36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 en wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

E VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 19 maart 2024

Het wetsvoorstel heeft in de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De CDA-fractieleden hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben enkele vragen.

De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van het feit dat het begrotingswetsvoorstel in de Tweede Kamer is geamendeerd door het lid Martens-America teneinde het mogelijk te maken een numerus fixus in te stellen op een programma binnen een opleiding.2 Zij hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vragen. De fractieleden van GroenLinks-PvdA en het CDA sluiten zich graag bij deze vragen aan.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben naar aanleiding daarvan nog enkele vragen en opmerkingen.

De PvdD-fractieleden hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Naar aanleiding hiervan hebben zij enkele vragen.

2. Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Onderdeel van de cultuurbegroting is het erfgoed. Onder het erfgoed worden ook de «bruine vloot», de botters en andere oude zeilschepen verstaan. De CDA-fractieleden constateren met vreugde dat vele vrijwilligers aandacht vragen voor dit maritieme erfgoed door de organisatie van Sail Kampen, DelfSail en Sail Vlissingen op zich te nemen. Bij de uitvoering van het erfgoedbeleid krijgen de vrijwillige organisatoren in 2024 (in vergelijking met 2018) met een forse kostentoename te maken.

De CDA-fractieleden hebben zorgen over deze toename van kosten, welke zo hoog kunnen worden dat de uitvoering van het maritieme erfgoedbeleid voor de toekomst in gevaar komt. Deelt de regering de zorgen van de CDA-fractieleden? Kan zij inzicht geven in de (toename van) kosten van Sail Kampen, DelfSail en Sail Vlissingen in 2018 versus 2024? Waardoor ziet zij de kosten voor de vrijwillige organisatie oplopen? Welke wetten zorgen in de uitvoering voor deze kostenoverschrijding met betrekking tot onder andere veiligheid, verkeer en logistiek, stikstof, beveiliging betreffende onder andere menskracht en camera’s? Welke provinciale en/of gemeentelijke regels zorgen voor de forse toename van deze kosten en is er sprake van stapeling van regels?

3. Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Allereerst willen de D66-fractieleden hun ongenoegen uitspreken dat door het voornoemde amendement-Martens-America het begrotingswetsvoorstel oneigenlijk is gebruikt om materiële wetgeving aan te passen. Deze gang van zaken schaadt de wetgevingskwaliteit, het waarborgen waarvan als taak van de Eerste Kamer geldt. De Eerste Kamer wordt namelijk de mogelijkheid ontnomen om een separaat politiek eindoordeel te vellen over de begroting en over de materiële wetswijziging. Zij heeft zich eerder tegen deze gang van zaken uitgesproken met het unaniem aannemen van de motie-Hoekstra c.s.3 Ook de Raad van State heeft zich meermaals tegen deze handelwijze gekeerd.4

Bovendien ligt nu een begrotingswetsvoorstel voor dat tevens een bepaling bevat die ingrijpt in grondrechten. Specifiek raakt deze bepaling aan het recht op gelijke behandeling uit artikel 1 van de Grondwet. Het amendement zorgt er namelijk voor dat instellingen indirect onderscheid kunnen maken op grond van nationaliteit. Dat komt niet naar voren in de toelichting op het amendement en er is geen advies van de Raad van State over uitgebracht.

De D66-fractieleden vragen de regering met klem om op het voorgaande te reflecteren en daarbij zowel in te gaan op de genoemde institutioneel-staatsrechtelijke aspecten als op de omgang met grondrechten. Daarnaast vragen voornoemde fractieleden de regering om de Raad van State om een spoedadvies te vragen over het amendement ten behoeve van de begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer.

Een ander toetsingscriterium van de Eerste Kamer is de «uitvoerbaarheid van wetgeving». Kan de regering uitgebreid reflecteren op de uitvoerbaarheid van het amendement?

4. Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De SP-fractieleden maken zich zorgen over de staat van ons onderwijs en willen hier in het bijzonder hun zorg uiten over het grote lerarentekort, dat inmiddels is opgelopen tot 9,4% in het hele land, en tot 18% in de grote steden. In sommige wijken is het zelfs opgelopen tot 30%. Is de regering het met de leden van de SP-fractie eens dat de maatregelen die tot dusver zijn genomen om het probleem aan te pakken, bij lange na niet het gewenste effect gehad hebben, en is de regering het met voornoemde leden eens dat de onderwijskwaliteit zichtbaar achteruitgaat door het toenemende tekort? Wat wordt met de voorliggende begroting concreet en op korte termijn gedaan om het lerarentekort effectief terug te dringen? Is de regering het met voornoemde leden eens dat, gelet op de schrijnende cijfers, er steviger ingegrepen zou moeten worden om het lerarentekort serieus aan te pakken?

Kan de regering aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de motie van het lid Beckerman over het gelijktijdig bekendmaken van de resultaten van de schriftelijke examens van zowel staatsexamenkandidaten als overige kandidaten5? Kan de regering toezeggen dat deze motie gewoon uitgevoerd gaat worden?

In de Tweede Kamer heeft de Minister namens de regering aangegeven dat ook hier een capaciteitsprobleem speelt. Is de regering het met de leden van de SP-fractie eens dat daarom des te meer geldt dat het lerarentekort met spoed moet worden aangepakt en vindt de regering dat de voorliggende begroting hier voldoende stappen zet?

Ten slotte vragen de leden van de SP-fractie naar de uitvoering van de motie-Westerveld en Van der Graaf6, ook in het licht van de toezegging7 gedaan aan de Eerste Kamer om haar daar tijdig over te informeren.

5. Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs heeft in het begrotingsdebat Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de Tweede Kamer op 18 januari 2024 een toezegging gedaan aan het lid Teunissen (PvdD) om te onderzoeken welke stappen er gezet kunnen worden om schoolpleinen te vergroenen.8 Dit onderzoek zou binnen een maand toegestuurd worden aan de Tweede Kamer. Is dit onderzoek inmiddels afgerond, zo vragen de PvdD-fractieleden. Zo ja, dan zien deze fractieleden het onderzoek graag tegemoet en dan horen zij graag van de regering wat haar vervolgstappen naar aanleiding van dit onderzoek zijn. Zo nee, dan horen zij graag waarom dit onderzoek nog niet is afgerond.

De pechgeneratie zit nog steeds opgezadeld met een torenhoge schuld. Ook de rente op de schuld stijgt mee. Waarom maakt de regering niet alsnog de afweging om de rente op 0% te zetten?

In de afgelopen jaren is het collegegeld voor studenten met bijna € 500,– gestegen, terwijl de basisbeurs van studenten niet mee stijgt. Is de regering voornemens om een bevriezing van de stijging van het collegegeld in te voeren om studenten niet op nog hogere kosten te jagen?

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gaf in het debat in de Tweede Kamer aan dat hij niet voornemens is om een apart financieringsfonds op te zetten om meer toezicht te realiseren op gelden van derden9, die bijvoorbeeld komen van Tata Steel en Shell (die acht universitaire leerstoelen financieren).

Erkent de regering de zorgen die de PvdD-fractieleden hebben voor de mogelijke beïnvloeding van het (fossiele) bedrijfsleven op de wetenschap? En daarmee op de zuiverheid van de wetenschap zelf?

Is de regering voornemens om op andere manieren toezicht te houden op de onafhankelijkheid van de wetenschap, behalve het waarborgen van de «interne processen»?10

Door een fout van het onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research zijn de kosten voor het subsidiëren van schoolfruit verkeerd berekend. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt in een brief aan de Tweede Kamer: «Vanaf 13 november 2023 leveren vier erkende leveranciers al schoolfruit/-groente aan circa 1.300 scholen. Voor de overige circa 1.600 scholen ben ik op zoek naar een passende oplossing om deze scholen zo spoedig mogelijk van schoolfruit/-groente te kunnen voorzien.»11

Welke passende oplossingen zijn er gevonden of op welke termijn worden die verwacht? En worden al deze 1.600 scholen inmiddels voorzien van schoolfruit? Zo nee, waarom niet en op welke termijn kan daar wijziging in worden gebracht?

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rietkerk

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Lagas (BBB), Walenkamp (BBB), Van Knapen (BBB), Roovers (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van den Berg (VVD), Van de Sanden (VVD), Rietkerk (CDA) (voorzitter), Doornhof (CDA), Van Meenen (D66), Belhirch (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Van Apeldoorn (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VIII, nr. 112.

X Noot
3

Kamerstukken I 2015/16, 34 300, O.

X Noot
4

Zie J.L. Boon, «Over het gebruik van begrotingswetsvoorstellen om bepalingen uit niet-begrotingswetten te wijzigen. Een historisch-juridische beschouwing», RegelMaat 2022/38 (1), p. 37–53.

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VIII, nr. 88.

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/24, 31 288, nr. 1088.

X Noot
7

Toezegging T03768.

X Noot
8

Handelingen II 2023/24, nr. 31, item 2, p. 26–27.

X Noot
9

Handelingen II 2023/24, nr. 31, item 2, p. 12–13.

X Noot
10

Handelingen II 2023/24, nr. 31, item 2, p. 12.

X Noot
11

Kamerstukken II 2023/24, 31 532, nr. 286, p. 2.

Naar boven