Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 31 januari 2024 en het nader rapport d.d. 1 maart 2024, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Financiën
en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 20 december 2023, no. 2023003019,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 31 januari 2024, nr. W02.23.00383/II, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 20 december 2023, no. 2023003019, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris
Fiscaliteit en Belastingdiensten en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt
het voorstel van wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Protocol van 29 maart
2023 te Brussel tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing
van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens (Trb. 2023, 52), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het voorstel
van wet en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding
tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om in de memorie van toelichting enkele redactionele
wijzigingen aan te brengen. Verder is ter verduidelijking de overstap van het Eurovignet
op de vrachtwagenheffing nog explicieter in de tekst opgenomen in onderdeel I (Algemeen), inclusief de wijze van informering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Daarnaast
zijn het aantal motorrijtuigengroepen en de uiterste implementatiedatum van de wetgeving
gecorrigeerd.
Ik verzoek U, mede namens de Staatsecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, het hierbij gevoegde voorstel van
wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot