De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel II worden na de aanhef twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het tweede tot en
met het vierde lid vervalt het tweede lid.
2. In het derde lid (nieuw) wordt «tot en met derde lid» vervangen door «en tweede lid».
1A
In artikel 45, eerste lid, wordt «tot en met derde lid» vervangen door «en tweede
lid».
II
In artikel III komt onderdeel B te luiden:
III
In artikel III vervalt onderdeel C.
Toelichting
Met dit amendement wordt per 1 januari 2025 de vrijstelling van kolenbelasting voor
het verbruik van kolen voor elektriciteitsopwekking afgeschaft.
Afschaffing van deze vrijstelling van kolenbelasting heeft twee positieve gevolgen,
zo blijkt uit de impactanalyse uitgevoerd door Berenschot voor het kabinet.
Ten eerste is afschaffing van kolenbelasting nodig om het prijsverschil met gasgestookte
centrales te verkleinen. Dat is met name van belang nu het kabinet voornemens is om
de input vrijstelling voor gascentrales verder aan te scherpen. Zonder de afschaffing
van kolenbelasting is het effect dat kolencentrales relatief goedkoper worden, met
meer inzet en CO2-emissies als gevolg.
Ten tweede zal afschaffing leiden tot een snellere groei van hernieuwbare elektriciteitsbronnen,
waardoor de elektriciteitssector eerder klimaatneutraal wordt. Dit komt doordat de
businesscase voor hernieuwbare opwek beter wordt. Duurzame productie, zoals wind en
zon, of opslag zullen relatief goedkoper worden naarmate elektriciteit opgewekt door
kolen duurder is. Dit stimuleert de ontwikkeling en uitrol van duurzame alternatieven
waardoor de elektriciteitssector sneller klimaatneutraal kan worden.
Bij eerdere amendementen over dit onderwerp werd beargumenteerd dat dit kan interfereren
met lopende van rechtszaken vanuit kolencentrales. Dit mag echter geen rol spelen
in het nemen van de nodige maatregelen om onze klimaatdoelen te halen en is zelfs
een heldere voortzetting van het eerder ingenomen standpunt van de regering dat kolencentrales
moeten worden gesloten. De komende jaren wordt bepaald of we onze klimaatdoelen voor
2030 gaan halen. Het KEV heeft aangegeven dat we met een kleine marge op koers liggen,
in het positieve scenario wanneer alles goed gaat wat goed moet gaan. Het afschaffen
van deze vrijstelling is nodig om onze doelen te bereiken. Het niet halen van onze
klimaatdoelen zal daarbij ook leiden tot nieuwe rechtszaken, niet vanuit de kolencentrales
maar vanuit de Europese Commissie of klimaatbewegingen zoals de Urgenda zaak in 2019.
De wijziging vergt een implementatietermijn van 4 tot 18 maanden, blijkt uit de miljoenennota
2024, en daarom is gekozen om deze wijziging per 1 januari 2025 in te laten gaan.
Indien blijkt dat deze datum niet gehaald kan worden, dan zou de implementatie datum
opgeschoven worden naar 1 juli 2025
Het budgettaire belang dat met dit voorstel is gemoeid, is € 71 miljoen voor 2025.
Van Raan