36 526 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 16 mei 2024

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

I. ALGEMEEN

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie. Zij hebben daarover enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie verwelkomen de Verordening bij geldovermakingen. Zij hebben enkele vragen.

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie. Deze leden hebben daarover enkele nadere vragen aan de regering.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie en hebben hierover geen verdere vragen.

§ 1. Inleiding

De leden van de NSC-fractie vragen allereerst wat het verschil is tussen inwerkingtreding (30 juni 2023) en van toepassing zijn (30 december 2024)? En welke keuzemogelijkheden hebben lidstaten nog op nationaal niveau bij de implementatie?

Ook vragen deze leden wat het standpunt van de regering was in de Europese Raad inzake deze Verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie (ook aangeduid als de TFR-verordening).

§ 2. Inhoud van de verordening

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de regering nog eens kan toelichten hoe met het wegnemen van de de minimis-regel smurfing (het onder een grenswaarde van toezicht op transacties blijven door deze transacties in brokjes op te knippen) wordt tegengegaan en dit bijdraagt aan de effectiviteit van het tegengaan van anonimiteit.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen voorts op welke manier deze verordening zal gaan toezien op crypto-transacties tussen een partij gelegen in de EU en een in een derde jurisdictie gelegen partij. Wordt deze laatste partij ook geïdentificeerd als onderdeel van deze verordening?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen welk risico op smurfing er specifiek is bij geldovermakingen van en naar self-hosted wallets (omdat hier wel een minimumbedrag van 1.000 euro geldt).

De leden van de NSC-fractie vragen of de TFR-verordening ook leidt tot een wijziging van de Sanctiewet. Zo ja, welke?

§ 4.2. Verscherpt cliëntenonderzoek

De leden van de NSC-fractie vragen op welke manier betalingen binnen het criminele circuit hiermee blootgelegd kunnen worden. Hoe waarschijnlijk is het dat criminelen hun (echte) persoonsgegevens gaan opgeven bij een cryptotransactie?

§ 4.4. Toezichthoudende autoriteiten

De leden van de NSC-fractie vragen hoe de handhaving en naleving van de TFR-verordening geregeld gaat worden. Kan de regering een nadere toelichting geven op de gevolgen van het wetsvoorstel voor de toezichtcapaciteit van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)?

Ook vragen deze leden of de regering voornemens is om de ervaringen met het nieuwe regime en mogelijke veranderingen in toezichtskosten te monitoren en zo ja, op welke manier.

Deze leden vragen verder of de ATR een advies heeft uitgebracht. Zo ja, hoe luidt dit advies?

§ 5. Gegevensbescherming

De leden van de NSC-fractie vragen of de Autoriteit Persoonsgegevens een advies heeft uitgebracht. Zo ja, hoe luidt dit advies?

§ 6.1. Gevolgen voor het bedrijfsleven

De leden van de NSC-fractie vragen of het klopt dat de TFR-verordening leidt tot een flinke uitbreiding van het toezicht ingevolge de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) op crypto-activa transacties (van twee naar negen categorieën). Welke gevolgen heeft dit voor de toezichtskosten, regeldruk en administratieve lasten? Hoeveel extra fte’s zal de AFM moeten inzetten om deze wet te handhaven? Kan de regering deze vragen ook beantwoorden voor de Uitvoeringswet verordening cryptoactiva (Kamerstuk 36 527)?

Overig

De leden van de PVV-fractie vragen de regering om op de volgende vragen te reflecteren.

Ten eerste vragen deze leden met betrekking tot transparantie en privacy hoe de balans tussen effectieve witwasbestrijding en de bescherming van de privacy van betrokkenen wordt gewaarborgd binnen de nieuwe regelgeving.

Ten aanzien van de internationale vergelijking vragen de leden van de PVV-fractie hoe de striktheid van de Nederlandse implementatie van deze EU-verordening zich verhoudt tot die in andere EU-lidstaten, zoals Duitsland, waar strengere regels zijn opgelegd.

De leden van de PVV-fractie vragen met betrekking tot toezicht en handhaving welke specifieke maatregelen er zijn genomen om te zorgen voor effectief toezicht en handhaving van deze regelgeving. En hoe zijn deze maatregelen afgestemd met bestaande structuren binnen de Wet op het financieel toezicht?

Voorts vragen deze leden ten aanzien van de impact op innovatie of de regering kan aangeven welke overwegingen zijn gemaakt om te zorgen dat de regelgeving innovatie binnen de sector van cryptoactiva niet onnodig belemmert.

Ten aanzien van de risico's en veiligheid vragen deze leden welke stappen zijn ondernomen om de consumenten en investeerders te beschermen tegen de volatiliteit en de veiligheidsrisico's die gepaard gaan met cryptoactiva.

Op het gebied van internationale samenwerking vragen de leden van de PVV-fractie op welke manier samengewerkt wordt met internationale partners om de regelgeving rondom cryptoactiva te harmoniseren, gezien het internationale karakter van deze markten.

Deze leden vragen voorts in het kader van evaluatie en aanpassing hoe de regering de effectiviteit van deze wetgeving zal evalueren. En welke mechanismen zijn ingebouwd om de wetgeving indien nodig aan te passen aan snel veranderende technologische ontwikkelingen?

Ook vragen deze leden wat de verwachte impact van deze regelgeving op de Nederlandse financiële markten en de bredere economie is.

Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie welke specifieke maatregelen in de wetgeving zijn opgenomen om bijvoorbeeld marktmanipulatie te voorkomen.

De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen

De griffier van de commissie, Weeber

Naar boven