36 442 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet toezicht trustkantoren 2018 en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2024)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het toezicht op trustkantoren aan te scherpen, het bonusverbod bij staatssteun uit te breiden en enige andere wijzigingen en verbeteringen in de wetgeving op het terrein van de financiële markten aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1:1 wordt in de alfabetische volgorde een definitie ingevoegd, luidende:

verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven:

Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PbEU 2020, L 347);

B

Na artikel 1:1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:1a

Een wijziging van een in deze wet of de daarop berustende bepalingen aangehaalde EU-richtlijn gaat voor de toepassing van deze wet en die bepalingen gelden met ingang van de datum waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

C

In artikel 1:5a, tweede lid, onderdeel h, wordt «centrale tegenpartijen als bedoeld in artikel 212a, onderdeel c, van de Faillissementswet» vervangen door «centrale tegenpartijen».

D

Na artikel 1:77l wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:77m

  • 1. De toezichthouder kan met inachtneming van artikel 30, tweede lid, van de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven:

    • a. een crowdfundingaanbod telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen schorsen indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven is gepleegd;

    • b. publicitaire mededelingen verbieden of schorsen, dan wel door middel van het geven van een aanwijzing een crowdfundingdienstverlener of derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, verplichten publicitaire mededelingen te staken of telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen te schorsen, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven is gepleegd;

    • c. een crowdfundingaanbod verbieden indien inbreuk op de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven is gepleegd of indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat inbreuk op die verordening zou kunnen worden gepleegd;

    • d. het verlenen van crowdfundingdiensten telkens voor maximaal tien opeenvolgende werkdagen schorsen of door middel van het geven van een aanwijzing crowdfundingdienstverleners hiertoe te verplichten, indien er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat er inbreuk op de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven is gepleegd;

    • e. het verlenen van crowdfundingdiensten verbieden indien inbreuk op de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven is gepleegd;

    • f. openbaar maken dat een crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten, zijn verplichtingen niet nakomt;

    • g. alle essentiële informatie die van invloed kan zijn op de verlening van crowdfundingdiensten openbaar maken, dan wel door middel van het geven van een aanwijzing de crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten hiertoe verplichten, teneinde de beleggersbescherming of de goede marktwerking te garanderen;

    • h. het verlenen van crowdfundingdiensten schorsen dan wel door middel van het geven van een aanwijzing de crowdfundingdienstverlener of een derde die is aangewezen om functies te vervullen in verband met de verlening van crowdfundingdiensten hiertoe te verplichten, indien de crowdfundingdienstverlener in een zodanige situatie verkeert dat de crowdfundingdienstverlener de belangen van de beleggers zou schaden;

    • i. bestaande overeenkomsten aan een andere crowdfundingdienstverlener overdragen ingeval de vergunning van een crowdfundingdienstverlener overeenkomstig artikel 17, eerste lid, onderdeel c, van de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven wordt ingetrokken en indien de cliënten en de ontvangende crowdfundingdienstverlener daarmee instemmen.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder:

    a. crowdfundingaanbod:

    een crowdfundingaanbod als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven;

    b. crowdfundingdienst:

    een crowdfundingdienst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a van de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven;

    c. crowdfundingdienstverlener:

    een crowdfundingdienstverlener als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven.

E

In artikel 1:83 wordt «Voorts kan de toezichthouder in afwijking van artikel 1:81 een bestuurlijke boete opleggen» vervangen door «In afwijking van artikel 1:81 of 1:82 kan de toezichthouder een bestuurlijke boete opleggen».

F

Na artikel 1:104a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1:104b

De houder van een vergunning leeft de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen na.

G

In artikel 1:106a wordt na «1:104» ingevoegd «, 1:104b».

H

Artikel 1:107 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, onder 11°, wordt na «betrokken aanbieder of aanbieders» ingevoegd «of de betrokken bemiddelaar in verzekeringen of bemiddelaars in verzekeringen».

2. Het tweede lid, onderdeel d, vervalt, onder vernummering van onderdeel e tot onderdeel d.

3. In het derde lid, onderdeel h, wordt «de lidstaten waarin een ingeschreven bemiddelaar in verzekeringen» vervangen door «de lidstaten waarin een ingeschreven bemiddelaar in hypothecair krediet of een ingeschreven bemiddelaar in verzekeringen».

I

In artikel 1:128, eerste lid, aanhef, wordt na «artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie» ingevoegd «of elke andere openbare financiële steun op supranationaal niveau die als hij op nationaal niveau werd verstrekt, staatssteun zou vormen».

J

In artikel 2:66a, derde lid, onderdeel b, wordt «de Nederlandsche Bank» vervangen door «de Autoriteit Financiële Markten».

K

In artikel 2:73, derde lid, wordt «Nederland» vervangen door «in Nederland».

L

In artikel 2:124b, eerste lid, wordt na «met een vergunning als bedoeld in artikel 2:80, eerste lid,» ingevoegd «of die op grond van artikel 2:81, tweede lid, bemiddelt in hypothecair krediet».

M

In artikel 3:4, tweede lid, wordt «De afdelingen 2.3.2 en 3.5.5 en hoofdstuk 3A.2 zijn niet van toepassing.» vervangen door «Afdeling 2.3.2 en hoofdstuk 3A.1 zijn niet van toepassing».

N

In artikel 3:28a, eerste lid, wordt «centrale tegenpartij als bedoeld in verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees parlement en de Raad van 4 juli 2012 inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201)« vervangen door «centrale tegenpartij».

O

Artikel 3:97 komt te luiden:

Artikel 3:97

Het is een verzekeraar met zetel in Nederland verboden, anders dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de Nederlandsche Bank:

  • a. zijn eigen vermogen door terugbetaling van kapitaal of uitkering van reserves te verminderen dan wel een dividenduitkering te doen, indien de verzekeraar ten tijde van deze terugbetaling dan wel uitkering niet voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste of voorziet dat hij in de twaalf volgende maanden waarschijnlijk niet aan dat vereiste zal voldoen;

  • b. zijn kapitaalstructuur te wijzigen door de indiening van een verzoek tot toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van aandelen of andere effecten waaraan zeggenschap is verbonden.

P

In de aanhef van artikel 3:101 wordt «3:97, eerste lid» vervangen door «3:97».

Q

Afdeling 3.5.9 komt te luiden:

AFDELING 3.5.9. BELEGGINGSBEGINSELEN EN BELEGGINGSBELEID VAN ENTITEITEN VOOR RISICO-ACCEPTATIE EN VERZEKERAARS

Artikel 3:267d

  • 1. Een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar met zetel in Nederland voert een beleggingsbeleid dat in overeenstemming is met de prudent-person regel.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het in het eerste lid bepaalde.

  • 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar voor zover die vanuit een bijkantoor in Nederland haar onderscheidenlijk zijn bedrijf uitoefent.

Artikel 3:267e

  • 1. Een verzekeraar met zetel in Nederland die voornemens is een herverzekering te sluiten met een andere verzekeraar of die te wijzigen, en de betreffende herverzekering voorziet erin dat die andere verzekeraar op enig moment activa kan aanhouden in een staat die geen lidstaat is, gaat daartoe slechts over nadat de Nederlandsche Bank met dat voornemen heeft ingestemd.

  • 2. DNB stemt in met het voornemen tenzij de toepassing van de prudent-person regel als bedoeld in artikel 3:267d, eerste lid, niet is gewaarborgd.

  • 3. Het verzoek om instemming geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.

  • 4. De Nederlandsche Bank kan beperkingen stellen dan wel voorschriften verbinden aan de instemming, bedoeld in het eerste lid, met het oog op de toepassing van de prudent-person regel, bedoeld in artikel 3:267d, eerste lid.

R

Artikel 3:267h vervalt.

S

In artikel 3:306, vierde lid, wordt na «artikel 5, eerste lid, van de richtlijn markten voor financiële instrumenten» ingevoegd «2014».

T

In artikel 3A:26 worden het tweede tweede lid en het derde en vierde lid vernummerd tot derde tot en met vijfde lid.

U

Artikel 4:19, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Het eerste tot en met derde lid is niet van toepassing op reclame-uitingen van een beheerder van een beleggingsinstelling of een beheerder van een icbe.

V

In artikel 4:26, tweede lid, wordt «Een beheerder van een beleggingsinstelling en beheerder van een icbe of beleggingsonderneming» vervangen door «Een beheerder van een icbe» en wordt «die financiële onderneming» vervangen door «de beheerder».

W

In artikel 4:27a, eerste lid, wordt «centrale tegenpartij als bedoeld in verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees parlement en de Raad van 4 juli 2012 inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012,  L 201)» vervangen door «centrale tegenpartij».

X

In artikel 4:91da, vierde lid, wordt «Verordening nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201)» vervangen door «de EMIR-verordening».

Y

Artikel 5:32d, zevende lid, vervalt.

Z

De bijlagen bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden elk als volgt gewijzigd:

1. In de opsomming van artikelen uit het Algemeen deel worden in de numerieke volgorde ingevoegd:

1:77m

1:104b

2. In de opsomming van artikelen uit het deel Markttoegang financiële ondernemingen wordt «2:124.0a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid» vervangen door «2:124.0a, eerste, tweede, derde, zesde en zevende lid».

3. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen vervalt «3:97, eerste lid», wordt «3:267h» vervangen door «3:267d», en wordt in de numerieke volgorde «3:267e, eerste lid» ingevoegd.

4. In de opsomming van artikelen uit het deel Gedragstoezicht financiële markten wordt «5:32d, eerste en zevende lid» vervangen door «5:32d, eerste lid».

ARTIKEL II

De Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt de begripsomschrijving van «trustdienst» als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. het optreden als bestuurder van een rechtspersoon of vennoot van een vennootschap die niet tot dezelfde groep behoort als degene die bestuurder of vennoot is ten behoeve van een cliënt;

2. De aanhef van onderdeel b komt te luiden:

  • b. natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die een adres of postadres ter beschikking stellen, als bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel c, en 14, eerste lid, onderdeel c, van de Handelsregisterwet 2007, aan een rechtspersoon of vennootschap die niet tot dezelfde groep behoort als het trustkantoor, indien ten minste één van de volgende aanvullende werkzaamheden wordt verricht ten behoeve van die rechtspersoon of vennootschap of ten behoeve van een tot dezelfde groep als die rechtspersoon of vennootschap behorende natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap:

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel d, vervalt het eerste lid, onderdeel e.

2. In het derde lid wordt, onder verlettering van onderdeel g tot onderdeel h, na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • g. de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur van de groep waartoe het trustkantoor behoort;

C

Artikel 39, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel d vervalt «en».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. indien er belastingadvies is ingewonnen door het trustkantoor, de cliënt of de doelvennootschap:

    • 1°. het volledige advies voorzien van de volledige (statutaire) namen van de betrokken adviseurs en de datum van afgifte van het belastingadvies;

    • 2°. vermelding of er uitvoering is gegeven aan het belastingadvies;

    • 3°. vermelding of het advies is gegeven door het trustkantoor of door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep als het trustkantoor.

D

In artikel 51 wordt na «in afwijking van artikel 49» ingevoegd «of 50».

ARTIKEL III

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1d, eerste lid, onder a, wordt «artikel 1a, tweede lid, derde lid, onderdeel a, b, e, f, g en j, vierde lid, onderdeel l en m, of bijkantoren van dergelijke instellingen met zetel buiten Nederland, alsmede instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel f» vervangen door «artikel 1a, tweede lid, derde lid, onderdeel a, b, e, f, g en j, of bijkantoren van dergelijke instellingen met zetel buiten Nederland, alsmede instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel f, l en m».

B

In artikel 31, derde lid, wordt na «een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede, derde, of vierde lid, onderdeel f» ingevoegd «, of aan een beheerder als bedoeld in artikel 1a, zesde lid».

C

In artikel 32, eerste lid, wordt na «een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede, derde, of vierde lid, onderdeel f» ingevoegd «, of aan een beheerder als bedoeld in artikel 1a, zesde lid».

D

In artikel 32a wordt na «in afwijking van artikel 31» ingevoegd «of 32».

ARTIKEL IV

Artikel 5.6 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES wordt als volgt gewijzigd:

1. «zeven dagen» wordt telkens vervangen door «dertig dagen»;

2. «hun diensthoofd» wordt vervangen door «de inspecteur van douane».

ARTIKEL V

In artikel 213me, eerste lid, onderdeel b van de Faillissementswet wordt «richtlijn 2014/23/EU» vervangen door «richtlijn 2013/23/EU».

ARTIKEL VI

In artikel 5, tweede lid, van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen wordt «Onze Minister van Economische Zaken» vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».

ARTIKEL VII

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht «artikel 3:97, eerste lid» vervangen door «artikel 3:97», wordt «artikel 3:267h, eerste lid» vervangen door «artikel 3:267d, eerste en derde lid» en wordt in de numerieke volgorde «3:267e, eerste lid,» ingevoegd.

ARTIKEL VIII

In de Bankwet 1998 wordt na artikel 12b een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12c

  • 1. Een beoordeling of sprake is van het falen of waarschijnlijk falen van een entiteit waarop deel 3A van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is, kan in de directie ter besluitvorming worden ingebracht door de directeur verantwoordelijk voor het toezicht op de bewuste entiteit, of door de directeur, bedoeld in artikel 12b, eerste lid. Artikel 12b, tweede lid, is niet van toepassing.

  • 2. Indien de directie bij besluitvorming als bedoeld in het eerste lid niet vaststelt dat sprake is van falen of waarschijnlijk falen, terwijl de directeur, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, van oordeel is dat daarvan wel sprake is, kan deze directeur het besluit opnieuw in stemming brengen. Artikel 12b, tweede lid, is van toepassing.

ARTIKEL IX

Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL X

Deze wet wordt aangehaald als: Wijzigingswet financiële markten 2024.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

Naar boven