36 454 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het schrappen van de grondslag voor kwaliteitsbekostiging in het hoger onderwijs

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de grondslag voor kwaliteitsbekostiging in het hoger onderwijs te schrappen teneinde te zorgen voor meer rust en ruimte in het stelsel van bekostiging;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Artikel 2.6 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zevende lid tot het vijfde lid, vervallen het vijfde, zesde en achtste lid.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «eerste, tweede en zesde lid» vervangen door «eerste en tweede lid».

ARTIKEL II. VERVALLEN ONDERLIGGENDE REGELGEVING

In artikel 1.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 vervallen de begripsomschrijvingen «kwaliteitsbekostiging» en «kwaliteitsthema», alsmede hoofdstuk 4, afdeling 5.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven