Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Amsterdam, 10 december 2023
Meneer de griffier, waarde leden van de Tweede Kamer,
Dit is geen tijd voor experimenten.
Het afgelopen jaar vormde een roerige periode voor de Kamer. Toeslagen, asiel, stikstof.
Met op de eerste dag van het zomerreces ook nog eens de val van het Kabinet. De politieke
tornado is nog lang niet uitgeraasd. Het ziet ernaar uit dat we aan de vooravond staan
van nog veel meer turbulentie. Nog nooit is politiek Den Haag zo fluïde geweest met
grote onzekerheden. Het overzichtelijke traditionele beeld met drie of vier stabiele
partijen die voortkwamen uit de verzuiling behoort tot het verleden. Fracties komen
en gaan. Welk kabinet straks op het bordes staat is onzeker. Sommigen opteren zelfs
voor een minderheidskabinet of een zakenkabinet, waarbij het zwaartepunt nog meer
bij de Kamer terecht komt.
In die turbulentie is het van groot belang dat de hamer wordt gehanteerd met vaste
hand. Daarom kandideer ik mij voor het voorzitterschap van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Na de verkiezingen van 2010 werd ik ondervoorzitter van ons mooie parlement en lid
van het Presidium. Sindsdien heb ik ontelbare malen op «de stoel» plaatsgenomen. Ik
heb enorm veel debatten voorgezeten. Altijd ben ik erin geslaagd de Kamer in rustig
vaarwater te houden.
Het enige dat ik de Kamer te bieden heb is wat ik het afgelopen anderhalf decennium
heb laten zien. Dus een strakke leiding: geen gedonder in de zaal als ik er zit. Altijd
een oog op de klok, want het licht moet echt om elf uur uit. We hebben namelijk ook
een leven buiten de politiek. Geen ellenlange uitweidingen, geen grove taal, geen
gedoe. Dat allemaal in een strikte neutraliteit, dus helder tegenover elke fractie.
Zo kunnen we doeltreffend en puntig doen waartoe wij zijn geroepen: het controleren
van het kabinet en het vertegenwoordigen van onze kiezers.
Tegelijkertijd heb ik altijd groot belang gesteld in een ontspannen sfeer. Het is
serieus werk dat we doen, maar dat is nog geen reden tot verbetenheid. Ik streef naar
een zekere luchtigheid in de debatten die ik voorzit. Die combinatie van strak en
ontspannen is altijd bijzonder gewaardeerd door diverse jaargangen Kamerleden. Bij
het personeel geniet ik om die reden ook een zekere steun. Belangrijk, want zij stellen
ons in staat ons werk te doen.
Als lid van het Presidium heb ik mij ontelbaar veel uurtjes ingezet voor het algemeen
belang van de Kamer. Ook daar heb ik mijn best gedaan strikt neutraal te zijn en elk
deelbelang buiten de deur te houden. Onder mijn leiding zal ik het beleid voorzetten
van de vier voorzitters die ik heb mogen dienen. Continuïteit staat steeds voorop.
De olietanker blijft gewoon op koers. De enige discontinuïteit die ik nastreef is
dat we zo snel mogelijk ons huidige onderkomen verlaten en terugkeren naar het Binnenhof.
De macht van een voorzitter moet niet overschat worden. Toch droom ik van een Kamer
die eerder leeuw is dan lam. Een Kamer die zich positioneert, zoals Marga Klompé het
formuleerde, als de «tegenspeler en bewaker van overheidsmacht». Zaken als de informatieplicht
(artikel 68 Grondwet) worden daarom constant bewaakt. De rechten van kleine fracties
moeten behouden blijven. De ondersteuning van ons werk is altijd op orde en onze Kamercommissies
moeten voldoende geoutilleerd zijn. Als werkgever van 700 mensen houden we constant
oog voor de sociale veiligheid van onze hardwerkende Kamerambtenaren. Dat is een erekwestie.
En ik droom van een Kamer die niet bang is voor het debat, maar het juist omarmt.
Een Kamer die politiek bedrijft.
De eerste keer dat de Grondwet onze volksvertegenwoordiging noemt is artikel 50: De
Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. En zo is het maar net:
iedereen moet zich kunnen herkennen in ons parlement. Samen met de nieuwe griffier
en een nieuwe Kamer liggen er gouden kansen te laten zien dat wij een échte volksvertegenwoordiging
zijn.
Ik zie uit naar de plenaire behandeling van mijn sollicitatie in het plenaire debat
van donderdag.
Vriendelijke groet,
Martin Bosma