Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36419 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36419 nr. B |
Vastgesteld 16 november 2023
Het voorliggende wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA lezen dat de belastingvrijstelling op de invoer van elektrische personenauto’s wordt uitgebreid tot bestelauto’s, maar niet tevens tot andere vervoermiddelen zoals bijvoorbeeld elektrische scooters, elektrische vaartuigen of elektrische luchtvaartuigen. Er is niet toegelicht waarom er wordt uitgebreid naar elektrische bestelauto’s en niet tevens naar andere elektrische vervoermiddelen. Waarom is dit? Het zou in het nationale en lokale streven naar duurzaamheid kunnen passen om ook van andere vervoermiddelen te stimuleren dat er meer elektrisch wordt geïmporteerd. Graag een reactie.
Hoe verhoudt het belastingverzwarende effect van het verhogen van het percentage ter berekening van het gebruikelijk loon van 70% naar 90% van het vergelijkingsloon, zich met de armoedebestrijdingsagenda van de regering, het rapport «Een waardig bestaan» van de commissie-Thodé en de bestaanszekerheid van kleine ondernemers in Caribisch Nederland met een b.v.? Zij dreigen te worden geconfronteerd met een substantiële netto-inkomensdaling, ondanks de verhoging van de belastingvrije som van USD 17.352 in 2023 naar USD 20.424 in 2024 volgens het gewijzigde amendement-Grinwis en Van Weyenberg2. Zie ook het volgende illustratieve voorbeeld.
Voorbeeld:
Een lokale ondernemer in Saba is actief met een b.v., waarvan hij enig bestuurder en aandeelhouder is. De jaaromzet is USD 70.000 en de kosten – exclusief het salaris van de directeur-grootaandeelhouder – bedragen USD 35.000 per jaar. De ondernemer leeft van de resterende USD 35.000, die hij deels als gebruikelijk loon en deels als winstuitkering geniet. Stel dat het loon in het economisch verkeer (vergelijkingsloon) in deze specifieke situatie met de Belastingdienst/Caribisch Nederland is afgestemd op USD 35.000.
In 2023 bedraagt het gebruikelijk loon USD 25.000, namelijk 70% x USD 35.000 met een minimum van USD 25.000. Rekening houdend met de belastingvrije som en de werkkostenaftrek bedragen de verschuldigde loonheffingen USD 2.239 in 2023. Van de dividenduitkering van het restant van de beschikbare ondernemingsopbrengsten van USD 10.000 hoeft alleen USD 250 inkomstenbelasting te worden betaald, namelijk: 5% van USD 5.000 omdat over de eerste USD 5.000 vanwege de dividendvrijstelling geen inkomstenbelasting hoeft te worden betaald. De totale belastingdruk voor deze ondernemer in 2023 is USD 2.489 en het netto-inkomen is USD 32.511.
In 2024 bedraagt het gebruikelijk loon USD 31.500, namelijk 90% x USD 35.000. Rekening houdend met de belastingvrije som en de werkkostenaftrek bedragen de verschuldigde loonheffingen USD 3.281 in 2023. Over de dividenduitkering van het restant van de beschikbare ondernemingsopbrengsten van USD 3.500 is USD 175 inkomstenbelasting verschuldigd, namelijk 5% van USD 3.500 met inachtneming van de voorgestelde afschaffing van de dividendvrijstelling in artikel III onderdeel B van het Belastingplan BES eilanden 2024. De totale belastingdruk voor deze ondernemer in 2023 is USD 3.456 en het netto-inkomen is USD 31.544.
Deze ondernemer gaat er dus per saldo USD 967 op achteruit in 2024 ten opzichte van 2023, terwijl die met een netto-inkomen – afhankelijk van de gezins- en huursituatie – al minder verdient dan de bedragen die in de tabellen 22 en 33 van de Minimumvoorbeeldbegrotingen voor Caribisch Nederland voorkomen in diverse scenario's.
Is het aannemelijk maken van een lager gebruikelijk loon dan het normbedrag – zoals door de Staatssecretaris van Financiën gesuggereerd tijdens het wetgevingsoverleg in de Tweede Kamer – wel de oplossing voor de gevallen bedoeld in de vorige vraag, aangezien het probleem niet zit in de hoogte van het vergelijkingsloon, maar in de verhoging van het percentage van dat loon van 70% naar 90%?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben bij dit wetsvoorstel de volgende vragen:
1. Vraag over artikel IV, onderdeel F, van het belastingplan BES eilanden 2024 (aanpassing gebruikelijk loon):
Hoe verhoudt het belastingverzwarende effect van het verhogen van het percentage ter berekening van het gebruikelijk loon van 70% naar 90% van het vergelijkingsloon zich met de armoedebestrijdingsagenda van de regering, het rapport «Een waardig bestaan» van de commissie-Thodé en de bestaanszekerheid van kleine ondernemers in Caribisch Nederland met een b.v.? Zij dreigen te worden geconfronteerd met een substantiële netto-inkomensdaling, ondanks de verhoging van de belastingvrije som van USD 17.352 in 2023 naar USD 20.424 in 2024 volgens het gewijzigde amendement-Grinwis/Van Weyenberg.3
2. Vraag over artikel I, onderdeel B, van het belastingplan BES eilanden 2024 (aanpassing regeling voor holdings):
Kan de regering een nadere toelichting geven op de tweede alinea van pagina 5 van de nota naar aanleiding van het verslag, voor wat betreft de knelpunten in de uitvoeringssfeer onder de huidige regeling voor de vestigingsplaats- en 95%-beschikking en onder de voorgestelde wijziging van de regeling voor holdings? Kan de regering met name ingaan op welke knelpunten dit precies betreft en op welke wijze en aan de hand van welke criteria die knelpunten in de kwalificatie van vermogensbestanddelen in de uitvoeringssfeer worden afgewogen en opgelost?4
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nota naar aanleiding van het verslag graag uiterlijk vrijdag 17 november 2023.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, De Man
Samenstelling:Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van de Sanden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36419-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.