36 410 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024

Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2024

Tijdens het tweeminutendebat over de voortgang proces BFTK 2024–2028 op 27 maart jl. heeft het lid Bikker (ChristenUnie) c.s. een motie ingediend over het Friestalig media-aanbod1. MBZK heeft de Kamer gevraagd de motie aan te houden tot het commissiedebat media en cultuur van 11 april aanstaande. Lid Bikker heeft een schriftelijke appreciatie verzocht op de motie voor de stemming van dinsdag 2 april. Met deze brief ga ik op de motie in.

Als Staatssecretaris verantwoordelijk voor cultuur en media onderstreep ik het belang van Friestalig aanbod via media en Friestalige producties. In de Mediawet 2008, het Mediabesluit 2008 en de Mediaregeling 2008 is op verschillende manieren geborgd dat er voldoende Friestalig media-aanbod tot stand komt. Zo is sprake van een wettelijke borging van Omrop Fryslân o.a. op het vlak van programma-aanbod en doorgifte. De regionale omroep Fryslân heeft een bijzondere en belangrijke rol ten aanzien van het Fries. Het zendt uit in het Fries en zorgt zo voor het behoud, de bevordering, de ontwikkeling, de overdracht, zichtbaarheid en het levende gebruik van het Fries.

Verder is in de Mediawet (art. 2.122) verankerd dat op elk televisieprogrammakanaal van de landelijke en regionale publieke mediadienst het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur bestaat uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

In de Mediawet (artikel 3.29e e.v.) is bepaald dat grote streamers minimaal 5 procent van hun in Nederland gegenereerde omzet moeten investeren in Nederlandse of Friestalige (culturele) AV-producties, waarvan minimaal de helft in films, series en documentaires.

De landelijke publieke omroep speelt daarnaast een rol in het borgen van het Friestalige aanbod. De landelijke publieke omroep dient op een evenwichtige wijze een beeld van de samenleving te geven, waaronder dus ook wat er lokaal en regionaal leeft. De NPO kan dan ook Friestalige programmavoorstellen o.b.v. eigen programmatische overwegingen honoreren. Dat dit in de praktijk ook gebeurt, blijkt uit het feit dat de NPO documentaires van Omrop Fryslân via Fryslân DOK financiert en uitzendt.

Er zijn geen beperkingen voor het aanvragen van financiering voor Friestalige producties via het Filmfonds. In de praktijk worden hiervoor echter vrijwel geen aanvragen ingediend. Om de totstandkoming van Friestalige producties te stimuleren, zullen er meer aanvragen voor Friese/Friestalige producties moeten worden ingediend. Het is daarbij van belang om de regionale AV/film infrastructuur te versterken. Die route is reeds ingezet door een extra financiële impuls voor regionale filmhubs, waaronder CineNord, en ondersteuning vanuit het Filmfonds. De provincie Friesland onderzoekt de mogelijkheid van een regionaal filmfonds.

De bereidheid tot verdere samenwerking tussen het Filmfonds, de provincie Fryslân en andere betrokken partijen is groot. Ik blijf in gesprek met de provincie, en andere relevante partijen om te bezien of de bereidheid tot samenwerking ook tot wenselijke uitkomsten leidt.

Op basis van bovenstaande constateer ik dat er op dit moment al veel opgenomen is in de Mediawet om het Friestalige aanbod te borgen. Uit de ingediende motie blijkt dat uw Kamer nog zorgen heeft of deze wettelijke borging voldoende is. Als naar aanleiding van deze brief die zorg nog steeds bestaat, dan ben ik bereid om te verkennen of nadere wettelijke verankering deze zorg kan wegnemen. Als uit deze verkenning blijkt dat deze nadere wettelijke borging een mogelijke oplossingsrichting is, ben ik bereid deze mee te nemen in de stelselherziening.

Met deze invulling kan ik de motie oordeel kamer geven.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, F.Q. Gräper-van Koolwijk


X Noot
1

Kamerstuk 36 410 VII, nr. 98 Motie d.d. 27 maart 2024 – M.H. Bikker, Tweede Kamerlid Motie van het lid Bikker c.s.

Naar boven