36 435 XV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Onderstaande staffel geeft de ondergrens aan van de mutaties die toegelicht worden. Kleinere mutaties worden niet toegelicht. Hierdoor tellen de in de toelichting genoemde bedragen niet altijd volledig op tot de totale mutatie van het begrotingsartikel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Arbeidsmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Arbeidsmarkt (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.651.487

– 289.330

1.362.157

         
 

Uitgaven

1.512.820

– 182.004

1.330.816

         

1.0

Arbeidsmarkt

1.512.820

– 182.004

1.330.816

 

Inkomensoverdrachten

690.077

0

690.077

 

Lage-inkomensvoordeel

530.554

0

530.554

 

Minimumjeugdloonvoordeel

14.848

0

14.848

 

Loonkostenvoordelen

144.675

0

144.675

 

Subsidies (regelingen)

772.725

– 179.332

593.393

 

Overige subsidies algemeen

2.858

388

3.246

 

Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen

6.039

– 2.723

3.316

 

Stimuleringregeling LLO in MKB

58.553

3.279

61.832

 

Stimulans Arbeidsmarktpositie

242.689

– 130.537

112.152

 

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

338.640

– 22.325

316.315

 

Nederland leert door

38.261

– 1.338

36.923

 

Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden

85.685

– 26.076

59.609

 

Opdrachten

43.630

– 2.877

40.753

 

Opdrachten

43.630

– 2.877

40.753

 

Bekostiging

100

0

100

 

Bekostiging

100

0

100

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

162

– 87

75

 

Ministerie van VWS

56

0

56

 

Ministerie van EZK

106

– 87

19

 

Bijdrage aan agentschappen

5.160

292

5.452

 

Agentschap RIVM

4.983

282

5.265

 

Agentschap CJIB

177

10

187

 

Bijdrage aan medeoverheden

966

0

966

 

SPUK BMIP

966

0

966

         
 

Ontvangsten

961.115

10.905

972.020

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 begrotingsgefinancierd bedraagt – € 182,0 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met – € 289,3 miljoen naar beneden bijgesteld. De verwachte ontvangsten worden met € 10,9 miljoen naar boven bijgesteld. Hieronder worden alleen de belangrijkste mutaties toegelicht.

Verplichtingen artikel 1

Het verschil van – € 107,3 miljoen tussen de verplichtingenmutatie en de kasmutatie wordt hoofdzakelijk verklaard door het uit elkaar lopende kas- en verplichtingenritme van de subsidieregelingen Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) en de Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen (DI&LLO). Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op de volgende verplichtingenschuiven:

  • Bij de MDIEU is in 2023 voor € 117 miljoen aan subsidie aangevraagd, waardoor het resterende € 135 miljoen verplichtingenbudget naar 2024 geschoven wordt om voor tijdvakken in 2024 benut te worden.

  • Voor de expeditieregeling van het actieprogramma duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen is een verplichtingenschuif van € 1,4 miljoen gedaan om voldoende verplichtingenbudget beschikbaar te stellen voor het tijdvak van 2026.

Subsidies

Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP)

De scholingssubsidie STAP, die per 2024 wordt stopgezet, is in 2023 conform motie Van der Lee gerichter vormgegeven. Hierdoor valt in 2023 een bedrag vrij van € 147 miljoen. Van dit bedrag wordt € 73,7 miljoen aangewend om het budget voor de SLIM incidenteel te verhogen van 2024 tot en met 2027. Dit extra budget voor SLIM wordt (cf. motie Van der Lee c.s.) ingezet voor individuele scholing.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid

De nabetalingen over de NOW zijn circa € 22,3 miljoen lager uitgevallen dan aanvankelijk geraamd.

Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden

Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal € 1 miljard beschikbaar. In de eerste maanden van 2023 hebben voor deze subsidieregeling aanvraagtijdvakken opengestaan met een totaal subsidieplafond van € 252 miljoen. Er was ongeveer € 52 miljoen kasruimte gereserveerd in 2023 voor de subsidies die in deze tijdvakken aangevraagd zouden worden (verdere betalingen aan de gesubsidieerde projecten volgen in latere jaren). Uiteindelijk is ongeveer € 117 miljoen subsidie aangevraagd. Vanaf 1 september 2023 staan nog twee subsidietijdvakken open. Het subsidieplafond voor individuele bedrijven in het negende aanvraagtijdvak bedraagt € 7,5 miljoen voor aanvragen tot € 300.000 en bedraagt € 75 miljoen voor aanvragen van € 300.000 en hoger. Voor sectorale samenwerkingsverbanden is tot € 250 miljoen subsidie beschikbaar. Een groot deel van de aanvragen in deze tijdvakken zal naar verwachting pas in het eerste kwartaal van 2024 worden beschikt en bevoorschot. Om beter bij het verwachte kasritme van de tijdvakken aan te sluiten is er een kasschuif gedaan van € 26,0 miljoen van 2023 naar 2024.

Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen

De kasmutatie van DI&LLO wordt hoofdzakelijk verklaard door een kasschuif van – € 2,9 miljoen om de uitgaven van de expeditieregeling in het juiste kasritme te zetten. Uitbetaling was oorspronkelijk voorzien in 2023, maar vanwege de timing van de beschikkingen vorig jaar, zal dit begin 2024 worden.

Stimuleringsregeling LLO in MKB

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 3,4 miljoen aan het budget toegevoegd.

Opdrachten

  • In het arbeidsmarktpakket is in totaal € 14,7 miljoen gereserveerd voor tijdelijke medefinanciering van de opleidingen en het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsartsen: € 4,7 miljoen in 2023 en € 10 miljoen in 2024. De bedoeling is om hiervoor een subsidieprogramma op te zetten. Vanwege het uitstel van dit subsidieprogramma is er een kas- en verplichtingenschuif € 4,3 miljoen naar 2025.

  • Overige mutaties op het opdrachtenbudget betreffen voornamelijk overboekingen naar andere departementen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Arbeidsmarkt (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

961.115

10.905

972.020

         

1.0

Arbeidsmarkt

961.115

10.905

972.020

 

Ontvangsten

961.115

10.905

972.020

 

Algemeen

1.180

10.207

11.387

 

Boeten

18.000

0

18.000

 

Terug ontvangsten NOW

941.935

698

942.633

Toelichting

  • De gerealiseerde uitgaven aan STAP ad. € 173,5 miljoen in 2022 komen € 10,2 miljoen lager uit dan het bevoorschotte bedrag ad € 183,7 miljoen. Dit leidt tot meer ontvangsten in 2023.

  • De terugontvangsten NOW vallen circa € 0,7 miljoen hoger uit dan verwacht.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Arbeidsmarkt (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

407.540

17.252

424.792

         
 

Uitgaven

407.540

17.252

424.792

         

1.0

Arbeidsmarkt

407.540

17.252

424.792

 

Inkomensoverdrachten

407.540

17.252

424.792

 

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

382.352

34.314

416.666

 

Compensatieregeling Transitievergoeding MKB

7.779

347

8.126

 

Transitievergoeding na 2 jaar ziekte nominaal

17.062

– 17.062

0

 

Compensatieregeling Transitievergoeding MKB nominaal

347

– 347

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag voor artikel 1 premiegefinancierd bedraagt € 17,3 miljoen.

  • Op basis van de realisatiecijfers bij de Juninota van het UWV is er in 2023 sprake van een tegenvaller van € 17,3 miljoen bij de transitievergoeding na 2 jaar ziekte. Er is namelijk een opwaartse bijstelling van het aantal toegewezen compensaties.

  • De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de loon- en prijsbijstelling voor 2023.

2.2 Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

7.101.129

648.436

7.749.565

         
 

Uitgaven

7.106.255

649.334

7.755.589

         

2.0

Bijstand, Participatiewet en toeslagenwet

7.106.255

649.334

7.755.589

 

Inkomensoverdrachten

6.900.054

669.075

7.569.129

 

Macrobudget participatiewetuitkering en intertemporele tegemoetkoming

6.055.897

606.847

6.662.744

 

Tozo en Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet (Bbz 2004)

23.083

– 2.828

20.255

 

AIO

379.174

39.814

418.988

 

TW

426.368

23.510

449.878

 

Bijstand overig

870

33

903

 

Onderstand (Caribisch Nederland)

14.662

1.699

16.361

 

Subsidies (regelingen)

119.697

– 14.775

104.922

 

SBCM

3.360

0

3.360

 

NIBUD

387

0

387

 

Overige subsidies algemeen

38.039

2.725

40.764

 

Armoede en schulden

165

0

165

 

Alle kinderen doen mee

19.646

0

19.646

 

Waarborgfonds sanering

100

0

100

 

Noodfonds

50.000

– 17.500

32.500

 

Geldzorgen Armoede en Schulden

8.000

0

8.000

 

Opdrachten

72.867

– 6.998

65.869

 

Opdrachten algemeen

72.867

– 6.998

65.869

 

Bekostiging

1.297

0

1.297

 

ZonMw

1.297

0

1.297

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

182

11

193

 

ZonMw

182

11

193

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.800

0

1.800

 

Financiën

1.800

0

1.800

 

Bijdrage aan sociale fondsen

10.000

0

10.000

 

Pensioenfonds Wsw

10.000

0

10.000

 

Bijdrage aan agentschappen

349

2.021

2.370

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

349

21

370

 

DUO

0

2.000

2.000

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

9

0

9

 

Contributie CASS

9

0

9

         
 

Ontvangsten

87.172

19.085

106.257

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 2 bedraagt € 649,3 miljoen bij de uitgaven, € 648,4 bij de verplichtingen en € 19,1 miljoen bij de ontvangsten. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

Macrobudget participatiewetuitkering en intertemporele tegemoetkoming

Het budget voor het macrobudget Participatiewetuitkering is met € 606,9 miljoen naar boven bijgesteld door de verwerking van de verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML) in 2023 (€ 641,4 miljoen), op basis van de laatste ontwikkelingen in de werkloosheid (- € 47,7 miljoen) en door de verwerking van de prijs- en volumemutaties (respectievelijk € 11,9 miljoen en – € 13,5 miljoen). Ook is er door de herziene Meerjaren Productie Prognose een extra effect ingeboekt voor de hogere instroom van statushouders (€ 14,8 miljoen).

Tozo en Bijstand zelfstandigen bedrijfskrediet

Verwerking van de definitieve realisaties 2022 zorgt voor lagere verwachte uitgaven (- € 2,8 miljoen) in 2023.

Algemene Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)

De AIO-uitkeringslasten worden met € 39,5 miljoen naar boven bijgesteld. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Daarnaast is er een reservering getroffen voor een verlenging van de Tijdelijke regeling verstrekkingen gerepatrieerden Sudan (€ 0,4 miljoen).

Toeslagenwet (TW)

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe werkloosheidsverwachtingen van het CPB worden de TW-uitkeringslasten naar boven bijgesteld met € 23,5 miljoen. Ook is de nominale ontwikkeling dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Onderstand Caribisch Nederland (CN)

De begrotingsraming voor de onderstand en re-integratie CN is opwaarts bijgesteld met € 1,7 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Subsidies

Noodfonds

De onderuitputting van € 17,5 miljoen van het Noodfonds wordt als dekking ingezet voor de eenmalige tegemoetkoming aan studenten voor de energiekosten.

Overige subsidies algemeen

Er zijn diverse herschikkingen (in totaal € 2,7 miljoen) van Opdrachten naar Subsidies. Zo zal in het kader van het budget Bevordering Arbeidsparticipatie voor financiering van initiatieven op het terrein van sectorale loopbaanpaden en leerlijnen praktijkleren € 1,2 miljoen worden ingezet voor subsidieverleningen aan brancheorganisaties. Verder gaat het onder andere om subsidies aan SAM en Divosa voor het project Vakmanschap 2023 (€ 0,4 miljoen en € 0,3 miljoen) en een subsidie aan de Sectorraad GO (€ 0,4 miljoen).

Opdrachten

Opdrachten algemeen

  • Er zijn diverse herschikkingen (in totaal € 2,7 miljoen) van Opdrachten naar Subsidies (zie toelichting bij Overige subsidies algemeen).

  • Daarnaast wordt € 2,2 miljoen van het opdrachtenbudget ingezet voor de dekking van de formatieuitbreiding armoede en schulden.

Bijdrage aan agentschappen

Er wordt in 2023 alvast € 2 miljoen overgeboekt naar DUO voor de eerste uitvoeringskosten van de eenmalige tegemoetkoming voor de energiekosten die studenten in 2024 zullen ontvangen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

87.172

19.085

106.257

         

2.0

Bijstand, Participatiewet en toeslagenwet

87.172

19.085

106.257

 

Ontvangsten

87.172

19.085

106.257

 

Algemeen

24.128

17.990

42.118

 

Tozo retour kapitaal verstrekkingen

63.044

1.095

64.139

Toelichting

  • Er zijn diverse terugontvangsten door afrekeningen over het jaar 2022. De grootste is van het SVB voor de Toeslagenwet (€ 16,7 miljoen).

  • Naar aanleiding van een correctie in de realisaties van 2022 worden de terugvorderingen van de Tozo-kapitaalverstrekkingen met € 1,1 miljoen naar boven bijgesteld.

2.3 Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Arbeidsongeschiktheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

16.407

678

17.085

         
 

Uitgaven

6.694

678

7.372

         

3.0

Abeidsongeschiktheid

6.694

678

7.372

 

Inkomensoverdrachten

1.195

139

1.334

 

Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)

1.195

139

1.334

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

5.499

539

6.038

 

Uitvoering individuele plaatsing & steun

5.499

539

6.038

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 3 begrotingsgefinancierd bedraagt € 0,7 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De begrotingsraming voor de Ongevallenverzekering Caribisch Nederland is opwaarts bijgesteld met € 0,1 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,5 miljoen aan het budget toegevoegd.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Arbeidsongeschiktheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

13.069.747

– 29.548

13.040.199

         
 

Uitgaven

13.069.747

– 29.548

13.040.199

         

3.0

Arbeidsongeschiktheid

13.069.747

– 29.548

13.040.199

 

Inkomensoverdrachten

12.941.846

– 29.548

12.912.298

 

WAO

3.179.631

126.013

3.305.644

 

IVA

4.487.308

255.467

4.742.775

 

WGA

4.148.871

162.959

4.311.830

 

WAZ

72.545

9.239

81.784

 

WGA eigenrisicodragers

447.138

23.127

470.265

 

WAO nominaal

142.703

– 142.703

0

 

IVA nominaal

201.127

– 201.127

0

 

WGA nominaal

234.041

– 234.041

0

 

WAZ nominaal

3.259

– 3.259

0

 

WGA eigenrisicodragers nominaal

25.223

– 25.223

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

127.901

0

127.901

 

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

119.257

7.964

127.221

 

Scholingsexperiment WGA

680

0

680

 

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW nominaal

7.964

– 7.964

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 3 premiegefinancierd bedraagt € 29,5 miljoen.

  • Op basis van de uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de ramingen bijgesteld met per saldo – € 29,5 miljoen. Er is een uitwisseling tussen de IVA (meer uitkeringen) en WGA (minder uitkeringen). Ook in de WAO ligt het aantal uitkeringen lager dan eerder verwacht. Per saldo levert dit een meevaller op.

  • De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.4 Artikel 4 Jonggehandicapten

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Jonggehandicapten (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

3.715.014

436.056

4.151.070

         
 

Uitgaven

3.715.014

436.056

4.151.070

         

4.0

Jonggehandicapten

3.715.014

436.056

4.151.070

 

Inkomensoverdrachten

3.636.471

427.995

4.064.466

 

Wajong

3.636.471

427.995

4.064.466

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

78.543

8.061

86.604

 

Re-integratie Wajong

78.543

8.061

86.604

         
 

Ontvangsten

0

41.861

41.861

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 4 bedraagt € 436,1 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

  • De raming van het budget voor de Wajong is met € 463,0 miljoen verhoogd in verband met de prijsindexatie voor 2023. Hierbij is het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen overgeboekt, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

  • Tevens is op basis van uitvoeringsinformatie UWV de raming voor de Wajong verlaagd met € 36,0 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat UWV op het fonds bijhorend bij de Wajong rentebaten ontvangt.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Op basis van verwachtingen van het UWV is het re-integratiebudget Wajong voor 2023 met € 8,1 miljoen naar boven bijgesteld. Dit komt door de loon- en prijsbijstelling (€ 5,4 miljoen) en door een nabetaling aan UWV over 2022 (€ 2,6 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Jonggehandicapten (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

0

41.861

41.861

         

4.0

Jonggehandicapten

0

41.861

41.861

 

Ontvangsten

0

41.861

41.861

 

Restituties

0

41.861

41.861

Toelichting

De mutatie van € 41,9 miljoen betreft de afrekening naar aanleiding van de jaarrekening 2022 van het UWV over het Wajong-budget.

2.5 Artikel 5 Werkloosheid

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

190.147

17.201

207.348

         
 

Uitgaven

189.826

16.741

206.567

         

5.0

Werkloosheid

189.826

16.741

206.567

 

Inkomensoverdrachten

100.266

8.806

109.072

 

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

99.970

8.801

108.771

 

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

46

5

51

 

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

250

0

250

 

Subsidies (regelingen)

14.489

956

15.445

 

Overige subsidies algemeen

505

0

505

 

Coordinatie arbeidsmarktdienstverlening

4.984

956

5.940

 

Subsidieregeling praktijkleren

9.000

0

9.000

 

Opdrachten

– 27

27

0

 

Opdrachten algemeen

– 27

27

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

73.123

6.827

79.950

 

Arbeidsmarktdienstverlening

73.123

6.827

79.950

 

Bijdrage aan agentschappen

1.975

125

2.100

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

1.975

125

2.100

         
 

Ontvangsten

0

4.756

4.756

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 5 begrotingsgefinancierd bedraagt € 16,7 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 17,2 miljoen naar boven bijgesteld. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) is per saldo met € 8,8 miljoen naar boven aangepast vanwege loon- en prijs bijstelling en verwerking van uitvoeringsinformatie. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

  • Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 4,4 miljoen aan het budget toegevoegd.

  • Naar aanleiding van het jaarverslag UWV (kassiersverslag) vindt er een nabetaling van € 2,4 miljoen plaats voor de personeelsbudgetten en aanvullende dienstverlening omdat de realisatie hoger is uitgevallen dan dat de bevoorschotting UWV in 2022 was.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

0

4.756

4.756

         

5.0

Werkloosheid

0

4.756

4.756

 

Ontvangsten

0

4.756

4.756

 

Restituties

0

4.756

4.756

Toelichting

De mutatie van € 4,8 miljoen betreft de afrekening naar aanleiding van de jaarrekening 2022 van het UWV over het WW-Scholingsbudget (€ 2,6 miljoen) en de IOW (€ 2,1 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

2.937.519

– 17.920

2.919.599

         
 

Uitgaven

2.937.519

– 17.920

2.919.599

         

5.0

Werkloosheid

2.937.519

– 17.920

2.919.599

 

Inkomensoverdrachten

2.924.419

– 18.692

2.905.727

 

WW

2.754.350

151.377

2.905.727

 

WW nominaal

170.069

– 170.069

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

13.100

772

13.872

 

Scholing WW

13.100

772

13.872

         
 

Ontvangsten

197.468

– 17.468

180.000

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 5 premiegefinancierd bedraagt € 17,9 miljoen.

  • De bijstellingen op de WW naar aanleiding van de uitvoeringsinformatie van het UWV leiden per saldo tot een neerwaartse correctie van circa € 17,9 miljoen. Enerzijds is de WW-prijs gestegen, wat tot hogere kosten leidt. Anderzijds zijn de volumes lager dan verwacht.

  • De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Werkloosheid (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

197.468

– 17.468

180.000

         

5.0

Werkloosheid

197.468

– 17.468

180.000

 

Ontvangsten

197.468

– 17.468

180.000

 

Ufo

186.000

– 6.000

180.000

 

Ufo nominaal

11.468

– 11.468

0

Toelichting

Op basis van realisatiecijfers van UWV zijn de ontvangsten van het Uitvoeringsfonds voor de overheid (UFO) voor 2023 met € 17,5 miljoen naar beneden bijgesteld.

2.6 Artikel 6 Ziekte en Verlofregelingen

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Ziekte en Verlofregelingen (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

45.967

2.024

47.991

         
 

Uitgaven

45.967

2.024

47.991

         

6.0

Ziekte en verlofregelingen

45.967

2.024

47.991

 

Inkomensoverdrachten

45.967

2.024

47.991

 

Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

6.397

243

6.640

 

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

5.944

694

6.638

 

OPS- fonds

300

10

310

 

Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB)

33.326

1.077

34.403

         
 

Ontvangsten

0

290

290

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 6 begrotingsgefinancierd bedraagt € 2,0 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De verwachte uitgaven aan de Tegemoetkoming Asbest Slachtoffers (TAS), Ziekteverzekering Caribisch Nederland, CSE regeling (Organo Psycho Syndroom/schildersziekte) en de TSB zijn naar boven bijgesteld als gevolg van loon- en prijsbijstellingen.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Ziekte en Verlofregelingen (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

4.613.297

– 14.949

4.598.348

         
 

Uitgaven

4.613.297

– 14.949

4.598.348

         

6.0

Ziekte en verlofregelingen

4.613.297

– 14.949

4.598.348

 

Inkomensoverdrachten

4.613.297

– 14.949

4.598.348

 

ZW

2.032.896

110.411

2.143.307

 

WAZO

1.527.333

93.347

1.620.680

 

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

228.085

14.119

242.204

 

Uitkeringslasten ouderschapsverlof

557.639

34.518

592.157

 

ZW nominaal

125.836

– 125.836

0

 

WAZO nominaal

92.871

– 92.871

0

 

WAZO aanvullend geboorteverlof partners nominaal

14.119

– 14.119

0

 

Uitkeringslasten ouderschapsverlof nominaal

34.518

– 34.518

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Per saldo dalen de uitgaven op artikel 6 premiegefinancierd voor 2023 met 14,9 miljoen. Deze daling wordt verklaard door een aantal onderliggende mutaties.

  • Enerzijds zijn de uitgaven aan de ziekte- en verlofregelingen overgezet naar prijspeil 2023. Dit wordt gedaan door een overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen. Deze overboeking is voor artikel 6 budgetneutraal.

  • Het beroep op de ZW is in 2023 gedaald, waardoor de uitgaven afnemen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat twee grote uitzendbureaus eigenrisicodrager zijn geworden. Het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt hiervoor gecorrigeerd.

  • De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.7 Artikel 7 Kinderopvang

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Kinderopvang (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

4.271.312

265.435

4.536.747

         
 

Uitgaven

4.273.812

265.435

4.539.247

         

7.0

Kinderopvang

4.273.812

265.435

4.539.247

 

Inkomensoverdrachten

4.200.922

265.241

4.466.163

 

Kinderopvangtoeslag

4.200.922

265.241

4.466.163

 

Subsidies (regelingen)

11.406

1.156

12.562

 

Kinderopvang

1.500

0

1.500

 

Subsidies Caribisch Nederland

9.906

1.156

11.062

 

Opdrachten

10.190

111

10.301

 

Overige Opdrachten

2.884

– 25

2.859

 

Opdrachten Caribisch Nederland

3.306

636

3.942

 

Opdrachten Stelselherziening KO

4.000

– 500

3.500

 

Bekostiging

1.593

– 1.002

591

 

Projectbureau PGV

1.593

– 1.002

591

 

Bijdrage aan agentschappen

8.864

560

9.424

 

Agentschap DUO

8.864

560

9.424

 

Bijdrage aan medeoverheden

40.837

– 631

40.206

 

Versterking Kinderopvang Samenwerking BES(t) 4 kids CN

8.600

– 2.046

6.554

 

SPUK kwijtschelden schulden Kinderopvang

32.237

1.415

33.652

         
 

Ontvangsten

1.725.031

87.544

1.812.575

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 7 bedraagt € 265,4 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De uitgaven aan kinderopvangtoeslag zijn met € 265,2 miljoen naar boven bijgesteld. Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 zijn de uitgaven kinderopvangtoeslag op prijspeil 2023 gebracht. Daarnaast is de uitgavenraming aangepast op basis van de uitvoeringsinformatie.

Subsidies

De raming van het budget voor de subsidies Caribisch Nederland is opwaarts bijgesteld met € 1,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Bekostiging

Bijdrage van € 1,0 miljoen aan het nationaal actieplan seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag (Projectbureau PGV).

Bijdrage aan agentschappen

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,6 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage aan medeoverheden

  • Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,9 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

  • Doordat de bouw/ontwikkeling van huisvesting kinderopvang op de BES-eilanden is vertraagd wordt € 2,5 miljoen van 2023 naar 2024 kasgeschoven.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Kinderopvang (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

1.725.031

87.544

1.812.575

         

7.0

Kinderopvang

1.725.031

87.544

1.812.575

 

Ontvangsten

1.725.031

87.544

1.812.575

 

Algemeen

480

0

480

 

Terugontvangsten kinderopvangtoeslag

247.627

3.018

250.645

 

Werkgeversbijdrage Kinderopvang

1.476.924

84.526

1.561.450

Toelichting

  • De ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang zijn naar boven bijgesteld met € 84,5 miljoen op basis van de meest recente cijfers van het CPB. De werkgeversbijdrage kinderopvang bestaat uit een vast percentage van de loonsom. De loonsom is hoger uitgekomen en als gevolg daarvan stijgen ook de ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang.

  • De raming voor de terugontvangsten kinderopvangtoeslag is met € 3,0 miljoen naar boven bijgesteld.

2.8 Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Oudedagsvoorziening (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

37.609

4.336

41.945

         
 

Uitgaven

37.609

4.336

41.945

         

8.0

Oudedagsvoorziening

37.609

4.336

41.945

 

Inkomensoverdrachten

37.268

4.336

41.604

 

AOV inclusief tegemoetkoming (Caribisch Nederland)

36.098

4.213

40.311

 

Overbruggingsregeling AOW

1.170

123

1.293

 

Opdrachten

341

0

341

 

Opdrachten

341

0

341

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 8 begrotingsgefinancierd bedraagt € 4,3 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) is opwaarts bijgesteld met € 4,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Oudedagsvoorziening (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

47.999.950

0

47.999.950

         
 

Uitgaven

47.999.950

0

47.999.950

         

8.0

Oudedagsvoorziening

47.999.950

0

47.999.950

 

Inkomensoverdrachten

47.999.950

0

47.999.950

 

AOW

43.205.212

4.598.430

47.803.642

 

Inkomensondersteuning AOW

196.308

0

196.308

 

AOW nominaal

4.598.430

– 4.598.430

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

De mutaties van artikel 8 premiegefinancierd houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.9 Artikel 9 Nabestaanden

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Nabestaanden (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

1.946

221

2.167

         
 

Uitgaven

1.946

221

2.167

         

9.0

Nabestaanden

1.946

221

2.167

 

Inkomensoverdrachten

1.946

221

2.167

 

AWW (Caribisch Nederland)

1.946

221

2.167

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 9 begrotingsgefinancierd bedraagt € 0,2 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Wet Algemene Weduwen en Wezenverzekering (AWW) Caribisch Nederland (CN) is opwaarts bijgesteld met € 0,2 miljoen vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023.

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Nabestaanden (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

333.494

– 1.169

332.325

         
 

Uitgaven

333.494

– 1.169

332.325

         

9.0

Nabestaanden

333.494

– 1.169

332.325

 

Inkomensoverdrachten

333.494

– 1.169

332.325

 

ANW

295.758

31.037

326.795

 

Tegemoetkoming ANW

5.207

323

5.530

 

ANW nominaal

32.206

– 32.206

0

 

Tegemoetkoming ANW nominaal

323

– 323

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

  • Er zijn diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 1,2 miljoen).

  • De overige mutaties van artikel 9 premiegefinancierd houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden. De nominale ontwikkeling is dit jaar hoger dan in voorgaande jaren, omdat het kabinet heeft besloten tot een bijzondere verhoging van het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen.

2.10 Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 10 Tegemoetkoming ouders (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

7.777.757

419.602

8.197.359

         
 

Uitgaven

7.777.757

419.602

8.197.359

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

7.777.757

419.602

8.197.359

 

Inkomensoverdrachten

7.777.757

419.602

8.197.359

 

AKW

4.106.909

270.541

4.377.450

 

WKB

3.663.610

148.140

3.811.750

 

Kinderbijslagvoorziening BES

7.238

921

8.159

         
 

Ontvangsten

259.622

18.674

278.296

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 10 bedraagt € 419,6 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

  • De raming van het budget voor de AKW, de WKB en de Kinderbijslagvoorziening BES is opwaarts bijgesteld vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023 (€ 551,7 miljoen). Daarnaast is er een neerwaartse bijstelling van € 130,6 miljoen in verband met lagere ramingen op basis van uitvoeringsinformatie van Toeslagen.

  • In het Koopkrachtpakket van de augustusbesluitvorming zit een verhoging van het Kindgebonden budget (WKB), een verlaging van de alleenstaande ouderkop en een verlaging van de inkomensafbouwgrens voor paren. In 2023 stijgen de uitgaven hierdoor met € 81,6 miljoen.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 10 Tegemoetkoming ouders (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

259.622

18.674

278.296

         

10.0

Tegemoetkoming ouders

259.622

18.674

278.296

 

Ontvangsten

259.622

18.674

278.296

 

Terugontvangsten

259.622

18.674

278.296

Toelichting

De ontvangsten voor de WKB zijn op basis van de uitvoeringsgegevens bijgesteld. Deze zijn naar boven bijgesteld, onder meer naar aanleiding van de indexatie van 2022 op 2023. Immers, hoe groter de WKB-beschikkingen in absolute zin, hoe groter ook de nabetalingen en terugvorderingen in absolute zin worden.

2.11 Artikel 11 Uitvoering

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Uitvoering (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

689.578

63.653

753.231

         
 

Uitgaven

689.578

62.661

752.239

         

11.0

Uitvoeringskosten

689.578

62.661

752.239

 

Opdrachten

1.347

– 207

1.140

 

Handhaving smal

1.347

– 207

1.140

 

Bekostiging

9.729

565

10.294

 

Uitvoeringskosten CN

9.729

565

10.294

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

677.522

61.723

739.245

 

Uitvoeringskosten UWV

479.863

50.241

530.104

 

Uitvoeringskosten SVB

182.608

10.541

193.149

 

Uitvoeringskosten IB

15.051

941

15.992

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

980

580

1.560

 

Landelijk Clientenraad

980

580

1.560

         
 

Ontvangsten

0

53.045

53.045

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 11 begrotingsgefinancierd bedraagt € 62,7 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 63,7 miljoen naar boven bijgesteld. De verwachte ontvangsten nemen met € 53,0 miljoen toe. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Verplichtingen artikel 11

Het verschil van € 1,0 miljoen tussen de kas- en verplichtingenbijstelling komt doordat het verplichtingenbudget voor de interdepartementale overboeking voor Vaardig met Vaardigheden naar EZK/TNO al vorig jaar is overgeboekt.

Bijdrage aan zbo's en rwt's

  • Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 39,1 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.

  • Er is een bijstelling naar boven voor € 35,3 miljoen voor de nabetaling op de uitvoeringskosten UWV crisisdienstverlening n.a.v. de afrekening van het jaarverslag UWV 2022. De grootste zijn NOW 6 (€ 20,8 miljoen), Wajong (€ 8,6 miljoen) en basisdienstverlening (€ 5,4 miljoen).

  • Uit de jaarlijkse herijking van het Lightmodel (het model waarmee het benodigde budget voor uitvoeringskosten van UWV wordt bepaald) volgt een budgetneutrale schuif tussen premie- en begrotingsgefinancierd budget van € 1,3 miljoen.

  • Er zijn vijf interdepartementale overboekingen van in totaal – € 2,3 miljoen waarvan de grootste- € 1,1 miljoen naar VWS bedraagt voor de hogere uitvoeringskosten van dubbele AKW voor kinderen die intensieve zorg van ouders nodig hebben. Het CIZ verzorgt ten behoeve van de SVB de indicatiestelling.

  • Er is een kasschuif van € 8,0 miljoen voor de uitvoering UWV van STAP uit 2023 naar 2024. De gehele uitvoeringskosten zijn in 2024 afgeboekt, terwijl er nog afrondende werkzaamheden zullen plaatsvinden (laatste tranche is 1 november t/m 31 december).

  • In verband met heroverwegingen in het programma Keten voor Derdenbeslag over de inrichting van Stroomlijning Keten Derdenbeslag is er vertraging opgelopen en een kasschuif benodigd van € 2,2 miljoen van 2023 naar 2025.

Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Uitvoering (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

0

53.045

53.045

         

11.0

Uitvoeringskosten

0

53.045

53.045

 

Ontvangsten

0

53.045

53.045

 

Algemeen

0

53.045

53.045

Toelichting

Betreft een terugontvangst op de uitvoeringskosten UWV crisisdienstverlening naar aanleiding van de afrekening van het jaarverslag UWV 2022. De grootste zijn NOW 1–5 (€ 32,8 miljoen), Kassierstaak (€ 2,6 miljoen) en inzet doelgroep banenafspraak (€ 4 miljoen).

Budgettaire gevolgen van beleid, premiegefinancierd

Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Uitvoering (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

2.207.387

– 16.857

2.190.530

         
 

Uitgaven

2.207.387

– 16.857

2.190.530

         

11.0

Uitvoeringskosten

2.207.387

– 16.857

2.190.530

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.207.387

– 16.857

2.190.530

 

Uitvoeringskosten UWV

1.922.816

104.894

2.027.710

 

Uitvoeringskosten SVB

153.149

9.671

162.820

 

Uitvoeringskosten UWV nominaal

121.751

– 121.751

0

 

Uitvoeringskosten SVB nominaal

9.671

– 9.671

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 11 premiegefinancierd bedraagt € 16,9 miljoen.

  • Er is een neerwaartse bijstelling op het uitvoeringsbudget UWV, van € 15,5 miljoen naar aanleiding van het aanpassen van de volumes voor WW, ZW, WAO, WIA en WAZ.

  • Uit de jaarlijkse herijking van het Lightmodel (het model waarmee het benodigde budget voor uitvoeringskosten van UWV wordt bepaald) volgt een budgetneutrale schuif tussen premie- en begrotingsgefinancierd budget van € 1,3 miljoen.

  • De resterende mutaties houden verband met de overboeking van de indexatie voor 2023 van het nominale deel naar de ramingen in constante prijzen, zodat de laatste in prijsniveau 2023 luiden.

2.12 Artikel 12 Rijksbijdragen

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Rijksbijdragen (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

20.634.298

– 4.565

20.629.733

         
 

Uitgaven

20.634.298

– 4.565

20.629.733

         

12.0

Rijksbijdragen

20.634.298

– 4.565

20.629.733

 

Bijdrage aan sociale fondsen

20.634.298

– 4.565

20.629.733

 

Kosten heffingskortingen AOW

2.822.300

– 20.200

2.802.100

 

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

17.543.400

0

17.543.400

 

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

171.141

8.555

179.696

 

Zwangere zelfstandigen

97.457

7.080

104.537

         
 

Ontvangsten

0

20

20

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 12 bedraagt € 4,6 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

  • Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en nieuwe verwachtingen van het CPB nemen de kosten voor de heffingskortingen AOW naar verwachting af met € 20,2 miljoen.

  • Op basis van de nieuwe ramingen worden de uitgaven aan Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (€ 8,6 miljoen) en Zwangere zelfstandigen (€ 7,1 miljoen) hoger.

Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Rijksbijdragen (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

0

20

20

         

12.0

Rijksbijdragen

0

20

20

 

Ontvangsten

0

20

20

 

Algemeen

0

20

20

2.13 Artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

455.966

25.528

481.494

         
 

Uitgaven

457.966

24.888

482.854

         

13.0

Integratie en maatschappelijke samenhang

457.966

24.888

482.854

 

Inkomensoverdrachten

38.578

781

39.359

 

Remigratiewet

38.578

781

39.359

 

Subsidies (regelingen)

17.979

396

18.375

 

Opbouw kennisfunctie integratie

2.926

444

3.370

 

Vluchtelingenwerk Nederland

1.086

155

1.241

 

Overige subsidies algemeen

6.171

– 360

5.811

 

Vroege Integratie en Participatie

7.796

157

7.953

 

Opdrachten

12.336

1.307

13.643

 

Inburgering en Integratie

10.736

1.307

12.043

 

Remigratie

1.600

0

1.600

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

74.749

1.771

76.520

 

COA

74.749

1.771

76.520

 

Bijdrage aan agentschappen

28.203

1.411

29.614

 

Agentschap DUO

28.203

1.411

29.614

 

Bijdrage aan medeoverheden

201.177

4.160

205.337

 

Gemeenten maatschappelijke begeleiding

0

5.276

5.276

 

Gemeenten inburgeringsvoorzieningen

184.177

0

184.177

 

Specifieke uitkering onderwijsroute

15.000

884

15.884

 

Specifieke uitkering overig

2.000

– 2.000

0

 

Leningen

84.944

15.062

100.006

 

DUO

84.944

15.062

100.006

         
 

Ontvangsten

11.270

3.656

14.926

Toelichting

Het totaal van de kasmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 13 bedraagt € 24,9 miljoen. Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 25,5 miljoen naar boven bijgesteld en de verwachte ontvangsten met € 3,7 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De raming van het budget voor de Remigratiewet is met € 0,8 miljoen naar boven aangepast op basis van de uitvoeringsinformatie. Dit komt doordat de gemiddelde uitkeringshoogte bij alle regelingen is gestegen.

Opdrachten

  • Er wordt € 2,0 miljoen toegevoegd aan het budget voor Impuls Startbanen uit het bestedingsplan statushouders en werk.

  • Daarnaast zijn er herschikkingen tussen Opdrachten en Subsidies van € 0,8 miljoen.

Bijdrage aan zbo's en rwt's

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,8 miljoen aan budget voor de COA-begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage agentschappen

Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 1,4 miljoen aan budget voor de DUO-begroting 2023 toegevoegd.

Bijdrage medeoverheden

  • Het budget voor de maatschappelijke begeleiding is verhoogd met € 5,3 miljoen. Dit betreft een nacalculatie vanwege meer trajecten dan oorsponkelijk begroot.

  • Via de loon- en prijsbijstelling van 2023 is er € 0,9 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd voor de specifieke uitkering onderwijsroute.

  • De overboeking naar gemeenten voor specifieke uitkeringen vindt plaats vanaf artikel 99. Daarom is er op artikel 99 een plusboeking en op artikel 13 een minboeking van dezelfde omvang van € 2,0 miljoen.

Leningen

Op basis van prognoses van DUO is de raming aangepast met € 15,1 miljoen. Deze aanpassing is nodig vanwege de realisaties tot en met april, die aanzienlijk hoger zijn dan eerder geraamd.

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten

Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

11.270

3.656

14.926

         

13.0

Integratie en maatschappelijke samenhang

11.270

3.656

14.926

 

Ontvangsten

11.270

3.656

14.926

 

Algemeen

0

3.656

3.656

 

Leningen

1.000

0

1.000

 

Ontvangsten SPUK Inburgering

10.270

0

10.270

Toelichting

  • COA verwacht over 2022 een onderuitputting van circa € 3,0 miljoen, die wordt overgeboekt naar SZW.

  • DUO verwacht op basis van de jaarrekening over 2022 een bedrag van € 0,5 naar SZW te boeken. Het gaat hier om niet-benodigde middelen voor de bedrijfsvoering van DUO.

3 Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 96 Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 32 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

518.885

35.029

553.914

         
 

Uitgaven

539.082

35.029

574.111

         

96.0

Apparaat Kerndepartement

539.082

35.029

574.111

 

Personele uitgaven

445.600

20.429

466.029

 

eigen personeel

428.367

10.838

439.205

 

externe inhuur

15.148

9.591

24.739

 

overige personele uitgaven

2.085

0

2.085

 

Materiële uitgaven

93.482

14.600

108.082

 

overige materiële uitgaven

18.499

3.048

21.547

 

ICT

20.328

1.504

21.832

 

bijdrage aan SSO's

54.655

10.048

64.703

         
 

Ontvangsten

83.567

7.083

90.650

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 96 bedraagt € 35,0 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Personele uitgaven en Materiële uitgaven

  • Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (€ 25,8 miljoen), waaronder het verdelen van de loon- en prijsbijstelling.

  • Op basis van uitvoeringsinformatie over de schoonmaak is de begroting van de rijksschoonmaakorganisatie (RSO) met € 7,1 miljoen naar boven aangepast.

  • Er zijn acht interdepartementale overboekingen (totaalbedrag € 0,4 miljoen) waarvan de grootste naar het Ministerie van VWS voor de Commissie Maatschappelijk Impact Team (€ 0,9 miljoen).

Ontvangsten

  • Op basis van de uitvoeringsinformatie is de begroting van de RSO met € 7,1 miljoen naar boven aangepast. De kosten van de RSO worden via tarieven doorberekend aan de departementen.

3.2 Artikel 99 Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd

Tabel 33 Nog onderdeeld (Bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2)

Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

216.374

– 212.162

4.212

         
 

Uitgaven

216.374

– 212.162

4.212

         

99.0

Nog onverdeeld

216.374

– 212.162

4.212

 

Nog te verdelen

216.374

– 212.162

4.212

 

waarvan apparaat

77.792

– 67.019

10.773

 

waarvan programma

138.582

– 145.143

– 6.561

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 99 bedraagt – € 212,2 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

  • De loon- en prijsbijstelling 2023 (in totaal € 99,9 miljoen waarvan € 53,9 miljoen apparaat en € 46,1 miljoen programma) is overgeheveld naar de desbetreffende artikelen om de uitgavenramingen op prijspeil 2023 te brengen.

  • Een deel van de loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 7,0 miljoen) wordt doorgeschoven naar 2024 vanwege de behoefte aan budget voor apparaatsuitgaven in 2024.

  • Er zijn 18 overboekingen met andere departementen voor in totaal € 38,8 miljoen. De grootste mutatie is de overboeking (€ 26,6 miljoen) naar het Gemeentefonds voor de Integratie uitkeringen (IU)-Participatie Rijksbijdrage WSW (Wet sociale werkvoorziening). Voor de SPUK Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) is € 13,3 miljoen in 2023 naar BZK overgeboekt.

  • Daarnaast wordt er in 2023 € 7,5 miljoen overgeboekt naar het gemeentefonds voor de tegemoetkoming voor energietoeslag studenten.

  • Om beter aan te sluiten bij het kasritme zijn er diverse kasschuiven. De grootste is een kasschuif voor de energietoeslag studenten van 2023 naar 2024 van € 63 miljoen. Dit is vervolgens overgeboekt naar het beleidsartikel.

  • In verband met heroverwegingen in het programma Keten voor Derdenbeslag over de inrichting van Stroomlijning Keten Derdenbeslag is er vertraging opgelopen en zijn er twee kasschuiven benodigd van 2023 naar 2025 (€ 7,1 miljoen totaal).

  • Tot slot zijn er diverse budgettair neutrale herschikkingen (€ 6,0 miljoen in 2023) binnen de SZW-begroting.

Naar boven