36 490 Wijziging van de Kernenergiewet in verband met de aanpassing van de taak van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming ten aanzien van beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Kernenergiewet te wijzigen in verband met de aanpassing van de taak van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming ten aanzien van beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. het op basis van haar specifieke kennis en deskundigheid en in samenhang met haar andere bij of krachtens de wet opgedragen taken adviseren over beleid en wet- en regelgeving;.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De Autoriteit heeft tot taak het deelnemen aan de omschrijving van voorschriften over nucleaire veiligheid als bedoeld in artikel 5, derde lid, onderdeel a, van Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PbEU 2009, L 172), zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad van 8 juli 2014 (PbEU 2014, L 219).

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Naar boven