Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 36521 nr. C |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2025-2026 | 36521 nr. C |
Vastgesteld 20 november 2025
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1 heeft nader schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de kabinetsreactie op het Jaarverslag 2023 van de Nationale ombudsman en van de Kinderombudsman. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:
• De uitgaande brief van 24 juni 2025.
• Een uitstelbericht van 9 juli 2025
• De antwoordbrief van 19 november 2025.
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman
Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Den Haag, 24 juni 2025
De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben in hun vergadering van 10 juni 2025 uw reactie op de vragen over de kabinetsreactie op de jaarverslagen 2023 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman besproken.2 De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben naar aanleiding van uw reactie nog enkele vervolgvragen.
De vragen van de leden over het belang van de signalerende rol van de Nationale ombudsman en de vroegtijdige opvolging hiervan (zoals verwoord in het rapport3 van de werkgroep zelfevaluatie van de Eerste Kamer naar aanleiding van de toeslagenaffaire) zijn, volgens deze leden, niet afdoende beantwoord. Daarom stellen zij hierbij opnieuw vragen over de leerpunten uit deze evaluatie in relatie tot de zorgwekkende signalen van de Ombudsmannen over de knelpunten in de asielketen.
In de antwoorden lezen de leden: «Het kabinet is doordrongen van de te nemen lessen uit de toeslagenaffaire en herkent de belangrijke signalerende rol van de Nationale ombudsman. Het vroegtijdig gevolg geven aan deze en andere signalen, is een belangrijke les uit de toeslagenaffaire.». Ziet u parallellen tussen de signalen van de Nationale ombudsman destijds over de toeslagen (later toeslagenaffaire) en de actuele signalen van de Nationale ombudsman over de actuele knelpunten voor mensen in de asielketen? Zo ja welke, zo nee waarom niet?
Ziet u parallellen tussen de reactie van de regering op de signalen van de Nationale ombudsman destijds over toeslagen (later de toeslagenaffaire) en de actuele signalen over de knelpunten voor mensen in de asielketen? Zo ja welke, zo mee waarom niet?
Hoe geeft u concreet «vroegtijdig gevolg» aan de zorgwekkende signalen over de knelpunten voor mensen in de asielketen, zoals benoemd in het jaarverslag van de Ombudsmannen?
Wat doet u concreet om deze knelpunten voor mensen in de asielketen serieus op te lossen? Hierbij verzoeken de leden u in te gaan op de rol en activiteiten (beleid, wetgeving en anderszins) van de regering.
Bent u van mening dat uw eigen rol en activiteiten een serieus antwoord zijn op de signalen van de Ombudsmannen in het jaarverslag? Graag ontvangen de leden een toelichting en verzoeken u de brief van de Nationale ombudsman en Kinderombudsman van maart 20254, waarin nogmaals zorgen over mensen in de asielketen (met name kinderen) onder de aandacht worden gebracht, te betrekken bij de beantwoording.
De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, I.M. Lagas MDR
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2025
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde nadere vragen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA over de kabinetsreactie op het jaarverslag 2023 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman (ingezonden op 24 juni jl.), met kenmerk 177400, niet binnen de termijn van vier weken kunnen worden beantwoord.
Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig gezien het zomerreces. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2025
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Asiel en Migratie, het antwoord aan op de vervolgvragen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA over de kabinetsreactie jaarverslagen 2023 Nationale ombudsman en Kinderombudsman.
De vragen werden ingezonden op 24 juni 2025 met kenmerk 177400.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties F. Rijkaart
Vraag 1
Ziet u parallellen tussen de signalen van de Nationale ombudsman destijds over de toeslagen (later toeslagenaffaire) en de actuele signalen van de Nationale ombudsman over de actuele knelpunten voor mensen in de asielketen? Zo ja welke, zo nee waarom niet?
Antwoord 1
Een aantal signalen kent gelijkenissen. Zo gaf de Nationale ombudsman ten tijde van de toeslagenaffaire aan dat burgerperspectieven te weinig werden meegenomen bij de keuze om toeslag terug te vorderen en de communicatie daarover. De Nationale ombudsman signaleert in de rapporten over migratie dat er te weinig oog is voor de behoeften en wensen van mensen op noodopvanglocaties en een gebrek aan informatieverstrekking over de procedure.
De oorsprong van de signalen is echter anders. De signalen over de asielproblematiek komen voort uit een keten onder hoogspanning waarin mensen door omstandigheden zoals onvoldoende reguliere opvangplekken, noodgedwongen in noodopvanglocaties verblijven die niet (altijd) aansluiten bij hun behoeften. Het primaire doel is om voor iedereen met recht op opvang, minimaal onderdak en basisvoorzieningen te realiseren. Het Ministerie van Asiel en Migratie (AenM) en diverse (maatschappelijke) organisaties binnen en buiten de migratieketen werken dagelijks hard aan het verbeteren van de omstandigheden in de keten.
Vraag 2
Ziet u parallellen tussen de reactie van de regering op de signalen van de Nationale ombudsman destijds over toeslagen (later de toeslagenaffaire) en de actuele signalen over de knelpunten voor mensen in de asielketen? Zo ja welke, zo nee waarom niet?
Antwoord 2
Er zijn parallellen te trekken in de contexten waar beide kwesties zich toe verhouden. Deze zijn in beide gevallen complex door de vele betrokken actoren en de grote maatschappelijke aandacht. Bovendien gaat het in beide gevallen om mensen, die de gevolgen van gekozen beleid vaak direct ervaren. Signalen worden uiterst serieus genomen. In het antwoord op vragen 4 en 5 ga ik nader in op de maatregelen die daaruit voortkomen. Het is vanwege de dagelijkse, ketenbrede inzet om de knelpunten in de keten van oplossingen te voorzien dat ik geen parallellen herken tussen de huidige kabinetsreactie en de initiële kabinetsreactie op de toeslagenaffaire.
Vraag 3
Hoe geeft u concreet «vroegtijdig gevolg» aan de zorgwekkende signalen over de knelpunten voor mensen in de asielketen, zoals benoemd in het jaarverslag van de Ombudsmannen?
Antwoord vraag 3
Het Ministerie van AenM en de organisaties in de asielketen werken dagelijks nauw samen op alle niveaus in de organisaties en zowel regionaal als landelijk. De wijze van samenwerken is geformaliseerd in de ketengovernance. Daarin hebben bijvoorbeeld de Regionale Afstemmingsoverleggen (RAO’s) de functie om lokale signalen te delen, waaronder over knelpunten voor mensen in de asielketen. Uiteindelijk kunnen deze signalen omgezet worden tot nieuwe beleidsstrategieën en behandeld worden in de Strategische Overleggen Migratie (SOM). Ook de provinciale regietafels (PRT) en landelijke regietafel (LRT) zijn belangrijke gremia voor het opvangen van signalen en de vertaling daarvan naar concrete acties.
Vraag 4
Wat doet u concreet om deze knelpunten voor mensen in de asielketen serieus op te lossen? Hierbij verzoeken de leden u in te gaan op de rol en activiteiten (beleid, wetgeving en anderszins) van de regering.
Vraag 5
Bent u van mening dat uw eigen rol en activiteiten een serieus antwoord zijn op de signalen van de Ombudsmannen in het jaarverslag?
De knelpunten in de asielketen komen voor een groot deel voort uit de duur van de asielprocedures, de beschikbare reguliere opvangplekken en tevens de beperkte uitstroom van statushouders uit de opvang naar huisvesting in de gemeenten. Ook een snel vertrek na een negatieve beschikking is van belang.
De ombudsmannen schrijven in hun brief van 7 maart 2025 met recht dat de asielopvang ernstig onder druk staat. Met instroom beperkende en uitstroom bevorderende maatregelen zet het kabinet erop in deze druk te verlichten. Tevens wordt ingezet op een duurzame realisatie van de opvangplekken uit de verdeelbesluiten van de spreidingswet. Daartoe is in een brief die u op 11 juli ontving van de Minister van AenM opgenomen dat het COA op voorwaarde van flexibele contractuele opzegbaarheid of aanwendbaarheid voor overige doelgroepen nieuwe meerjarige verplichtingen kan aangaan.
Hiermee kunnen noodopvanglocaties, gemiddeld van lagere kwaliteit, op termijn worden uitgefaseerd. Voorbeelden op gebied van instroombeperking zijn de wetsvoorstellen voor het tweestatusstelsel en de asielnoodmaatregelenwet welke momenteel door het parlement behandeld worden. In de brief van 7 maart 2025 maken de ombudsmannen melding van de belasting die deze maatregelen voor de IND en de rechtspraak betekent. De belasting voor de uitvoering is onderkend. Om die reden is besloten om extra gelden beschikbaar te stellen voor de IND en de rechtspraak. Het Ministerie van AenM zal dit tevens nauwgezet monitoren. Op het gebied van uitstroom bevordering verwijs ik opnieuw naar de brief over het samenhangend pakket aan maatregelen die op 11 juli naar de Tweede Kamer werd verzonden. Daarin wordt een samenhangend pakket aan maatregelen aangekondigd. Daarnaast treedt op 12 juni 2026 het Europees Migratiepact in werking. Naar verwachting zal dit ertoe leiden dat asielzoekers vaker aan de EU-buitengrens worden opgevangen en meer evenredig over de EU-lidstaten worden verspreid.
Ongeacht het beoogde en behaalde effect van deze maatregelen staat het demissionair kabinet volledig achter de noodzaak van opvang die voldoet aan alle vereiste (internationale) kwaliteitseisen. Het COA houdt bij het organiseren van opvangcapaciteit zoveel mogelijk rekening met deze eisen. In de opvang wordt extra aandacht gegeven aan kwetsbare groepen zoals minderjarigen, zwangere vrouwen en ouderen. Zowel de Tweede Kamer als Eerste Kamer zijn op 19 september geïnformeerd over de huidige stand van zaken ten aanzien van de opvang van kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) in de asielopvang, en de maatregelen die het COA neemt naar aanleiding van de COA-inventarisatie om de situatie van kinderen in bepaalde (nood)opvanglocaties te verbeteren.
Samenstelling:
Lagas (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Kroon (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Janssen (SP), Talsma (ChristenUnie), Dessing (FVD), Van Bijsterveld (JA21), Schalk (SGP), Straus (VVD), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)
Brief van 7 maart 2025 aan de Minister van Asiel en Migratie met als onderwerp «Zorgenbrief asielmaatregelen» de Nationale ombudsman en de Kinderombudsvrouw (https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/letter/Zorgenbrief%20asielmaatregelen.pdf).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36521-C.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.