Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I, onderdeel 1, wordt als volgt gewijzigd:
a. In subonderdeel b wordt «de artikelen 2:66, derde lid, of 2:69c, derde lid,» vervangen
door «of 2:69c, derde lid» en wordt «artikel 2:69b, derde lid,» vervangen door «of
2:69b, derde lid».
b. In subonderdeel c wordt «de artikelen 2:66, derde lid, of 2:69c, derde lid,» vervangen
door «of 2:69c, derde lid» en wordt «artikel 2:69b, derde lid,» vervangen door «of
2:69b, derde lid».
Toelichting
I. Algemeen
Het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling introduceert de zogenoemde
vastgoedmaatregel. Als gevolg van de vastgoedmaatregel is het vanaf 1 januari 2025
voor een fiscale beleggingsinstelling (fbi) niet langer mogelijk om direct in Nederlands
vastgoed te beleggen. Het kabinet heeft van de gelegenheid gebruikgemaakt om in het
wetsvoorstel ook enkele redactionele wijzigingen in het fbi-regime op te nemen. Per
abuis wordt bij zo’n redactionele wijziging een te groot deel van de bestaande wettekst
vervangen, hetgeen in deze nota van wijziging wordt hersteld.
Budgettaire effecten
De in deze nota van wijziging voorgestelde aanpassing heeft geen budgettaire gevolgen.
Doenvermogen
De in deze nota van wijziging voorgestelde aanpassing heeft geen gevolgen voor het
doenvermogen.
Uitvoeringsgevolgen
De nota van wijziging is beoordeeld met de uitvoeringstoets. De dienaangaande eerder
vastgestelde uitvoeringstoets is onverkort van kracht.
Gevolgen voor burgers en bedrijven
De in deze nota van wijziging voorgestelde aanpassing heeft geen gevolgen voor de
administratieve lasten van burgers en bedrijven.
II. Onderdeelsgewijs
Artikel I, onderdeel 1 (artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
Het fbi-regime is opgenomen in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting
1969 (Wet Vpb 1969). Artikel 28, tweede lid, onderdeel d (nieuw), Wet Vpb 1969 bevat
de aandeelhouderseisen voor een beursgenoteerde fbi dan wel een fbi die een beleggingsinstelling
of icbe als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht (Wft) is. Artikel
28, tweede lid, onderdeel e (nieuw), Wet Vpb 1969 bevat de aandeelhouderseisen voor
een niet-beursgenoteerde fbi dan wel een fbi die geen beleggingsinstelling of icbe
als bedoeld in artikel 1:1 Wft is.
De verwijzing naar artikel 2:69c, derde lid, Wft in artikel 28, tweede lid, onderdelen
d (nieuw) en e (nieuw), Wet Vpb 1969 is foutief en wordt in het wetsvoorstel Wet aanpassing
fiscale beleggingsinstelling vervangen door de juiste verwijzing naar artikel 2:69b,
derde lid, Wft. De verwijzing naar artikel 2:66, derde lid, Wft in de huidige wettekst
is wel juist en dient derhalve niet, zoals in het wetsvoorstel abusievelijk is gebeurd,
te worden verwijderd. Door de verwijzing naar artikel 2:66, derde lid, Wft te verwijderen,
zou voor de aandeelhoudereisen een verschil ontstaan voor fbi’s die al dan niet beleggingsinstellingen
zijn (waar de artikelen 2:65 en 2:66, derde lid, Wft naar verwijzen) ten opzichte
van fbi’s die icbe’s zijn (waar de artikelen 2:69b en artikel 2:69c, derde lid, Wft
naar verwijzen). Deze nota van wijziging herstelt de te vervangen tekst in die zin
dat de huidige verwijzingen naar artikel 2:66, derde lid, Wft in artikel 28, tweede
lid, onderdelen d (nieuw) en e (nieuw), Wet Vpb 1969 blijven staan.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij