36 412 Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten

Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID OLGER VAN DIJK

Ontvangen 10 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel Q, wordt in artikel 165, onder plaatsing van de aanduiding «2.» voor de huidige tekst, na het opschrift een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet van xx MAAND 20xx tot wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht in verband met het versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten (Stb. 20xx, xxx) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 122, vijfde lid, in de praktijk.

Toelichting

Indiener maakt zich zorgen over wat de vereiste van een draagvlakbepaling bij plusvoorzieningen gaat betekenen voor de waterschappen op uitvoeringsniveau. Door de voor de indiener niet onbegrijpelijke relatief hoge drempel die opgeworpen wordt, vraagt de indiener zich af of dit in de praktijk zal kunnen betekenen dat er geen plusvoorzieningen toegepast zullen worden. Aangezien het niet meer toepassen van plusvoorzieningen een niet beoogde uitkomst zou zijn is de indiener van mening dat een evaluatie op dit wetsonderdeel wenselijk is. Dit amendement voorziet daarom in een evaluatiebepaling van artikel 122, vijfde lid, uiterlijk vijf jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel.

Olger van Dijk

Naar boven