De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de nieuwe landelijke structuur voor onderwijs aan zieke leerlingen
wordt ingericht terwijl ouders en leerlingen over het huidige werk van consulenten
overwegend tevreden zijn;
constaterende dat veel ozl-consulenten hun werk combineren met een andere functie,
zoals orthopedagoog of onderwijsadviseur;
overwegende dat de wet veel ruimte laat voor de precieze regionale inrichting en er
geen duidelijkheid is over de verdeling van middelen en personeel tussen regio's,
wat bij consulenten leidt tot onzekerheid over hun toekomstige werkplek en taken;
overwegende dat een aanzienlijk deel van de huidige consulenten aangeeft mogelijk
niet over te stappen naar de nieuwe stichting, met risico op verlies van capaciteit
en expertise;
verzoekt de regering stevige landelijke regie te waarborgen, via een stichting met
verantwoordelijkheid voor kwaliteit, bekendheid van de voorziening en continuïteit
van de ondersteuning, en de uitvoering regionaal, dicht bij het kind, te behouden;
verzoekt de regering in kaart te brengen wat regionaal behouden moet blijven, wat
centraal kan worden belegd en hoe de middelen over regio's moeten worden verdeeld
op basis van actuele gegevens, en de Kamer voor de zomer over de uitkomsten te informeren;
verzoekt de regering in de transitie naar de nieuwe structuur de flexibiliteit voor
consulenten te behouden, bijvoorbeeld door combinatiebanen mogelijk te houden en detachering
van consulenten toe te staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rooderkerk
Boomsma
Ceder
Beckerman
Westerveld
Armut