet effectief zijn. Kan de regering nader ingaan op de vraag of de registratieplicht en het verkoopverbod voldoende effectief zullen zijn in het verminderen van de verkooppunten en of er geen andere meer effectieve maatregelen denkbaar zijn (zoals vergunningplicht)?

De leden van de NSC-fractie stellen dat de oorspronkelijke beoogde ingangsdatum van deze wetgeving 1 juli 2024 was, tegelijk met het ingaan van het verkoopbod tabak in supermarkten. Op die manier zou goed gemonitord kunnen worden hoe het aantal tabaksverkooppunten zich zou ontwikkelen als gevolg van de ingang van genoemd verbod. De leden van de NSC-fractie vragen hoe de regering zicht wil houden op de ontwikkeling in het aantal tabaksverkooppunten tussen 1 juli 2024 en het ingaan van deze wetgeving? Deelt de regering de zorg dat de periode tussen 1 januari en 31 december 2024 juist de periode is waarin nieuwe tabaksverkooppunten zullen ontstaan?

De leden van de CDA-fractie verwijzen ten eerste naar aangenomen de motie-Kuik (32 793, nr. 658), waarin de regering is verzocht een vergunningenstelsel voor verkooppunten van tabak uit te werken. Zo’n vergunningstelsel zou een registratieplicht overbodig maken, terwijl het extra voordeel van een vergunningsplicht is dat dit gemeenten handvatten biedt het aantal verkooppunten bijvoorbeeld in kwetsbare wijken te maximeren. De leden van de CDA-fractie ontvangen hierop graag een reactie van de regering, mede naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State over het overwegen van extra maatregelen om het aantal verkooppunten te beheersen.

De leden van de SP-fractie lezen dat de voorgestelde registratieplicht twee doelen heeft: het faciliteren van «het toezicht op de naleving van de geldende regelgeving voor tabaksproducten en aanverwante producten» en bijdragen aan «het nauwkeurig monitoren van verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten». De meerwaarde van het wetsvoorstel voor dat tweede doel is voor hen duidelijk, maar zij hebben nog wel vragen over het bereiken van het eerste doel. Op welke geldende regelgeving wordt hier precies gedoeld? Gaat het hierbij hoofdzakelijk om de voorwaarden waaronder tabaksproducten en aanverwante producten mogen worden verkocht of gaat het ook om het nieuwe verbod op de verkoop op bepaalde plaatsen (zoals supermarkten)? Indien het ook gaat om het handhaven op het verkoopverbod op bepaalde plaatsen, hoe verwacht de regering dat de registratieplicht daaraan bij zal dragen?

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel om een registratieplicht in te voeren voor de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten. De SGP-fractie is voorstander van het stapsgewijs verminderen van het aantal verkooppunten. Het invoeren van een registratieplicht voor verkooppunten is een verwante maatregel aan maatregelen die dat doel beogen te bereiken. Een registratieplicht zal de ontwikkelingen in het aantal en type winkel dat tabaksproducten verkoopt monitoren. De leden van de SGP-fractie maken graag gebruik van de gelegenheid om enkele vragen te stellen over het wetsvoorstel.

2. Aanleiding

De leden van de PVV-fractie vragen of de regering kan garanderen dat de invoering van het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten onder meer in supermarkten en horeca-inrichtingen, met name in kleine dorpen niet zal zorgen voor het omvallen van kleine supermarkten en het daarmee feitelijk verdwijnen van de dorpskern?

Wat zijn de verwachte (grens)effecten van de invoering van het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten onder meer in supermarkten en horeca-inrichtingen wanneer er niet alleen tabaksproducten, maar ook andere producten elders gekocht gaan worden?

Heeft de regering een vrijstelling voor kleine supermarkten overwogen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de overweegreden?

De leden van de VVD-fractie lezen dat in 2020 het aantal verkooppunten van tabaksproducten in 2020 op bijna 16.000 werd geschat. Zij vragen wat momenteel het (geschatte) aantal verkooppunten is.

De leden van de NSC-fractie merken op dat het plan is om de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten pas in 2032 te beperken tot alleen speciaalzaken. De Staatssecretaris heeft in zijn brief van 25 april 2024 aangegeven dat het traject voor de afbouw van het aantal tabaksverkooppunten in wetgeving wil vastleggen. De leden van de NSC-fractie vragen op welke termijn de regering deze wetgeving aan de Kamer kan toesturen?

3. Hoofdlijnen van het voorstel

3.1 Algemeen

De leden van de GroenLinks-PvdA fractie lezen dat met de informatie die met de registratieplicht wordt opgehaald het toezicht op de Tabaks- en rookwarenwet volgens de regering effectiever en efficiënter kan worden ingericht. De registratieplicht heeft daarmee waarschijnlijk een positief effect op de beperkte capaciteit. Kan de regering dit statement stap voor stap toelichten waarom dit de verwachting is? Waarschijnlijk is een aantal verkooppunten nu al buiten beeld. Hoeveel verkooppunten zijn volgens schatting nu al buiten beeld? Om wat voor soort verkooppunten gaat het dan? Wat wil de regering ondernemen om te zorgen dat deze verkooppunten met de registratieplicht wel in beeld gaan komen en hoe wordt dit gemeten? Wat zijn daarnaast de sancties bij niet registreren? Heeft dit invloed voor het verkooppunt in de toekomst? De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de toelichting dat naleving van de registratieplicht geen doel op zich is. Wat is dan wel het doel van de registratieplicht?

In de praktijk zien de leden van GroenLinks-PvdA-fractie dat verkooppunten van sterke drank zich bij bepaalde supermarktketens zoals bij Dirk van den Broek en Jumbo verplaatsen naar in de supermarkt afgebakende kleine gedeeltes, welke een vergunning hebben. Ziet de regering dit ook? En vindt de regering dit wenselijk? Waarom wel of niet? Wordt bij de wenselijkheid hiervan nog rekening gehouden met hoeveel vergunningen voor de verkoop van sterke drank er in de omgeving zijn afgegeven? Zit er een maximum op het aantal vergunningen dat hiervoor wordt afgegeven in een bepaald gebied? En is dit in dorpen en steden hetzelfde? Geldt het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten in onder andere supermarkten bij de invoering ook voor de afgebakende gedeeltes in supermarkten waar ze sterke drank verkopen? Zo nee, deelt de regering de mening dat de nieuwe plannen dan mogelijk weinig effect hebben gezien het feit dat het vrijwel dezelfde locatie betreft, waarbij het gedeelte waar sterke drank kan worden gekocht vaak slechts is gescheiden met een klein poortje? Moeten benzinestations zich daarnaast straks ook gaan registeren als ze rook- en tabakswaren verkopen? En hoe zit dat wettelijk als benzinestations een horeca-aangelegenheid hebben? Met andere woorden: wat valt precies onder de registratieplicht en kan de regering ingaan op de mogelijke grenzen qua handhaving?

De leden van GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de inhoud van wat geregistreerd gaat worden nader zal worden gespecificeerd bij een toekomstige ministeriële regeling. Is de regering voornemens daar het criterium in mee te nemen of een verkooppunt wel of geen horeca-aangelegenheid bevat, en wordt hierbij nader gespecificeerd welke faciliteiten daarbij precies worden meegenomen? Zo nee, waarom niet? Wordt nog duidelijker nader gespecificeerd wat wel en niet mag? Als voorbeelden denken de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie aan de verkoop van tabaks- en rookwaren in combinatie met een koffie- en thee-automaat of afhaal van non-alcoholische dranken, aan verkoop aan een barretje of met een zitje om ter plekke te eten en drinken en/of verkoop van andere producten? Tot op welk detailniveau wordt dit uitgewerkt en geregistreerd?

Het verbod op e-sigaretten met een smaakje moest de e-sigaret minder aantrekkelijk maken voor jongeren. De leden van de VVD-fractie hebben meermaals hun zorgen geuit over het (stijgende) gebruik van e-sigaretten onder jongeren. Hoewel het niet meer is toegestaan om e-sigaretten met smaakjes te verkopen, gebeurt dit nog veelvuldig. In hoeverre is in het wetsvoorstel rekening gehouden met verkoop van tabaksproducten op andere manieren dan via een (geregistreerd) verkooppunt? Welke stappen worden ondernomen om verkoop via andere kanalen zoveel mogelijk te minimaliseren?

Het doel van de registratieplicht is tweeledig waarvan het nauwkeurig monitoren van verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten er een is. De leden van de VVD-fractie lezen dat verwacht wordt dat het overgrote deel van de verkooppunten zich aan de registratieplicht zal houden omdat verkooppunten die dat niet doen, een boete riskeren. De leden van de VVD-fractie vragen hoe dit zich verhoudt met de reactie op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State dat naleving van de registratieplicht geen doel op zich is. Dezelfde vraag komt bij de leden van de VVD-fractie naar boven wanneer zij lezen dat voor zowel de handhaving als monitoring het van belang is dat er een zo actueel mogelijk overzicht is van verkooppunten. Hoe nauwkeurig is de monitoring van verkooppunten als naleving van de registratieplicht geen doel op zich is én de inschatting is dat verkooppunten die nu al buiten beeld zijn, waarschijnlijk buiten beeld zullen blijven?

De leden van de NSC-fractie benadrukken dat, om een rookvrije generatie te realiseren, het van groot belang is dat kinderen al op jonge leeftijd zo min mogelijk in aanraking komen met tabak. De aanwezigheid van tabaksverkooppunten in de buurt van plaatsen waar jongeren regelmatig komen, kan de verleiding vergroten voor jongeren om met roken te beginnen. Een registratieplicht biedt geen garantie dat er geen nieuwe verkooppunten zullen verschijnen op locaties die populair zijn bij jongeren. Is de regering het met de leden van de NSC-fractie eens dat het essentieel is om jongeren te beschermen tegen de aantrekkingskracht van tabak en andere nicotineproducten? Zo ja, is de regering bereid om op korte termijn extra maatregelen te nemen, zoals het instellen van een afstandscriterium zoals voorgesteld in de motie-Krul/Bikker (Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 63), om te voorkomen dat nieuwe tabaksverkooppunten zich vestigen in de nabijheid van plaatsen waar jongeren vaak komen?

De leden van de NSC-fractie merken op dat de registratieplicht is ontwikkeld om het totale aantal verkooppunten te monitoren. Hierdoor zou de overheid tijdig kunnen ingrijpen en zijn beleid kunnen aanscherpen indien uit de registratiegegevens blijkt dat het aantal verkooppunten niet voldoende daalt. Kan de regering aangeven wanneer er sprake is van een onvoldoende daling? En wat beschouwt de regering als een tijdige interventie?

Voorts wordt aangegeven aan dat een vergunningstelsel voor speciaalzaken wenselijk is, maar pas op termijn kan worden ingevoerd omdat de afbouw van verkooppunten nog gaande is. De Afdeling advisering van de Raad van State waarschuwt dat deze afbouw tot 2032 onzeker is door mogelijke verschuivingen in het aanbod. Uit recente berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de doelen voor roken in 2040 met de huidige afspraken niet worden gehaald. Bovendien kost het invoeren van een vergunningstelsel veel tijd. De leden van de NSC-fractie constateren dat als uit de registratiegegevens blijkt dat de afname onvoldoende is, we eigenlijk al te laat zijn met het aanscherpen van ons beleid. Is de regering het met de leden van de NSCV-fractie eens dat er eerder stappen moeten worden ondernomen?

De leden van de NSC-fractie vragen in hoeverre een nauwkeurige registratie van het aantal verkooppunten nodig is voor het monitoren van de effectiviteit van het verkoopverbod. Dit geldt vooral gezien het ontbreken van een wettelijk maximumaantal verkooppunten. Kan de regering hierover meer verduidelijking verschaffen?

De leden van de BBB-fractie lezen dat de Raad van State de wijziging bekritiseerd en de inschatting maakt dat de verkooppunten die nu al buiten het beeld zijn, waarschijnlijk ook bij een registratieplicht buiten beeld zullen blijven. Hierom vragen de leden van de BBB-fractie wat de noodzaak van deze wetswijziging is.

3.2 Invoering registratieplicht

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

3.3 Doel registratieplicht

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

3.3.1 Faciliteren handhaving

De leden van de SGP-fractie vragen of de regering kan verduidelijken of het kopen van tabaksproducten en aanverwante producten bij niet geregistreerde verkooppunten al dan niet strafbaar wordt.

3.3.2 Monitoring van tabaksverkooppunten

De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering het aantal verkooppunten per provincie en per gemeente wil monitoren. De leden van de CDA-fractie vragen of het mogelijk is om voor de 6 grootste steden een overzicht per wijk te maken aanvullend op het overzicht per provincie en gemeente, om hiermee meer inzicht te krijgen in het aantal verkooppunten in kwetsbare wijken.

Per 1 juli 2024 geldt een verkoopverbod voor tabaksproducten in supermarkten. De leden van de SGP-fractie maken uit de toelichting op dat dit leidt tot een verwachte daling van het aantal rokers met naar schatting 65.000 tot 130.000. Tegelijkertijd zullen verwachting zo’n 800 nieuwe verkooppunten zullen ontstaan om in de vrijgevallen vraag naar tabaksproducten en aanverwante producten te voorzien. In hoeverre heeft dit nog enige impact op de daling van het aantal rokers vanwege het verkoopverbod in supermarkten? Is overwogen om het openen van nieuwe verkooppunten vanaf inwerkingtreding van het verkoopverbod voor supermarkten niet toe te staan? Welke andere maatregelen zouden genomen kunnen worden indien de daling van het aantal verkooppunten afgeremd wordt? De leden van de SGP-fractie vragen ook of het mogelijk is dat niet het Rijk, maar gemeenten maatregelen treffen om te voorkomen dat er nieuwe verkooppunten voor tabaksproducten worden geopend en zo ja, welke mogelijkheden zij daartoe hebben.

3.4 Inhoudelijke aspecten registratieplicht

De leden van de CDA-fractie vragen wat de voor- en nadelen zijn om niet per jaar te registreren, maar bijvoorbeeld per kwartaal om daarmee aan te sluiten bij de monitoring.

3.4.1 Gegevens

De leden van de CDA-fractie vragen of met de genoemd gegevens voldoende duidelijk wie de Ultimate Beneficial Owner (UBO) is van een detaillist en of er meerwaarde is dit apart te registreren. De leden van de CDA-fractie vragen ook of er een check bij de Kamer van Koophandel (KvK) kan plaatsvinden of de UBO behorend bij het KvK-nummer is ingeschreven. De leden van de CDA-fractie vragen waarom verkooppunten ook gegevens moeten registreren over andere productgroepen zoals kleding en cosmetica.

3.4.2 Onterechte of onjuiste registraties

– Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

3.4.3 Gevolgen van onjuiste of geen registratie

– Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

3.5 Samenhang bestaande registraties

3.5.1 Registratie uitzondering uitstalverbod

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

3.5.2 Track & trace

De leden van de SGP-fractie lezen dat in het track & tracesysteem ook de verkooppunten van tabaksproducten zijn opgenomen. De leden van de SGP-fractie vragen of het mogelijk is om de verkooppunten die reeds geregistreerd zijn in dit track & tracesysteem bij de inwerkingtreding van de registratieplicht automatisch geregistreerd kunnen worden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) als verkooppunt voor de periode van één jaar. Dit zou de administratieve lastendruk bij de invoering van de registratieplicht kunnen verminderen.

3.6 Monitoring registratieplicht

– Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

4. Verhouding tot hoger recht

4.1 Tabaksproductenrichtlijn

– Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

4.2 Vrij verkeer van diensten

– Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

5. Gevolgen voor de uitvoering en handhaving

De leden van de PVV-fractie willen weten op welke manier handhaving met een verplichte registratie vereenvoudigd wordt. De douane verwacht dat de illegale handel in sigaretten en shag toeneemt. Nu al is er een grote illegale handel in sigaretten, shag en vapes. Deze tabaksproducten worden verkocht via telecomwinkels, kapperszaken, tattooshops en slagers. De inschatting van de Raad van State is dat verkooppunten die nu al buiten het beeld zijn, waarschijnlijk ook bij een registratieplicht buiten beeld zullen blijven. Graag een reactie van de regering. Hoe vaak rolt de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) dit soort illegale verkopers op? Wie profiteert er van deze registratieplicht? Ook willen de leden van de PVV-fractie weten hoe het invoeren van de registratieplicht bijdraagt aan het stoppen met roken door een verstokte rokers. Wat gaat deze registratie betekenen voor de verkopers van illegale producten, die nu de oorzaak zijn van het gebruik van vapes onder jongeren? En die ondanks handhavingsverzoeken en schriftelijk waarschuwingen van de NVWA doorgaan met de verkoop? Welke acties gaat de regering nemen om het gebruik van vapes onder jongeren terug te dringen?

De NVWA merkt op dat voor het houden van toezicht op de naleving van de registratieplicht beperkte capaciteit beschikbaar is. Klopt het dat slechts 3% van de handhavingscapaciteit van de NVWA in 2024 gereserveerd is voor handhaving op alcohol en tabak? Zelfs als alle verkooppunten zich daadwerkelijk zouden registreren, kan de capaciteit van de toezichthouder een risico vormen voor de uitvoerbaarheid van de registratieplicht, stelt de Raad van State. Dit geldt temeer als inderdaad nieuwe verkooppunten ontstaan. Beschikt de NVWA over de juiste middelen en bevoegdheid handhaving van de registratieplicht uit te voeren? Beschikt de NVWA over voldoende middelen en bevoegdheden om het gebruik van vapes onder jongeren terug te dringen, aangezien de verkoop daarvan middels straatdealers en online kanalen plaatsvindt?

De leden van de GroenLinks-PvdA fractie hebben gelezen dat de beperkte capaciteit bij de toezichthouder (de Nederlandse Voedsel en Waren autoriteit, NVWA) een risico voor de uitvoerbaarheid van de registratieplicht zou kunnen zijn. Wordt er in het kader van de voorliggende wetswijziging ook voor gekozen om de capaciteit bij de toezichthouder op te hogen? Wat is arbeidsintensiever voor een toezichthouder? Wat zijn de kosten voor een verkooppunt om zich te laten registreren? En hoe verhouden de opbrengsten van deze kosten tot de handhaving?

Er is nog geen definitief oordeel te geven over in hoeverre de beoogde registratieplicht handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig is. De leden van de VVD-fractie vragen of al wel aangegeven kan worden of er fraudegevoelige aspecten in het voorstel zitten en welke maatregelen worden genomen om deze risico’s te minimaliseren?

De leden van de NSC-fractie merken op dat registratieplicht is ingevoerd om de handhaving van de Tabaks- en rookwarenwet te faciliteren. Door verkooppunten te verplichten zich te registreren, kan er nauwlettender worden toegezien op de naleving van deze regelgeving. De leden van de NSC-fractie merken echter op dat de volledigheid en actualiteit van het register sterk afhankelijk zijn van de mate waarin de registratieplicht wordt nageleefd. Bovendien heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aangegeven dat zij niet over voldoende mankracht beschikt voor de handhaving ervan. Is de regering in staat om concreet aan te geven of de registratieplicht op zichzelf afdoende effectief is voor het bereiken van dit doel, of dat er aanvullende, wellicht makkelijker te handhaven maatregelen nodig zijn?

De leden van de D66-fractie lezen dat er wordt ingeschat dat circa 800 supermarkten een nieuw verkooppunt zullen starten in de vorm van een tabaksspeciaalzaak. Hierdoor kan de effectiviteit van deze maatregel in het geding komen. De regering geeft aan dat niet het verminderen van het aantal verkooppunten het doel is van de registratieplicht, maar wel om de mogelijke negatieve gevolgen van het verkoopverbod voor supermarkten en horeca-inrichtingen te ondervangen. Kan de regering dit verder toelichten?

De leden van de D66-fractie vragen voorts op welke wijze de registratieplicht bijdraagt aan het toezicht houden op verkooppunten die nu buiten beeld zijn. Kan de regering aangeven hoe toename van deze verkooppunten wordt voorkomen en welke acties worden ondernomen om de bestaande buiten-beeld-verkooppunten in beeld worden gebracht?

De leden van de BBB-fractie lezen dat het doel van deze verplichte registratie moet zijn dat er controles komen bij alle verkooppunten dus ook de niet geregistreerde winkels en verkopers van illegale producten. Er zijn nu voornamelijk controles bij de winkels die gereguleerde producten aanbieden en zich via de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) hebben geregistreerd als «speciaalzaak». Er is nauwelijks of geen enkele controle bij de overige winkels. Gaat de registratie extra controles opleveren bij niet geregistreerde verkooppunten van tabak?

Een voorbeeld van niet geregistreerde verkooppunten zijn bijvoorbeeld het aantal buitenlandse online aanbieders van e-sigaretten. Er geldt een onlineverkoopverbod voor tabaksproducten sinds 1 juli 2023 voor de Nederlandse ondernemers. De verkoop door reguliere verkopers is gestopt. Echter bij de buitenlandse online aanbieders (die zich regelmatig voordoen als Nederlandse partijen) wordt er niet op gehandhaafd maar slechts gewaarschuwd waardoor er illegale en ongecontroleerde producten zonder leeftijdsverificatie aan consumenten worden verkocht. Een ander voorbeeld is de verkoop door Nederlandse burgers die er een handeltje op nahouden op social media zoals Facebook en TikTok waar evenmin controle plaatsvindt. Heeft de NVWA in kaart gebracht hoe groot dat probleem is? Wat is de verwachting dat dergelijke partijen zich laten registreren? En wat gaat de NVWA doen om deze verkopende partijen van de markt te weren? Ook als zij zich niet zullen registreren?

Verder vragen de leden van de BBB-fractie welke bevoegdheid de NVWA heeft voor het handhaven op dergelijke illegale verkopers? Zijn er voldoende middelen om de capaciteit van de NVWA op korte termijn te vergroten en hoe wordt ervoor gezorgd dat de NVWA de juiste bevoegdheid heeft om deze buitenlandse partijen op te sporen en te beboeten?

6. Toets Autoriteit Persoonsgegevens

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

7. Notificatie

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

8. Gevolgen voor regeldruk

De leden van de BBB-fractie lezen dat er jaarlijks een nieuwe registratie moet plaatsvinden, kan de regering aangeven waarom gekozen is voor elk jaar, en zorgt dit niet voor enorme administratieve lasten en regeldruk voor ondernemers die het al moeilijk hebben?

De leden van de SGP-fractie lezen dat «[d]e tijd die verkooppunten nodig hebben om kennis te nemen van deze algemene maatregel van bestuur (AMvB) wordt geschat op dertig minuten». Zij vragen of hier abusievelijk verwezen wordt naar een AMvB, omdat in de rest van de toelichting gesproken wordt over een ministeriële regeling.

9. Internetconsultatie

De leden van de GroenLinks-PvdA fractie vragen wat het verschil is tussen een registratieplicht en een eventueel vergunningsplicht als het gaat over sancties van het niet op orde hebben van registratie c.q. vergunning? Wat zijn de voor- en nadelen van een registratie versus vergunningsplicht voor verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten? In de internetconsulatie komt het voordeel naar voren dat een registratieplicht snel ingevoerd kan worden. Zijn er nog meer voordelen te noemen? En hoe kijkt de regering naar het idee om een aanvullend vergunningsstelsel in te voeren om te zorgen dat het aantal speciaalzaken beperkt wordt of blijft op het moment dat bijvoorbeeld tabak alleen nog in tabaksspeciaalzaken mag worden verkocht?

10. Inwerkingtreding

Met het oog op de inwerkingtredingdatum van het verbod op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten, onder meer in supermarkten en horeca-inrichtingen op 1 juli 2024, en de samenhang van het voorliggende wetsvoorstel met deze maatregel, is het van belang dit wetsvoorstel zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. De leden van de GroenLinks-PvdA fractie vragen in het licht hiervan af wat de beoogde tijdslijn van de regering is.

II. Artikelsgewijze toelichting

Geen opmerkingen of vragen van de fracties.

De fungerend voorzitter van de commissie, Agema

Adjunct-griffier van de commissie, Abma-Mom

Naar boven